Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Caluwé tot de heer Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken en Energie, over het samenwerkingsakkoord tussen de gewesten en de federale overheid betreffende het NMBS-investeringsplan.
Tijdens de voorbije zomer heeft de Vlaamse regering met de federale regering een akkoord over de investeringen in de NMBS en een samenwerkingsakkoord om dat te realiseren, gesloten. Volgens waarnemers was dat laatste zeer negatief voor Vlaanderen. Toch werd het samenwerkingsakkoord ter goedkeuring aan het Vlaams Parlement voorgelegd. In de commissie is hierover een hoorzitting gehouden. Daarin werd bevestigd dat het samenwerkingsakkoord een slechte zaak is voor Vlaanderen. De vertegenwoordigers van de zeehavens stellen dat essentiële onderdelen van het investeringsplan niet tijdig gerealiseerd kunnen worden. De vertegenwoordigers van de luchthaven van Zaventem stellen dat ze de concurrentie met Schiphol en Parijs niet kunnen winnen omdat men met de trein sneller deze laatste luchthavens kan bereiken dan die van Zaventem.
Minister Stevaert wou de investeringen versnellen door een systeem van pre- en co-financiering. De Raad van State stelde echter dat Vlaanderen daarvoor niet bevoegd is. Dat werd bevestigd door een specialist tijdens de hoorzitting. De meerderheid weet duidelijk niet wat ze moet aanvangen met dit zeer negatieve akkoord en daarom hebben we haar een maand bedenktijd gegeven.
De meerderheid kan op twee manieren reageren. Ofwel stelt ze dat er opnieuw over het samenwerkingsakkoord onderhandeld moet worden met de federale regering om betere resultaten voor Vlaanderen te krijgen ofwel probeert ze een mouw te passen aan het akkoord zodat het toch goedgekeurd kan worden. Ik vrees dat de meerderheid voor dit laatste kiest. Maandagavond stelde de voorzitter van Spirit in een persbericht dat haar ministers in de Vlaamse regering moesten aandringen op nieuwe onderhandelingen met de federale overheid. Na het spoedoverleg van gisteren heb ik echter begrepen dat de Vlaamse regering niet van plan is om opnieuw te onderhandelen maar wel om een advertentie te plaatsen om een jurist te zoeken die het akkoord kan verklaren op een aanvaarde manier. Klopt dat?
De heer Caluwé is zeer denigrerend over de inhoud van het samenwerkingsakkoord. In het verleden werden over dergelijke zaken echter zelfs geen akkoorden afgesloten : de toenmalige premier vroeg aan het zogenaamde Davidsfonds enkel om een advies op te stellen. Nu is het akkoord op een totaal andere manier totstandgekomen.
Ik had de 60/40-verhouding liever doorbroken gezien. Om dat te doen is er evenwel een objectieve behoeftenanalyse nodig en dat instrument bestaat wel in Vlaanderen maar nog niet op federaal vlak.
Vermits de 60/40-verhouding om objectieve en politieke redenen niet kon doorbroken worden, zijn we tot andere oplossingen gekomen, namelijk de pre- en cofinanciering. Dat is niet genoeg, maar het is toch een stap vooruit. In communautaire aangelegenheden moet men trouwens stap voor stap vooruitgaan.
In de Commissie voor Mobiliteit is er een hoorzitting geweest en dat niet alleen op vraag van CD&V; de leden van de meerderheid zijn de CD&V-fractie daarin bijgetreden. De daar aanwezige jurist heeft heel wat juridische problemen gesignaleerd. De andere sprekers hebben erop aangedrongen dat de pre- en de cofinanciering niet in het gedrang mochten komen.
Gisteren is er vergaderd, niet om opnieuw te onderhandelen over het spoorakkoord, maar wel om voor de juridische problemen een juridische oplossing te vinden.
De minister spreekt denigrerend over het verleden. Hij was echter lid van de vorige regering en dus maakt ook hij deel uit van het verleden.
Mevrouw Vandecasteele zegt in haar persbericht dat de Vlaamse regering over het akkoord opnieuw moet onderhandelen met de federale regering. De ministers van Spirit hebben dit dus blijkbaar niet ter sprake gebracht tijdens de vergadering.
Het incident is gesloten.