Verslag plenaire vergadering
Verslag
Algemene bespreking
Aan de orde is het voorstel van decreet van de heren Holemans, Van Baelen, Voorhamme, Vandenbroeke en Stassen houdende de oprichting van een Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en Technologisch Aspectenonderzoek.
De algemene bespreking is geopend.
De heer Suykens, verslaggever, verwijst naar het schriftelijk verslag.
Dit is een belangrijk voorstel van decreet. Het gebeurt niet elke dag dat het Vlaams Parlement een eigen instituut opricht dat in dienst staat van de parlementsleden en de werking van het parlement wil versterken. Elke week is er wel een voorbeeld te vinden van een wetenschappelijke doorbraak die nieuwe technologische mogelijkheden creëert, bijvoorbeeld de ontrafeling van 90 percent van het menselijke genoom. Tegelijkertijd houdt die doorbraak ook risico's in, bijvoorbeeld de genetische discriminatie die door verzekeraars of werkgevers toegepast kan worden. De verstrengeling van mogelijkheden en risico's geldt ook voor andere technologische innovaties, zoals het genetisch gemanipuleerd voedsel en de digitale samenleving. Om een kater te vermijden is er nood aan een duidelijk maatschappelijk kader waarbij de technologische vernieuwingen aangevuld worden met sociale en politieke innovaties. Men dient het technologisch aspecten (TA)- onderzoek ook in het Vlaams Parlement te introduceren en in Vlaanderen te institutionaliseren.
Het is de bedoeling van het voorstel van decreet om de technologische ontwikkelingen ethisch en maatschappelijk te omkaderen. Daarvoor zijn er drie zaken nodig : een neutrale voorlichting van het publiek over technologische innovaties, een gestructureerd maatschappelijk debat en een tijdig politiek debat. Het doel van het voorstel van decreet is tevens het versterken van de democratie. Het is logisch dat het instituut aan het parlement verbonden wordt. Naast het decreetgevend werk en de controle op de uitvoerende macht is het de rol van de parlementsleden om de rechten van de burgers te beschermen. De uitdagingen van de technologische innovaties zijn enorm. Elke dag duiken er nieuwe vragen en risico's op. Daarbij stel ik vast dat we in een merkwaardige samenleving leven. Zo laat men de masssale introductie van de GSM toe en nadien worden er vragen over de gezondheidsrisico's ingesteld. Naast de nieuwe technologieën is er een verandering noodzakelijk in de bestaande ecologische systemen, onder meer het voedselproductie-, energie en mobiliteitssysteem. Er is een enorm gebrek aan kennis om die te veranderen zonder afbreuk te doen aan onze welvaart en ons welzijn. Er is nood aan een debat waarin men nadenkt over de opvattingen over de rol van actoren in de samenleving. Daarbij dient een antwoord te worden gezocht op de vraag hoe men moet omgaan met experten en de wetenschap.
Dat zijn enkele uitdagingen die het WTA-instituut moet aangaan. De bevoegde commissie heeft zich goed voorbereid, onder meer door een hoorzitting, een internationaal symposium en een grondig debat. Ik veronderstel dat mevrouw Merckx-Van Goey amendement 5 betreffende het voordragen van wetenschappers voor de raad van bestuur door de adviesraden zal aanhouden. We hebben zelf een amendement ingediend waarin we naast de in het voorstel van decreet opgesomde raden ook de Vlaamse Gezondheidsraad voorstellen om leden voor de raad van bestuur te kunnen voordragen. We vinden de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad minder aangewezen omdat die al in diverse organisaties vertegenwoordigd is. Ik hoop dat mevrouw Merckx-Van Goey zich in dat amendement kan vinden.
Afsluitend wil ik benadrukken dat de oprichting van dit instituut een stevige stap is in de inhaalbeweging die we ten opzichte van het buitenland moeten maken. De waarde van dit instituut zal in de praktijk duidelijk moeten worden.
In de commissie werden gegronde en interessante discussies gevoerd over de oprichting van een instituut voor wetenschappelijke en technologische evolutie. De CVP-fractie werd bij het opstellen van het ontwerp van decreet niet betrokken, maar wil zich toch constructief opstellen. Wel betreur ik de afwezigheid van de bevoegde ministers Vanderpoorten en Van Mechelen, niet alleen vandaag, maar ook in de commissie.
Minister Van Mechelen was er bij de inleiding op het debat. Hij heeft toen gezegd dat hij zich bij de verdere besprekingen zou laten vertegenwoordigen door medewerkers. Die zijn er voor zover ik weet ook altijd geweest. De afwezigheid van de minister vandaag heeft alles te maken met de herschikking van de agenda.
Verder zal ik mij enkel nog constructief opstellen. De noodzaak om een dergelijk instituut op te richten is er. Hopelijk zal de dotatie zonder veel morren verhoogd kunnen worden.
Op het internationale colloquium in Brussel hebben we kunnen leren dat de oprichting van een TA-instituut nergens zonder problemen werd opgericht. Een goede voorbereiding is cruciaal.
Op het symposium kwamen drie formules aan bod. Een eerste formule is er een waarin geen verband bestaat tussen het TA-instituut en het parlement. Er zitten geen politici in de raad van beheren de studies worden niet door het parlement besteld. Uiteraard zijn de studies wel politiek bruikbaar. In een tweede formule wordt het TA-instituut niet beheerd door politici, maar bestaat er wel een band met het parlement. In Nederland en Denemarken heeft men bijvoorbeeld voor die formule gekozen. In de derde formule wordt het instituut werkelijk aangestuurd door het parlement. Het Dagelijks bestuur wordt weliswaar door een wetenschappelijk bureau waargenomen, maar de greep van het parlement erop is erg groot. Het instituut verbonden aan het Europees parlement is daar een voorbeeld van.
In het decreet werd gekozen voor een formule van gemengd beheer. Wij kunnen ons daarbij aansluiten.
De hoorzittingen in de Commissie van Vlaamse deskundigen gaven een duidelijk beeld van de rol die een dergelijk instituut moet spelen. Ten eerste dient een TA-instituut het politieke en het parlementaire debat te stofferen, te nuanceren en te ondersteunen. Ten tweede moet het instituut fungeren als een waakhond die bestaand wetenschappelijk werk moet centraliseren en signaleren. Het instituut moet ten derde zo snel mogelijk de implicaties van technologische ontwikkelingen inschatten. Op de vierde plaats moet het bestaande initiatieven en instellingen netwerken. Ten vijfde moet de instelling zwakke schakels in het wetenschappelijk onderzoek aanwijzen. Tot slot moet het instituut het maatschappelijk debat rond gemeenschappelijke thema's op gang brengen.
De oprichting van een TA-instituut is een noodzaak, maar tegelijk moet ervoor gezorgd worden dat het niet verdrinkt in een te enge of een te brede omschrijving van de taken of door tekortkomingen in de decretale bepalingen. Luisteren naar de deskundigen op de hoorzittingen was dan ook een uitnodiging om het decreet hier en daar aan te passen.
Een punt dat alle sprekers hebben benadrukt is de noodzakelijke onafhankelijkheid van het instituut. Sprekers van het VITO, de VRWB en de KUL drukten allemaal hun angst uit dat het instituut een speelbal zou worden tussen meerderheid en oppositie. Een sterke politieke geleding is volgens hen absoluut niet wenselijk. Twee amendementen die ik zou willen voorstellen hebben daarmee te maken. Een eerste gaat over het voorzitterschap, dat volgens onze fractie moet worden toevertrouwd aan een wetenschapper. Een tweede amendement betreft de wijze van interactie tussen het parlement en het TA enerzijds en de wetenschappelijke wereld en de maatschappij anderzijds. De voordracht van de leden zou volgens onze fractie gedeeltelijk door het VRWB, de Serv en de Mina moeten gebeuren. De Medische en gezondheidsdomeinen en de landbouw zorgen een beetje voor complicaties. De raden zouden de verantwoordelijkheid moeten krijgen om de leden te benoemen. Het belang van de gezondheidssector is door dit decreet zeker onderschreven en daarom zou ik u willen vragen dit amendement goed te keuren.
De huidige wetenschappelijke en technologische evoluties blijven niet zonder gevolgen voor de verschillende beleidsdomeinen waarover het Vlaams Parlement beslist. Daarom is het belangrijk dat wij goed geadviseerd worden zodat we steeds een wetenschappelijk verantwoorde beslissing kunnen treffen. Precies daarom moeten alle democratische fracties betrokken worden bij de oprichting van het instituut.
De CVP zal dit voorstel van decreet goedkeuren, net zoals het subamendement. We dienen tevens twee amendementen in. (Applaus)
Aan de orde is de artikelsgewijze bespreking.
- De stemmingen over de amendementen op de artikelen 8 en 9 en over de artikelen 8 en 9 worden aangehouden.
- De overige artikelen worden zonder opmerkingen aangenomen.
De artikelsgewijze bespreking is gesloten.
We zullen morgen om 16 uur de aangehouden stemmingen en de hoofdelijke stemming over het ontwerp van decreet houden.