Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het is vorige week ook al voor een deel aan bod gekomen in de plenaire vergadering, maar ik denk dat het nuttig is om er nog even op door te gaan. Mijn vraag gaat over de impact van de Europese beslissing over de Europese cofinanciering van belangrijke Vlaamse infrastructuurprojecten, meer bepaald de infrastructuurwerken in de waterwegen.
De Europese Commissie maakt in het kader van de Connecting Europe Facility 275 miljoen euro vrij voor de cofinanciering van een aantal van die projecten. Uiteraard zijn we daar heel tevreden mee. Het is goed dat de Vlaamse overheid blijft investeren in de binnenvaart en dat Europa een duit in het zakje doet, is natuurlijk meegenomen.
Van die 275 miljoen euro gaat 140 miljoen euro naar studies en Vlaamse werken aan de Seine-Scheldeverbinding. 74 miljoen euro gaat naar het Albertkanaal, waar bruggen verhoogd worden en het vak tussen Antwerpen en Wijnegem verbreed wordt, om de grotere containerschepen doorgang te verlenen. 48 miljoen euro gaat naar de Nieuwe Sluis in Terneuzen.
We hebben het in de plenaire vergadering al gehad over de Nieuwe Sluis in Terneuzen. De Europese subsidie en de steun zijn er ook voor het Albertkanaal en de Seine-Scheldeverbinding die voor onze economie enorm belangrijk zijn en waar u uw schouders onder wilt zetten, minister.
Minister, voor de Seine-Scheldeverbinding komt er 140 miljoen euro Europese subsidie. De Vlaamse overheid had op ietsje meer gerekend. Heeft de gemiste 25 miljoen euro aan gemiste steun alsnog een bepaalde impact? Hoe zult u dat probleem oplossen? Worden er alternatieve pistes bedacht om alsnog de nodige middelen te verzamelen? Hebt u intussen meer zicht op de concrete steun vanuit Europa voor de andere projecten, los van de Nieuwe Sluis in Terneuzen?
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil ook het belang van de diverse projecten erkennen. Minister, vorige week ben ik ingegaan op de Nieuwe Sluis in Terneuzen en het belang ervan voor de haven, voor de regio en voor heel Vlaanderen. Uw antwoord vond ik toen zeer positief. We gaan ermee verder omdat het zo belangrijk is en er worden ook alternatieve piste onderzocht.
Ik wil hier ook, samen met mijn collega, het belang van de Seine-Scheldeverbinding benadrukken omdat die voor de Gentse haven onwaarschijnlijk belangrijk is. We worden dan de eerste Vlaamse haven voor de Parijse regio die heel wat mogelijkheden en welvaart naar onze regio kan brengen. Ik wil absoluut het belang hiervan onderschrijven.
Minister, hebt u voor de diverse projecten al meer informatie van de Europese Commissie gekregen? Welk onderdeel van het totaalbedrag wordt betoelaagd en welk niet? Dat is interessant om weten om samen verder tot een realisatie te komen in het belang van zuurstof voor de economie, in het belang van meer binnenvaart en zeevaart. Het is een economische winst, maatschappelijke winst, ecologische winst.
Het is goed dat er Europese cofinanciering kan worden verkregen voor een aantal infrastructuurprojecten. Het belang van de binnenvaart, of het nu voor de Seine-Scheldeverbinding of voor het Albertkanaal is, mag niet worden onderschat. Op die manier kunnen we er ook voor zorgen dat we in Vlaanderen, als logistiek land, een aantal zaken verder kunnen blijven realiseren.
Voor een aantal projecten is de cofinanciering inderdaad wat minder dan verwacht. We kijken dus uit hoe het verder kan worden ingevuld. Het is nu ook al zo dat bepaalde middelen naar deze projecten gaan, die vroeger op een andere manier werden aangewend. De wegensector rekende vroeger ook op FFEU-middelen (Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven) en stelt zich ook vragen.
Minister, misschien moet in de toekomst de kilometerheffing voor vrachtwagens niet alleen voor wegeninfrastructuur worden gebruikt, maar ook voor de realisatie van deze projecten.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zal beginnen met het positieve nieuws, namelijk dat we 275 miljoen euro toegezegd gekregen hebben door de Europese Commissie. Het belangrijkste deel daarvan, 140 miljoen euro, is voor het Seine-Scheldeproject. De toekenning van die 140 miljoen euro zal een aanzienlijke versnelling betekenen voor al wat we plannen rond het Seine-Scheldeproject, al was het maar omdat die subsidies een beperkte looptijd hebben. Je moet die dus binnen een bepaalde termijn opgebruiken. We hebben dus een stimulans om alles in het werk te stellen om er optimaal gebruik van te maken, op basis van een strikte planning van de werken en de studies.
Op de details van een en ander, ook wat betreft Gent-Terneuzen, is het nog wachten tot morgen. Dan is er namelijk een vergadering van de Europese Commissie, waar men de projectfiches zal bekrachtigen. Dat is van groot belang voor ons, omdat de subsidies die worden toegekend, heel gecibleerd zijn, zeker als het over Seine-Schelde gaat. Dat is immers een heel brede waaier aan projecten, en het is ons vooralsnog niet duidelijk wat dan effectief gesubsidieerd wordt. Het is niet zo dat je 100 miljoen euro subsidie aanvraagt en dat de Commissie dan bijvoorbeeld 10 procent daarvan zomaar toekent. Zo gaat het niet. Men gaat binnen de totaliteit van projecten heel duidelijk aanduiden wat men wel ondersteunt, en bijvoorbeeld voor het maximale bedrag van 40 procent, en wat niet of maar voor een kleiner bedrag. Dat is belangrijk voor Seine-Schelde, maar bijvoorbeeld ook voor Gent-Terneuzen. Daar is er voor de sluis een gemengde financiering met de Nederlanders. Een deel van de som wordt effectief gefinancierd vanuit Nederland. Ook daar is het dus belangrijk om te weten of het om investeringen op het Nederlandse of het Vlaamse conto gaat die gesubsidieerd worden. Ik hoop dat we daar morgen dan duidelijkheid over krijgen.
We hadden tien eigen projecten – of hoofdzakelijk overheidsprojecten – ingediend. Daarnaast heb ik nog eens zes private projecten ingediend, al was er soms wel een link met de overheid. Dat zijn dus vooral projecten die niet door ons geïnitieerd worden. Wat betreft de tien projectvoorstellen die zijn ingediend in de schoot van mijn beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, waar wij dus zelf als aanvrager gefungeerd hebben, stel ik tot mijn tevredenheid vast dat negen van die tien projecten voor Europese ondersteuning in aanmerking zijn gekomen.
Ik geef u een overzicht. Naast Seine-Schelde, de opwaardering van het Albertkanaal en de Nieuwe Sluis in Terneuzen, hebben we de studie rond de IJzeren Rijn, waarbij wij ook zelf het initiatief genomen hebben om zowel de bondsregering van Duitsland, de deelstaatregering van Noordrijn-Westfalen als Nederland en de Federale Regering mee op sleeptouw te nemen om werk te maken van een objectieve alternatievenstudie aangaande de drie tracés rond de IJzeren Rijn. Uiteindelijk hebben Nederland en Noordrijn-Westfalen mee ingediend. Duitsland heeft een steunverklaring gedaan. Wij hebben het zelf alleen gefinancierd, maar krijgen daar wel een cofinanciering voor van 50 procent of 500.000 euro. Dat is toch wel belangrijk, niet alleen dat bedrag op zich, maar zeker ook het feit dat we die discussie voortaan onder een soort Europese ‘chapeau’ zullen kunnen voeren.
Enerzijds komt er dus een objectivering van de standpunten en de tracés, met een studie naar de maatschappelijke kosten en baten van elk tracé, maar anderzijds zegt de Europese Commissie duidelijk dat ze dat mee wil ‘patroneren’ en dat die studie mag worden aangevat en de discussie voortgezet onder Europese vlag. Ik vind dat politiek belangrijk.
Vervolgens zijn er de River Information Services of RIS, een dossier dat we gezamenlijk met Wallonië en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest hebben ingediend. Dat is interessant voor de binnenvaart en vooral voor de toekomstige ontwikkelingen, bijvoorbeeld in functie van de veiligheid en de efficiëntie. Met RIS hebben we een systeem waarbij we op basis van gps-technologie kunnen nagaan welk schip zich op welk moment waar bevindt, welke lading men aan boord heeft en welke ruimte er nog is aan boord. Dat is een soort omnibusidee: je zou aan een bedrijf dat watergebonden activiteiten uitoefent en dat een lading heeft die pakweg naar Antwerpen moet, kunnen meedelen welk schip wanneer passeert om de overslag van die lading te doen, om die dan te gepasten tijde ter bestemming te brengen. Er is daarvoor een cofinanciering van 1,4 miljoen euro gevraagd en ook toegekend. Ook hier gaat het over de helft van de projectwaarde.
Dan is er Watertruck Plus, een innovatief binnenvaartconcept, waarbij we erin kunnen slagen om kleine transporteenheden via bakken en duwers over het water te transporteren, ook langs kleinere bevaarbare waterlopen. Daarvoor hadden we een cofinanciering gevraagd van 11,5 miljoen euro. En die hebben we ook gekregen. Ook hier gaat het over de helft van de totale waarde van het project.
Voorts is er de studie over de implementatie van de Tunnelrichtlijn en -noden van de Vlaamse vrachtwagenparkings en dynamische informatiebezetting. Het zijn twee eerder uiteenlopende componenten. Het eerste onderzoekt de beschikbaarheid van vrachtwagenparkings, en de mogelijkheden van een informatiesysteem waarmee vrachtwagenchauffeurs kunnen vernemen waar en hoeveel plaatsen er nog vrij zijn. De vraag naar plaatsen stijgt. Het tweede gaat over een studie om de Vlaamse TERN-tunnels – TERN staat voor Transeuropean Road Network – in orde te stellen met de Tunnelveiligheidsrichtlijn. Die twee elementen waren opgenomen in één subsidieaanvraag. We kregen daarvoor 1,3 miljoen euro cofinanciering, zoals ook was gevraagd. Het gaat om 50 procent van de totale kostprijs. Voor de volledigheid: het maximale Europese subsidiebedrag is 40 procent voor werken en 50 procent voor studies.
Een ander project in het kader van Intelligente Transportsystemen (ITS) is het project Arc Atlantic, dat door liefst zes Europese lidstaten is ingediend. Het heeft de bedoeling om ITS-diensten op de Northsea Mediterranean Corridor en de Atlantic Corridor in te zetten. We hadden daarvoor 1,8 miljoen euro cofinanciering gevraagd, wat goed zou zijn voor 20 procent van de kostprijs. Het gevraagde bedrag is volledig toegekend. Een ander ITS-project gaat over het European ITS Platform, wat door 15 Europese lidstaten is ingediend. Het is de bedoeling om een platform te creëren om de kennis tussen alle Europese lidstaten uit te wisselen. We hadden 95.000 euro gevraagd, wat 50 procent van de kostprijs is, en ook dat bedrag is toegekend. Een laatste ITS-project is Digicor, over integrale sturing dankzij data-uitwisseling tussen vrachtwagens. We hadden 424.000 euro gevraagd, maar dat project is niet geselecteerd.
Drie van de zes ingediende private projecten zijn goedgekeurd. Enkele zijn interessant. Eentje gaat over de aanleg van drie beveiligde parkings, twee in Nazareth en één in Kalken. Total is de projectpromotor. Men vroeg 810.000 euro, en die is ook toegekend. Een ander project betreft de bouw van een LNG-CNG-tankstation in Brucargo en een LNG-stankstation in Hoboken. Drive Systems, dat ongeveer 1,5 miljoen euro had gevraagd, was de projectpromotor. Het geld is toegekend. Het project kost in totaal 3 miljoen euro. Met het oog op duurzame aandrijvingen is dit een belangrijke toekenning. Inzake Motorways of the Sea zijn er enkele projecten ingediend. Het goedgekeurde project betreft de Biscaylijn, en heeft te maken met de vergroening van het maritiem transport om de uitstoot van boten te zuiveren en de efficiëntie van de havens te verhogen. De rederij Finnlines was de projectpromotor, met als Vlaamse partners Antwerp Euroterminal en het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. Er was 4.780.000 euro gevraagd, en 4.730.000 euro is toegekend. Drie van de zes projecten zijn niet toegekend: een multimodale terminal aan het Kluizendok in Gent en twee projecten voor Motorways of the Sea in de Baltische Zee en de Noordzee.
De heer Maertens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, ik dank u voor het omstandig antwoord. Er is goed nieuws: die 275 miljoen euro is een aanzienlijk bedrag, ook voor de Vlaamse Regering. Ik ben zeer tevreden dat het zal zorgen voor een versnelling van de projecten met betrekking tot de binnenvaart. Ik denk dat we met volle overtuiging geloven in de toekomst van transport via het water in het algemeen en de binnenvaart in het bijzonder. Dat moet de toekomst zijn, in Vlaanderen en in Europa. U weet dat ik uit een wegtransportdynastie kom, maar ik geloof in de binnenvaart. Zo halen we vrachtwagens van de weg, en zo zorgen we voor minder files en sparen we onze weginfrastructuur. Het is goed voor de mensen én voor het milieu. Ik ben ook zeer tevreden dat projecten die in de sector zullen zorgen voor innovatie, zoals RIS en Watertruck Plus, worden gecofinancierd.
Er is ook de studie voor de IJzeren Rijn, die toch een belangrijke verbinding in Europa kan gaan betekenen, via het spoor dan. Ik ben zeer tevreden met die 275 miljoen euro. Minister, we houden u aan uw woord als u zegt dat die subsidies een versnelling van de projecten zullen inhouden. Ik denk dat we daar allemaal tevreden mee kunnen zijn.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Vorige week hebt u inderdaad over de sluis al goede signalen gegeven. Ik wil dat nogmaals kracht bijzetten. Ik ben ervan overtuigd dat we samen de timing verder bewaken en verder kunnen realiseren, om samen in 2017 de eerste spadesteek te kunnen doen. Ik kan u zeggen dat de bedrijven vandaag al investeringen doen met het oog op de komst van die sluis. U weet dat ook. Ik weet dat u daar ten zeerste mee bent begaan. Voor de voordeur en de achterdeur zijn dat 60.000 jobs. We kunnen die nieuwe investeringen aantrekken en kunnen daarbovenop ook nieuwe jobs gaan creëren. Dat perspectief is dus zeer belangrijk. Men moet dat goed voor ogen houden. Laten we daar inderdaad, samen met alle betrokken partners over de grenzen heen, verder krachtdadig werk van maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.