Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de Belgische score inzake milieuduurzaamheid in het rapport van het Wereld Economisch Forum
Actuele vraag over de Belgische score inzake milieuduurzaamheid in het rapport van het Wereld Economisch Forum
Actuele vraag over de Belgische score inzake milieuduurzaamheid in het rapport van het Wereld Economisch Forum
Actuele vraag over de Belgische score inzake milieuduurzaamheid in het rapport van het Wereld Economisch Forum
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van mevrouw Vertriest, de heren Bogaert, Matthijs, Van Duppen en mevrouw Van den Eynde tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de Belgische score inzake milieuduurzaamheid in het rapport van het Wereld Economisch Forum.
We voelen ons als schoolkinderen die al voor een tweede keer met een slecht rapport naar huis komen. Het rapport bevat vijf blokken, maar vooral voor de situatie van het leefmilieu scoren we slecht. In de pers werd de druk op het leefmilieu verward met het milieubeleid. Er werden zware inspanningen geleverd voor het milieubeleid, maar blijkbaar was dat onvoldoende.
Naar aanleiding van het eerste slechte rapport van vorig jaar hebben we de Vlaamse regering in een resolutie opgeroepen tot een betere integratie van het milieubeleid in de andere sectoren.
Wat is er het voorbije jaar gebeurd? Wat moeten we doen om de druk op het milieu te verminderen?
We kunnen de cijfers van de milieuduurzaamheidsindex niet ontkennen : België heeft een score van 38,6 op 100 en komt daarmee op de 127ste plaats op 142. Deze studie gaat over de gevolgen van de vervuiling voor de ecosystemen.
De mensen zijn inmiddels gesensibiliseerd voor het milieu en ze denken dat ze goed bezig zijn. Daarom schrikken ze van deze resultaten. Op dit ogenblik geven we ook veel uit voor milieu. Moeten we niet denken aan een internalisering van de kosten, waardoor de producenten en de consumenten de hoofdverantwoordelijkheid krijgen?
Het invoeren van een milieubelasting is een gemakkelijkheidsoplossing. De politici moeten de mensen kunnen overtuigen dat de zaken niet zijn wat ze lijken.
Ze moeten verduidelijken waaraan het geld besteed wordt. Is deze slechte score niet het gevolg van het feit dat we met veel mensen op een kleine oppervlakte wonen en ook een erg performant economisch systeem hebben?
De cijfers van de milieuduurzaamheidsindicatoren zijn ontluisterend voor de Vlaamse regering. In de regeringsverklaring werd de zorg voor het leefmilieu bestempeld als het kernpunt van deze regering. Intussen behoren we inzake leefmilieu niet langer tot het middenpeloton, maar zijn we afgezakt naar een van de laatste plaatsen. Dat betekent ook het failliet van de paars-groene beloftenpolitiek.
In de begroting voor 2002 zijn de middelen voor Leefmilieu met 7,73 procent of 2,8 miljard frank afgenomen. Zo kan men geen vooruitgang boeken. De begrotingscontrole en het Fonds voor Eenmalige Investeringsuitgaven zouden voor een oplossing zorgen. Intussen is het februari en is er nog niets beslist.
De minister heeft het over de invoering van een energietaks en over de verhoging van de middelen. Welke voorstellen heeft ze om de huidige situatie te veranderen?
Vorig jaar bleek in de commissie ad hoc Milieu en Gezondheid dat Vlaanderen relatief goed scoorde. Hoe verklaart de minister de resultaten van deze studie? Er is natuurlijk onze internationale positie en de perfide houding van de Verenigde Staten, die zich op de 52ste plaats klasseerden. Ook uit de dalende opbrengsten van de milieuheffing hadden we conclusies kunnen trekken. Hanteert de studie cijfers van vóór vorig jaar? Is de toestand hopeloos, maar niet ernstig?
Hoe komt het dat we zo slecht scoren? Hoe zijn de goede resultaten van vorig jaar tenietgedaan? Welke oplossingen zijn er, zonder de burger te belasten met nieuwe heffingen?
Volgens de conclusies van dit rapport, is België het meest vervuilde Westerse land. Ik zal de technische analyse van het rapport bewaren voor een commissievergadering.
In België beschikken we over zeer veel cijfermateriaal. Het gaat niet goed met ons leefmilieu. Uit de analyses van een aantal andere gerenommererde instellingen zoals de OESO en het Europees Milieuagentschap, blijkt echter dat wij middelmatige resultaten behalen in Europa. Het rapport van het Wereld Economisch Forum houdt echter ook rekening met de echte milieudruk. We leven in een klein land met veel mensen, een grote veestapel en veel industrie. Grotere landen hebben dus voordeel.
Het gaat echter niet slechter dan voorheen. Uit het laatste MIRA-T blijkt dat lucht- en waterkwaliteit verbeteren. De uitstoot van broeikasgassen vermindert echter niet. We moeten van de verbetering van de leefkwaliteit en de zorg voor het leefmilieu een prioriteit maken en een aantal moeilijke beslissingen nemen, onder meer bij de aanduiding van de kwetsbare gebieden. Voor een grote inhaalbeweging zijn echter meer mensen en middelen noodzakelijk. Ik ben dus blij met de belangstelling van alle fracties.
Een structurele hervorming van de waterzuivering is noodzakelijk, maar de resultaten ervan zijn pas op termijn zichtbaar. Ook andere drastische maatregelen, zoals het verbieden van het gebruik van een aantal producten, zijn onvermijdelijk. Een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen kan bereikt worden door een energieheffing, bedoeld om energiebesparing aan te moedigen.
Alle ministers moeten zich daartoe verbinden : maatregelen op gebied van economie, mobiliteit en energie zijn onontbeerlijk. Pas dan zullen we hopelijk beter scoren op de internationale schalen.
We hadden de universiteiten gevraagd om de verouderde cijfers niet meer te gebruiken. Voor water- en luchtkwaliteit hebben ze zich gebaseerd op dezelfde gegevens als vorig jaar, namelijk de cijfers van de periode 1990-1994. Wij zijn gezakt in de lijst omdat ze een ander gewicht toegekend hebben aan een aantal parameters. (Applaus bij de VLD, sp·a, AGALEV en VU&ID)
Onpopulaire en structurele maatregelen op tal van beleidsvlakken zijn noodzakelijk. Ook bij het verlenen van expansiesteun moet de verlaging van de milieudruk de beoordeling beïnvloeden. We hebben een historisch deficit in te halen en moeten proactief de milieudruk verlagen.
Een belangrijke parameter van het onderzoek is de mate waarin de bevolking kwetsbaar is voor de vervuiling. Vanmorgen bleek nog dat Vlaanderen de hoogste score in Europa haalt voor hormoonverstoorders. Goede voorlichting van de bevolking is noodzakelijk. Internalisering moet op de politieke agenda geplaatst worden, want fiscale stimulansen volstaan niet om het tij te doen keren.
Ik neem akte van het antwoord van de minister maar zou toch 3 opmerkingen willen formuleren. Vooreerst vraag ik mij af of er, vanuit de meerderheid, wel voldoende steun is voor MIRA-T. Vervolgens wens ik, in verband met de afbakening van de kwetsbare gebieden, te stellen dat er, voor wat de MAP-meetpunten betreft, er wel resultaten zijn. Ten slotte is het ook zo dat er nog steeds onvoldoende middelen voor waterzuivering zijn.
Betekent uw tweede opmerking dan dat u mij steunt bij de afbakening van kwetsbare gebieden? (Applaus bij AGALEV en VU&ID)
Het probleem raakt niet opgelost met financiële stimuli en door te stellen "less is more". We zouden alles kunnen samenvatten met de boutade dat de toestand niet hopeloos maar wel ernstig is.
Het is verbazend dat Agalev applaudisseert voor het antwoord van de minister. Vlaanderen verdient dit resultaat niet. Wij scoren op een aantal vlakken zelfs slechter dan de ontwikkelingslanden.
Alternatieven die door onze fractie naarvoor gebracht worden, bijvoorbeeld om de CO2-uitstoot te doen dalen, worden steevast als zijnde marginaal voorgesteld.
Ten slotte vraag ik mij ook af of u alles zou minimaliseren indien u in de oppositie zou zitten.
Ik minimaliseer helemaal niets. We zitten immers in een regio met zware leefmilieuproblemen. Die problemen zullen aangepakt worden.
Het incident is gesloten.