Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de vermindering van het aantal naar andere sectoren gedetacheerde leerkrachten
Actuele vraag over de vermindering van het aantal naar andere sectoren gedetacheerde leerkrachten
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heren Coens, Ramon en Van Dijck tot mevrouw Vanderpoorten, Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, over de vermindering van het aantal naar andere sectoren gedetacheerde leerkrachten.
In een krantenbericht lezen wij dat beslist werd een aantal naar vooral het jeugdtheater gedetacheerde leerkrachten te schrappen wegens het tekort aan leerkrachten. Detachering blijkt echter de aantrekkelijkheid van de loopbaan op te krikken terwijl de wisselwerking met de culturele sector voor beide partijen vruchtbaar kan zijn. Bovendien kan men zich afvragen of het tekort an leerkrachten door dergelijke maatregel zal worden opgevangen. Waarop hebt u de beslissing gebaseerd om het aantal gedetacheerde leerkrachten te verminderen, om welke sectoren gaat het precies en welk alternatief biedt u hen?
Ook wij waren verrast via de krant te moeten vernemen dat het aantal leerkrachten dat naar de culturele sector wordt gedetacheerd met 16 wordt verminderd. Dit staat haaks op onze pogingen het lerarenambt te herwaarderen en betekent voor organisaties die het moeten doen met beperkte middelen en met vrijwiligers een zware klap. Het systeem van detachering betekent een rijkdom voor de organisatie, voor de leerkracht en ook voor de school waar de leraar nadien naar terugkomt. Welke criteria heeft mevrouw de minister gehanteerd om die detacheringen te schrappen? Hoe denkt men de problemen voor het jeugdwerk op te vangen?
Een interventie van drie collega's over de schrapping van 16 detacheringen kan overdreven lijken, maar het wijst op het positieve dat detachering kan teweeg brengen. De mogelijkheid tot detachering bestaat al 1965 en is bedoeld om de knowhow van de leerkracht te valoriseren, terwijl hij zijn horizon kan verbreden. Is over de maatregel overleg gepleegd met andere diensten? Staat de maatregel niet in scherp contrast met de inspanningen tot herwaardering van het beroep van leraar?
Ik begrijp dat er naar aanleiding van het krantenartikel van gisteren vragen worden gesteld over de detachering van leerkrachten.
In totaal zijn er ongeveer duizend gedetacheerde leerkrachten. Een deel van hen werkt bij organisaties, zodat hun wedde wordt terugbetaald aan het departement Onderwijs. Ze gaan wel verloren voor het onderwijs, maar er is in dit geval geen financieel probleem. Andere gedetacheerde leerkrachten worden betaald door het departement. Een minderheid van hen, namelijk 83 leerkrachten, wordt gedetacheerd op advies van de VLOR.
Bij de bespreking van de begroting 2000 hebben we afgesproken dat we de detachering van deze laatste groep op kosten van het departement binnen de perken zouden houden. Dat gebeurde in overleg met de VLOR. Het cijfers 70 werd afgesproken en er werd overeengekomen dat het moest gaan om netoverschrijdende initiatieven die werken ten gunste van het hele onderwijs in projecten met een tijdelijk karakter, zodat de leerkrachten metttertijd terug in het onderwijs terecht kunnen komen. Sommige mensen worden en blijven gedetacheerd en dat is niet de bedoeling.
Het gaat hier om een kleine stap en groter zal de stap voorlopig niet worden. De detachering past immers in de herwaardering van het lerarenambt. Daarom moeten we dat in september bij de besprekingen betrekken en moeten we ook nagaan wat budgettair haalbaar is.
De minister spreekt over een kleine stap. Dat betekent dat er nog stappen kunnen volgen. Detachering is zeer belangrijk voor cultuur en voor onderwijs. Uiteindelijk gaat het slechts over duizend leerkrachten waarvan de helft door het departement Onderwijs wordt betaald. Dat is minder dan 0,3 percent van de leerkrachten. We bekijken deze situatie argwanend en zullen de evolutie waakzaam blijven volgen.
Blijkbaar deelt de minister onze bekommernis. Ik begrijp dat het nu alleen gaat over detachering in afspraak met de VLOR. Verdere eventuele maatregelen zullen besproken worden met de andere betrokken departementen en moeten kaderen binnen de herwaardering van de leerkracht.
Het incident is gesloten.
- De heer Norbert de Batselier, voorzitter, treedt als voorzitter op.