Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de mogelijke mistoestanden bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
Actuele vraag over de mogelijke mistoestanden bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
Actuele vraag over de mogelijke mistoestanden bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
Actuele vraag over de mogelijke mistoestanden bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
Actuele vraag over de mogelijke mistoestanden bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de hee Bex, mevrouw De Martelaer, mevrouw Heeren, de heer Penris en mevrouw Baeke tot de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken, en Sport, en van de heer Keulen tot de heer Patrick Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, over de mogelijke mistoestanden bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.
Op de recente onthullingen in de pers over de vermeende mistoestanden bij de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) zijn verschillende appreciaties gegeven. De minister vroeg reeds in juni 2000 de financiële inspectie van de VHM los te koppelen van de eigenlijke administratie. De minister-president vraagt een interne audit, waarbij we toch goed moeten uitkijken voor het correcte verloop, met name dat er geen connecties bestaan met de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij.
In hoever zijn de personeelsleden die aanleiding hebben gegeven tot de persberichten correct geëvalueerd?
Wij vragen de grootst mogelijke openheid in verband met deze lekken en zijn eventueel zelfs bereid een onderzoekcommissie in te stellen.
Terwijl vorige week nog niemand wakker lag van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij, staat vandaag alles op zijn kop over mogelijk gesjoemel. Minister Sauwens roept op tot kalmte, terwijl minister-president Dewael een audit aankondigde. Zelfs kabinetsmedewerkers van minister Sauwens blijken weinig klaarheid te krijgen. Wij vragen om duidelijkheid omtrent de strategie van de minister om structureel aan verandering te werken.
De ambitie om sociale woningen te realiseren mag niet op de helling gezet worden. Wij vragen om openheid, helderheid en klaarheid. Dat kan via een objectief en onafhankelijk onderzoek door een extern bureau dat, zonder deelname van kabinetsleden en van een regeringscommissarissen, openheid en eerlijkheid garandeert. Twee jaar geleden werd nog een misbruik aangekaart met de audit van Coopers&Lybrand, wat de aanzet om beheersovereenkomsten te sluiten. Wat heeft u gedaan om die te implementeren? Hoe zite u de organisatie van de huisvestingsmaatschappijen en de controle daarop?
De politieke wereld werd flink zenuwachtig gemaakt door de onthullingen over de sociale-huisvestingsmaatschappijen. Daarvan getuigen de zes actuele vragen, de aangekondigde audits, de speciale commissievergadering en de vraag van het Vlaams Blok om een heuse onderzoekscommissie op te richten. Die opschudding is terecht. De volksvertegenwoordiging mag geen misbruiken dulden in een sector die bedoeld is om de sociaal zwakkeren te beschermen. Als er dingen gebeurd zijn die niet door de beugel kunnen, moeten ze aan het licht worden gebracht.
Naar verluidt zou de minister al acht maanden op de hoogte zijn van een aantal feiten. Klopt dat? Welke maatregelen heeft hij ondertussen al getroffen?
De pers pakte uit met een reeks zeer ernstige aantijgingen aan het adres van de huisvestingsmaatschappijen. De onderste steen moet hier boven komen. Wij vragen dan ook dat snel een onafhankelijke, open en objectieve externe audit zou gebeuren, zodat het Parlement zo vlug mogelijk zijn conclusies kan trekken uit de resultaten van die audit. Het gaat daarbij niet om een heksenjacht; de kern is en moet blijven : een goed functionerend sociaal-huisvestingsbeleid.
Het aantal vragen bewijst in elk geval dat een mediabericht de parlementaire agenda duchtig kan beïnvloeden. Ik ga niet lichtzinnig over dit bericht heen, maar ik wil evenmin overhaaste conclusies trekken. Ik zal de feiten daarom nauwkeurig onderzoeken, op hun exactheid controleren en in hun juiste context plaatsen.
Om te beginnen wil ik zeggen dat ik geen nieuwe feiten onder ogen kreeg. Behalve dan het dossier van de VHM-ambtenaar die bij de gemeenteraadsverkiezingen misbruik van zijn functie zou hebben gemaakt, maar dit is een intern tuchtrechtelijk personeelsdossier binnen de maatschappij.
Voorts valt het op dat geen enkel aangehaald feit uit de huidige legislatuur stamt. Alle feiten dateren uit de jaren tachtig en negentig. Mijn regeringscommissaris heeft me trouwens nooit laakbare feiten onder de ogen gebracht.
Maar wat belangrijker is : een aantal beweringen in De Morgen is pertinent onjuist. Zo stelt men in het artikel dat 40 procent van de sociale woningen zou toegewezen worden aan 20 procent meergegoeden. Dit klopt niet. Het systeem van toewijzen is zo rigide dat de doelgroep van mindergegoeden wel degelijk maximaal wordt bereikt. Het klopt wel dat er lange wachtlijsten bestaan. Daarom ben ik blij dat dit Parlement mij 5 miljard frank extra heeft toegekend om snel 15.000 nieuwe sociale woningen te bouwen.
De krant is zeer onzorgvuldig tewerkgegaan. Ze klutst dingen door elkaar, blaast persoonlijke dossiers op tot kwesties van nationaal belang, rukt zaken uit hun verband. Het is trouwens tekenend dat ze geen enkele vraag om informatie tot mijn kabinet richtte.
Als de beweringen op hun juistheid worden gecontroleerd, sneuvelen er al meteen een paar. Volgens de krant zou de heer Quintelier in de raad van bestuur van de VHM hebben gezeteld en zou de heer Michel op het kabinet-Ackermans hebben gewerkt. Tweemaal fout. Nog volgens de krant ligt de financiële inspectie plat en werkt de controle dus niet. Ook dat klopt niet. Er zijn drie inspectiediensten in de sociale huisvesting. De sociale inspectie waakt over de toewijzingen, de technische inspectie controleert de bouwplaatsen en de financiële inspectie oefent toezicht uit op de werking van de maatschappijen. Die laatste dienst is inderdaad een tijdje onderbemand geweest, maar hij werd ondertussen versterkt.
U ziet dus dat het nodig is om alle beweringen te controleren. Op basis van harde feiten zal ik dan een genuanceerd standpunt innemen en maatregelen treffen. Ik heb om te beginnen de VHM geroepen om meer uitleg te krijgen. Voorts heb ik commissievoorzitter Penris meteen gemaild, opdat de commissie voor Binnenlandse Aangelegenheden, Huisvesting en Stedelijk Beleid morgen al een vergadering zou kunnen wijden aan deze problematiek. De VHM zal daar open en vrij kunnen spreken, want het Parlement heeft recht op volledige klaarheid.
In de krant heeft men het over fraude. Telkens wanneer fraude wordt vastgesteld, bezorgen we het dossier aan het parket wat al dan niet tot vervolging leidt. In het artikel stelt men gemak van betaling voor als een doofpot, terwijl dat is toegestaan door de rechtbank. Tien jaar geleden waren er nog 150 maatschappijen actief, nu zijn dat er nog 118. Totnogtoe zijn er vijf genoemd. Bij nieuwe meldingen van fraude zal ik het dossier onmiddellijk aan het parket bezorgen.
Vervolgens verwijst men naar de manier waarop de bestuurders hun opdracht zo comfortabel mogelijk organiseren. Ik wil maatstaven en beheersovereenkomsten invoeren waarin bepaald wordt wat kan en wat niet kan. Aangezien er nu geen afspraken zijn, treden de maatschappijen zelfstandig op. Ik frons ook soms de wenkbrauwen, maar uiteindelijk oordelen de aandeelhouders daarover.
Ten slotte meldt men in het artikel ook hoe een ambtenaar zijn functie electoraal misbruikt. Ik wil - samen met de hele regering - stap voor stap te werk gaan om tot een beter bestuur tekomen. Ondertussen wil ik de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij echter niet stilleggen. We gaan de maatschappijen responsabiliseren op basis van intern verzelfstandigde agentschappen, waarmee we de werking van de sector kunnen zuiveren. Alles loopt zoals gepland. Ik streef naar minder maatschappijen en meer democratische controle.
Ik stel voor dat minister-president Dewael zelf antwoordt op de vraag van de heer Bex over de controle en de audit. Ik wou de bestaande instrumenten gebruiken, zoals de audit van Coopers&Lybrand, uitgevoerd in maart 1998, waarover de toenmalige regering geen formele beslissing genomen heeft. Op basis van dit verslag heeft de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij zelf een nieuw organogram en personeelsplan opgesteld. Dat leidde tot een discussie tussen de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij en minister Anciaux, toen verantwoordelijk voor Huisvesting. Nu ben ik al bijna een jaar bevoegd. In december 1999 heeft KPMG de maatschappij van Beringen doorgelicht. Momenteel loopt een audit over de financiële stromen in de huisvestingssector, die eind mei klaar zal zijn. Ik heb ook mijn regeringscommissaris en de inspectie van Financiën gevraagd de feiten te onderzoeken. Ik zal het Parlement daarover volledig informeren.
Toen ik deze bevoegdheid overnam van minister Anciaux, heb ik ook zijn voorstel overgenomen om een duidelijk onderscheid te maken tussen de toezichts- en begeleidingsfunctie van de Vlaamse Huisvestingmaatschappij. Eén meerderheidsfractie heeft zich daartegen verzet en daardoor heeft het voorstel het niet gehaald. In de nieuwe administratieve structuur die in het kader van een beter bestuurlijk beleid wordt uitgetekend, maken we een duidelijk onderscheid tussen de verschillende functies van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij : bankier spelen, begeleiden en controleren. Deze laatste functie wordt een opdracht voor de administratie.
Wie zegt dat de Vlaamse regering onvoldoende aandacht schenkt aan sociale-huisvesting doet ook dit parlement oneer aan. De voorbije twee jaar zijn 5 miljard frankextra geïnvesteerd in de sector. We moeten uiteraard alle misbruiken wegwerken, maar in de eerste plaats dient de structuur hervormd te worden. (Applaus)
Het geld moet terechtkomen bij de maatschappelijk meest kwetsbaren. Er is besloten om het onderzoek aan de dienst Interne Audit toe te vertrouwen. Sommigen hebben op voorhand geen vertrouwen in de onafhankelijkheid van deze dienst. Het is belangrijk dat er snel duidelijkheid komt. Op welke termijn zal dat gebeuren?
We moeten onze eigen diensten hun werk laten doen : de inspectie Financiën; de administratie Begroting; de nieuw opgerichte dienst voor Interne Audit. In de sector van de sociale huisvesting gaat het over veel overheidsgeld dat in alle omstandigheden op de meest adequate manier besteed moet worden. Ik ben in eerste instantie niet geneigd om een extern onderzoek te laten uitvoeren. Ik zie ook niet het nut in om, naar aanleiding van een artikelenreeks, een parlementaire onderzoekscommissie op te richten voor de herstructurering van de sector. Dat is de taak van het parlement en de regering. Een parlementaire onderzoekscommissie heeft de macht en de bevoegdheid van een onderzoeksrechter en is enkel nodig indien men informatie niet op andere manieren kan verkrijgen. Dat is hier vooralsnog niet het geval.
De regering heeft wel de plicht om om de best mogelijke controle te organiseren. In alle VOI's zetelen twee regeringscommissarissen : van de bevoegde minister en van de minister van Begroting en Financiën. Ik heb een verslag gevraagd aan het hoofd van de dienst Interne Audit. Ik heb mijn eigen regeringscommissaris, de inspectie Financiën en het hoofd van de administratie Budget om informatie gevraagd. Daarenboven heb ik de medewerking gevraagd van een medewerker van mijn kabinet, een voormalig inspecteur van Financiën.
Er moet zo vlug mogelijk duidelijkheid komen. Indien de diverse audits onvoldoende informatie opleveren, kan overwogen worden om andere methodes aan te wenden, momenteel is dat voorbarig. Ik vind het wel beschamend dat men een nieuw opgerichte dienst, een uitvoering van een initiatief van de vorige regering, verdacht maakt nog voor deze operationeel wordt. (Applaus bij de VLD, SP, AGALEV en VU&ID)
De minister verklaarde dat de verhalen uit de krant hersenspinsels zijn of reeds strafrechtelijk vervolgd zijn. Het parlement mag zich niet baseren op deze vrijblijvende verklaring maar moet zelf vaststellingen doen. Er rest ons dus enkel een onderzoekscommissie op te richten. De minister-president beveelt een tweede audit, maar het parlement moet ook verantwoordelijkheid nemen.
Ik zie niet in hoe het onderzoek dat de minister-president voorstaat, namelijk een interne audit, aangevuld met de mening van een kabinetsmedewerker en de regeringscommissaris, objectiviteit kan garanderen.
Ik hoop dat minister Sauwens op korte termijn de beheersovereenkomsten zal invoeren. Wat betreft de splitsing van toezicht en controle is er duidelijk geen akkoord binnen de regering. Ik stel voor dat de minister nogmaals tracht om overeenstemming te bereiken, zo niet zijn wij bereid hem te helpen. (Applaus bij de CVP)
Het is belangrijk dat beide onderzoeken op dezelfde termijn gevoerd worden.
De minister-president zegt dat de aantijgingen onterecht zijn, toch blijft een onafhankelijk onderzoek belangrijk.
We hopen meer duidelijkheid te krijgen via de hoorzit. Het is belangrijk dat er een strategie voor verandering uitgewerkt wordt.
Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag over de procedure voor de evaluatie van het personeel, misschien gebeurt dat wel tijdens de hoorzitting.
Ik erken dat er allicht fouten gebeuren, maar pleit ervoor om eerst de interne controlesystemen te laten werken. De Vlaamse Wooncode van 1997 heeft te veel bevoegdheden aan de VHM gegeven. Het parlement moet dat recht zetten en via een decreet de sector reorganiseren.
Ik zal aan het parlement alle bestaande en toekomstige verslagen van interne en externe audits bezorgen, zodat de parlementsleden op basis van feiten kunnen beslissen om al dan niet een onderzoekscommissie op te richten. Ik zal aan elke beslissing hieromtrent mijn volledige medewerking verlenen. Het is echter niet aangewezen om de operatie beter bestuurlijk beleid te vertragen door een lang onderzoek.
Het incident is gesloten.