Verslag plenaire vergadering
Verslag
ACTUALITEITSDEBAT
Gevolgen van de beslissing van de Vlaamse regering voor de gezondheids- en welzijnsinstellingen
Mededeling van de Vlaamse regering
De voorzitter : Aan de orde is het actualiteitsdebat over de gevolgen van de beslissing van de Vlaamse regering voor de gezondheids- en welzijnsinstellingen. We geven nu het woord aan minister Vogels die namens de Vlaamse regering het akkoord dat met de sector is bereikt, zal toelichten.
Na bijna 20 uur onderhandelen heeft de Vlaamse regering het Vlaams interprofessioneel voorakkoord voor de social-profitsector 2000-2005 ondertekend. Ik besef dat zo lang onderhandelen niet echt een staaltje van anders gaan leven is, maar we kunnen niet zomaar een bedrag van 8,5 miljard frank uitgeven. We hebben hard onderhandeld en duidelijke afspraken gemaakt binnen de enveloppe van 28 miljard frank van deze regeerperiode. De Vlaamse regering doet bewust historische inspanningen voor de welzijnssector. Het regeerakkoord heeft duidelijke lijnen getrokken voor die sector. We zijn er in Vlaanderen van overtuigd dat men geen actieve welvaartsstaat opbouwt als men niet tegelijk zorgt voor een actieve welzijnssector. Om het leven aangenamer te maken voor werknemers met kinderen is er kwalitatieve kinderopvang nodig. Dat kan alleen gerealiseerd worden als er kwalitatief personeel is. Daarom moet er in welzijn geïnvesteerd worden. De Vlaamse regering doet daarvoor grote inspanningen. Dit is een zeer belangrijk akkoord dat Vlaanderen als een actieve moderne welzijnsregio wil profileren en de negatieve spiraal van de witte woede wil doorbreken.
De tekst over de inhoud van het akkoord is nog niet uitgedeeld omdat het pas om twee uur is bereikt. Die zal na de toelichting bezorgd worden. Het akkoord bevat de volgende elementen : het harmoniseren van de lonen en de afschaffing van de carensdag, het optimaliseren van de combinatie tussen gezin en arbeid door het invoeren van zorg- en loopbaankrediet, het verhogen van de aantrekkelijkheid van het beroep voor vijftigplussers, de zware beroepen draaglijker maken, het voorzien van aanvullende vakantiedagen, de regularisering van de nepstatuten en het invoeren van begeleidende maatregelen. De sociale partners verbinden zich ertoe om de extra middelen uit de sociale Maribel 4, meer bepaald 469 miljoen frank, te gebruiken om die doelstellingen te bereiken.
Met de loonharmonisering gaat de Vlaamse regering in op een terechte en sinds lang gestelde eis van de sector. Kinderverzorgsters en gezinszorgers zijn inderdaad sterk onderbetaald. In het begin van hun carrière verdienen ze 50.000 frank bruto per maand; na dertig jaar bedraagt dat 75.000 frank. De inschaling in het paritair comité 319 betekent een loonsverhoging van 10 percent die oploopt tot 25 percent na 30 jaar dienst. Voor 22.000 mensen voorzien we op die manier extra koopkracht. Bovendien maken we het beroep aantrekkelijk. De loonharmonisering geldt voor de gezinszorg, de kinderdagverblijven, de beschutte werkplaatsen en een aantal kleinere sectoren. Voor de arbeiderscentrale is het verder belangrijk dat de carensdag binnen de gezinszorg en de beschutte werkplaatsen afgeschaft wordt.
Een tweede belangrijk hoofdstuk van het akkoord is de optimalisering van de kwaliteit van het leven door zoveel mogelijk in te spelen op de flexibiliteit van de werknemer. Om dat te realiseren is het onder meer nodig om een aantal mechanismen uit te bouwen om gezin en arbeid te combineren. Bij het uitwerken van dit hoofdstuk zijn we uitgegaan van de loopbaan van een werknemer in de welzijnssector.
Over het algemeen treedt iemand op drieëntwintigjarige leeftijd in dienst. Vaak werkt hij in een continue dienst en wordt hij vrij snel geconfronteerd met de moeilijkheid om gezin en arbeid te combineren. Voortbouwend op het federale systeem van loopbaanonderbreking hebben we daarom een systeem ingevoerd waarbij de werknemers recht hebben op één jaar zorgkrediet. Daarbij betalen we 12.000 frank bovenop de 5000 frank die nu al voorzien is. Weinig werknemers blijven in de welzijnssector werken omdat ze maar weinig perspectieven hebben. Door de loopbaankredieten proberen we daaraan iets te veranderen. Iemand die vijf jaar in de betrokken sector werkt, heeft recht op drie maanden loopbaankrediet. Werknemers kunnen dat ook opsparen zodat ze na twintig jaar dienst recht hebben op één sabbatjaar. Daarbovenop betalen we nog eens 12.000 frank. Een derde belangrijk element is het permanent leren. Minister Landuyt heeft de middelen voor permanent leren geheroriënteerd voor deze sector.
Een regeling rond het einde van de loopbaan was een eis bij uitstek van de werknemers. Daarvoor voorziet het akkoord twee systemen; Ten eerste worden landingsbanen georganiseerd. Als men de leeftijd van vijftig jaar bereikt heeft, dan mag men overschakelen op deeltijds werk met behoud van alle pensioenrechten. Het federaal en het Vlaams budget samen maken het mogelijk dat de werknemer die voor de landingsbaan kiest, 85 percent van zijn loon kan behouden.
Ten tweede stappen we in het systeem dat federaal is afgesproken. Mensen met een zwaar beroep kunnen arbeidsduurvermindering genieten vanaf hun vijfenveertigste. Op 45 werkt men dan nog 36 uur, op 50 jaar schakelt men over op 34 uur en vanaf 55 jaar werkt men nog 32 uur. Wat we niet hebben weerhouden is de premie voor mensen die ervoor kiezen om toch voltijds te blijven werken.
Verder hebben we 375 miljoen uitgetrokken voor het toekennen van 5 extra vakantiedagen in de leeftijdcategorie 35 tot 44 jaar.
Ook kan deze regering met fierheid aankondigen dat er eindelijk werk zal worden gemaakt van de regularisatie van de nepstatuten.
Een aantal maatregelen moeten leiden naar jobcreatie. Bepaalde categoriëen mensen moeten worden ondergebracht in het decreet gezondheidszorg. Een belangrijk doel is om laaggeschoolden de kans te geven om in bepaalde jobs te kunnen stappen. Voor de bijkomende omkadering, onder meer in de kinderopvang, is een budget van 500 miljoen frank voorzien, waarvan 100 miljoen frank van de werkgevers uit de sociale Maribel.
Om de volledige koppeling aan de gezondheidsindex te kunnen realiseren werd een bedrag van 50 miljoen frank uitgetrokken, voor het vormingspakket 200 miljoen frank, inclusief de ESF-middelen. Voor de mensen in de poetshulp willen we via vormingspakketten de mogelijkheid creëren om bij te scholen tot gezinszorger. Daardoor wordt de instroom van nieuwe mensen in de sector mogelijk. Dat is immers een evidente kritiek op dit akkoord: erg veel mensen moeten in de sector instromen.
Een belangrijke eis van de Vlaamse regering is dat de sociale partners een engagement moesten aangaan. De inzet van bestaande en nieuwe middelen wordt gekoppeld aan een resultaatsverbintenis omtrent het diensverleningspakket. Het financieel systeem moet verbeterd worden om de doorzichtigheid van inkomsten en uitgaven te verbeteren en ze hebben sturing en inhoudelijke inbreng van de Vlaamse regering geaccepteerd. Immers, het grootste deel van de financiële middelen komen van de regering.
Dit zijn de voornaamste elementen uit het akkoord. Met de beschikbare portefeuille is het mits hard werk mogelijk om te bouwen aan een Vlaamse actieve welzijnsregio. (Applaus bij Agalev, de VLD en de SP)
Voor we het debat beginnen moeten we de mogelijkheid krijgen om de tekst van het akkoord even te bekijken. Vandaar dat mijn fractie een schorsing zou willen vragen.