Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Laurys tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden en tot de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, over de toepassing van het Vlaams werkgelegenheidsakkoord.
Gisteren is de federale regering akkoord gegaan met het interprofessionele akkoord tussen de sociale partners en heeft ze zich geëngageerd om het uit te voeren. Vorige week donderdag hebben de Vlaamse sociale partners een ontwerp van werkgelegenheidsakkoord gesloten. Ik heb de indruk dat minister-president Dewael en minster Landuyt daarover niet enthousiast zijn. Ik vind dat de Vlaamse regering evenwel weinig moeite gedaan heeft om het de sociale partners gemakkelijk te maken. In het ontwerp-werkgelegenheidsakkoord staan naast een algemene bepalingen ook een aantal concrete engagementen, onder meer over de beroepsprofielen, de opleidingscheques en het flankerend beleid inzake vervoersbeleid. De Vlaamse regering komt pas met overheidsgeld over de brug als de sectoren CAO's afgesloten hebben.
Is de Vlaamse regering het niet eens met het ontwerp-werkgelegenheidsakkoord? Stelt ze geen middelen ter beschikking of wacht ze tot het akkoord is bijgestuurd? Vanwaar komen de middelen voor de bijkomende maatregelen? Hoeveel middelen worden er ter beschikking gesteld?
Vrijdag hebben we een interessante vergadering gehad met de scoiale partners over het ontwerp-werkgelegenheidsakkoord. Het staat vast dat een en ander sterk aansluit bij het werkgelegenheidsbeleid van de Vlaamse regering. Op 18 december vergaderen we opnieuw zodat er een globaal akkoord afgesloten kan worden. De Vlaamse regering bestudeert momenteel de kostprijs en de inhoud van het ontwerpakkoord. Wat de afspraken betreft maakt de Vlaamse regering na zes maanden een evaluatie om na te gaan hoe ze flankerend kan optreden en welke inspanningen er moeten gebeuren. Het is ook de bedoeling om te onderzoeken wat de betekenis is van het federale interprofessionele akkoord voor het Vlaamse beleid. We gaan na hoe we beide akkoorden op elkaar kunnen afstemmen.
U hebt blijkbaar nog geen antwoord op mijn vragen en voorts heb ik begrepen dat de Vlaamse regering na zes maanden zal bepalen of er bijkomende middelen komen.
Het incident is gesloten.