Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Soete heeft het woord.
Minister, in 2014 draaide de Belgische muziekmarkt een totale omzet van bijna 105 miljoen euro. Deze cijfers werden bekendgemaakt door de sectorvereniging Belgian Entertainment Association (BEA). Sommigen zullen dit een aanzienlijk bedrag vinden, maar in vergelijking met het jaar ervoor betekent dit een daling met niet minder dan 19 procent. De laatste jaren kende de muzieksector verschillende dalingen, maar toch is deze de ergste dip die men ooit in ons land heeft meegemaakt. De grote verantwoordelijke voor die sterke daling is de enorm krimpende verkoop van fysieke muziekdragers. De verkoop van cd’s loopt al jaren terug. Het is nog steeds de belangrijkste inkomstenbron, maar vorig jaar kende men in termen van omzet een daling met 27 procent. Dat was een zware klap omdat de sector zelf geen rekening hield met een dergelijke sterke daling.
Dat heeft ook gevolgen voor de artiesten en voor de concertorganisatoren en muziekclubs. Als artiesten geen cd’s meer verkopen, vragen ze grotere uitkoopsommen om de dalende muziekverkoop te compenseren. Organisatoren en muziekclubs klagen dat ze nog weinig grote namen kunnen betalen.
De hoop op compensatie van de terugloop in de verkoop had men vooral gevestigd op de inkomsten vanuit de digitale verkoop. Spijtig genoeg merkt de sector in 2014 ook een daling in de online verkoop met 3,3 procent. Er werden 10,6 procent minder albums en 15 procent minder single tracks gedownload. Op mondiaal niveau loopt die daling in de betalende downloads parallel met de opkomst van streaming. In België is er weliswaar een groei, maar die ligt lager dan in Scandinavische landen of Nederland.
Naar aanleiding van die voor de muzieksector teleurstellende cijfers stelde Olivier Maeterlinck, de algemeen directeur van BEA, namens deze sectorvereniging dat het noodzakelijk is dat de overheid een context creëert waarbij het als niet meer dan normaal zou worden gevonden om voor muziek te betalen. Het illegaal downloaden zou moeten worden bemoeilijkt en er zou aan bewustwording moeten worden gedaan tegen dat illegaal downloaden. Daarvoor is het misschien al veel te laat, want men is daar al veel te lang mee bezig. BEA vraagt verder ook ondersteunende initiatieven van de overheid. Ze pleit ook voor een systeem van belastingkredieten en vraagt op Vlaams niveau de oprichting van een muziekfonds.
Minister, in uw beleidsnota Cultuur stelt u dat de muzieksector een specifiek beleid met specifieke beleidsaccenten vraagt. Erkent u dat de muzieksector zich momenteel in zeer moeilijk vaarwater bevindt? Hebt u reeds een visie kunnen ontwikkelen met betrekking tot de specifieke beleidsaccenten voor de muzieksector? Zo ja, kunt u die toelichten? Zijn er specifieke elementen met betrekking tot de muzieksector waarover u met uw federale collega’s wilt overleggen?
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, de vraag van mevrouw Soete lijkt me terecht. De krimp van de Belgische muziekmarkt komt wel voornamelijk door de krimp in de verkoop van cd’s, die niet wordt gecompenseerd, denk ik, door het gebruik van nieuwe manieren van het luisteren naar en/of kopen van muziek. Het gebruik van streaming groeit sterker dan de voorgaande jaren, maar zoals mevrouw Soete aanhaalde, groeit het trager dan in, bijvoorbeeld, Nederland of Noorwegen. Dat lijkt me echter eigenlijk niet zo’n verrassing: nieuwe technologieën worden hier wel vaker met een beetje vertraging opgenomen en worden wel vaker vertraagd populair. Ik vraag me dus eigenlijk ook af of de invloed van het beleid in Nederland niet wat wordt overschat. Aan de ene kant heb je daar consumenten die sneller nieuwe dingen uitproberen, waarbij die dingen ook natuurlijker sneller lijken aan te slaan. Aan de andere kant is er in Nederland ook een aanbod van streamingdiensten, bijvoorbeeld bij internetproviders. Dat was hier destijds ook zo. Het toenmalige Belgacom gaf zo’n mogelijkheid aan zijn klanten, maar dat werd na ongeveer twee jaar afgevoerd. In Nederland daalt de omzet van de muzieksector trouwens ook. Ingrijpen in de muzieksector is volgens mij dus niet zo evident, of minder evident dan voor andere aspecten van de cultuursector, net aangezien men zich toch heel dicht bij de commerciële sector bevindt. Ik vraag me dus af wat we eigenlijk zelf kunnen doen in dezen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Eigenlijk is de crash van de muziekindustrie gestart op het moment dat mp3 is uitgevonden, in het begin van de jaren 2000. Die evolutie is er natuurlijk wereldwijd. Het probleem is zeker niet alleen voor België. In het begin heeft de muzieksector, namelijk de voorloper van BEA, de International Federation of the Phonographic Industry (IFPI), vrij defensief gereageerd. In plaats van een kans te maken van de bedreiging, heeft men lang gewacht met het ontwikkelen van modellen die dit konden tegengaan, via online streamingdiensten. Ondertussen is er wel een aanbod, maar vooral in de geesten van jongeren is er niet meer het besef dat muziek iets is waarvoor je moet betalen. Die evidentie van betalen voor muziek is bij jongeren gewoon weg. Studenten vinden het normaal dat ze online alles gratis vinden.
Minister, de noodkreet van BEA is terecht. Ik onderstreep die. Uw schouders zijn echter ook niet zo breed dat u heel het probleem van de muziekindustrie zult kunnen oplossen. Wat de vraag naar een fonds betreft, ik denk dat dit kan worden bekeken. Waarop Vlaanderen wel zou kunnen inzetten, is het bewust maken van mensen van het feit dat muziekmakers, artiesten ook mensen zijn die een inkomen moeten hebben, dat muziek niet gratis is. Wat dat betreft, heb u alvast mooie kansen om te werken.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Ik sluit me aan bij de collega’s. De problematiek lijkt me voldoende duidelijk geschetst. Minister, ik kijk ook vooral uit naar uw reactie op de vraag naar een muziekfonds. Dat is geen nieuw idee. Het is een idee dat mijn fractie in de vorige legislatuur ook al eens op tafel heeft gelegd, om dat eens te kunnen bekijken. Ik denk dat er ook wel wat parallellen te trekken zijn met de letteren. Hoe staat u daartegenover? Ziet u ter zake een aantal opportuniteiten? De problematiek is duidelijk. Ik denk dat iedereen dat ook wel deelt. De vraag is dus hoe we daar verder mee omgaan.
Het is inderdaad zo dat niets gratis is. Er is zelfs geen free lunch. Het is ook waar dat illegale downloads een heel belangrijk effect hebben op het inzakken van de verkoop van muziek. U moet maar eens rondkijken in uw eigen familiekring, bij wijze van onbetrouwbare steekproef, maar al onze steekproeven samen zullen hetzelfde aangeven. Er is in ieder geval iets fout met de mentaliteit als het gaat over downloaden, streamen enzovoort. We moeten daar niet flauw over doen. Dat is zo. De vraag is alleen of je dat probleem zult aanpakken met een uitgebreide politiemacht met ICT-capaciteit. Dat lijkt me ook niet zo te zijn. Dat is de evolutie die vooral gebaseerd is op een mentaliteitsprobleem.
Aan de andere kant worden er nog steeds cd’s gekocht. U kunt daar ook toe bijdragen. Ik koop nog meer dan honderd cd’s per jaar. Ik neem ze dan weliswaar op mijn computer op en gebruik ze op al mijn elektronische dragers, maar ik heb ze wel betaald. (Opmerkingen van mevrouw Ann Soete. Gelach)
Dat is een fijne opmerking, maar ik zal hier niets verklappen. Na de vergadering wil ik u wel vertellen waar ik overal muziek koop. Ik koop er trouwens veel in het buitenland, want door de krimpende markt vermindert voor bepaalde specifieke genres ook het aanbod. Het aantal speciaalzaken vermindert en in die zaken vermindert het aanbod. De problematiek is vergelijkbaar met die van de kwaliteitsboekhandel. Er is wel een toevloed aan de productiekant, maar er is ook een relatief beperkt aanbod direct aan de toonbank in de winkels. Daardoor is er nog een tweede concurrent, namelijk de internetverkoop. (Opmerkingen van mevrouw Anne Soete)
Mevrouw Soete, ik kom vaak naar Brugge, dat weet u. Ik kom er zelfs wekelijks.
De internetverkoop speelt wellicht ook een rol in het naar beneden halen van de cijfers. En dat de digitale verkoopvormen de fysieke verkoop niet compenseren, is wellicht het bewijs van het feit dat er heel veel illegaal wordt gedownload.
Ik wil ook een optimistische noot in dit ietwat zwartgallige discours brengen. Ik meen immers dat de markt van de livemuziek, de concerten, de optredens en de festivals, het wel goed doet. Als we die over een lange periode zouden bekijken, zouden we merken dat daar wel sprake is van een fikse stijging van de omzet. Er is een verandering ontstaan in de mentaliteit: muziek heeft vooral een beleveniswaarde gekregen. Het hele livegebeuren met de hele sfeersetting errond, de places to be, het erbij horen, de bijna psychologisch te duiden elementen, creëren een grote omzet. Anders kunnen we het grote aantal festivals voor diverse muziekgenres in de zomer niet verklaren.
Ik merk uw mimiek op, mevrouw Soete, maar tot mijn verbazing spenderen jonge mensen makkelijk veel centen aan dit soort gebeuren. Ook mijn eigen kinderen spenderen er veel geld aan. Het geld van een week vakantiewerk is er zo doorheen gejaagd en dan zijn de peperdure drankbonnetjes nog niet betaald. Ik ervaar trouwens ook zelf dat het livegebeuren veel belangrijker is geworden en dat het steeds meer gewaardeerd wordt. Opgenomen muziek is veeleer een ondersteunend instrument geworden voor wat live gebeurt.
Daarnet had ik een gesprek met Olivier Maeterlinck, we kwamen elkaar hier bij de lift tegen. Het is natuurlijk waar dat dit, het illegaal downloaden en het verplaatsen van de markten, het probleem is voor muziek, maar niet voor films of voor boeken. Misschien is het livegebeuren voor muzikanten, maar niet voor distributeurs en platenzaken, nog een inkomensalternatief, maar ik ben het niet zo zeker. Dit debat is voor mij zeker geen uitgemaakte zaak. Het is een heel delicate kwestie. We kunnen natuurlijk ook treuren over het verdwijnen van de leerlooiers in de stad Brugge, mevrouw Soete, maar onze samenleving en onze economie veranderen. De vraag is hoe de balansen staan en hoe we als overheid al dan niet wijs kunnen optreden.
Over een muziekfonds – wat het dan ook moge zijn – moet nog eens worden nagedacht. We hebben een Kunstendecreet waar muziek een heel belangrijk onderdeel van vormt. Daardoor kan de niet-marktgevoelige muziek een plaats en ondersteuning krijgen. Aan de andere kant hebben we de belofte van de minister om een nota te maken met alternatieve financieringsbronnen. Die moeten net, misschien zoals de tax shelters voor de film, alternatieve financieringssystemen ontwikkelen die vooral de markt ondersteunen: dus niet de gesubsidieerde sector, maar de markt.
Wat zou een muziekfonds dan kunnen zijn? Ik weet het niet, misschien wordt het een rollend fonds. Ik pleit niet voor een muziekfonds dat vergelijkbaar is met het Letterenfonds, want dat is eigenlijk een subsidiefonds. In dat geval zou het hoofdstuk muziek enkel verhuizen uit het Kunstendecreet naar een fonds. Dat zou de muzieksector op zich niet veel soelaas bieden. Tenzij men ermee bedoelt dat er op die manier meer geld naar de muziek zou gaan, maar dat moet ik nog zien gebeuren binnen de verdeling van de schaarse middelen voor de vele kunsten. Dit is maar een bedenking, het wordt een open debat met velen over een bekommernis die we delen.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, dit is een boeiend debat. We weten allemaal dat de muzieksector wordt geconfronteerd met een aantal heel belangrijke uitdagingen. Het klassieke verdienmodel via de verkoop van opgenomen muziek staat inderdaad onder druk, dat hebt u duidelijk verwoord, mevrouw Soete. En dat model wordt tot op heden niet gecompenseerd door de digitale evolutie.
Binnen de sector wordt er intensief en ook inventief gezocht naar oplossingen. Het is duidelijk dat er niet één zaligmakende oplossing bestaat, maar dat er verschillende paden zullen moeten worden bewandeld. Het hele debat bevindt zich natuurlijk ook in een internationale context.
Ik wil hierbij toch ook benadrukken dat het niet enkel de muzieksector is die voor uitdagingen staat, maar dat in de toekomst misschien ook andere cultuursectoren geconfronteerd kunnen of zullen worden met veranderingen die een stevige impact hebben op de manier van werken. Dit geldt ook voor de meer traditionele sectoren waarvan we vandaag het vermoeden misschien nog niet hebben.
Vooraf wil ik duidelijk maken dat de uitdagingen waarmee de muzieksector geconfronteerd wordt, veel breder gaan dan de beleidsmogelijkheden waarover ik beschik. Ik heb dit ook zo in de betogen van de commissieleden gehoord. Ik wil me hiermee niet indekken, maar het is evident dat de sector met name geconfronteerd wordt met de uitdagingen die spelen op de markt. Die zijn veelal economisch en/of juridisch van aard en de eventuele beleidsmatige oplossingen die zouden kunnen worden geboden, behoren tot de federale bevoegdheden – maar ook die zijn beperkt, het auteursrecht bevindt zich daar –, maar vooral tot de Europese. En dan nog blijft het een internationaal marktgegeven.
In mijn visienota in het kader van het Kunstendecreet die ik begin vorige maand presenteerde, heb ik mijn uitgangspunten, doelstellingen en acties voor het kunstenbeleid aangegeven. Ik verwijs graag naar deze nota voor het bredere verhaal. Een aantal van de voorgestelde beleidsaccenten zijn dan weer specifiek gericht op de muzieksector. Zo formuleer ik een aantal pistes voor de internationalisering van pop, rock en jazz, zij het met de nodige bescheidenheid.
De meeste beleidsaccenten uit de visienota zijn natuurlijk gericht op de ondersteuning die past in het Kunstendecreet. In de nota staan dus ook vooral een aantal actielijnen gericht op het muzieklandschap dat wordt ondersteund vanuit het decreet. Het is duidelijk dat het totale muzieklandschap veel breder is dan het gedeelte dat door het Kunstendecreet wordt gevat. Bovendien zijn de uitdagingen voor de verschillende subsectoren binnen de muziek ook vaak uiteenlopend.
Ik heb aan de sector, met name binnen het MuziekOverleg, al aangegeven dat ik steeds bereid ben om het gesprek met mijn bevoegde collega’s aan te gaan of aan te wakkeren. Dit gaat over verschillende thema’s die impact hebben op de werking van de muzieksector, waarbij illegaal downloaden, auteursrechten en het statuut van de kunstenaar een aantal van de belangrijkste zijn. Maar de lijst is nog een pak langer. Ik heb daarom ook aan de leden van het MuziekOverleg gevraagd om op korte termijn de prioriteiten aan te geven zodat we gericht aan oplossingen voor de meest urgente problemen kunnen werken. De volgende datum van het MuziekOverleg is 26 mei. We zien elkaar dus met een goede frequentie.
Dan nog enkele algemene beschouwingen. Ik heb het boek How Music Works van David Byrne gelezen. Daarin wordt het debat dat we vandaag voeren, uitvoerig en grondig beschreven, niet alleen vanuit het perspectief van een muzikant, maar ook van iemand met een panoramisch zicht op de sector.
Een van de zaken die we moeten blijven doen, is duidelijk maken dat muziek geen gratis aangelegenheid is. Er moeten mensen van leven. Als mensen minder cd’s willen kopen en daarnaast de stijgende prijs van concerten niet kunnen opbrengen, dan is er een probleem. Er zit wel spanning op het geheel, dat besef ik.
Er zijn enkele zaken, die in het debat zijn aangehaald, waarover ik verder wil praten met MuziekOverleg. We hadden bijna een bescheiden, maar misschien wel doeltreffende campagne gelanceerd over het illegaal downloaden. Binnen de sector blijkt dat de muzikanten die het gezicht hadden moeten zijn, terugkrabbelden. Ze vinden het te paternaliserend ten aanzien van het publiek. Ik heb daar alle begrip voor, maar we zaten dicht bij een begin van een campagne. MuziekOverleg werkt nu aan een alternatief. Dat willen we samen met hen welwillend bekijken. Daar kunnen we nog iets aan doen.
Het element van de belastingtechnieken – om maar een fiscale techniek aan te halen – die soelaas zouden kunnen bieden op termijn, neem ik zeker mee in het witboek dat we aan het voorbereiden zijn. Voor de muzieksector zijn er prioritair – daarmee bedoel ik: misschien meer geschikt dan voor andere culturele sectoren – mogelijkheden te vinden om daar op middellange termijn oplossingen voor te geven. Dit valt dus niet in dovemansoren en dat gaan we met het MuziekOverleg grondiger bekijken. Wat bedoelen ze juist? Wat willen ze? Wat is voor ons haalbaar en wat niet?
Dan was er nog een vraag over het muziekfonds. Ik ben zeker bereid het debat over een muziekfonds aan te gaan. Dat heb ik ook al gezegd. Sommigen hebben daaruit geconcludeerd dat het allemaal voor de bakker is. We zijn nog maar net met het debat begonnen. Ik verwacht inhoudelijke argumenten van het MuziekOverleg waarom een muziekfonds hen dienstiger zou zijn dan de huidige ondersteuning vanuit het beleid. Als ik daarvan word overtuigd, wil ik het debat zeker aangaan. Misschien moeten we dat ook op een gegeven moment door externen laten onderzoeken. Als men een muziekfonds gewoon bekijkt als het bijeenbrengen van alle financiële middelen van de overheid uit het Kunstendecreet en misschien nog enkele andere, in een fonds zoals we dat doen voor film en letteren, dan is er misschien niets veranderd. Ik ben zeker bereid dit te onderzoeken. Als het beter kan werken dan onze huidige beleidsinstrumenten, dan graag. Maar als het gewoon is om enig soelaas te brengen met de bestaande financiële massa waarover we nu beschikken, dan ben ik niet a priori overtuigd dat dat de beste manier is. Misschien moeten we dat dan weer koppelen aan het witboek voor alternatieve financiering.
Op korte termijn volgt het beleid, zoals we met het Kunstendecreet hebben toegelicht, deze sporen tot 2017. Het bredere debat over de verfondsing van deze sector en wat dat qua hefbomen kan genereren voor de sector, zal wel even duren. Het lijkt me goed om daar niet over één nacht ijs te gaan.
Mevrouw Soete heeft het woord.
Minister, uw synthese van het boek van David Byrne beantwoordt de essentie van deze vraag om uitleg. Muziek is inderdaad niet gratis. Ik wil best de discussie aangaan, ook met de heer Caron, over de compensatie voor de artiesten. Muziek is een concept, is beleving. Ik ga er helemaal niet mee akkoord dat de dalende verkoop van cd’s voor de artiesten wordt gecompenseerd door meer optredens. Daar is een spanningsveld met de gage die artiesten vragen. Daar kunnen we later op terugkomen.
Minister, ik dank u voor uw inspanningen voor de muzieksector – die zijn meer dan nodig – en wil u nog een tip geven. Het btw-percentage op de verkoop van boeken is 6 procent, op cd’s is dat sinds jaar en dag 21 procent. Ik ken het verschil in cultuur niet tussen het lezen van een boek en het beluisteren van een cd, maar daar moet dringend wat aan worden gedaan.
Ik kijk niet zo vaak tv, maar soms zie ik duiding en reclame voor van alles en nog wat. Ik heb echter nog nooit een bewustmaking gezien dat illegaal muziek downloaden, stelen is. Dat is misschien heel sterk uitgedrukt, maar het mag toch eens gebeuren. Dat kan de muzieksector een hart onder de riem steken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil de voorzitter bijspringen want hij heeft een belangrijk punt gemaakt. De muziekindustrie heeft de dalende cd- en muziekverkoop gecompenseerd door het herdenken van het businessmodel. Het is nu een 360 gradenmodel waarbij de liveoptredens de kern vormen, cd’s en merchandising zijn afgeleiden.
Minister, de clou is het auteursrecht natuurlijk, maar dat is niet uw bevoegdheid. We moeten vasthouden aan het auteursrecht, al gaan er stemmen op om het copyright af te schaffen. Het maakt immers de platenindustrie rijker en niet de artiesten. Beginnende artiesten vooral zijn erg terughoudend om mee te werken aan een campagne, zij redeneren dat elke vorm van verspreiding van hun werk goed is. Ook online verspreiding waar mensen niet voor moeten betalen, brengt hen meer op dan een sterke bescherming van het copyright.
Ik herhaal dat de essentie van uw werk de sensibilisering is rond het belang van het auteursrecht. Daarmee helpen we ook de industrie.
De markt is zo internationaal dat Vlaanderen en België er weinig impact op hebben. We moeten eens nadenken over dat auteursrecht inzake muziek. Ik heb een principieel en een pragmatisch standpunt. Dat principieel standpunt is wat het is, maar pragmatisch gezien kunnen we er niet omheen dat de markt mondiaal is. Vlaanderen alleen, op ons eiland, gaan we niet overleven en gaan de artiesten ook niet overleven.
Mevrouw Soete, ik vind dit een interessant debat. Ik wil geen zwart-wit debat, dat weet u. Hebt u de afgelopen weken de kranten gevolgd? Het festivalaanbod krimpt. Het aantal festivals daalt niet, maar de programmeringen worden voorzichtiger. Dat heeft te maken met de astronomisch gestegen ‘uitkoopsommen’ van de artiesten. Dat is natuurlijk een gevolg van de dalende verkoop van dragers. (Opmerkingen)
Ik weet het. We moeten opletten dat het niet in een neerwaartse spiraal gaat eindigen, waar onze artiesten niet beter maar slechter van worden. Ze boksen op tegen een mondiale markt waar heel veel exclusiviteit en marktmechanismen gelden, maar die discussie zou ons te ver leiden, die heel erg verstorend zijn. Het is geen vrije markt meer, zeker niet die markt van de liveoptredens.
Minister, we moeten daar eens over praten. Er worden markten afgeschermd en dat is niet altijd in het belang van onze eigen artiesten. Misschien kunt u dit debat eens plannen voor het muziekoverleg, ofwel kunnen wij een hoorzitting organiseren. We hoeven onze agenda dit jaar niet meer vol te stoppen, die zit al vol.
De vraag om uitleg is afgehandeld.