Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is het voorstel van resolutie van de heren Weyts, Platteau, De Reuse en Suykens, mevrouw De Martelaer en de heer Vandenbroeke betreffende de drinkwatervoorziening in Vlaanderen.
De bespreking is geopend.
Het grote werk is in de subcommissie Financiën gebeurd. Mijn verslag kan geen meerwaarde bieden aan de bespreking in de openbare vergadering. Ik laat daarom liever de indieners zelf aan het woord.
Dit onderwerp hebben wij in de subcommissie Financiën besproken. Water is een basisbehoefte met een sociaal karakter. Op dit ogenblik verbruiken wij 120 liter per dag en per persoon, wat aanzienlijk is. Maar het is ook zo dat de kwaliteit van ons water behoort tot de beste ter wereld. Een debat waard dus.
In ons verslag staant ook een aantal vaststellingen van het Rekenhof. Zo komt een zesde van ons water van buiten Vlaanderen, vooral van Wallonië, maar ook van Nederland. Voorts zijn de winsten van de drinkwatermaatschappijen gedaald, terwijl de kosten sinds 1992 met 25 procent zijn gestegen. We moeten dus ingrijpen. Komt daarbij dat ons landschap totaal versnipperd is. De gemeenten spelen daarin een grote rol, want de productie en de distributie zijn in handen is van een aantal intercommunales.
Zowel in de subcommissie als naderhand in de commissie werd ons voorstel van resolutie eenparig goedgekeurd; we verhopen hier hetzelfde.
Wij sturen aan op overlegstructuren. In de laatste vergadering, samen met de commissie Leefmilieu en Natuurbehoud, werd gevraagd of de reglementering niet tot nationalisering leidt. Collega Timmermans heeft daar pertinent neen op geantwoord; wel zoeken wij te dialogeren om zo tot een uniforme regeling te komen.
Er is ook een spanning tussen vraag en aanbod.
Waarom spreekt u zo van structuren in het meervoud?
In de commissie hebben wij enkel structuren aanbevolen. Maar inzake vraag en aanbod moeten wij zelf tot een grotere productie komen, nu dus maar één zesde, waardoor wij te afhankelijk zijn van andere regio's en landen. De aanbeveling hier luidt dan ook alles in kaart te brengen zodat wij onze zelfvoorziening kunnen realiseren.
Inzake technologieontwikkeling sturen wij op het volgende aan. In bepaalde bedrijven bestaat een dubbel circuit. Kan dat ook voor de gewone consument? Dit dubbel circuit betekent dat bedrijven drinkwater voor consumptie gebruiken en ander water voor andere bestemmingen gebruiken. Nu verspillen wij veel drinkwater dat daarvoor niet bestemd is. Wij vragen een rationalisering van het waterverbruik en een herziening van de kostenelementen. Nu zijn bepaalde kosten gemeenschappelijk en duidelijk, andere echter onduidelijk en verschillend, door de verspreiding over gemeenten, steden en intercommunales. Uiteindelijk kan de consument niet blijven opdraven voor de oplopende factuur. Integendeel, wij moeten die onder controle krijgen zodat ook de verbruiker van die rationalisering kan profiteren. (Applaus)
De bespreking is gesloten.