Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over de mogelijkheden met betrekking tot het uitstrooien van as, wat in het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging zeer concreet geregeld is. Overeenkomstig artikelen 16 en 24 van dat decreet is het in Vlaanderen niet toegelaten om stoffelijke overschotten te begraven of assen uit te strooien op het openbaar domein, zoals parken en natuurgebieden. Ik heb echter de indruk dat er wel degelijk een maatschappelijke vraag bestaat naar de mogelijkheid om assen uit te strooien op andere plaatsen dan de begraafplaats.
In de praktijk zal dat ongetwijfeld al vaak gebeuren. Er is immers weinig of geen controle als nabestaanden de door het decreet toegelaten keuze benutten om de assen thuis te bewaren. Normaal moet op het einde van de bewaring de as worden teruggebracht voor uitstrooiing of begraving op de begraafplaats, maar dat gebeurt zelden en wordt al helemaal niet gecontroleerd.
In 2013 heb ik over de volledige reglementering van begraafplaatsen een bevraging gedaan bij alle Vlaamse steden en gemeenten. Dat was daarin ook een van de elementen.
Het rare is, minister, dat in de regelgeving wel opgenomen is dat uitstrooien van as mag op een publieke begraafplaats, dat mensen as mogen meenemen, dat uitstrooiing op zee kan, dat mensen ook op privaat terrein assen mogen uitstrooien, op eigen terrein of mits toelating van de eigenaar, maar dat dat niet kan op openbare plaatsen. Nu hoort u mij niet zeggen dat alle openbare plaatsen daar even geschikt voor zijn, maar er zijn toch ongetwijfeld een aantal mogelijkheden.
Ik heb u daar eerder al eens een vraag over gesteld, minister, en toen gaf u aan niet gewonnen te zijn voor het voorstel om het decreet op dat vlak aan te passen. Als het decreet blijft zoals het vandaag is, betekent dat dus een absoluut verbod op het uitstrooien op publieke plaatsen, andere dan de begraafplaatsen, terwijl het wel mag op andere plaatsen.
Minister, we hadden het daarnet over gemeentelijke autonomie. De heer De Loor had het erover. U verwijst er ook in heel andere zaken naar. Kunnen we ook in dezen de gemeenten niet wat meer autonomie geven? Acht u het niet aangewezen om, in het kader van het respect voor de lokale autonomie, de gemeenten zelf eventueel te laten bepalen of, en zo ja waar, as zou kunnen worden uitgestrooid op andere plaatsen dan de strooiweide op de begraafplaats? Ik denk daarbij aan de tendens van de natuurbegraafplaatsen. Het zou perfect kunnen dat de gemeente eigenaar is van een stukje bos dat nu geen deel uitmaakt van de officiële begraafplaats, maar waarvan men wel vindt dat het zou moeten kunnen. Acht u het dan niet mogelijk dat een gemeente dit inderdaad toestaat? In hoeverre zou u eventueel een initiatief willen steunen dat de aanpassing van het decreet in die zin mogelijk maakt? We moeten dit zeker niet algemeen loslaten naar elk openbaar terrein, maar wel de verantwoordelijkheid daarvoor bij de steden en gemeenten leggen.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, u gaf zelf aan dat u mij eigenlijk nog maar zeer recent, op 17 oktober 2014, net dezelfde vraag hebt gesteld, maar dan schriftelijk. (Opmerkingen van mevrouw Katrien Schryvers)
Ongeveer dezelfde vraag. (Opmerkingen van mevrouw Katrien Schryvers)
Een soortgelijke vraag. Ik heb toen onder andere geantwoord dat het decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging, uiteraard binnen bepaalde kaders, momenteel met betrekking tot de begraafplaatsen al een zeer ruime mate van autonomie verleent aan de gemeentebesturen. U kent de materie wellicht beter dan ikzelf. U weet ook welke mogelijkheden er momenteel zijn in verband met het omgaan met as in de situatie waarin de nabestaanden de as niet meenemen. Ze kunnen de asurne begraven op de begraafplaats of bijzetten in een columbarium op de begraafplaats, ze kunnen de as uitstrooien op een bepaald perceel van de begraafplaats of op zee, in de territoriale wateren van België. In de situatie waarin de nabestaanden ervoor gekozen hebben om de asurne wel mee te nemen, kunnen ze de as uitstrooien of de asurne begraven op een andere plaats dan de begraafplaats, waar de nabestaande het wenst, bijvoorbeeld in zijn tuin of op andere plaatsen in zijn huis waar hij dat zou willen doen, maar inderdaad niet op een openbaar domein. Als de as thuis wordt bewaard en de bewaarder sterft of gaat naar een rusthuis, waardoor de as onbewaakt achterblijft, dan moet de as worden teruggebracht naar de gemeente. Dat gebeurt inderdaad meestal niet.
De huidige decretale context laat nu al heel veel ruimte en geeft al heel veel autonomie aan de gemeente. In mijn antwoord op uw schriftelijke vraag heb ik u duidelijk gemaakt dat ik niet veel nut zie in het aanpassen van het decreet. Ik zeg niet dat ik niet vatbaar ben voor een aantal van uw argumenten, maar bij de bespreking van de beleidsnota hebben we heel duidelijk gezegd dat we voor het decreet op de begraafplaatsen en lijkbezorging rust wilden en dat we niet zouden blijven aanpassen. Ik ben, mevrouw Schryvers, dus niet van plan om het decreet aan te passen.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik vroeg u niet of u zelf van plan was om het decreet aan te passen, maar wel of u eventueel een decretaal initiatief zou willen steunen. Ik betreur uw antwoord eigenlijk wel. Mijn vraag is echt wel anders dan de schriftelijke vraag die ik stelde. Die vroeg veel algemener naar wat u ervan vond om as ook te laten uitstrooien op openbaar domein. U zei dat u het gevaarlijk vond om dat algemeen toe te laten. Als die bevoegdheid nu zou verschuiven naar de gemeenten, en de gemeenten zouden hier en daar een zone aanduiden waar dat zou kunnen, dan denk ik dat je wel een stap in de goede richting zou zetten, waarbij er respect zou zijn voor de gemeentelijke autonomie, terwijl er ook zou worden ingegaan op tendensen en vragen naar meer wilsbeschikking en meer vrijheid ter zake. Die tendens kunnen we niet negeren. Het gebeurt vandaag al. Heel wat mensen nemen as mee. Velen onder ons kennen mensen die dat ergens uitstrooien. Volgens mij gebeurt dit beter gereglementeerd. Er gebeurt heel wat in de illegaliteit. We doen daar niets aan.
Ik ben het ermee eens dat er omzichtig moet worden omgegaan met wijzigingen. In de beleidsnota wordt gekozen voor een ‘standstill’. Maar je moet toch ook rekening houden met maatschappelijke evoluties die er op dit terrein ongetwijfeld en zelfs in sterke mate zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.