Verslag plenaire vergadering
Verslag
Toekenning licenties voor landelijke commerciële radio's
Intrekking
De voorzitter : Aan de orde is de hoofdelijke stemming over de met redenen omklede motie van de heren Decaluwe en Van Rompuy tot besluit van de op 24 januari 2002 door de heer Decaluwe in commissie gehouden interpellatie tot de heer Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, Innovatie, Media en Ruimtelijke Ordening, over het gerechtelijk onderzoek naar eventuele voorkennis bij Think Media betreffende de toekenning van de licenties voor landelijke commerciële radio.
Deze motie sluit aan bij een interpellatie van 24 januari. Intussen zijn echter tijdens de hoorzitting van 31 januari nieuwe elementen opgedoken. Daarom zullen we deze motie intrekken. Tijdens de hoorzitting is gebleken dat er mogelijk sprake is van politieke beïnvloeding. Dit moet verder onderzocht worden.
Ik heb vandaag een brief ontvangen van de heer Masyn. Hij deelt mee dat hij het document heeft gevonden waarnaar hij verwezen had in de commissie om te bewijzen dat Radiovisie telkens opnieuw vroegtijdig over informatie beschikte. Het gaat niet om een nieuw element. De onafhankelijkheid van de commissarissen komt niet in het gedrang.
De heer Masyn heeft al zoveel beweerd. De anticorruptiecel en de beurscommissie hebben zich al over deze zaak gebogen. We zullen onze motie intrekken, maar vragen dat er een onderzoekcommissie wordt opgericht over deze zaak. (Applaus bij CD&V en het VB)
Ik steun de vraag van de heer Decaluwe om dit dossier verder te onderzoeken. Het Vlaams Commissariaat voor de Media (VCM) heeft volledig onafhankelijk kunnen beslissen over de toekenning van de radiolicenties. De commissarissen en de minister hebben zich correct gedragen. Er schort wel wat aan de werking en omkadering van het VCM. Dat is echter niet de schuld van de commissarissen. Of er aandelen werden verhandeld met voorkennis moet onderzocht worden door de beurscommissie. Dat staat echter volledig los van de onafhankelijkheid van de beslissing van de commissarissen.
We mogen niet vervallen in fatale dynamieken waarbij men na het minste gerucht verklaringen moet ophoesten. Deze aangelegenheid zal het VCM onvermijdelijk verzwakken.
Uit alles blijkt evenwel dat het VCM de opdracht, die wij hem opgedragen hebben correct en onafhankelijk kan uitvoeren. Kunnen we dat vertrouwen handhaven? Enkele geruchten volstaan om wantrouwen te scheppen. Laat ons niet in die val trappen en ervoor zorgen dat het VCM hier versterkt uitkomt.
Ik dank CD&V voor het intrekken van hun motie omdat het ons zal toelaten constructief voort te werken. (Applaus)