Verslag plenaire vergadering
Verslag
Aan de orde is de actuele vraag van de heer Glorieux tot mevrouw Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw, over de milieuvergunning voor de verbrandingsoven in Drogenbos.
Gisteren werd bekend dat er in Vlaanderen een duidelijk verband bestaat tussen gezondheid en milieu- en omgevingsfactoren. Tegelijk vernamen we dat minister Van Mechelen een bouwvergunning heeft afgeleverd voor een nieuwe dioxinefabriek : de verbrandingsoven van Drogenbos. In het Vlaams Parlement bestond nochtans een consensus dat er in dit verband geen nieuwe initiatieven zouden worden genomen tot het juridische kluwen over deze zaak is ontward. Zowel bij de Europese Commissie als bij Belgische gerechtelijke instanties wordt een en ander nog onderzocht.
Tijdens een hoorzitting in dit parlement over de oven van Drogenbos heeft de minister onderstreept dat de oven van Drogenbos op termijn overbodig zou worden van zodra het vernieuwde afvalbeleid dat gericht is op preventie en alternatieve schone verwerkingstechnieken vruchten afwerpt.
Bent u betrokken bij de toekenning van de bouwvergunning? De verbrandingsoven zal voorbijgstreefd zijn nog voor hij gebouwd wordt : er wordt immers geen gebruik gemaakt van de best bruikbare technieken. In welke mate zal de beslissing van minister Van Mechelen uw afvalbeleid doorkruisen? Over welke middelen beschikt u om de bouw van deze oubollige verbrandingsoven tegen te houden?
Ik heb de toekenning van de bouwvergunning zelf via de media vernomen. Dat is niet ongewoon : het gaat om een exclusieve bevoegdheid van de minister van ruimtelijke ordening of zijn gemachtigd ambtenaar.
Het juridische kluwen rond de verbrandingsoven is intussen echter nog steeds niet opgelost. De milieuvergunning werd vernietigd door de rechtbank. We wachten op een uitspraak in beroep. Er lopen nog vier procedures bij de Europese Commissie.
De inplantingsplaats van de verbrandingsoven is heel ongelukkig gekozen. De talrijke afvaltransporten zullen de verkeersoverlast in de Brusselse regio niet bepaald ten goede komen. Bovendien streef ik naar een goede verstandhouding met de andere gewesten op het vlak van leefmilieu. Aangezien de oven op de grens met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt gebouwd is er veel weerstand van omwonenden en officiële instanties uit dit gewest.
Mijn beleid is in de eerste plaats gericht op preventie. De bouw van een gootschalige verbrandingsoven dreigt dit beleid te ondergraven. Er wordt werk gemaakt van initiatieven waarbij wordt gekozen voor alternatieve verwerkingsmogelijkheden. Het klopt dat de verbrandingsoven niet beantwoordt aan de best beschikbare technieken.
U maakt dus werk van een globaal nieuw afvalbeleid. Ik hoop dat dit ertoe zal leiden dat de verbrandingsoven niet zal worden gebouwd en dat er in de toekomst geen nieuwe soortgelijke initiatieven zullen worden genomen.
Het incident is gesloten.