Verslag plenaire vergadering
Verslag
De heer Laeremans heeft het woord.
Minister, vorige week kondigde u hier aan dat u namens het onderwijsveld een advies wilt leveren aan de Veiligheidsraad in verband met de postcoronamaatregelen en het exitscenario. U liet daarbij ook weten dat u via een interministeriële conferentie zou proberen overeenstemming te bereiken met de collega’s van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap, om te bekijken wat het maximaal mogelijke is om gemeenschappelijk te kunnen beslissen, minstens over de heropening van de scholen. Intussen blijkt echter dat de visie van de Franstaligen en ook de Duitstaligen haaks staat op de Vlaamse. Zo wil men aan de overzijde van de taalgrens dit schooljaar, en dat is toch nog twee maanden, geen nieuwe leerstof meer aanbieden en geen examens organiseren. Zij willen absoluut delibereren vóór eind juni, op basis van de kerstexamens en het dagelijks werk tot half maart. De medewerking tijdens de coronaperiode, wat men thuis heeft gedaan, mag alleen maar in positieve zin worden meegenomen bij de deliberaties, en niet als men er eventueel zijn voeten aan heeft geveegd. Van vrijwillige zomerscholen is daar geen sprake, want de zomer is de zomer, en daarvan blijf je af.
Wat het gezondheidsluik betreft, zitten de Franstaligen ook al op een totaal andere golflengte. Zij willen de scholen zo laat mogelijk opnieuw opendoen, desnoods helemaal niet meer.
Verder hebben de Franstaligen al overleg gepleegd: inrichtende machten, vakbonden, ouderverenigingen en ministers zaten afgelopen maandag al samen met de leden van de Groep van Experts belast met de Exitstrategie (GEES), de expertengroep die ons land uit de lockdown moet leiden.
En dan hebben we vanmorgen inderdaad nog dat lek gehad, dat er van Franstalige kant is gekomen en waaruit ik concludeer dat men het u niet gunt om op voorhand, vóór die bijeenkomst van die Veiligheidsraad, met een gemeenschappelijk standpunt en een gemeenschappelijke datum naar buiten te komen.
Minister, daarom begrijpen wij niet goed wat u in hemelsnaam nog verwacht van dat overleg. De lat even laag voor iedereen en zo lang mogelijk, dat kunnen wij in Vlaanderen toch nooit aanvaarden? Mocht u intussen echter al resultaat hebben geboekt, dan hopen wij dat u het parlement van dat overleg toch in kennis wilt stellen. Is er met de Franstaligen al een gemeenschappelijk voorstel afgesproken? Wat is het advies dat daaruit is voortgekomen?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben inderdaad verschillende inzichten wat het onderwijs betreft. We verschillen op diverse punten absoluut van mening met de Franse Gemeenschap, dus zijn we eigenlijk allebei heel tevreden dat dit een deelstaatbevoegdheid is. Dat belet niet dat we in het geval van crisissen in de mate van het maximaal mogelijke toch proberen om wat overeenstemming te vinden. Dat zou, denk ik, ook altijd zinvol zijn voor onze ouders, voor onze leerkrachten. Daarom had ik op voorhand altijd wel het idee opgevat om het Vlaamse voorstel ook voor te leggen aan de collega’s van de Franse en de Duitstalige Gemeenschap. Ik heb met hen ook diverse keren virtueel samengezeten. Ik heb hen ook gecontacteerd. Mijn Duitstalige collega krijg ik niet meer te pakken. Ik heb wel net het voorstel toegelicht aan mijn Franstalige collega, minister Désir. Eigenlijk had ik haar dat eerder ook al geschetst. Aan de kant van de Franse Gemeenschap is men daar nu over aan het vergaderen. Men heeft dat voorstel meegenomen. Qua overeenstemming denk ik dat zij, alleszins wat de datum betreft, ook wel hetzelfde zou proberen voor te leggen aan haar onderwijsveld. Een tweede element is de gefaseerde heropening. Natuurlijk zijn er de verschillende modaliteiten. Daarover zijn we ook niet al te zeer in detail gegaan. Ik heb wel het Vlaamse voorstel op dat vlak geduid bij haar en ze ging dat meenemen in de bespreking met haar onderwijsveld, en misschien ook met een vertegenwoordiging van de GEES.
Dat is de stand van zaken. Ik denk dat we daarover goede contacten hebben gehad. Zij kon natuurlijk ook niet voor haar beurt spreken, omdat ze nog met haar onderwijsveld moest samenzitten, maar er was alleszins de wens om op die grote lijnen een eensgezind advies te kunnen geven aan de Nationale Veiligheidsraad.
Ik begrijp dat u erover hebt gesproken en dat zij kennis hebben kunnen nemen van wat u deze namiddag heb gecommuniceerd. De vraag is in hoeverre het mogelijk is om overeenstemming te bereiken. Ik denk dat dat een illusie is, zeker omdat het in de Franstalige pers en bij Franstalige woordvoerders toch de indruk gaf dat ze zo lang mogelijk zouden wachten. De Franstaligen zijn zeer voorzichtig en willen geen enkel risico lopen. Ik kan dat voor een deel begrijpen, maar wat onderwijs betreft, gaan ze een heel stuk achterop geraken, wat dan ook weer gevolgen heeft voor de Vlamingen. Als bij de Franstaligen heel wat mensen onvoldoende opgeleid gaan zijn, worden die misschien sneller werkloos, en werkloosheid is nog altijd een federale materie. Dan dragen we er ook weer de gevolgen van.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, ik ben oprecht blij dat u overlegt met uw Franstalige collega. Onderwijs blijft natuurlijk een gemeenschapsbevoegdheid en iedereen kan zijn eigen koers varen, maar ik vind het goed dat er overleg is.
U hebt daarnet een datum naar voren geschoven, en dat is vandaag het belangrijkste. Ook vanuit mijn positie in Brussel lijkt het mij wel te gek voor woorden dat de Franstalige scholen open zouden gaan en de Nederlandstalige niet. Het gaat voor heel veel verwarring op het terrein zorgen. Het belangrijkste waarover zeker een consensus moet worden gevonden, is de datum van de opening van de scholen, om onduidelijkheid te vermijden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het voorstel dat u hebt gedaan om overleg te plegen met uw collega's, is een zeer lovenswaardig initiatief in dit federale land waarbij Onderwijs een van de bevoegdheden was die het eerst volledig zijn gesplitst. Ik neem ook kennis van een aantal zaken die men in Franstalig België voorstelt en waar ik mijn vragen bij stel, bijvoorbeeld hoe je een puber op dit moment gaat motiveren als je hem zegt dat alles wat hij doet, niet zal worden geëvalueerd. Dat lijkt mij niet zo evident. En aan de leerkrachten die heel veel tijd investeren, zegt men dat het er eigenlijk niet zo heel veel toe doet. In internationale vergelijkingen hinkt Franstalig België heel ver achterop, zowel in Europese vergelijkingen als ten opzichte van Vlaanderen.
Minister, mijn oproep is om te overleggen en om maximaal gelijkwaardigheid te proberen na te streven – de datum –, maar laat ons de sterktes van het Vlaams onderwijs steeds voorop houden.
De heer Brouns heeft het woord.
Collega Daniëls, u hebt uiteraard gelijk, maar we moeten niet focussen op de inhoudelijke verschillen. We richten het onderwijs in Vlaanderen in zoals wij dat volgens onze pedagogische kaders menen te moeten doen, maar de datum is wel cruciaal. Minister, die datum moeten we maximaal op elkaar afstemmen. Ook wij vragen om dat aan te houden.
Ik heb nog een bijkomende vraag, die gaat over grensverkeer en onderwijs. Ik heb begrepen dat er overleg is geweest tussen minister-president Jambon, premier Wilmès en minister-president Rutte in Nederland, waar ook het grensverkeer inzake onderwijs op tafel lag. We kennen nu de datum in Nederland en die die Vlaanderen naar voren schuift. Minister, bent u op de hoogte van dat overleg en de afspraken die daar gemaakt zijn? Anders krijgen we verschillen in benadering. Binnenkort komen verschillende duizenden Nederlandse studenten naar Vlaanderen. Is dit afgestemd op de heropstart van de scholen?
Mevrouw Meuleman heeft het woord.
Minister, sommigen lijken er een beetje plezier in te scheppen om de verschillen uit te vergroten en er een ideologisch sausje over te gieten. Ik denk dat dat niet nodig is. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft een nota voorgesteld met internationaal geldende regels. Daaruit komt duidelijk naar voren dat veiligheid voor iedereen het allerbelangrijkste is, dat over het welzijn van de leerlingen moet worden gewaakt en dat we moeten nagaan hoe we het best tot leren komen. Het is eigenlijk vrij simpel, en dat geldt voor alle landsdelen in ons land, en zeker voor Brussel: een eenduidig standpunt is te verkiezen. Daarom begrijp ik niet dat u het nodig vond om al te communiceren over de startdatum terwijl de Nationale Veiligheidsraad pas vrijdag samenkomt.
Minister Crevits zei daarnet dat ze iedereen aanraadde om te wachten tot vrijdag om te communiceren. Waarom vond u het nodig om dat nu al te doen? Kon u niet wachten tot na het overleg van vrijdag, minister?
Ik veronderstel dat we straks nog het debat zullen voeren over het advies zelve. Het is wel interessant om iets mee te geven wat de samenwerking betreft. Ik heb onze Duitstalige collega vooraf grosso modo ons voorstel geschetst. Hij kon zich daarin vinden. Hij had alle schooldirecteurs zelf gecontacteerd. In de Duitstalige Gemeenschap is dat mogelijk, bij ons is dat wat moeilijker. Het is nog afwachten wat daar beslist zal worden. Maar hij had alleszins oren naar onze inzichten en ons voorstel.
Twee, ik heb er geen weet van dat het overleg tussen minister-president Jambon en minister-president Rutte een concrete modus operandi heeft opgeleverd. We zullen inderdaad moeten kijken naar het grensoverschrijdend schoolverkeer. Dat geldt niet alleen in het noorden, maar ook in het zuiden. Ook in West-Vlaanderen is er heel wat grensoverschrijdend schoolverkeer. We zullen dus zowel een oplossing moeten bedenken met de Nederlanders als met de Fransen.
Dank u, minister. Afsluitend wil ik nog zeggen dat in Duitsland, waar iedereen dezelfde taal spreekt, de deelstaten beslissen over de heropening. In Noordrijn-Westfalen gebeurde dat vanaf 20 april, daar is men al bezig. In Baden-Württemberg, de streek van het Zwarte Woud, gebeurt dat pas op 4 mei, twee weken later. Ik zie er dus geen probleem in dat het in Vlaanderen anders zou verlopen dan in Wallonië. Heeft dat gevolgen in Brussel, dat niet iedereen tegelijkertijd naar school gaat? Op zich is dat niet erg, want dan zit er wellicht minder volk op de bussen. Dat vind ik dus niet zo erg.
In elk geval, u hebt de vorige keer gezegd dat u het heft in eigen handen wil nemen. Als de andere gemeenschappen niet tot dezelfde beslissing zouden komen als wij, dan moet Vlaanderen dat zelf maar bepalen, zoals dat ook gebeurde in Nederland en Oostenrijk.
De actuele vraag is afgehandeld.