Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Coens tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over het gelijkstemmen van de Brusselse en Vlaamse geluidsnormen voor het luchtverkeer.
Onze fractieleider is moe, niet alleen door het stellen van vragen over het nachtlawaai in Zaventem maar ook door het nachtlawaai zelf. Tegen 17 december zullen een 850-tal overtreders voor 28 miljoen frank aan boetes moeten betalen omdat ze de geluidsnormen van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest hebben overschreden. De vliegtuigmaatschappijen proberen op twee verschillende manieren deze boetes te voorkomen: ze wijken uit naar Parijs of Amsterdam, of proberen de aanvliegroutes te wijzigen.
Wij hebben de minister daar al herhaaldelijk over lastig gevallen. In februari beloofde ze dat een onderzoek zou worden uitgevoerd naar de mogelijkheid van gelijke normen in het Brussels Hoofdstedelijk en het Vlaams Gewest. Ze heeft dit herhaald in de zomer en in september. Een federale werkgroep zou zich hiermee bezig houden. Wat is eigenlijk de stand van zaken?
Door het opleggen van geluidsnormen door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat inderdaad het gevaar dat de vliegtuigmaatschappijen de boetes proberen te voorkomen door de geluidsdruk op het Vlaams grondgebied te verhogen. We hebben dit gesignaleerd op twee niveaus : de interministeriële conferentie rond mobiliteit onder het voorzitterschap van minister Durant en het intergewestelijk overleg tussen de drie gewestelijke ministers van Leefmilieu.
Waar staan we op Vlaams vlak? In de milieuvergunning die werd uitgewerkt voor BIAC, werd een eerste stap gezet in de richting van de opstelling van milieunormen voor geluidsoverlast. De federale regering concretiseert op dit moment de afspraken die hierover werden gemaakt in het federaal akkoord, en het lijkt ons dan ook beter om deze richtijnen af te wachten vooraleer zelf aan een gelijkschakeling met de Brusselse normen te denken. We voeren in ieder geval de nodige druk uit op minister Durant en de federale regering om zo snel mogelijk voor een harmonisatie van de maatregelen te zorgen.
Al sinds februari zegt de minister dat ze wacht op de federale vorderingen ter zake. Brussel heeft normen gesteld. De minister-president heeft in een recent schrijven aan premier Verhofstadt nog aangedrongen op overleg. Moet Vlaanderen dat overleg niet bespoedigen door zelf normen uit te vaardigen?
Het incident is gesloten.