Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Tijdens de commissievergadering van 8 januari 2015 heb ik een vraag om uitleg gesteld over de interne knelpunten bij Technopolis. De aanleiding was een anonieme open brief die ik had ontvangen van een aantal medewerkers en ex-medewerkers. Daarin stelden zij een aantal zaken aan de kaak over diverse problemen op het vlak van planning, structuur enzovoort. Het directiecomité heeft daarop gereageerd via een persbericht op 19 november 2014.
Minister, u antwoordde toen dat u inderdaad op de hoogte was van die klachten en dat u het onderzoek steunde dat zou worden gevoerd.
Op 21 maart heeft de raad van bestuur van Technopolis een aantal actiepunten vooropgesteld waaronder een doorlichting van de algemene werking van de organisatie door een externe consultant, het contacteren van experten om de klachten over vergunningen en veiligheid te onderzoeken en een externe audit door PricewaterhouseCoopers met focus op de financiële bewegingen van de laatste drie jaar.
U kondigde aan dat de regeringscommissaris die bij Technopolis aanwezig is, dit nauwgezet zou opvolgen en u daarover zou informeren. Er was toen een deadline afgesproken voor die audit op midden februari 2015.
Intussen heb ik van diezelfde groep van mensen vernomen dat het rapport klaar zou zijn. Minister, wat zijn de conclusies van de doorlichting? Op welke manier kunnen die bijdragen tot een verbeterde werking van Technopolis? Welke stappen zult u daarin ondernemen?
Als een dergelijk rapport bepaalde consequenties kan hebben voor een bedrijf, in dit geval Technopolis, zou ik verwachten dat dit uitvoerig wordt besproken op de raad van bestuur van Technopolis. Is dat gebeurd?
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik wil nog een stapje verder gaan in de vraagstelling. Minister, het is goed dat u hebt ingegrepen toen u de berichten hoorde over ontevreden werknemers. Intussen horen we dat medewerkers ook ontevreden zijn over dat de manier waarop met die rapporten wordt omgegaan. Uit verschillende bronnen hoor ik dat tijdens de personeelsvergadering de voorzitter van Technopolis dreigende taal zou hebben gesproken tegenover de personeelsleden naar aanleiding van die anonieme lekken. Die dreigende taal maakt net deel uit van de traditie van moeilijke communicatie tussen de bedrijfsleiding en de medewerkers. Normaal wordt zo’n medewerkersvergadering gefilmd, dat zou ook nu zijn gebeurd, maar de film is nadien wel vernietigd. Dat verhaal krijgt een beetje cowboyallures, maar het blijkt wel correct te zijn.
Minister, zijn die audits voorhanden? Hoe wordt daarmee omgegaan zodat dit tot een verbetering kan leiden en geen reproductie wordt van de problemen die er al waren?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik heb het rapport van PricewaterhouseCoopers (PwC) op 23 april ontvangen. De pijnpunten hebben betrekking op de bedrijfscultuur, de boekhouding, het tijdsregistratiesysteem, de opvolging van openbare aanbestedingen, de kloof tussen oudere en jongere personeelsleden en de onduidelijkheid over bestuurdersvergoedingen.
Er schort ook een en ander aan de managementcultuur. De bevindingen van PwC en van Accord, die ik ook heb gezien, komen vrij sterk overeen.
Tot slot vervult de CEO te weinig een voorbeeldfunctie binnen Technopolis.
De voorzitter en gedelegeerd bestuurder van Technopolis hebben het ontwerprapport gekregen op 26 maart. Op die manier kregen zij de kans een repliek te formuleren. Ook die repliek heb ik gekregen. Ik vind het belangrijk om iemand te kans te geven om te reageren. De fouten waar PwC op had gewezen, zijn aangepast in het document.
Ik zal dat eindrapport eerstdaags officieel bezorgen aan de voorzitter en gedelegeerd bestuurd van Technopolis met de vraag dat rapport voor te leggen aan de raad van bestuur en de verdere opvolging daarvan te bespreken.
Technopolis heeft intussen een eerste reeks concrete initiatieven genomen. Er is een humanresourcesmanager aangesteld op managementniveau en er is een specifiek actieplan voor de psychosociale aspecten uitgewerkt. Dat is al een gedeeltelijk antwoord op uw vraag, mijnheer Vanbesien.
Ik wil aan de raad van bestuur van Technopolis nog de opdracht geven om dat actieplan verder uit te werken met de bevindingen van PwC en me het aangepaste actieplan te bezorgen waarin die pijnpunten worden geremedieerd.
Dat actieplan moet, zoals ik zei, worden geïntegreerd met wat met Accord was opgestart. Ik heb echter ook gezegd dat ik pas de werkingssubsidies voor dit jaar, voor 2015, zal vrijgeven als ik een actieplan krijg waar ik achter kan staan. Ik zal dus niet subsidiëren voor ik een concreet actieplan krijg waarvan ik vind dat het voldoende actie neemt tegen de pijnpunten die naar voren zijn gebracht.
Verder had Accord voorgesteld – en de raad van bestuur had dat ook al gevolgd – om over zes maanden een nieuwe externe evaluatie van de gedelegeerd bestuurder te laten uitvoeren. Dat lijkt me een goede zaak. Ik wil daaraan toevoegen dat ik wil dat het actieplan dat zij zullen maken, ook helemaal wordt geëvalueerd, over een jaar. Dat zal dan bij mij gebeuren, onder leiding van het Departement Economie¸ Wetenschap en Innovatie (EWI). Dat van PwC was ook onder leiding van EWI.
Ten slotte zal ik aan de raad van bestuur meedelen dat ik vind dat de functie van gedelegeerd bestuurder niet verenigbaar is met andere bestuurdersfuncties, tenzij met de uitdrukkelijke toelating van de raad van bestuur. Als die toelating wordt gegeven, dan moet ook duidelijk zijn dat er een aangepaste beheerdersvergoeding moet zijn, en dat de managementstructuur ook overeenkomstig moet worden aangepast.
Zo probeer ik op een degelijke manier, maar menselijk voor iedereen, een oplossing te vinden voor de problemen die zijn gerezen. Ik laat echter ook de raad van bestuur de hoofdverantwoordelijke zijn, wat eigenlijk ook past. Het is de raad van bestuur die ter zake zijn rol moet vervullen. Ik zal niet in de plaats treden van een raad van bestuur. U weet dat ik dat ook op andere vlakken niet doe. Ik geef echter wel duidelijke richtlijnen, en ik vind wel dat we onze subsidie kunnen koppelen aan een degelijk actieplan.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het eigenlijk wel zeer duidelijke antwoord. Dit is een antwoord dat ik zelfs verder vind gaan dan wat ik dacht dat er zou gebeuren. Ik zou de vraag stellen naar de timing van het actieplan, maar die subsidiekoppeling die u doet, vind ik inderdaad een zeer goede tool om de nodige druk te geven aan die mensen. Mijnheer Vanbesien, mensen die me een beetje kennen, weten dat ik soms hardere taal spreek, maar in mijn eerste uiteenzetting ben ik opvallend zacht geweest, net omdat het hier gaat over mensen en over een juweel van de Vlaamse technologie. Wie zelf kinderen heeft, weet dat die het fantastisch vinden om naar Technopolis in Mechelen te gaan. Ik zou nu ook niet willen dat Technopolis wordt besmeurd met ranzige verhaaltjes. Daarom probeer ik dit met een zekere pudeur of sereniteit te doen. Dat vind ik toch wel belangrijk.
Minister, zoals u hebt aangegeven, als dat actieplan gekoppeld is aan die subsidie, dan mogen we er zeker van zijn dat dit snel zal gebeuren. Ik heb niets gehoord over wat er zou zijn gebeurd op die personeelsvergadering, ook niet over of er al dan niet zou zijn gefilmd. Ik wil dat ook niet weten. In principe hebben wij toezicht op de raad van bestuur. U hebt toezicht op de raad van bestuur, via uw regeringscommissaris. Dat is volgens mij de weg die moet worden gevolgd. Ik zie dat die weg inderdaad wordt gevolgd, op een goede, adequate manier.
De heer Vanbesien heeft het woord.
Ik ben het op twee punten helemaal eens met de heer Gryffroy. Technopolis is een belangrijk instituut, dat een aantrekkingskracht heeft. Daar moeten we achter staan. Het is helemaal niet de bedoeling om te besmeuren. Ik ben het er ook mee eens dat het antwoord van de minister zeer duidelijk was. Ik wil dat volledig steunen. Mijn bekommernis ging echter ook uit naar die personeelsleden zelf. Minister, ik begrijp dat dit niet rechtstreeks uw taak is, maar er moet bij het bepalen van de voorwaarden worden gezocht naar een goede, veilige manier waarop de personeelsleden bij dit proces betrokken kunnen blijven. Dat is eigenlijk mijn vraag. Ik vraag niet dat rechtstreeks te doen, maar er mee op toe te zien. Bij dat personeel is de noodkreet immers in eerste instantie enigszins ontstaan. Ze vormen ook een fundament van de goede werking van Technopolis. Hun bezorgdheden en betrokkenheid bij het bedrijf moeten ernstig worden genomen.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Vanbesien, ik vind ook dat de raad van bestuur ter zake actie moet nemen, maar gezien het feit dat er een humanresourcesmanager op managementniveau wordt aangenomen en dat er een specifiek actieplan met betrekking tot de psychosociale aspecten is uitgewerkt, lijk het me dat die zijn verantwoordelijkheid heeft genomen. Ik zal dat daadwerkelijk verder opvolgen, als voogdijminister.
De vraag om uitleg is afgehandeld.