Verslag plenaire vergadering
Verslag
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, ik vrees dat de Vlaamse Regering de tweede coronagolf op dit moment zelf aan het organiseren is. De vakantie staat voor de deur. Er gaan veel mensen naar het buitenland. Dat gaat zorgen voor een grotere mobiliteit. Sommige mensen gaan met de auto, maar een heleboel mensen zullen ook in het vliegtuig op elkaar gepakt zitten. Tegelijkertijd zien we uitbraken. In Duitsland is de reproductiegraad omhooggeschoten, Lissabon en Leicester zijn in lockdown en wereldwijd zijn het aantal gevallen en de sterfte verdubbeld in de afgelopen veertig dagen. Maar in Vlaanderen en België blijven we de maatregelen consequent versoepelen, en ook consequent tegen het advies van de experts in.
Minister, dat is een mix die ons zorgen moet baren: versoepeling van maatregelen, mensen die zich lakser gedragen, uitbraken die we door heel Europa zien, en internationaal is de ziekte op een hoogtepunt. En dan zijn er een heleboel mensen die met vakantie gaan en die terugkeren. Na hun vakantie heb ik zorgen, want de FOD Volksgezondheid gaat mensen die uit het buitenland, uit risicogebieden, terugkomen, niet testen. Alleen als ze symptomen vertonen, moeten ze naar de huisarts. Minister, de FOD zit niet onder uw verantwoordelijkheid, maar het testen wel. Dat is preventie, daarvoor bent u bevoegd.
Op welke manier gaat de Vlaamse Regering een imminente en te snelle tweede golf in Vlaanderen voorkomen? Of gaat de Vlaamse Regering de tweede golf nu zelf organiseren?
Minister Beke heeft het woord.
Als ik daarnet collega Vandecasteele hoorde, was die tweede golf sowieso al op komst. Maar u stelt daar nog vragen bij.
U verwijst naar de andere landen. Als ik kijk naar de cijfers van de voorbije weken, stel ik vast dat we nog altijd in dalende lijn zitten – een licht dalende lijn, maar wel een dalende lijn. Met gemiddeld genomen 83 of 84 besmettingen per dag is het, in vergelijking met een week geleden, 11 procent gedaald. Ik weet niet waar u het vandaan haalt om te zeggen dat wat beslist wordt door de Veiligheidsraad, tegen de experten in is. De Veiligheidsraad wordt geadviseerd door de experten. Die verslagen zijn publiek. Ik denk dat ze wat dat betreft ook conform handelen.
Maar ja, wij bereiden ons voor, en dat op verschillende vlakken. We hebben gisteren in de commissie gesproken over het beschermingsmateriaal: hoe ons daar nu en in de komende maanden op organiseren? Ik ben blij te horen dat testen en testcapaciteit een volledig Vlaamse bevoegdheid is geworden. Ik heb iets gemist, want dat is jammer genoeg nog niet het geval. Desalniettemin is ook in het kader van de interministeriële conferentie afgesproken dat de testcapaciteit wordt opgedreven. Die is opgedreven – dat was in het begin niet het geval – om ervoor te zorgen dat bijkomende testen die noodzakelijk zouden kunnen zijn, er ook effectief zouden zijn.
We hebben vorige week vrijdag in de schoot van de Vlaamse Regering, collega Groothedde, ook beslist om mobiele equipes op te richten.
Die vacatures zijn gisteren inderdaad geplaatst. Het zijn mobiele equipes om lokale brandhaarden, mochten die er zijn, te ondersteunen, en ook om preventief, waar men advies nodig heeft of wenst en wanneer men noodplannen wil maken, die noodplannen samen met die mensen te maken. Deze morgen heeft de interministeriële conferentie erover gesproken hoe dat precies zal worden georganiseerd.
Hetzelfde geldt voor de regionale zorgraden. Met die zorgraden zal de coördinatie tussen het luik volksgezondheid, het sanitaire gedeelte en het handhavingsgedeelte in de toekomst worden georganiseerd. Vorige maandag had ik een overleg met de gouverneurs en de vertegenwoordigers van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten om daar een draaiboek voor klaar te maken. Daar zijn we druk doende mee.
Hetzelfde geldt voor het contactonderzoek. Er komt een informatiecampagne om dat nog beter bekend te maken.
Wat de reizen naar het buitenland betreft en de daarbij horende veiligheidsvoorschriften, dat is op de Nationale Veiligheidsraad afgesproken. Ik maak me daar ook zorgen over, want dat is natuurlijk een nieuwe en onbekende factor. Twee weken geleden heb ik op de interministeriële conferentie gevraagd naar een overleg via Buitenlandse Zaken, om te kijken dat het contactopsporingsonderzoek op een goede manier kan worden afgestemd wanneer er passagiers vanuit het buitenland naar België komen, of Belgen vanuit het buitenland naar hier komen. Daar bestaan een aantal internationale afspraken over, maar het zou goed zijn om dat verder samen op muziek te zetten.
Minister, u hebt gelijk. Ik versprak me. Ik wou tracing zeggen, u hoort testing, en u bent een goed redenaar, dus u gaat daarop in. Maar tracing, daar bent u wel verantwoordelijk voor, en dat is preventie.
Waar u het de hele tijd over hebt, dat is het beheersen van een uitbraak, maar we moeten ervoor zorgen dat die er niet zo snel komt. U zegt dat zorg en welzijn een rustige juli en augustus nodig hebben. Wel, dat is zo. Ik heb maanden gevraagd naar de verslagen van de Risk Assessment Group en de Risk Management Group. Daar zit u wel mee aan tafel. Na de krokusvakantie is daar beslist om mensen uit risicogebieden niet in quarantaine te plaatsen en om die mensen niet te testen. Die skiërs en die toeristen hebben het virus wel meegebracht.
Landen die het wel goed doen, doen dat op dit moment wel. Die zijn de mensen die terugkomen, aan het tracen. U zegt dat het hier in een dalende lijn gaat, maar we zitten nog niet in een luxepositie. Het aantal besmettingen loopt in de tachtig en er is een vrij hoge reproductierate. Wij vragen in het belang van de hele bevolking dat u erop drukt dat mensen uit vakantiegebieden en risicogebieden ofwel in quarantaine worden gezet ofwel netjes worden getest en getracet zoals het hoort. Hoe staat u daartegenover?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Over het voorkomen van de tweede golf hebben we het elke week meerdere malen. Daarom ook hebben we die ad-hoccommissie, net om te kijken welke lessen we kunnen leren uit deze crisis en hoe we die tweede golf kunnen voorkomen. Daar zullen sowieso heel goede aanbevelingen uit komen, waar we heel snel werk moeten van maken.
Desalniettemin gebeuren er nu ook al wat zaken. We moeten vooral de contacttracing heel goed op punt hebben indien er meer besmettingen zouden zijn. We moeten dan zo snel mogelijk die besmettingen opsporen en indijken.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, corona maakte al bijna 10.000 dodelijke slachtoffers in ons land. Ook de schade aan de economie is enorm, om nog te zwijgen van het begrotingstekort, dat, zeker op het federale niveau, astronomische vormen begint aan te nemen. Om maar te zeggen dat we er vanzelfsprekend alles aan moeten doen om die tweede golf te vermijden. Dat niet doen, zou schuldig verzuim zijn.
Als we vernemen dat bepaalde experts van oordeel zijn dat ze niet optimistisch zijn dat we een tweede golf en een nieuwe lockdown zullen kunnen vermijden, dan is dat verontrustend. Het is ook verontrustend dat ze van mening zijn dat het contactonderzoek nog altijd onvoldoende scoort.
En ook verontrustend is – dat hebben we deze week nog vernomen in de coronacommissie in deze Koepelzaal, nietwaar mijnheer Rzoska – dat het met de voorraden inzake beschermingsmateriaal nog altijd niet goed zit, ook niet in onze woonzorgcentra, zoals een directeur van een centrum hier deze week nog getuigde. Minister, hoe garandeert u – of garandeert u – deze keer wel in geval van een nieuwe uitbraak dat het goedkomt met die voorraden inzake beschermingsmateriaal in onze woonzorgcentra en andere welzijnsvoorzieningen? Garandeert u dat het nu deze keer wel goed zal komen met het testen en tracen in Vlaanderen?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Als we de cijfers zien, mogen we voorzichtig positief zijn. Dat betekent natuurlijk niet dat we niet alert moeten zijn, het virus is er nog en een opflakkering kan rap ontstaan. Daar is een goede voorbereiding tegen nodig. Daar hebben we het ook hier in de plenaire vergadering al meermaals over gehad. Enkele weken geleden nog heeft de minister het gehad over de controletoren en de oprichting van de mobiele equipes om lokale infectiehaarden op te sporen. Monitoren, testen en opsporen zijn onze voornaamste verdedigingslinie. Dat was de terminologie waarin het werd gezegd. Gisteren is dat nog uitgebreid aan bod gekomen in de commissie.
Er is natuurlijk verdere opvolging nodig. Ik denk aan de contactopsporing. Dat is zorgen dat de termijn tussen de test, het positieve resultaat, en de opsporing heel kort blijft. Dat betekent dat mensen kunnen terugbellen wanneer ze gebeld werden en zich nog andere contacten herinneren. Dat betekent een duidelijke informatiecampagne. De communicatie en sensibilisering blijven nodig. De minister heeft er daarjuist ook naar verwezen. Het is ook nodig bij mensen die terugkeren uit het buitenland, na een vakantie, maar ook bij buitenlandse toeristen die naar hier komen. Waar moeten zij terecht als ze ziektesymptomen hebben? Wat moeten ze dan doen? Ik wil u vragen, minister, om dat mee te nemen in het kader van de communicatiecampagne.
De heer Anaf heeft het woord.
Het zijn heel lastige maanden geweest voor iedereen. Heel veel mensen willen nu vooral een beetje genieten van de zomer, wat vakantie nemen. Dat is hen ook heel erg gegund, maar we zullen als overheid zeer alert moeten zijn om inderdaad te vermijden dat die tweede golf er komt. Ik maak me daar ongerust over, en ik ben ervan overtuigd: u ook, minister. De app is wellicht voor na de zomer, de contacttracing zal pas na de zomer echt op punt staan. We zullen vooral moeten rekenen op het inschattingsvermogen van de mensen en op onze alertheid.
Zult u de mensen goed informeren en monitoren? Zult u samen met de federale diensten nagaan waar er nieuwe hotspots opduiken? Zult u de vakantiegangers goed en correct informeren? Indien mogelijk, zult u mensen preventief testen bij hun terugkeer zodat we niet dezelfde fouten maken als in de krokusvakantie? Het waren nog onverdachte tijden, maar we mogen die fouten niet herhalen.
De heer Parys heeft het woord.
Ik deel de bezorgdheid van onder meer collega Groothedde over de vakantiegangers die terugkeren uit een gebied waar er een opflakkering is geweest. We moeten daar de nodige aandacht aan besteden.
Wat het vermijden van die eventuele tweede golf betreft, is het belangrijk dat het testen en tracen goed op punt staan. Daar zijn nog een aantal aandachtspunten. De vacature voor de mobiele equipes is uitgeschreven. Minister, gaan we die profielen vinden? Gaan we dokters vinden die zes tot twaalf maanden een contract van beperkte duur willen aangaan, terwijl er al een tekort is? Hoe zeker bent u dat we die tijdig zullen vinden en inschakelen?
Testen die meer dan 48 uur duren om resultaat te geven in het testen en tracen, is dat iets wat ons zorgen moet baren? We hadden het er gisteren over in de commissie, minister, de scripts en de software moeten nog worden aangepast om meer dan tien contacten door te geven, nu mensen meer dan tien contacten in hun bubbel mogen toelaten. Uiteraard is er ook het feit dat we tot 22 juli moeten wachten eer we kunnen inbellen.
Kunt u afronden alstublieft?
Dat is natuurlijk belangrijk. Dat zijn de aandachtspunten, minister, die ik u heel graag wil meegeven, om die tweede golf te vermijden.
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik moet u teleurstellen, ik heb ook geen glazen bol thuis. Ik weet ook niet zeker of er een tweede golf zal komen. Wat ik wel zeker weet, is dat we daar absoluut op voorbereid moeten zijn. Om een tweede golf te voorkomen, is het contactonderzoek zeer belangrijk.
Er zijn vandaag experts die zeggen dat ze ongerust zijn omdat dat contactonderzoek niet volledig op punt staat om een tweede golf te kunnen voorkomen. Ik zou graag wijzen op een advies van de GEES en van de professoren huisartsgeneeskunde om zoiets meer wijkgebonden aan te pakken. In de huisartsenpraktijk van Geneeskunde voor het Volk doen we aan contactonderzoek en we merken dat dat goed werkt. Een van de mankementen bij het contactonderzoek is het gebrek aan vertrouwen bij de bevolking. Dat kunnen we juist goed oplossen op het niveau van de huisartsen. Als zij mensen bellen die positief testen, blijkt dat die heel vaak met angsten en vragen zitten, maar dat ze ook nood hebben aan praktische ondersteuning: hoe zullen ze inkopen doen, wie zal voor hen inkopen doen?
Ook u moet nu afronden.
Bent u bereid om er volop op in te zetten om samen met de huisartsen dat contactonderzoek verder uit te bouwen?
Voorzitter, ik zou me er heel gemakkelijk van af kunnen maken en naar het verslag van de commissievergadering van gisteren kunnen verwijzen, waar we vierenhalf uur lang die vragen al besproken en beantwoord hebben.
Ik zal ten eerste mijn collega, minister Demir, verblijden en zeggen dat men het best vakantie in eigen land neemt, en dan hoeven we al die hypothesen niet onder ogen te nemen. Kom fietsen in Limburg, de koning heeft het ook gedaan en dan zal dat voor iedereen wel kunnen. (Opmerkingen van Chris Janssens)
De fietsroutekaarten zaten zaterdag bij Het Belang van Limburg en zijn er dus voor iedereen.
Uw tijd loopt, minister Beke. Dit is wel voldoende reclame voor Limburg.
Ten tweede zijn er inderdaad versoepelingen, mevrouw Groothedde. Ik denk dat de bevolking daar ook enorm naar gehunkerd heeft. Om die goed te kunnen uitvoeren, heeft de Nationale Veiligheidsraad, waarin Brussel, Vlaanderen en Wallonië en alle overheden en partijen in dit land vertegenwoordigd zijn, daarover een aantal afspraken gemaakt: hoe organiseer je dit op een goede manier?
Neen, u kunt niet zomaar overal naartoe. Ik heb nog niet de bevoegdheid om te zeggen naar welk land u wel of niet kunt. Dat is wel op Europees niveau geregeld. U kunt niet zomaar naar landen met een hoog risico gaan. Dat wil niet zeggen dat we geen voorzorgen moeten nemen. Ik zou daarbij ook een appel willen doen aan de mensen dat als ze zich niet goed voelen, ze naar de huisarts moeten gaan. Dat is het verschil, mijnheer Anaf, met eind februari en begin maart. Toen hadden we onvoldoende testcapaciteit en zijn er mensen naar de dokter gegaan, waar geen testcapaciteit voorhanden was. Die is er vandaag wel, godzijdank. Als iedereen die denkt dat hij of zij geen risico wil lopen dit doet, kan ook het contactopsporingsonderzoek beginnen. Laten we allemaal samen werken aan dat contactopsporingsonderzoek, want dat is nodig.
Ja, er zijn een aantal zaken die aangepakt moeten worden, mijnheer Parys, zoals het inbound bellen. Daar hebben we al verschillende keren in het comité over gesproken. Dat zou over drie weken helemaal rond moeten zijn. Ook de registratie van meer dan tien personen zou binnen afzienbare tijd in orde moeten zijn. Er zijn dus heel wat elementen die voor verbetering vatbaar zijn, maar waar ook hard aan wordt gewerkt om dat operationeel op een goede manier te verbeteren.
Wat de mobiele equipes betreft: dat wordt geen gemakkelijke oefening, maar we zullen ze wel maken. We zullen die verschillende profielen zoeken. Dat hoeven geen voltijdse profielen te zijn. We hebben de medische reserve, we zijn aan het overleggen met de huisartsen in opleiding en ik heb gisteren ook nog contact gehad met professor De Lepeleire om te kijken hoe we de juiste profielen kunnen zoeken en hoe we mensen moeten zoeken die daar de volgende maanden hun schouders onder willen zetten om die mobiele equipes te versterken.
Als u daaraan uw bijdrage wilt leveren, mevrouw Vandecasteele, nodig ik u graag uit om daarvoor te solliciteren. Ik zal de selectie niet maken, dus u hoeft zich niet ongerust te maken.
Ik denk, collega’s, dat de periode waar we voor staan, een periode van onzekerheid is. Laat ons dat eerlijk toegeven. Niemand kan de toekomst voorspellen, mevrouw Vandecasteele niet, ik ook niet. Wat ik wel weet is dat een stukje, een belangrijk stuk, een groot stuk, afhangt van onze eigen verantwoordelijkheid. Als we op een respectvolle manier doen wat de experten ons vragen – afstand houden, die bubbels houden voor wat ze zijn, bij risico’s onmiddellijk naar de dokter gaan, onze contacten meegeven, onze handen wassen, hygiënische voorschriften respecteren –, als we al die zaken respecteren, dan kunnen we in belangrijke mate dingen voorkomen. Doen we dat niet – en we hebben de voorbije weken een aantal taferelen vastgesteld waar men dat niet deed –, dan lopen we wel risico’s. Mensen die zich aan dergelijke risico’s blootstellen, dreigen met een lucifer door het hooi te lopen. Dat is een risico dat we te allen tijde moeten proberen te vermijden, want daar betalen we met zijn allen een tol voor.
Minister, ik noteer dat u voor veel bevoegd bent en aan veel tafels zit, maar voor niets verantwoordelijk bent. Ik zal het dan alleen hebben over die zaken waarvoor u wel verantwoordelijk bent. Het rapport van de SERV, die 350 pagina’s die u waarschijnlijk ook gelezen hebt, gaat onder andere in op de contacttracing. Dat is een van de vele opmerkingen aan het adres van de Vlaamse Regering. Volgens de SERV wordt contacttracing slechts in 10 procent van de gevallen uitgevoerd. We kennen allemaal de anekdotes: alleen al in mijn omgeving worden mensen niet opgebeld, raken tests verloren na de bekendmaking van de uitslag en moeten mensen hun eigen contactonderzoek gaan uitvoeren. Ik hoor in uw maatregelen vooral ‘damage control’ en ik hoor vooral dat uw preventie niet op punt staat. De maatregelen die u neemt zijn net genoeg en dus onvoldoende en ze komen veel te laat.
De strategie van contacttracing – en daar was al voor gewaarschuwd door de Inspectie van Financiën, zoals u ook al gelezen hebt – zou moeilijk op punt te zetten zijn op zo’n korte termijn. U beweerde dat dat wel zou lukken, maar week na week horen we dat er problemen zijn. En als ik uw maatregelen hier week na week hoor, dan denk ik: blijkbaar wacht u gewoon een volgende golf af. We zijn het op dit moment aan elke risicopatiënt, aan iedereen binnen Zorg en Welzijn en aan alle mensen die hun geliefden maandenlang hebben moeten missen, verplicht om klaar te staan. Door een eerste golf verrast worden, is heel begrijpelijk, maar bij een tweede golf heet dat schuldig verzuim.
De actuele vraag is afgehandeld.