Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ambtgenoten, lieve collega’s, minister Somers, op het moment dat in Antwerpen een strafrechtelijk proces werd gevoerd tegen vier mensen omdat ze een spandoek ontrold hadden met daarop ‘Stop islamisering’, alsof we hier in Iran, Marokko, Pakistan, Qatar of Turkije zijn – minister Somers, u weet goed waarover ik het heb, want deze vreedzame vier mensen werden opgepakt door uw politiekorps in het centrum van uw stad Mechelen –, werd in Antwerpen een nieuwe Sharia4Belgium opgericht. Van die jihadistische terreurorganisatie in opbouw werden gisteren dus dertien vrome moslims opgepakt. Verschillende van die gearresteerde moslims kwamen reeds als minderjarige in beeld in onderzoeken rond terrorisme. Een aantal daarvan wilden enkele jaren geleden nog een aanslag plegen op mijn vriend en goede Vlaams Belangcollega Filip Dewinter, die onder meer door die jonge klootzakken meer dan een jaar gebukt moest gaan onder zware persoonsbeveiliging. Minister Somers, u begrijpt, dat dit mij ook persoonlijk diep raakt. We weten helaas hoe het gaat in dit Vivaldiland. Dit jonge moslimtuig kwam er dankzij de traditionele partijen met hun softe wetjes en hun nepstrafjes. Ze kwamen ervanaf met een fopstrafje en ze stonden al snel opnieuw op vrije voeten.
Minister, kunt me zeggen in welke mate deze nieuwe Sharia4Belgium in het vizier zat van het Vlaamse deradicaliseringsbeleid? Kunt u mij ook zeggen welke initiatieven onder meer vanuit de lokale integrale veiligheidscellen (LIVC’s) werden genomen om rekrutering door deze nieuwe Sharia4Belgium tegen te gaan?
Minister Somers heeft het woord.
Mijnheer Van Rooy, het is een thema dat natuurlijk ook heel veel raakpunten heeft met Justitie en Binnenlands Bestuur, en met Binnenlandse Zaken, dat bij de federale collega’s zit. Maar de informatie die mij gegeven is, is dat de federale en lokale politie gisterochtend dertien adressen in de regio rond Antwerpen is binnengevallen. We hebben dat ook in de krant kunnen lezen. Ze hebben daar een salafistisch-jihadistisch milieu in beeld proberen te brengen. Er zijn dertien personen opgepakt, jongeren die gelinkt zijn aan Sharia4Belgium.
Een tweede feit heeft zich afgespeeld op 14 januari. Toen werden er vier mensen aangehouden voor een homejacking in Hoboken. Die mensen wilden een kluis stelen waar cryptomunten in zaten ter waarde van 3 miljoen euro. En dat bleek de trigger te zijn voor de federale politie voor de actie van gisteren. En in het belang van het onderzoek geeft het federale parket geen verdere informatie.
De betrokkenen stonden op de radar van de lokale integrale veiligheidscel (LIVC). We weten dat als de LIVC geconfronteerd wordt met mensen die geweld dreigen te gebruiken, dat op dat moment opgeschaald wordt naar de lokale taskforce. En dat is de normale procedure bij een potentiële dreiging. De lokale taskforce is een verzameling van alle veiligheidsdiensten. Op dat moment wordt dat een louter en exclusief veiligheids-, politioneel en gerechtelijk luik. Ik denk dat op die manier die LIVC gewerkt heeft zoals het bedoeld is om te werken. LIVC’s, waar preventie en politie samenkomen, dienen niet om mensen die ervan overtuigd zijn dat ze geweld willen gebruiken, of dreigen geweld te gebruiken, te ontraden. Op dat moment moet een samenleving ervoor kiezen om politioneel, justitioneel op te treden. En dat is hier op de juiste manier gebeurd, denk ik.
Dus ja, de mensen waren in beeld, en ja, er is op de juiste manier geschakeld richting de local taskforce in Antwerpen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Bedankt, minister. Natuurlijk zijn die dertien gearresteerde moslims slechts het topje van de ijsberg. Het grootschalig onderzoek, geleid door dokter Ruud Koopmans, hoofd van de cel Migratie bij het Berlijns centrum voor sociale wetenschap, wijst uit dat alleen al in Antwerpen niet minder dan 65.000 moslims wonen die consistent fundamentalistisch zijn, en die dus onder meer vinden dat de tot haat en geweld oproepende koranverzen boven onze wetten staan. Volgens een bevraging van VTM en Humo wonen er in Antwerpen bijna 27.000 moslims die begrip hebben voor de manier van actievoeren van de terroristen, verkrachters, massamoordenaars van Islamitische Staat.
Vandaar mijn vraag, minister Somers: hoeveel en wie van al deze moslimfundamentalisten en potentiële jihadisten worden opgevolgd door het Vlaamse deradicaliseringsbeleid en door deze integrale veiligheidscel?
De heer Keulen heeft het woord.
Minister, je wordt nooit beloond voor het leed dat je voorkomt, dat je vermijdt. Maar hier in Vlaanderen blijkt vooral collega Van Rooy bevoegd voor het preventieve luik. Die LIVC’s blijken wel te werken, met niet-evidente partners, op een open manier. Er is politie, Welzijn, woonstcontroles, Onderwijs, OCMW’s, noem maar op. En het bewijs daarvan is vooral ook die concrete actie waar collega Van Rooy naar verwijst. De politie kijkt niet weg maar treedt op en pakt op. En zo moeten we uiteindelijk inderdaad die integrale veiligheidsketen laten werken. En zo worden er dus ook resultaten geboekt, en kan dat ook preventief werken naar diegenen die snode plannen koesteren.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik denk dat dit nog maar eens bewijst dat we de dreiging van extremisme en radicalisme heel erg au sérieux moeten nemen. Dat gaat inderdaad over radicale moslims, en dat gaat ook over de dreiging in extreemrechtse hoek. De laatste die ik met vier raketlanceerders heb weten te ontsnappen, en die ook heel concrete dreigementen uitte, zat natuurlijk eerder in extreemrechtse hoek.
Ik denk inderdaad dat we er enerzijds voor moeten zorgen dat dat allemaal goed gemonitord wordt. En ik ben het met collega Keulen eens dat de LIVC’s daar een cruciale rol moeten spelen, en vandaag ook spelen. Maar dan is de vraag natuurlijk wat er daarna gebeurt. Wat gebeurt er met die jongeren van Sharia4Belgium die nu zijn opgepakt? Of het nu gaat over moslimextremisten of andere extremisten, dit is natuurlijk maar het begin. Daarna moeten we ons de vraag stellen hoe we ervoor gaan zorgen dat zij ook worden begeleid, en dat zij gederadicaliseerd worden. Minister, hoe staat het daarmee? Hoe staat het met de deradicaliseringstrajecten die deze Vlaamse Regering ging opzetten voor radicalen en extremisten van allerlei allooi?
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister, zoals collega Keulen al zei, u bent verantwoordelijk, of wij zijn vanuit Vlaanderen verantwoordelijk, voor de preventie van radicalisering, en voor deradicalisering. Ook daarvoor is informatie cruciaal. Ik vroeg me in deze af hoe u op de hoogte gehouden wordt van potentiële risico’s. Hoe is dat in dit geval gebeurd, maar ook in het algemeen, wanneer er sprake is van een potentiële dreiging? Wordt u ook onmiddellijk rechtstreeks ingelicht door het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD)? Of is dat eventueel nodig om uw preventief beleid verder vorm te geven?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Collega’s, als die politionele actie in Antwerpen één iets heeft aangetoond, dan is het dat de politie wel degelijk terecht zeer waakzaam is voor de jihadistische dreiging, en dat dit nog altijd een topprioriteit moet zijn. Vlaanderen is inderdaad bevoegd voor het preventieve luik. Een heel groot deel zit federaal, maar we hebben onze verantwoordelijkheid te nemen. Dat doen we ook. Het LIVC-decreet werd aangepast, en u hebt dat ook mee goedgekeurd, collega Van Rooy. Er werd ook een screeningsdienst voor lokale geloofsgemeenschappen opgericht. Daarbij hebt u zich onthouden. Verder, qua concrete voorstellen om op preventief vlak op te treden, blijft u als partij al jaren oorverdovend stil.
Wij zetten met Vlaanderen effectief alles op alles om tegen elke vorm van gewelddadige radicalisering preventief te gaan optreden. We ondersteunen daarbij ook de lokale besturen. Minister, ik denk dat dat zeer belangrijk is. Zijn er nog mogelijkheden om ze nog meer te ondersteunen op dat vlak?
Minister Somers heeft het woord.
Collega’s, laat me beginnen met de vaststelling dat men in Antwerpen op een adequate manier heeft gereageerd, en dat dit ons ook vertrouwen moet geven. Ik denk dat het belangrijk is dat dat gebeurt, dat men preventief heeft opgetreden. Dat bewijst dat onze veiligheidsdiensten, en de structuren die in werking zijn, kunnen functioneren. Dat is een eerste zaak.
Twee: ik denk dat de architectuur van hoe wij omgaan met extremistische dreiging, uit welke hoek die ook mag komen, goed in elkaar zit. Ik ben zelf in 2014, samen met collega De Wever en collega Bonte, bij de federale minister van Binnenlands Bestuur gaan vragen om een structuur zoals het LIVC. In het LIVC komen preventiediensten, een breed netwerk van mensen die op het terrein aanwezig zijn, samen met politiemensen, om op casusniveau te discussiëren en te praten over wat men kan doen in welbepaalde gevallen. We hebben dat nog versterkt door het gedeelde beroepsgeheim, collega De Vreese heeft daarnaar verwezen. Daardoor kan de uitwisseling van informatie nog beter verlopen. Ik geloof niet, en ik heb ook nooit geloofd, dat preventie volstaat om alle gewelddadige radicaliseringsprocessen te stoppen en om elke vorm van extremistisch gevaar uit te schakelen. Maar ik geloof wel dat we, met een goed samenspel van preventie en politioneel repressief optreden, problemen kunnen indammen en verkleinen, en zaken kunnen voorkomen.
Het LIVC heeft twee belangrijke meerwaarden in een dossier zoals dit. Eerst en vooral verbetert het de informatiepositie van de veiligheidsdiensten. Door op gestructureerde manier aan tafel te zitten met heel veel spelers op het terrein, verneemt en weet onze politie veel meer dan voordien. Het is evident dat de politie niet alle informatie deelt met haar LIVC-leden. Omgekeerd kunnen de LIVC-leden vandaag alle informatie delen met de politie, die daardoor sterker in het terrein staat. Ten tweede kunnen zij, door een beter samenspel, maatwerk realiseren. Daar waar er nog andere instrumenten mogelijk zijn om mensen uit de sfeer van het gewelddadig extremisme te houden, kunnen preventiediensten goed werk leveren, in goed overleg met de politiediensten. Ik denk dat het belangrijk is dat we ons daarbij nooit laten verblinden door een ideologisch kader. We moeten daarvoor afgaan op wat OCAD en andere politiediensten ons zeggen. De politiediensten en OCAD zeggen heel duidelijk dat de belangrijkste dreiging tot op vandaag de jihadistische dreiging van gewelddadig extremisme is. Daarnaast is er ook een oprukkende rechts-extremistische dreiging, een links-extremistische dreiging, en er zijn nog een aantal andere die we ook in het oog moeten houden. Het is net als we dat objectief, vanuit een louter veiligheidsperspectief, percipiëren, en dan kijken hoe we kunnen handelen, dat we heel veel kunnen doen.
Er is een derde luik aan zo’n beleid. Dat is het bredere samenlevingsbeleid. Je hebt het strikte veiligheids- en repressieve luik. Je hebt de LIVC, die preventie en veiligheid laat samenwerken. Je hebt echter ook een breder samenlevingsbeleid, dat inzet op veiligheid in het algemeen, dat zorgt voor respect voor normen en waarden, dat segregatie tegengaat, dat gelijke kansen creëert. Ook dat kan een klimaat zijn waarmee men een dam opwerpt tegen de lokroep van diegenen die geweld legitiem achten om hun maatschappelijke doelstellingen te realiseren.
Ik denk dus dat de LIVC-structuur goed heeft gewerkt. Mevrouw De Vreese, ikzelf word niet concreet geïnformeerd over concrete dossiers. Ik krijg een periodiek overzicht van het OCAD, maar in concrete dossiers is dat de bevoegdheid en de taak van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken, van de federale overheid. Ik word wel periodiek op de hoogte gesteld, en op basis van die rapporten bekijken we welke extra acties we nog kunnen ondernemen en in werking stellen om vanuit Vlaanderen ons deel te doen in de strijd tegen extremisme.
Als ik daarmee mag eindigen: ik ben dus eigenlijk tevreden dat die LIVC’s vandaag, ook voor onze veiligheid, ook voor de politie, een absolute meerwaarde zijn. We moeten die structuur verder in stand houden, en daar waar wij kunnen vanuit een voorkomingsbeleid maximaal bijdragen aan de veiligheid van de burgers.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister Somers, ideologisch niet verblind, zegt u, maar het was toch u, en ook uw partij Open Vld en de andere traditionele partijen, die destijds het gevaar van Sharia4Belgium hebben weggelachen als een groepje slechte stand-upcomedians. U schudt van neen, maar u hebt dat wel degelijk gedaan. Vandaag lacht u in feite de onderzoeken weg die ik net heb geciteerd en die aantonen dat er in onze samenleving ondertussen al honderdduizenden moslims zijn die Sharia4Belgiumachtige ideeën omarmen, en die dus soera 8, vers 12 van de Koran omarmen, waarin staat dat het hoofd van ons, de ongelovigen, moet worden afgehakt. Dat wij moeten worden gedood waar ze ons maar kunnen vinden, staat in soera 9, vers 5. Honderdduizenden moslims, mijnheer Somers, omarmen die Koran in onze samenleving. U negeert dat, en ondertussen zorgen diezelfde partijen die hier nu het hoge woord voeren, ervoor dat moslimfundamentalisten doorgaans al na enkele jaren weer worden vrijgelaten. Ondertussen worden brave Vlamingen vervolgd wegens de slogan ‘Stop islamisering’, terwijl moslimfundamentalisten na enkele jaren al worden vrijgelaten in dit land. De traditionele partijen zouden zich ervoor moeten schamen dat ze dit soort perverse, onrechtvaardige samenleving hebben gecreëerd. (Applaus bij het Vlaams Belang)
De actuele vraag is afgehandeld.