Verslag plenaire vergadering
Actuele vraag over de medewerking van een minister aan een reclamecampagne
Actuele vraag over de medewerking van de minister aan een reclamecampagne
Verslag
Aan de orde zijn de samengevoegde actuele vragen van de heren Dewinter en Decaluwe tot de heer Dewael, minister-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Financiën, Begroting, Buitenlands Beleid en Europese Aangelegenheden, en van de heer Denys tot mevrouw Vogels, Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, over de medewerking van een minister aan een reclamecampagne. De vraag aan minister Vogels wordt beantwoord door minister-president Dewael.
Na de vogeltjesdans en de spelprogramma's, zagen we vorige week een minister als promotor van een of ander automerk uit een of andere garage. Week na week worden de grenzen verlegd. De Vlaamse regering heeft de deontologische code van het Vlaams Parlement wel niet formeel ondertekend, maar toch bij monde van de minister-president onderschreven. Het optreden van minister Vogels druist in tegen artikel 3, over het bewaren van de waardigheid in buitenpolitieke activiteiten, en artikel 5, tegen de belangenvermenging. Sterker nog : niet alleen de regels van de code, maar de elementaire regels van het politieke fatsoen zelf werden grof met de voeten getreden.
Ik hoop dat een minister-president een duidelijk teken geeft aan zijn regering dat het nu welletjes is geweest. Daarbij mag hij zich niet beperken tot een mondelinge berisping. Hij moet een duidelijke straf uitspreken. Als hij het gebeurde gedoogt, dan mogen we ons morgen verwachten aan een minister van openbare werken die zijn favoriete aannemer aanprijst of een minister van media die zijn favoriete zender looft. Een dergelijke belangenvermenging kan niet.
Vorige week werden andermaal grenzen verlegd. Wij dachten alles te hebben gezien na de vogeltjesdans en de champagne, maar neen : nu hebben we ook een minister die reclame maakt voor een automerk. De geloofwaardigheid van de politiek werd daarmee op het spel gezet, evenals die van een politieke beweging die zich steeds als ridderorde van de deontologie heeft geprofileerd. Had een CVP-minister tijdens de vorige regeerperiode iets gelijkaardigs gedaan, dan zou Agalev de eerste partij zijn geweest om zijn ontslag te eisen.
Ik doe een beroep op een minister-president om die geloofwaardigheid te herstellen door de betrokken minister een duidelijke publieke blaam te geven, en wel in dit parlement. Hopelijk hebben we inmiddels wel alles gezien, en hoeven we ons niet voor te bereiden op een minister die uit de kleren gaat.
Deontologie heeft te maken met onderlinge afspraken en met individueel gedrag. Een kwinkslag in een televisieprogramma is leuk, maar een minister moet zijn verantwoordelijkheid nemen en precies daarom had ik mijn vraag liever aan minister Vogels gesteld.
De ene politicus mag meer dan de andere. Minister Vogels komt sympathiek over en lijkt daardoor iets meer te mogen. De ene heeft dat, de andere niet. (Vrolijkheid)
Toch zijn er grenzen. Zo vind ik dat het gezag van de minister en het beleid zelf daar niet onder mogen leiden. Welke werkgever zet spontaan de vogeltjesdans in, nadat een CAO werd afgesloten? Men kan dat sympathiek vinden, maar ik vind dat minister Vogels op dat moment te ver ging.
Hetzelfde kan gezegd worden over de publiciteitscampagne. De heer Malcorps slaat ons geregeld om de oren met allerhande resoluties die het autogebruik moeten beperken en de heer Holemans heeft het voortdurend over nieuwe politieke cultuur, maar minister Vogels - het boegbeeld van de groene beweging - doet precies het tegenovergestelde. Minister Vogels hoeft hier niet om vergiffenis te smeken. Het volstaat zich te verantwoorden in de Deontologische Commissie.
Ik neem deze zaak heel ernstig en heb er een gesprek over gehad met minister Vogels. Ze was bereid zelf te komen antwoorden, maar de Vlaamse regering heeft beslist dat ik dat zou doen. Minister Vogels heeft mij een brief geschreven over deze zaak. Zij vindt het opportuun enige toelichting te geven bij haar interview in de nieuwbrief van Verbeeck Motors. Een jaar geleden werd haar gevraagd toelichting te geven over haar ervaring. Zij beschouwde dat als een privé-contact en heeft nooit de link gelegd met haar functie. Kort daarna heeft ze een vragenlijst ontvangen van Press Script, maar is daar niet op ingegaan. Press Script heeft haar dan een interviewaanvraag opgestuurd en die heeft ze goedgekeurd zonder aandacht te besteden aan bepaalde details. Minister Vogels geeft toe dat ze een fout heeft gemaakt : het interview komt niet overeen met de Deontologische Code die de Vlaamse regering heeft onderschreven. Minister Vogels heeft deze brief ook gestuurd naar de heer De Batselier.
Ik vind dat de houding van minister Vogels in strijd is met artikel 5 van de Deontologische Code. Nadat minister Vogels mij had geïnformeerd over haar beweegredenen en op verzachtende omstandigheden had gewezen, ben ik de mening toegedaan dat het niet haar bedoeling was de Code te overtreden. Ik vind dat zij geen fout heeft gemaakt. Het komt uiteraard de Deontologische Commissie toe daarover te oordelen.
Een ander belangrijk element is de mate waarin de Deontologische Code van toepassing is op leden van de Vlaamse regering. Ik heb de heer De Batselier op 28 februari van dit jaar laten weten dat de leden van de Vlaamse regering de principes van de Deontologische Code zullen respecteren, rekening houdend met een aantal beperkingen die eigen zijn aan hun ambt.
Wat mij betreft, is deze zaak - die we niet mogen uitvergroten - afgesloten. (Applaus bij de VLD, de SP, AGALEV en VU&ID)
Ik ben blij dat ook de heer Denys van oordeel is dat de Deontologische Commissie zich over onze klacht moet buigen. Dit dossier zal dus nader bekeken worden, wat de heer De Batselier ook zegt in de media.
Ik stel ook vast dat minister Vogels haar politieke maagdelijkheid verloren is. Agalev is een traditionele partij geworden. Overigens had minister Vogels zich hier zelf moeten komen verdedigen. Nu maakt ze zich er al te gemakkelijk van af.
Zowel artikel 3 als artikel 5 van de Deontologische Code worden hier manifest overtreden. Als minister-president Dewael zich daar niet van distancieert, zet hij de deur op een kier voor ernstiger fouten. Dit interview wordt een precedent. De Deontologische Code bepaalt dat inbreuken bestraft worden met een publieke blaam. Ik hoop dat minister-president Dewael zich alsnog in die zin uitspreekt of dat het advies van de Deontologische Commissie hem daartoe aanzet.
Ik sta erop de heer Dewinter van antwoord te dienen, omdat hij zich heeft uitgelaten over mijn verklaringen aan de pers. Ik heb niets anders gedaan dan herinnerd aan het feit dat het de deontologische commissie van het Vlaams Parlement volgens haar eigen regels niet toekomt om te oordelen over het gedrag van leden van de Vlaamse Regering. Er zijn twee precedenten, waarbij de commisie zichzelf onbevoegd heeft verklaard en het dossier heeft doorgestuurd naar de regering. Wel heeft deze regering, zoals de vorige regering, zich in een brief bereid verklaard zich te onderwerpen aan de code. Desalnietemin is de commissie alleen bevoegd voor de leden van het Vlaams Parlement. Dat is de reëele situatie en dat is ook wat ik aan de pers heb uitgelegd. Al deze feiten zijn ook de heer Dewinter bekend. Daarom betreur ik de ongefundeerde uitspraken die bij deze gelegenheid nog maar eens heeft gedaan.
Ik ontken niet dat de voorzitter naar de letter van de deontologische code gelijk heeft. Maar zelfs al is de deontologische commissie niet bevoegd om een sanctie uit te spreken, toch hoop ik dat ze tenminste een advies zou formuleren over de gepaste handelswijze tegenover minister Vogels. We stellen nu al een jaar lang vast dat ministers in dit verband in een grijze zone verkeren. Aan de ene kant hebben ze zich vrijwillig onderworpen aan de code, maar aan de kant plaatsen ze zich boven de code als er concrete klachten worden uitgebracht en genieten ze van een soort van onschendbaarheid. Al die tijd grijpt het Vlaams Parlement niet in om die grijze zone uit de wereld te helpen. Dat is geen gezonde politieke situatie. Ministers moeten zoals Vlaamse parlementsleden aan de code onderworpen zijn en eventueel een blaam kunnen krijgen.
Ik ben het eens met de interpretatie van de deontologische code door de voorzitter. Tegelijk stel ik echter vast dat de minster-president zich niet distantieert van de handelswijze van minister Vogels. Een brief waarin minister Vogels mea culpa slaat, volstaat niet. Ik hoop dan ook dat de minister-president dit voorval opnieuw op de agenda van de volgende vergadering van de Vlaamse regering plaatst. Een publieke blaam is de enige manier om het geschonden imago van de politiek te herstellen.
De minister-president heeft zich wel duidelijk gedistantieerd van de medewerking die minister Vogels heeft gegeven aan die reclamecampagne. Hij heeft ook duidelijk gemaakt dat hij van de leden van de regering gedrag verwacht dat in overeenstemming is met de geest van de deontologische code. Toch blijf ik bij mijn standpunt dat het Vlaams Parlement zich wel kan uitspreken over de deontologische aspecten van het gedrag van afzonderlijke leden van de Vlaamse regering. Daarom ben ik van oordeel dat we erop moeten aandringen dat minister Vogels voor de deontologische commissie verschijnt, al kan die, strikt genomen, geen sancties uitspreken.
Het incident is gesloten.