Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de uitvoering van de noodzakelijke waterbeheersingswerken op de Dender
Vraag om uitleg over de waterbeheersingswerken aan de Dender
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, een collega van mijn fractie vertelde onlangs de anekdote dat er een nogal complex dossier aan bod kwam in deze commissie. Een van uw eerste reacties was: “Oh boy, ben ik daar ook politiek voor verantwoordelijk?”. Misschien zou die uitspraak ook wel eens kunnen gelden voor het dossier van deze vraag om uitleg, namelijk de waterbeheersingswerken aan de Dender.
In januari 2014 vond een actualiteitsdebat plaats over de noodzaak van waterbeheersingswerken aan de Dender. Deze werken waren aangekondigd maar er gebeurde weinig of niets in de praktijk. Over deze werken werd al zeer lang gecommuniceerd, zo kondigde in januari 2011 toenmalig minister Crevits in het parlement aan dat een jaar later – dus in 2012 – de stuwen zouden worden vernieuwd. Dat is niet gebeurd. Die spijtige vaststelling hebben we in de vorige legislatuur een paar keer moeten doen.
Het actualiteitsdebat werd verder gevoed door beelden die iedereen zich nog wel zal herinneren, van de fameuze zandzakjes die werden gelegd als voorlopige dijk. Meer dan een jaar later, een paar weken geleden, is opnieuw een reportage uitgezonden. Er blijkt op het terrein weinig veranderd te zijn, de dijk is er nog altijd niet en de zandzakjes nog slechts een beetje. Dat was geen prettig zicht.
Burgemeesters uit de regio klagen de tergende traagheid al enkele jaren aan. U hebt daar in het journaal op gereageerd dat u die frustratie eigenlijk wel wat deelt. Die burgemeesters en de bevolking zijn bezorgd naar aanleiding van de grote wateroverlast in november 2010. Ik denk dat heel het land toen is opgeschrokken van de impact van overstromingen en onvoldoende aandacht voor waterbeleid. Er was grote menselijke en materiële schade.
Tijdens het actualiteitsdebat werd opnieuw beloofd dat na enkele maanden de werken zouden worden aangevat. Opnieuw is er weinig zichtbaar op het terrein. Minister, wanneer worden de intussen legendarische stuwen en sluizen vervangen? Wanneer worden de geplande dijken geplaatst? Zijn alle noodzakelijke budgetten beschikbaar?
Er wordt meestal gefocust op die stuwen en sluizen, maar het gaat natuurlijk over veel meer dan dat. Op 25 mei 2012 keurde de regering een conceptnota goed over de aanpak wateroverlast in het Denderbekken, samen met twee uitgebreide actielijsten. Een jaar geleden was het merendeel van deze actiepunten nog in studiefase. Hoever staat het met de uitvoering van de actielijsten? Vooral, hoe staat het met de eerste actielijst, want dat waren de maatregelen op korte termijn? Hoe zit het met de budgetten voor al die aangekondigde projecten in die actielijsten?
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, als Denderbewoner ben ik blij met de interesse hier voor onze regio. Het is een prachtige rivier, ik heb er gisteren nog langs gefietst. U mag altijd meefietsen. U mag dan mijn wiel nemen, minister.
Ik wil de hele geschiedenis van het Denderbekken niet opnieuw uit de doeken doen. Zoals reeds is aangehaald, is dit gebied met ernstige overstromingen geconfronteerd.
Ik wil verwijzen naar een aantal elementen van de parlementaire werkzaamheden. Op 17 november 2010 is een actualiteitsdebat gehouden. Ik was toen nog geen Vlaams volksvertegenwoordiger. Op 7 juli 2011 is een resolutie goedgekeurd. Op 25 juni 2013 hebben een aantal Vlaamse volksvertegenwoordigers, waaronder ikzelf, vragen om uitleg gesteld. Op 5 januari 2014 is een actualiteitsdebat gehouden.
Er is hier al heel wat aandacht aan de Dender geschonken. Ik ben daar blij om. Wat de noodzakelijke waterbeheersingswerken betreft, zitten we daar met een historische achterstand. De zichtbare aanpassingen blijven op dit ogenblik nog uit. De bevolking wil natuurlijk aanpassingen zien. Ze willen een spade in de grond zien gaan en zien dat er werkelijk wordt gewerkt.
Er wordt wel eens geopperd dat er nog helemaal niets is gebeurd. Dat is ook niet correct. Er zijn, bijvoorbeeld, nieuwe stuwen gekomen. Die stuwen vormen slechts een onderdeel van de waterbeheersing en zullen het probleem niet volledig oplossen. Het gaat om een belangrijk onderdeel, maar dit is zeker en vast niet voldoende. Vooral in de streek rond Geraardsbergen zijn ook gecontroleerde overstromingsgebieden aangelegd. Ik wil dat niet allemaal opsommen. De aanpassingswerken omvatten ook de hermeandering van de Marke, een zijrivier die belangrijk is voor het gedeelte van Vlaams-Brabant dat ook dreigde te overstromen. In verband met de werken zijn diverse studies en onderzoeken gestart.
Hoewel ik het niet altijd met deze organisatie eens ben, moet ik zeggen dat de nv Waterwegen en Zeekanaal tijdens de informatievergaderingen in Aalst, Geraardsbergen en Lebbeke alle vragen van de bewoners heeft beantwoord en plannen heeft getoond. Hieruit is duidelijk gebleken hoe de nv Waterwegen en Zeekanaal het allemaal ziet. Dat is een pluim waard.
De wil en de plannen om de waterbeheersingswerken zo snel mogelijk aan te vatten, blijven overeind. Er is een verschil vastgesteld tussen de inspanningen die in Wallonië en in Vlaanderen tot nu toe zijn geleverd. In Wallonië is de ruimtelijke beschikbaarheid echter anders dan in Vlaanderen. Daar moeten we eerlijk over zijn. Dat geldt ook voor de berging van slib. Zeker langs de Dender is er langs Vlaamse zijde heel wat bebouwing. Over de taalgrens is er meer open ruimte en zijn er minder mogelijkheden op conflicten met of bezwaren van bewoners.
Als ik het goed heb begrepen, is de bouwvergunning voor de werken in Aalst afgeleverd. In Geraardsbergen moet ook een voetweg worden verlegd. Hiervoor moet advies worden ingewonnen en goedkeuring van de bestendige deputatie worden verkregen. Hierdoor loopt het op die plaats wat achter. Voor Idegem en Pollare moeten de studies nog starten. Die stuwen zijn echter minder complex. De rest kan moeilijker worden aangevat.
Minister, aangezien dit in de regio zeer sterk leeft, zou ik u een aantal vragen willen stellen. Wat is volgens u de belangrijkste reden voor de vertraging van de renovatie en de vervanging van de stuwen? Welk realistisch tijdspad wilt u naar voren schuiven om de stuwen aan de Dender aan te passen? Hoe zult u ervoor zorgen dat de aanpassingen van de verschillende stuwen op elkaar worden afgestemd? We weten dat de werken pas hun volledig effect zullen hebben zodra de stuwen allemaal zijn vernieuwd. Welke andere acties kunt u oplijsten om de weerbaarheid tegen potentiële wateroverlast in de regio te vergroten?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, tijdens de vorige legislatuur hebben we twee pittige actualiteitsdebatten over dit thema gehouden. Het eerste debat is er gekomen naar aanleiding van de overstromingen die in 2010 hebben plaatsgevonden. Toen zijn vooral Henegouwen en Oost-Vlaanderen getroffen maar ook de provincie Vlaams-Brabant heeft toen in de klappen gedeeld.
Het Dendergebied was de zwaarst getroffen streek. Verschillende gemeenten en provincies hebben het rampenplan moeten afkondigen. De provinciegouverneurs, de burgemeesters, het leger, de brandweer en vele politiediensten zijn ingeschakeld om de slachtoffers te helpen. De mensen stonden letterlijk met hun schoenen in het water. Die beelden staan in ons geheugen gegrift.
Minister, tijdens het actualiteitsdebat heeft Open Vld duidelijk gevraagd dringend werk te maken van de investeringen in en de vernieuwingen van de stuwen van de Dender. Uw voorgangster heeft verklaard dat het tempo van Wallonië moest worden bijgehouden. Indien Wallonië alle stuwen zou vernieuwen en automatiseren en Vlaanderen dat niet zou doen, zou dit voor Vlaanderen slecht uitpakken. Uw voorgangster heeft toen ook verklaard dat ze erover zou waken dat goed zou worden samengewerkt en dat alles in de buurt van de Dender tot een goed einde zou komen. Dat was de oplossing die de Vlaamse Regering toen beloofde.
In navolging van het in 2010 gehouden actualiteitsdebat heeft het Vlaams Parlement een verenigde commissie Wateroverlast opgericht. Dat heeft geresulteerd in de resolutie waar de heer Sanctorum net naar heeft verwezen. Deze goede resolutie met allerlei te realiseren punten is toen door de toenmalige meerderheidspartijen en door de toenmalige oppositiepartij Open Vld ondertekend.
Slechts drie jaar na de grote overstromingen in 2010 was het opnieuw zover. In januari 2014 stonden we opnieuw met onze voeten in het water. De zandzakjes staan nog in ons geheugen gegrift. Dat waren zeer pijnlijke gebeurtenissen.
Tijdens een actualiteitsdebat heeft toenmalig minister van Openbare Werken Crevits verklaard dat bepaalde procedures moesten worden doorlopen. Haar argumenten waren niet echt overtuigend. In Wallonië is de overheid daar immers wel in geslaagd. Daar zijn recent veel persberichten over verschenen. In Wallonië staat een mooie dijk.
Ik ben tijdens dat laatste actualiteitsdebat zeer kritisch geweest. Ik heb toen verklaard dat er enkel studies, studies en nog eens studies waren. Er waren nog geen concrete maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat er bij dezelfde regenval als in 2010 minder wateroverlast zou zijn.
Ik wil benadrukken dat er wel concrete stappen werden gezet. Er zijn effectief dingen die in de resolutie werden gevraagd, verwezenlijkt, zoals de informatieplicht in de vastgoedaktes. Maar wat mij betreft, zijn er te weinig concrete maatregelen op het terrein.
Even ter opfrissing: wat stond er in de voortgangsrapportage over de Dender van september 2012? Voortraject herbouw stuwsluizen Aalst en Geraardsbergen achter de rug; aanbesteding eerste fase uitvoering volgt erop. Wat stond er in de rapportage in de commissie van november 2011? Opnieuw: voortraject herbouw stuwsluizen is lopende; vanaf 2014 zou de uitvoering volgen.
In november 2014 hadden we de laatste commissievergadering met een voortgangsrapportage. Dat ging over de rapportering van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW), daterende van juli 2014. Daar stond zeer positief nieuws in, namelijk dat de werken voor de realisatie van de nieuwe stuwen zouden starten in 2014. Uiteraard waren we toen zeer tevreden, tot op het moment dat we de persberichten zagen in mei 2015.
Minister, we hebben uiteraard veel hoop dat deze legislatuur er veel zal verbeteren. Ik wil aansluitend bij de vorige vraagstellers, graag enkele bijkomende vragen stellen. Staat u achter de versnelling van de realisatie van de reeds geplande en nog te plannen investeringen? Ik zou heel graag in detail van u vernemen wat de precieze oorzaken zijn van de vertraging in de werken? Worden er tijdelijke noodmaatregelen getroffen of andere creatieve oplossingen onderzocht? Bent u bereid om grotere transparantie inzake gegevens te verzekeren, correcte informatie te verstrekken en geloofwaardige communicatie te voeren over de problematiek, de gekozen oplossingen en de stand van zaken, zodat de argwaan en de twijfels bij de bevolking en de lokale mandatarissen worden weggenomen?
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, dit is een bijzonder ernstige situatie. Ik heb dat zelf mogen aanzien. Het is toch wel heel tragisch. Ik ben daar vorig jaar geweest. Het is een zeer triestige aangelegenheid. Ik ben ook een kilometer verder gegaan, naar Lessines. Daar zie je fantastisch uitgebouwde voorzieningen, dat moeten we toch wel erkennen. Het is frappant dat Vlaanderen blijkbaar vastzit in procedures en getalm. Dat er niets gebeurt, is wat veel gezegd, maar er gebeurt wel weinig wat concrete realisaties betreft. In tegenstelling tot Lessines, waar mooie voorzieningen zijn, moeten wij het stellen met zandzakjes. Ik vind dat een pijnlijke situatie.
Minister, u hebt op een schriftelijke vraag van mij geantwoord dat de werken in 2020 afgewerkt zouden zijn. Dat is nog een tijdje, maar het biedt toch al een perspectief. In die zin wilde ik vragen welke lessen we kunnen trekken uit het feit dat het Waalse Gewest sneller werkt dan Vlaanderen? Het is frappant dat Wallonië sneller en efficiënter werkt dan ons Vlaanderen.
Minister Weyts heeft het woord.
Misschien eerst de feiten. Nog een kleine nuance. Er werd gezegd dat in Wallonië alles al geregeld is, maar er moeten op Waals grondgebied nog twee stuwen worden vernieuwd, die van Deux-Acren en die van Papignies. De stuw van Papignies moet operationeel zijn tegen eind 2016. Daarna komt pas de stuw van Deux-Acren. Het is dus niet echt correct om te stellen dat alle stuwen aan Waalse kant volgend jaar operationeel zullen zijn.
Anderzijds is enige nuance op zijn plaats wanneer men zegt dat er aan Vlaamse kant nog geen stuwen zijn aangepakt. Waterwegen en Zeekanaal is wel degelijk bezig, hetzij op het terrein, hetzij aan de tekentafel, hetzij met procedures. Ik zal trachten te duiden aan de hand van de acties die vermeld worden in de conceptnota, waar we vandaag staan en wat het perspectief is in de toekomst.
Wat is reeds uitgevoerd? Dat is ten eerste het plaatsen van waterkeringen. Eind 2012 werden de bestaande stootbanden, ook New Jerseys genoemd, in Pamel, Geraardsbergen en Ninove geplaatst en/of verhoogd. In de praktijk betekent dat een verhoging van de waterkering, dus een verhoogde bescherming.
In 2012 is ook een nieuwe gravitaire ontwateringsconstructie gebouwd voor het reeds bestaande Denderbellebroek, waardoor een snellere evacuatie van het gebufferde water gerealiseerd kan worden ten opzichte van het gebruik van pompen. Het gaat hem over het bufferen van water uit de Dender, dat aanvankelijk naar de Zeeschelde gepompt werd, maar waarvan in geval van nood de capaciteit niet voldeed. Daarom heeft men dus een gravitaire ontwateringsconstructie gebouwd, wat gewoon wil zeggen dat men gebruik maakt van de zwaartekracht. Bij hoog water konden de pompen niet volgen. Er is op dat vlak dus ook een oplossing gevonden.
Nog in 2012 was er de renovatie van de Zwarte Hoekbrug te Aalst. Verder verwijs ik naar het optimaliseren en verder uitbouwen van overstromingsvoorspellingstools. Op de website www.waterinfo.be, die begin vorig jaar gelanceerd is, kan iedereen terecht voor voorspellingen en allerhande info omtrent hulpdiensten, overstromingsrisico’s, getijden, neerslag en droogte.
Wat is de stand van zaken van de andere acties? Dat hebben we natuurlijk ook opgenomen met Waterwegen en Zeekanaal (W&Z). We hebben de ambitie om tegen 2020 alle stuwen vernieuwd te hebben. Aangezien de doorlooptijd van de verschillende projecten niet dezelfde is, is het zaak geweest om met de moeilijkste en complexe projecten te kunnen starten. En dat zijn Aalst en Geraardsbergen. Er is dus voor gekozen om meteen de moeilijkste aan te pakken, om vervolgens gemakkelijker te kunnen werken. Natuurlijk heeft men in de tussentijd niet stilgezeten en zijn er ook studietrajecten voor andere stuwen gestart. Die aanpak liet overigens ook toe om de inzet van middelen zowel budgettair als wat betreft de personeelscapaciteit beter te doseren.
De complexiteit van de dossiers heeft tot gevolg dat de verschillende wettelijk te volgen procedures lange doorlooptijden kennen: de milieueffectenrapportering (MER), het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), de stedenbouwkundige vergunning en ga zo maar door. Dat zijn procedures die we met zijn allen in dit parlement hebben goedgekeurd. De bezorgdheid op het gebied van onroerend erfgoed en participatie heeft niet enkel een effect op de lengte van de doorlooptijd van het project, maar ook op de kostprijs.
Als u mij vraagt wat het belangrijkste probleem is, zijn dat dus alle procedures die we moeten doorlopen en vervolgens de vergunningen die verleend en in sommige gevallen aangevochten worden, in sommige gevallen ook met een positief resultaat, toch in hoofde van de verzoeker.
Laat ik nu ingaan op de verschillende acties. De stuw van Geraardsbergen heeft vertraging opgelopen, ten eerste doordat de stuw en de sluis erkend zijn als beschermd monument. Aanvankelijk had men het idee om gewoon te kunnen starten met de bouw van een nieuw kunstwerk, nu moet men de huidige sluis ombouwen tot een soort noodstuw om verder te kunnen werken en dat beschermde monument te kunnen behouden. Dat gecombineerd met het feit dat het hier over een waterbouwkundige infrastructuur handelt die bij wassend water moet kunnen weerstaan aan zeer grote krachten, maakt alles nogal delicaat.
Ten tweede diende de eerste MER-procedure te worden stopgezet. Aanvankelijk verkeerde men namelijk in de veronderstelling dat geen rekening diende te worden gehouden met de grensoverschrijdende aspecten. In de loop van de eerste MER-procedure heeft men vanuit de dienst MER echter gesteld dat het proces opnieuw diende te worden opgestart, rekening houdend met de grensoverschrijdende aspecten, met vertraging tot gevolg.
Eind 2014 werd dan effectief gestart met de werken aan de noodstuw aan het stuw- en sluizencomplex van Geraardsbergen. Die noodstuw moet zorgen voor extra veiligheid op het vlak van waterbeheersing tijdens de bouwwerken. De project-MER werd intussen goedgekeurd en de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning wordt verwacht tegen de zomer van 2015. Dan kan gestart worden met de werken op het terrein.
Dan is er ook nog de betrokkenheid van provincies en lokale besturen, want er is ook de problematiek van de aanliggende voetweg, waarover de lokale overheid eerst duidelijkheid wil.
Voor de stuwsluis van Aalst is de tijdshorizon voor de afwerking 2019. De combinatie van het verplaatsen van de stuwsluis – waarvan W&Z de trekker is – met de uitbreiding van het stadspark – daar is de stad Aalst trekker – is logisch, maar ook weer complex in de verschillende procedures. Er was ook de opmaak van een RUP nodig in functie van de aanleg van de omgeving, en dus ook, in afgeleide daarvan, een plan-MER. Daar zitten we dus opnieuw met de procedures.
Het archeologisch vooronderzoek is ondertussen gevoerd. De voorbereidende werken kunnen nu voortgezet worden. De uitvoering van de bouwkuip is gepland vanaf medio 2015.
Aalst en Geraardsbergen zullen trouwens ook de eerste projecten zijn die gerealiseerd zullen worden met een klepbalgstuw. Dat is een nieuwe techniek. Eenvoudig uitgelegd komt het hierop neer: er worden platen op de bodem gelegd, waaronder een soort blaasbalg wordt gemonteerd. Als dat noodzakelijk is, wordt die blaasbalg opgeblazen, waardoor de platen omhoogkomen. Dat is in een notendop de werking van zo’n klepbalgstuw.
Voor de stuw van Denderbelle, als onderdeel van de opwaardering van de Dender en het traject Aalst-Dendermonde voor schepen van 1350 ton, staat de start van de werken gepland vanaf 2018. De project-MER-procedure is nu al opgestart, in maart 2015. We verwachten een doorlooptijd van één jaar voor die MER-procedure.
Voor de stuw van Teralfene in Affligem in Vlaams-Brabant en de stuw van Denderleeuw in Oost-Vlaanderen starten volgens de huidige inzichten de werken in 2017. Dat project zit momenteel in studiefase, samen met de studie van de afschaffing van de stuw en sluis in Teralfene en de aanpassingswerken aan het pand Denderleeuw-Teralfene. Voor de sluis wordt zeer specifiek onderzocht wat budgettair het meest interessant is, renovatie of nieuwbouw.
De studie voor de vernieuwing van de stuwen in Idegem en Pollare moeten we nog inplannen. Volgens de huidige inzichten zal de start der werken gebeuren na 2018. De studies dienen nog te worden opgestart. Maar het zou gaan om minder complexe werken. Het is niet in stedelijk gebied, er is voldoende ruimte om te bouwen. Allerhande beperkingen bij andere complexen zoals in Aalst zijn hier niet.
Het verhogen van dijken en het aanleggen van bijkomende overstromingsgebieden in Overboelare is hier ook al vermeld. Volgens de huidige planning zijn er in mei 2016 uitgewerkte realistische, gedragen scenario’s voor het verminderen van de risico’s tegen overstroming te Overboelare en een goedgekeurd project-MER voor zowel de regularisatie van de bestaande toestand, want er zijn niet-vergunde ingrepen gebeurd in het verleden die moeten worden geregulariseerd, als voor de nieuwe ingrepen. Daarna kan de stedenbouwkundige vergunningsaanvraag worden ingediend.
Tegen dan is er hopelijk draagvlak opgebouwd bij alle stakeholders, want we vinden het met z’n allen belangrijke infrastructuurwerken, maar toch niet volledig met z’n allen. Er is al eens een vergunning verleend, die vervolgens met succes is aangevochten door een actiegroep. Een milieugroep is erin geslaagd om die vergunning te laten vernietigen. U hebt het over oponthoud en vergelijkt met Wallonië. In Wallonië zijn dijkverhogingen gebeurd zonder vergunning. Dat is ook een methodiek. In Vlaanderen moet er eerst een hele procedure worden doorlopen. Dan wordt een vergunning verleend. Vervolgens wordt die aangevochten en vernietigd, en dan moet je herbeginnen.
Ik ga over tot de opmaak van de schadekaart voor de Dender en het opstellen van het waterbeheersingsplan van de Dender. Het proces inzake de opmaak van het overstromingsrisicobeheerplan (ORBP) voor de Dender en van de strategische visie Denderbekken met focus op de wateroverlast is lopende. Dat is een meer omvattend plan, om de wateroverlast te beperken volgens de 3P-strategie: protectie, preventie en paraatheid. Deze maatregelen hebben niet enkel betrekking op W&Z, maar ook op gemeenten, steden en burgers. Het is een ruimer verhaal. Daarom worden de studieresultaten via een maatschappelijk debat afgetoetst. We zijn bezig met de voorbereiding van die aanpak, met de bedoeling om resultaten te boeken in 2016.
Het objectief van W&Z blijft om al de stuwen op de Dender vernieuwd te hebben in 2020. Ik zal erop toezien dat de nodige voortgang wordt bewerkstelligd. De overheid heeft al 17 miljoen euro besteed enkel aan het Denderbekken, de stuwen en de dijkverhoging. Er is naar schatting nog 50 miljoen euro nodig. Daarin zullen we inderdaad in de begroting moeten voorzien. Gelet op de hoogdringendheid en de algemene brede vraag naar realisatie moeten we dat gewoon doen. En we zullen dat dus ook doen.
Van mij mag het allemaal sneller gaan, maar we zitten nu eenmaal met die procedures. Ik tracht zo snel te gaan als procedureel mogelijk.
Er werd gevraagd naar een vergelijking met Wallonië. Ik heb u geen vergelijking gegeven. In Wallonië heeft men ook al de ‘permis unique’, de geïntegreerde vergunning, die bij ons omgevingsvergunning heet. Dat zijn allemaal aspecten die gelden.
Tot slot, er is niet alleen het bestaan van onze procedures en vergunning, maar ook de rigide toepassing. We moeten erkennen dat we dat in Vlaanderen veel rigider toepassen, met oog voor alle aspecten, inclusief erfgoed. Ik heb verwezen naar Geraardsbergen. Er is dus niet alleen het gegeven dat we zoveel procedures hebben, maar ook dat we ze in extenso toepassen en dan ook nog eens rigide toezien op de correcte naleving ervan. ‘Elk nadeel heb zijn voordeel’ speelt ook in dezen. Het is alleszins nadelig voor de snelheid in de aanpak van een en ander.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Uw voorganger, minister Crevits, heeft eigenlijk geluk dat ze uw bevoegdheid niet meer heeft. Om eerlijk te zijn: ik denk dat ze zou worden overladen met pek en veren na alle uitspraken in het verleden. Ik voel, over grenzen van meerderheid en oppositie heen, een grote frustratie over het feit dat er beloftes zijn gedaan die niet werden nagekomen.
U hebt het dossier geërfd. Ik apprecieer dat u een duidelijke timing, duidelijk traject hebt uitgelegd, omdat we u dan ook kunnen aanspreken op die data. Dat zullen we uiteraard ook doen.
Ik heb de twee actielijsten niet fysiek bij, maar ik denk dat er nog heel wat andere zaken op stonden, ook wat kleinere dingen, zoals waterkering. Misschien moet dat hier niet in detail worden uitgelegd en kunt u het nadien overmaken aan de leden van de commissie. Het is telkens een vrij lange lijst. We willen graag exact weten wat wel en wat niet werd gerealiseerd.
Tijdens het actualiteitsdebat anderhalf jaar geleden was mijn laatste boodschap: “Minister, wek opnieuw vertrouwen.” Ik zou die boodschap willen herhalen ten aanzien van u. Wek opnieuw vertrouwen in dat Denderbekken. Als je de verslagen – die publiek zijn – leest van het bekkenbureau van het Denderbekken, zie je heel veel frustratie bij burgemeesters, bij de lokale mensen. Ik heb begrepen dat de heer De Padt een tijdje geleden opnieuw een brief heeft gestuurd. Het blijft een sfeer van ongenoegen. Ik hoop dat u met die mensen aan tafel zit en opnieuw vertrouwen kunt wekken.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik zou graag hebben dat u het kort houdt, want we hadden afgesproken om tijdig af te ronden.
Voorzitter, het is een belangrijk onderwerp, dus ik zou toch graag iets zeggen over die lokale bewindslieden. Sommige mensen die nu de trom roeren, hebben vroeger nationale verantwoordelijkheid gedragen. Het feit dat de Dender een historische achtergrond heeft, is niet de fout van deze huidige Vlaamse Regering. Het gaat over een aantal zaken.
Ook lokale besturen kunnen maatregelen nemen tegen waterbeheersing. We vergeten dat soms. Dat element speelt toch ook mee.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord. De Vlaamse Regering trekt 50 miljoen euro uit om alles te realiseren wat de sluizen en stuwen betreft. De wil is dus aanwezig.
De heer Sanctorum heeft het over vertrouwen. Het feit dat bijna alle bewoners rond de Dender gecontacteerd zijn, dat er een site is, dat er kranten zijn uitgegeven waarin duidelijk staat wat er zal gebeuren, geeft toch al heel wat transparantie voor de burger. We zijn er nog dus altijd niet, maar ik zie wel een duidelijke wil om er te komen.
Als we die plannen zien, merken we wel degelijk dat dit waterbeheersingswerken zijn. Maar tegelijk kan het een trigger zijn voor Aalst en Geraardsbergen om ook iets te doen aan de omgeving rond de huidige stuwen en sluizen, want die is toe aan vernieuwing. Ik denk dat dat er nu op het terrein zal komen en dat die besturen zich daarbij aansluiten. Ik hoop dat een stad als Geraardsbergen dat zal aangrijpen om andere elementen te realiseren die gepaard gaan met die waterbeheersingswerken.
Wordt in ieder geval vervolgd.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, ook ik zal het kort houden.
Minister, ik ben tevreden met uw antwoord in de zin dat u zegt dat u zult waken over de voortgang van de werken. Er rust inderdaad een serieuze verantwoordelijkheid op uw schouders. U bent zich daar wel van bewust. Er werden in het verleden beloftes gedaan die niet werden waargemaakt. Wij hopen dat die beloftes wel zullen worden waargemaakt door deze nieuwe regering.
Ik wil ook benadrukken dat er een transparante communicatie moet zijn, naar ons toe, maar uiteraard ook naar de lokale besturen en de getroffen inwoners. Dat was ook een van mijn vraagstellingen.
Minister Schauvliege heeft zich geëngageerd om jaarlijks een voortgangsrapportage te geven in de commissie. Ik zou u willen vragen om hetzelfde te doen. U hebt zelf gezegd dat u er toch over zult waken. Het zou dan ook fijn zijn indien wij een voortgangsrapportage kunnen krijgen zonder dat wij daarnaar moeten vragen.
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, ik zou u willen wijzen op de mail van gisteren waarin staat dat de vergadering tot uiterlijk 19 uur zou duren.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.