Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de verklaring van de Vlaamse regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 2002.
Vandaag starten we een nieuw parlementair jaar. Dit is traditioneel het moment waarop we terugkijken op het regeringswerk van de voorbije jaren. En waarop we de bakens uitzetten voor het komende jaar. We kunnen daarbij deze keer niet voorbijgaan aan de internationale actualiteit. Na de recente aanslagen in de Verenigde Staten zijn we terechtgekomen in een ander tijdperk. De eeuwenlange opgebouwde waarden zoals vrijheid en rechtvaardigheid werden brutaal aangevallen door fundamentalisten die het leven van mensen, vrouwen en kinderen ondergeschikt maken aan hun irrationele denkbeelden. Deze barbaarse aanslagen laten ook Vlaanderen niet onberoerd. Ze demonstreren de kwetsbaarheid van de vrije en open samenlevingen en bewijzen de noodzaak om dag na dag te strijden voor de fundamentele rechten van de mens en het behoud van democratie. De Vlaamse regering sluit zich met overtuiging aan bij het wereldwijde front tegen het terrorisme. We begrijpen de gevoelens en de reacties van het Amerikaanse volk. Maar we hopen dat hun leiders blijven kiezen voor oplossingen die getuigen van moed en staatsmanschap. Wraak is nooit een goede raadgever.
De dramatische gebeurtenissen lijken echter gelukkig ook constructieve gevolgen te krijgen. De bereidheid bij Palestijnen en Israëli's om een dialoog aan te gaan, is de voorbije dagen gerijpt. Het blijft wel zo dat in de harten van veel moslims heel wat haat en wantrouwen bestaat tegen de Verenigde Staten, omwille van hun steun aan de staat Israël. In kapotgeschoten Palestijnse dorpen leven de mensen zonder hoop en toekomst. Veel jongeren groeien er op tot potentiële terroristen. Het Palestijns conflict moet dringend worden opgelost. Dit kan alleen door een dubbele actie. Enerzijds door de oprichting en erkenning van een Palestijnse staat, en anderzijds door de erkenning door de Arabische wereld van het bestaan van de staat Israël zelf. Alleen op die manier kan een duurzame vrede tot stand komen in het Midden-Oosten.
Ook in Vlaanderen moeten we in dit nieuwe tijdperk meer dan ooit oog hebben voor verdraagzaamheid en wederzijds respect. Ik weet dat we van mening verschillen over de manier waarop we deze samenleving moeten opbouwen en de politieke keuzes die we daarbij willen maken. Maar alle democratische krachten in dit parlement onderschrijven het fundamenteel respect voor de mens, van welke afkomst, kleur of geloofsovertuiging hij of zij ook is. Vanuit die onwrikbare wetenschap is het mogelijk om samen te werken aan een beter en meer welvarend Vlaanderen, ook over de grenzen van meerderheid en oppositie heen. Wij staan niet tegenover elkaar, wij staan op dat fundamenteel menselijk punt naast elkaar.
Het is vanuit die optiek dat ik u vandaag de krachtlijnen van de Vlaamse regering voor de komende regeerperiode wil voorstellen. Krachtlijnen eerder dan beslissingen, omdat we geloven dat het parlement meer dan voorheen betrokken moet worden bij het beleid. Een beleid dat niet alleen gericht is op het oplossen van de bestaande problemen, maar nog meer dan voorheen op het voorkomen van of anticiperen op toekomstige problemen. Een beleid dat uitgaat van het principe "regeren is vooruitzien" en niet van "problemen oplossen als ze zich stellen". Daarom ook hecht de regering een groot belang aan het nadenken over onze toekomst. In de komende maanden zal de actie Kleurrijk Vlaanderen in een hogere versnelling draaien. Met het middenveld trachten we in de Vlaamse Conferentie overeenstemming te bereiken over de doelstellingen op lange termijn. Maar het is eigenlijk onze bedoeling om alle Vlamingen bij het debat over onze toekomst te betrekken. Ik wil vooral de jongeren oproepen om hun stem te verheffen.
De Vlaamse publieke financiën zijn gezond en dat zal de Vlaamse regering zo houden. De regering dient voor volgend jaar een begroting in met een overschot van 3,4 miljard frank. In termen van de Hoge Raad van Financiën (HRF) behaalden we een saldo van 13,889 miljard frank. De norm voor de HRF bedroeg 13,6 miljard frank. Het is reeds de vijfde opeenvolgende keer dat de Vlaamse regering een positief begrotingssaldo boekt.
Volgens de recentste cijfers gaan we in 2001 uit een inflatie van 2,6 procent en van een economische groei van 1,8 procent van het BNI en dat op basis van een geraamde positieve ruilvoet van 0,3 procent. Bij de opstelling van de begroting voor volgend jaar hanteerden we een groei van 2 procent van het BNI - op basis van een positieve ruilvoet van 0,1 procent - en een inflatie van 1,8 procent als parameters. Het spreekt voor zich dat de regering het budget in functie van de evolutie zal aanpassen. Op dit ogenblik is het echter zeer moeilijk om betrouwbare prognoses voor volgend jaar op te stellen. De regering is bij de opstelling van de begroting voor volgend jaar echter van zeer voorzichtige ramingen uitgegaan.
De nieuwe minister voor Begroting, Dirk Van Mechelen, zal ook de afspraken uit het regeerakkoord in verband met de schuldafbouw onverkort uitvoeren. De doelstelling voor 2001 is een verdere afbouw van de schuld met 33,4 miljard frank. Het principe van een zuinig en orthodox begrotingsbeleid zal ook in de komende jaren worden doorgetrokken teneinde op het einde van de regeerperiode uit te komen op een schuld van 112 miljard frank. Dat is meer dan een halvering van de schuld die Vlaanderen droeg op 31 december 1998, zijnde 266,4 miljard frank. Dit is het minimale pad voor de schuldafbouw dat de regering wil volgen. Als het mogelijk is, zullen we niet aarzelen de schuld nog verder af te bouwen. Elk miljard frank schuld dat we extra aflossen, levert immers dankzij de minderuitgave aan interesten, 66 miljoen frank op die we bijkomend en recurrent kunnen besteden aan nieuwe beleidsinitiatieven.
De regering beseft heel goed dat de gunstige economische conjunctuur de jongste maanden onder druk stond. De aanslagen in de Verenigde Staten kunnen zelfs leiden tot een terugval in de economie. We zijn niet blind of doof voor de vele ongunstige berichten, saneringen en afdankingen. Daarom zijn we bij de opstelling van de begroting bijzonder voorzichtig tewerk gegaan. Indien nodig zullen we nog meer maatregelen nemen om te voorkomen dat het gunstig begrotingsresultaat in het gedrang zou komen. De Vlaamse regering verwacht van de federale regering dat ze de minder gunstige economische conjunctuur helpt op te krikken door de vennootschapsbelasting te verlagen. De nieuwe Vlaamse minister van Economie, Jaak Gabriëls, zal trouwens een actieplan opmaken om de lasten voor de Vlaamse bedrijven bijkomend te verlagen.
Ook een doortastend preventief opleidingsbeleid waarbij een permanente en loopbaangerichte uitbouw van de kennisportefeuille vooropstaat, moet het bedrijfsleven wapenen. Het wisselbanenplan, uitgewerkt door minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt, ontwikkelt een flankerend beleid dat ondernemingen aanmoedigt de slapende competenties van hun werknemers te stimuleren. In dezelfde optiek kunnen de opleidingscheques versterkend worden ingezet.
In het regeerakkoord hebben we de privatisering van de Gimv aangekondigd. De bedoeling was van de Gimv een stevige speler op het internationale veld te maken.
Om die rol waar te maken hoeft de overheid niet langer over een participatie van 70 procent in de Gimv te beschikken. Integendeel, om ons doel te verwezenlijken, is die grote aanwezigheid van de overheid eerder een rem.
Maar de gewijzigde economische toestand verplicht ons als goede huisvader om van de privatisering van de Gimv tijdens deze regeerperiode geen prioriteit meer te maken. De economische verwachtingen laten immers niet toe te veronderstellen dat de technologie-aandelen op korte termijn spectaculair zullen stijgen. Het zou niet getuigen van goed bestuur om in zo'n economisch kader de Gimv te privatiseren.
Vandaag wordt duidelijk hoe essentieel de goedkeuring van de Lambermontakkoorden was. Voor het eerst hebben we in Vlaanderen de mogelijkheid om zelfstandig te beslissen over de besteding van een deel van de fiscale middelen van dit land. Een naar ons oordeel nog te klein deel, maar alvast een eerste belangrijke overdracht. De budgettaire ruimte die we hebben om het kijk- en luistergeld op 1 januari 2002 af te schaffen, danken we deels aan de goedkeuring van die akkoorden. Deze belasting van 9.000 frank om naar tv te mogen kijken en naar de radio te mogen luisteren, was achterhaald en zelfs asociaal. De afschaffing ervan is vooral voor die gezinnen en alleenstaanden die met een karige verloning, uitkering of pensioen door het leven moeten, een betekenisvolle budgettaire verlichting.
Een andere belangrijke belastingverlaging die we volgend jaar zullen doorvoeren, betreft de registratierechten voor gezinswoningen. Het huidige tarief van 12,5 procent op de verkopen van onroerende goederen is immers een wereldrecord. De Regering heeft zich voorgenomen de tarieven voor de gezinswoningen met één vijfde te verlagen. Die verlaging wordt bovendien een belangrijk instrument voor het mobiliteitsbeleid. Hoge registratierechten zorgen ervoor dat burgers niet snel geneigd zijn om een nieuwe woning aan te kopen in de buurt van hun werk. Om het effect van de verlaging van de registratierechten op de mobiliteitsproblemen nog te verhogen, plannen we bovendien een systeem van meeneembaarheid van betaalde registratierechten. Dit is het zogenaamde schrijfvoordeel dat we zullen invoeren : een gezin kan de reeds betaalde registratierechten voor de aankoop van een woning in mindering brengen van de registratierechten bij de aankoop van een andere woning. Gezinnen kunnen dus dankzij dit schrijfvoordeel goedkoper een nieuwe woning aankopen. Om minder tijd te verliezen in het woon-werkverkeer. Of gewoon om hun woonsituatie aan te passen aan de gewijzigde gezinsomstandigheden, bijvoorbeeld wanneer het gezin uitbreidt, of wanneer de kinderen het ouderlijk dak hebben verlaten.
Lambermont is geen eindpunt voor de verdere verzelfstandiging van Vlaanderen. We beseffen, samen met de Franstaligen, dat het proces van de staatshervoming onstuitbaar is. De resoluties inzake de verdere staatshervorming die het Vlaams Parlement tijdens de vorige regeerperiode heeft goedgekeurd, blijven voor mij persoonlijk het na te streven kader. Zo heb ik al eind augustus gewezen op de onaanvaardbaarheid van de grote uitgavenverschillen in de gezondheidszorg tussen Vlaanderen en Wallonië. Dit is geen blinde roep naar een onmiddellijke splitsing van de sociale zekerheid. Het is wel een oproep aan de deelstaten om elk voor zich verantwoordelijkheid te nemen en in geval van een verschillende kijk op deze problematiek het lot in eigen handen te nemen. Ik ben ervan overtuigd dat het toekennen van een grotere verantwoordelijkheid inzake de sociale zekerheid, in eerste instantie wat betreft de gezondheidszorg en de gezinsbijslagen, ook voor Wallonië een stimulans zal vormen om een duurzaam economisch herstel te verwezenlijken.
Het onderzoeksrapport over de objectieve verschillen inzake de werkings- en investeringskosten van de diverse onderwijsnetten heeft de voorbije weken flink wat stof doen opwaaien. De Vlaamse regering zal de besluiten van dit onderzoek grondig analyseren. De verschillen tussen de netten hebben bijvoorbeeld onmiskenbaar ook te maken met verschillen in schaalgrootte. Nu al wil ik echter duidelijk zeggen dat méér middelen niet het logische antwoord is op de gestelde problemen. Enigszins veralgemenend gesproken zou dat immers betekenen dat de middelen van het net dat zich een efficiënte beheerder heeft getoond, zouden moeten worden opgetrokken tot het niveau van de middelen van het minder financieel efficiënte net.
Dit neemt niet weg dat de regering volgens het afgesproken schema tegemoet zal komen aan de meest dringende noden, voornamelijk van het basisonderwijs.
Ik heb ook vroeger al vragen gesteld bij het belang van het bestaan van verschillende netten naast elkaar. De levensbeschouwelijke verschillen in Vlaanderen zijn zeer complex geworden. Ze zijn in elk geval niet meer bepalend voor de schoolkeuze die ouders of leerlingen maken. Daarenboven is vooral in de beroepsopleidingen de twee- of driedeling volgens onderwijsnet een bedreiging voor de kwaliteit. Alleen samen kunnen we nog kwaliteit tot stand brengen. Ook het bedrijfsleven is terecht minder en minder bereid versnippering en bescheiden kwaliteit mee te financieren. Daarom lijkt het de Vlaamse Regering aangewezen om de resultaten van het onderzoeksrapport aan te grijpen voor een grootschalig debat: over een beter en efficiënter gebruik van de bestaande middelen via een verder doorgedreven samenwerking tussen de scholen van alle netten. Op termijn kan de financiering dan gebeuren op basis van de school als eenheid en de leerlingen, en niet langer het onderwijsnet. Deze denkoefening moet er vooral op gericht zijn de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren, het werkcomfort te verhogen, het aanbod nog verder uit te breiden en de technologische mogelijkheden binnen ieders handbereik brengen. Het moet ook er ook voor zorgen dat we omschakelen van een eerder klassiek leeftijdsgebonden onderwijs naar een systeem van levenslang leren. Dat systeem laat mensen ten alle tijde toe hun talenten en mogelijkheden uit te diepen en aan te wenden voor nieuwe uitdagingen.
De minister van Onderwijs zal de komende weken de onderwijspartners, en de democratische politieke partijen uitnodigen om deel te nemen aan deze denkoefening. Voor de beroepsopleidingen zullen ook de sociale partners en vooral het bedrijfsleven hierbij worden betrokken.
Ik meen dat die oefening voor de toekomst van ons onderwijs van levensbelang is. Daarbij kunnen alle democratische krachten uit het politieke en het onderwijsveld zich laten inspireren door de wijsheid die destijds tot het schoolpact heeft geleid. Met dien verstande dat iedereen er vandaag ook van moet uitgaan dat de bomen niet tot in de hemel groeien.
Volgend jaar zullen ook de middelen voor innovatie opnieuw fors toenemen. De Vlaamse regering is zich terdege bewust van de noodzaak om verder te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Maar we concentreren onze middelen op de werkelijke behoeften en projecten. We willen niet zomaar een grabbelton ter beschikking stellen. Vandaar dat de middelen voor innovatie het komend jaar opnieuw stijgen met anderhalf miljard frank. Bovendien neemt in 2002, voor het eerst sinds lange tijd, ook de basisfinanciering van de universiteiten toe, met niet minder dan 700 miljoen zelfs tegenover 2000. Als alle uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling in rekening worden gebracht, durf ik stellen dat het innovatiebeleid van de regering een internationale toets met glans kan doorstaan.
De regering heeft zich tot doel gesteld een actieve welvaartsstaat te helpen verwezenlijken. Dat betekent dat we maatregelen moeten nemen om de activiteitsgraad te verhogen. In de categorie boven de vijftig jaar kent Vlaanderen op dit ogenblik de laagste activiteitsgraad van Europa. De verhoging van onze activiteitsgraad laat ons geen andere keuze dan op termijn de vele vervroegde uitstapregelingen af te bouwen. Ik herinner er iedereen aan dat de wettelijke pensioenleeftijd in België op 65 jaar ligt. Regeren is ook keuzes durven maken. Het onderwijs ontsnapt niet aan die imperatief. In ons onderwijs bestaat een van de grootste uitdagingen van de komende jaren erin het nijpend tekort aan leerkrachten op te vangen. Om die redenen houdt de Vlaamse regering vast aan de beslissing om ook de vervroegde uitstapmaatregelen in het onderwijs af te bouwen.
Ik wil daarbij ook nog eens wijzen op de uitgebreide maatregelen om de werkdruk in het onderwijs te verlagen en de motivatie van de leerkrachten te verhogen. Deze maatregelen werden opgenomen in de cao's V en VI. Ik hoop van harte dat het overleg over de uitstapregelingen in het onderwijs dat vandaag van start gaat, ernstig zal gevoerd worden. Ik sta er borg voor dat de minister van Onderwijs, Marleen Vanderpoorten, met die ingesteldheid de onderhandelingen zal voeren. Aan de algemene uitgangspunten die ik zojuist heb beschreven, kan daarbij niet worden getornd. De Vlaamse regering wil het overleg over de verdere uitwerking van die uitgangspunten echter alle kansen geven. Ik zou het niet begrijpen indien vanuit vakbondskringen elk gesprek van de hand wordt gewezen over deze voor de kwaliteit van ons onderwijs noodzakelijke en onontkoombare maatregelen.
Een ander moeilijk probleem is en blijft de mobiliteit. Hier werden al heel wat maatregelen genomen, vooral ter bevordering van het openbaar vervoer en van de zwakke weggebruikers. Nog vorige week heeft de regering op voorstel van minister van Mobiliteit Steve Stevaert 47 nieuwe trams besteld. Maar dat neemt niet weg dat er nog heel wat moet gebeuren. De Vlaamse regering heeft de voorbije jaren het voorbereidende kader gecreëerd om de werkzaamheden aan de zogenaamde missing links van start te laten gaan. Er werd een kader in het leven geroepen voor de samenwerking tussen private sector en overheden, de publiek-private samenwerking (PPS). De mogelijkheid om bij nieuwe infrastructuurwerken tol te heffen, werd principieel aanvaard. Dit najaar legt minister-vice-president Steve Stevaert het ontwerp van decreet Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM) aan het parlement voor. Dit ontwerp richt een operationeel instrument op om de belangrijke en noodzakelijke infrastructuurwerken van het Antwerps Masterplan aan te vatten. De Vlaamse regering heeft beslist om in de komende jaren in elke provincie één groot ambitieus infrastructuurwerk uit te voeren en te voltooien. In Antwerpen viel daarbij de keuze al op het strategisch project Oosterweel. En in Limburg zal de noord-zuidverbinding worden gerealiseerd. De regering zal in samenspraak met het parlement snel ook in de andere provincies een keuze maken. Vlaanderen voorziet verder in diverse projecten voor onderhoud, vernieuwing en opwaardering van bruggen, tunnels en gewestwegen.
De Vlaamse regering zal alles doen wat in haar macht ligt om de verkeersveiligheid te verhogen. Het terugdringen van het aantal jongeren dat sterft in het verkeer staat in deze legislatuur voorop.
De Vlaamse regering wil in haar strijd tegen het fileprobleem nog verder gaan. De verbetering van het openbaar vervoer en het wegwerken van de missing links alleen zullen het dichtslibben van ons wegennet niet kunnen verhinderen. In overleg met de federale regering werken we thans aan een groot actieplan om het thuiswerken en telewerken krachtig te ondersteunen. Uit buitenlandse studies blijkt dat deze vormen van werken kunnen leiden tot een daling van het autoverkeer op de filegevoelige momenten met twintig procent. De massale omschakeling naar thuiswerken wordt een gigantische operatie die een enorme impact kan en zal hebben op de levens van honderdduizenden Vlamingen. Het is daarom van het grootste belang dat we deze problematiek grondig bespreken en onderzoeken. Hier, in het parlement, en in overleg met het middenveld en met de wetenschappelijke wereld. Thuiswerken heeft immers niet alleen een economische impact maar ook een sociale, maatschappelijke en ecologische weerslag. Het zal niet alleen de klassieke verhoudingen tussen werkgever en werknemer veranderen, maar ook de relatie met het gezinsleven en de invulling van de vrije tijd.
De Vlaamse regering onderkent de nood aan duurzame investeringen in de milieusector. De minister van Milieu en Landbouw, Vera Dua, werkt verder aan een integraal waterbeleid.
De bodemsanering wordt verder versneld. Weldra maken we een aanvang met de sanering van de zogenaamde brownfields. De regering voorziet ook in nieuwe middelen voor de sanering van sterk vervuilde onderwaterbodems zodat de investeringen in de waterzuivering beter renderen. We maken ook extra middelen vrij om in overstromingsgevoelige gebieden maatregelen te treffen die de kans op overstromingen doet verminderen.
We kunnen ook al een mooi palmares voorleggen inzake de aankoop van natuur. Onlangs werd de kaap van tienduizend hectare erkend natuurreservaat bereikt. Dit betekent dat tijdens deze regeerperiode alleen al het areaal van erkend natuurreservaat in Vlaanderen met een vijfde is toegenomen. In de aankoop van natuur werd deze regeerperiode bovendien al een verdubbeling gerealiseerd van de aangekochte oppervlakte natuur. Daarmee geeft de regering uitvoering aan het engagement om drieduizend hectare natuur per jaar aan te kopen. De afbakening van de natuurlijke structuur wordt nu gestart.
Als opstap naar een beleid inzake duurzame ontwikkeling zullen we een nieuw samenwerkingsakkoord met de gemeenten en provincies afsluiten.
De heroriëntering van de landbouw begint vruchten af te werpen. Investeringen in milieuvriendelijke technieken in de landbouw kennen succes. De Vlaamse regering garandeert ook dat de afbouw van de varkensstapel verder gaat, op een sociaal verantwoorde wijze.
Een ander belangrijk aandachtspunt voor de komende maanden en jaren is de administratieve vereenvoudiging. Ik wil hier de vinger leggen op een tot nu toe wat verdoken gebleven wonde. Die van de traagheid waarmee we beslissingen kunnen omzetten in concrete daden ingevolge onaangepaste procedures en regels. Met irritatie, onduidelijkheid, financiële schadeclaims en rechtsonzekerheid bij de burgers tot gevolg. Ik heb het over de moeilijkheden die we als regering en administratie dagdagelijks ondervinden als we nieuwe fietspaden willen leggen, windmolens willen bouwen, bosgronden willen aankopen, nieuwe bedrijventerreinen ontsluiten of economisch vitale openbare werken afwerken zoals het Deurganckdok. Ovam wil vervuilde gronden saneren en heeft daarvoor de nodige middelen. Maar ook hier stuiten we op ingewikkelde regels en procedures. Om deze onzichtbare en voor de burgers onbegrijpelijke hindernissen weg te nemen, moeten we onze regelgeving grondig vereenvoudigen. Niet om de gestelde normen inzake veiligheid, gezondheid, ruimtelijke ordening en milieu te versoepelen, wel om te kunnen uitvoeren wat we nodig hebben. Vorige maand hebben we een speciale cel opgericht die de bestaande en nieuwe decreten moet onderzoeken op hun deugdelijkheid en toepasbaarheid. Het doel is : meer bereiken met minder papier. Ook hier reken ik op een belangrijke bijdrage van het parlement. Een efficiënte wetgeving is alvast één middel om de verzuring in onze maatschappij te bekampen.
Daarnaast wil de Vlaamse regering in 2002 een belangrijke nieuwe stap zetten in het e-governement. De Vlaamse overheid wil het elke burger, onderneming of organisatie mogelijk maken om on-line alle beleidsdocumenten en formulieren te raadplegen en op te vragen. Het project e-VRT zal de Vlaming toelaten dit ook te doen via zijn televisietoestel. De burger zal alle administratieve diensten en politieke verantwoordelijken elektronisch kunnen contacteren. Elke vorm van contact met de overheid wordt mogelijk : informatie, transactie en beleidsparticipatie. Met deze doelstelling heeft de Vlaamse overheid de ambitie het e-government in 2002 op te tillen tot de interactieve fase.
In diezelfde zin wil de regering een versterking van de gemeentelijke autonomie en van het Gemeentefonds in het bijzonder. Naast de volledige indexering voegt de Vlaamse regering volgend jaar 2,1 miljard frank toe aan het Gemeentefonds. De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Paul Van Grembergen, zal het nieuwe voorstel van decreet Gemeentefonds nog dit jaar aan het parlement voorleggen. De Vlaamse regering heeft reeds haar principiële goedkeuring gegeven aan nieuwe, objectieve criteria voor het Gemeentefonds. Door de substantiële verhoging van het Gemeentefonds zullen deze nieuwe criteria geen negatieve gevolgen hebben voor de Vlaamse gemeenten.
Hiermee geeft de Vlaamse regering aan dat ze wil afstappen van de grote, opgelegde plannen van bovenaf. Ze wil nadrukkelijker het gemeentelijk niveau armslag geven. Daartoe zullen de gelden die thans worden verdeeld in het kader van de investerings- en SIF-projecten niet langer via bureaucratische procedures vanuit Brussel verlopen. Die gelden zullen rechtstreeks worden toegewezen aan de gemeentelijke bestuurders. Zij moeten dan zelf aan de SIF-gelden de nodige invulling geven op sociaal en maatschappelijk vlak. De strijd tegen de verkommering, verkrotting en verzuring moet vooral op het veld gestreden worden. En daarvoor zijn de gemeentelijke overheden het best geplaatst. Zij kennen het best de lokale problemen en kunnen de meest efficiënte oplossingen uitwerken.
Met dit doel voor ogen zal de Vlaamse regering eind dit jaar het startschot geven voor het kerntakendebat. De regering beschouwt dit debat als een echte interne Vlaamse staatshervorming. Het kerntakendebat moet een antwoord geven op drie soorten vragen. Waarvoor moeten de overheden in Vlaanderen de eindverantwoordelijkheid dragen? Welke taken moet de Vlaamse overheid zelf uitvoeren, welke kan ze toevertrouwen aan een ander bestuur of aan private partners? En welk bestuursniveau is voor welke taken best eindverantwoordelijk? Het kerntakendebat is verder van bijzondere betekenis voor de uittekening van een nieuwe organiek kader voor de gemeente- en provinciebesturen. Het komende jaar wordt dit nieuwe organieke kader, waarvoor het Vlaams Gewest dankzij Lambermont vanaf 2002 bevoegd wordt, verder voorbereid.
De Vlaamse regering werkt ook verder aan het Beter Bestuurlijk Beleid, de vernieuwing van het Vlaams overheidsapparaat die in 2000 werd ingezet. De nieuwe structuur met dertien Vlaamse ministeries en verzelfstandigde agentschappen moet in 2003 operationeel worden.
Vierduizend personen met een handicap die wachten op een gepaste opvang is in een welvarende regio onaanvaardbaar. Om die wachtlijsten voor opvangplaatsen en persoonlijke assistentie weg te werken besliste de Vlaamse regering volgend jaar het totaal budget van 36 miljard frank voor het Vlaams Fonds voor Sociale Intregratie van Personen met een Handicap met 800 miljoen frank te verhogen.
In het regeerakkoord heeft de Vlaamse regering zich geëngageerd om tienduizend extra plaatsen in de kinderopvang te creëren Op dit ogenblik werden al 4.200 extra plaatsen gerealiseerd. Het plan van minister van Welzijn Mieke Vogels zit dus op schema. In 2002 werden de nodige middelen vrijgemaakt om dit plan verder uit te voeren.
Goed nieuws is er over de zorgverzekering, die vandaag van start gaat. Deze week lanceert de Vlaamse regering hierover een informatiecampagne. Door de zorgverzekering krijgen zorgbehoevende Vlamingen de mogelijkheid om vergoedingen te krijgen voor zowel professionele thuiszorg als verzorging door familieleden, de zogenaamde mantelzorg. Ook de aankoop van niet-medische producten komt voor vergoeding in aanmerking. Vanaf juli 2002 draagt het Zorgfonds bovendien bij voor een verblijf in een rusthuis of een geriatrische instelling. Voor het Zorgfonds heeft de Vlaamse regering de voorbije drie jaar telkens vier miljard frank gespaard. Ook in de begroting van volgend jaar is weer vier miljard gereserveerd. Ik heb er alle vertrouwen in dat deze reserves, samen met de ledenbijdragen, de zorgverzekering onder een goed gesternte van start zullen laten gaan. Dit zal het mogelijk maken om de uitdaging van de vergrijzing in Vlaanderen het hoofd te bieden.
Vlaanderen moet zo goed als mogelijk vormen van spanning tussen autochtonen en vreemdelingen aanpakken. Laten we daarbij open en eerlijk onze mening zeggen. We moeten de vraag durven stellen hoeveel immigranten wij maatschappelijk nog aankunnen. In functie daarvan moeten we ons beleid aanpassen. Daarbij besteden we heel veel aandacht aan een goede inburgering van al wie hier legaal verblijft, door het aanbieden van taalonderricht en meer inspanningen op het vlak van tewerkstelling en huisvesting. Uiteindelijk zouden we moeten komen tot een systeem waarin vraag en aanbod elkaar vinden. Zo'n beleid vangt nieuwkomers op een menswaardige manier op, zodat ze goed kunnen functioneren in onze samenleving. Tezelfdertijd moeten we ook duidelijke lijnen durven trekken inzake onze tolerante visie. Ik wil eraan herinneren dat er principes zijn waarover niet gemarchandeerd kan worden : de scheiding van kerk en staat, de vrijheid van meningsuiting, de verdraagzaamheid en de non-discriminatie. Iedereen in Vlaanderen heeft zich te houden aan de wetten die uit deze beginselen zijn voortgekomen.
Met de Vlaamse regering leverden we al flinke inspanningen om de inburgering in een hogere versnelling te schakelen. In 2000 trokken we bijna een half miljard frank extra uit voor inburgeringtrajecten via onthaalbureaus, onthaalonderwijs in de scholen en inspanningen gericht op de arbeidsmarkt. Nog dit najaar legt de regering het inburgeringsdecreet voor aan het parlement. Dit decreet schetst de structuur voor de uitbouw van het inburgeringsbeleid in gans Vlaanderen. Het budget voor inburgering beslaat inmiddels 3,6 miljard frank. Daarmee kunnen we zo aan de helft van alle nieuwkomers, een basistraject aanbieden. Dit bestaat uit een pakket Nederlands tweede taal, maatschappelijke oriëntering en toeleiding tot de arbeidsmarkt. Het aantal inburgeringstrajecten moet in de toekomst verder toenemen. Eveneens moet het aantal nieuwkomers dalen tot op het niveau waarop het menselijk, sociaal, organisatorisch en budgettair verwerkt kan worden. Daar moeten we in alle redelijkheid een debat over kunnen voeren. Ik herhaal dat we op het einde van de regeerperiode het aanbod van geplande inburgeringstrajecten moeten kunnen afstemmen op de vraag. Op dat ogenblik kan de inburgering een afdwingbare voorwaarde worden.
Tegen de verzuring in onze samenleving speelt cultuur een heel belangrijke rol. Tentoonstellingen, muziekoptredens, literatuur, film en andere kunstvormen zijn essentieel in de zingeving van elke mens. Ze laten mensen in contact komen met andere denkbeelden en confronteren ze met ons verleden. Daarom besteedt de overheid steeds meer middelen aan cultuur. Dat zal in de komende jaren niet anders zijn. Participatie is één van de prioriteiten in het cultuurbeleid. Het belang ervan wordt onderstreept in de recente publicatie van de sociologen Elchardus en Huyse over het maatschappelijk middenveld van Vlaanderen.
Daarin tonen ze aan dat participatie aan het verenigingsleven nauw samenhangt met verdraagzaamheid, een vertrouwd mensbeeld, maatschappelijke betrokkenheid en een democratisch burgerschap. Vandaag neemt zo'n 40 percent van de bevolking deel aan het brede verenigingsleven, sport incluis. Laaggeschoolden participeren minder. Het is precies deze categorie die zich vaak levensbeschouwelijk onverschillig opstelt, die in menig opzicht een groep vormt waarin houdingen als gebrek aan vertrouwen, onverdraagzaamheid, antipolitieke en antidemocratische gevoelens onrustwekkende proporties aannemen. Het decreet op het lokaal cultuurbeleid dat in januari 2002 in werking treedt, wil vernieuwing en dynamiek losweken, de aandacht voor cultuur in de steden en gemeenten verhogen en hen middelen geven om een zo breed mogelijke laag van de bevolking te bereiken.
Het Vlaams Cultuurcommunicatiecentrum is een gigantisch interactief webnet aan het opbouwen. Hiermee zal elke gebruiker aan de weet kunnen komen wat er te beleven valt tot in het kleinste dorp van Vlaanderen, niet alleen op artistiek vlak, maar ook op het vlak van sociaal-culturele en volksactiviteiten.
Vanaf 2002 zal Vlaanderen eindelijk een leenvergoeding voor schrijvers en vertalers uitbetalen. Zo wordt de Europese richtlijn betreffende het leenrecht operationeel.
De regering zal ook actief meewerken aan de speciale feestdag die 11 juli 2002 zal worden. Het wordt alvast geen nostalgisch gebeuren waarin we vast blijven hangen aan het verleden, maar wel een feest waarbij we in hoofdzaak kijken naar onze gezamenlijke toekomst.
Op een ogenblik dat België het voorzitterschap van de Europese Unie waarneemt, moeten we ook meedenken over de toekomst van Europa en de rol van Vlaanderen daarin. De Vlaamse regering zal zich de komende maanden verder inzetten om de rol, verantwoordelijkheid en erkenning van de constitutionele regio's in Europa duidelijker op de voorgrond te plaatsen. Ze zal dit doen in samenspraak met en met de steun van de andere constitutionele regio's in Europa.
De Vlaamse regering steunt ook het voornemen van het Belgisch voorzitterschap om op diverse vlakken tot gezamenlijke afspraken te komen. Ik denk hierbij aan de Europese normen inzake voedselveiligheid en milieu en aan een gezamenlijk asiel- en immigratiebeleid. We mogen onze ogen immers niet sluiten voor het feit dat steeds meer wanhopige mensen uit het zuiden maar ook, en steeds meer, vanuit het oosten, hun geluk komen zoeken in de Europese Unie. Dagelijks horen we verhalen over mensenhandelaars die asielzoekers droppen langs autosnelwegen. Ook hier past een Europese aanpak die zowel streng als menselijk moet zijn.
Vlaanderen is voorstander van een gelijktijdige uitvoering van de externe uitbreiding en de interne verdieping van de EU. We steunen het standpunt van het Belgisch voorzitterschap om de Midden- en Oost-Europese landen op te nemen in ons midden. Die uitbreiding is in de eerste plaats een menselijke plicht tegenover de inwoners van de landen die na het fascisme en het communisme op zoek zijn naar een definitieve verankering van hun vrijheid.
Begrijp immers dat landen als Polen, Tsjechië, Slowakije en Hongarije amper twaalf jaar vrijheid kennen en dat ze in het vacuüm waarin ze zich thans trachten te ontwikkelen tot volwaardige democratieën, af te rekenen krijgen met gevoelens van angst, onzekerheid en wanhoop bij veel van hun burgers. Bij recente verkiezingen zie je hoe oud-communisten en ultra-nationalisten garen spinnen van die onrust. De kans dat een van die landen in de komende maanden en jaren opnieuw in handen valt van een totalitair denken, is reëel.
De beste manier om vluchtelingen tegen te houden is niet het optrekken van een nieuwe muur, maar juist het opnieuw bieden van hoop, vertrouwen en zekerheid in hun land van oorsprong. Ik weet dat dit alles grote inspanningen van de Europese Unie en dus ook van Vlaanderen zal vergen. Sommigen zullen zich daartegen verzetten of dit alles beschouwen als te ambitieus of zelfs utopisch. Maar ik ben ervan overtuigd dat dit de juiste weg is en vind hierbij steun in de woorden van de Tsjechische president Vaclav Havel : "Wij mogen er niet bang voor zijn om het schijnbaar onmogelijke te dromen, als wij willen dat het schijnbaar onmogelijke werkelijkheid wordt. Zonder dromen over een beter Europa zullen wij nooit een beter Europa opbouwen."
Die toekomst voor Vlaanderen houdt de regering bezig. Via de Kleurennota hebben we al gewezen op de grote ambities die we hebben om de welvaart van Vlaanderen te behouden en de levenskwaliteit te verhogen. We willen van Vlaanderen een moderne, warme en toekomstgerichte regio maken binnen een eengemaakt Europa.
Een Vlaanderen dat zich niet op zichzelf terugplooit, maar zijn blik nieuwsgierig en ambitieus naar het buitenland richt. We hebben alle belang bij een goed nabuurschap met onze Waalse vrienden en zullen onze samenwerking op economisch, cultureel en educatief vlak verhogen.
In deze tijden van globalisering en het vervagen van natiegrenzen willen we ook solidair zijn met de minder gegoede landen. We concentreren onze hulp op projecten op het vlak van onderwijs en gezondheidszorg. Vlaanderen beschikt slechts over een klein budget voor ontwikkelingssamenwerking. In het beleid dat we voeren, bereiden we de overdracht van ontwikkelingssamenwerking naar de deelstaten in 2004 goed voor. De efficiënte besteding van dit budget staat daarbij centraal. Bovendien wil de regering de komende jaren het Vlaams budget verder laten toenemen. De toename in de begroting van 2002 met 350 miljoen extra, is alvast een eerste stap.
Een voorbeeld van het beleid dat we verder willen uitbouwen, is nu al in uitvoering in Zuid-Afrika. Ons engagement ten opzichte van dit land is zowel symbolisch als concreet. In totaal zal meer dan een kwart miljard frank gaan naar Zuid-Afrikaanse projecten inzake onderwijs, cultuur en gezondheidszorg. Vooral dit laatste is belangrijk omwille van de enorme verspreiding van aids in dit deel van de wereld. Aids bedreigt het leven van een hele generatie Zuid-Afrikanen. Ik besef dat het bedrag dat we aan aidspreventie besteden, beperkt is. Daarom wil ik in de schoot van de regering en met uw goedkeuring nagaan of we in de komende jaren nog meer kunnen doen. Op die manier draagt Vlaanderen ook zijn steentje bij tot een betere wereld.
Dit zijn de krachtlijnen van de Vlaamse regering voor het komende jaar. Het wordt een belangrijk jaar, waarin we zullen moeten leren werken met de nieuwe eenheidsmunt, de euro. Het wordt ook geen gemakkelijk jaar. De dramatische gebeurtenissen in de Verenigde Staten en hun nasleep kunnen ons de komende maanden nog heel wat zorgen baren. De voorbije jaren hebben we een economische hoogconjunctuur beleefd. De Vlaamse regering is echter vastbesloten om ook als het minder gemakkelijk gaat, Vlaanderen op een kordate, maar goede manier te besturen. Voor die opdracht vraag ik u in naam van alle ministers van mijn regering het vertrouwen.