Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, in uw omzendbrief van 23 december 2014 hebt u toelichting gegeven bij de bestaande reglementering, die is opgenomen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Met betrekking tot fiscaal misbruik in het kader van de registratiebelasting en de erfbelasting gaf u aan op welke wijze de belastingberekening wordt hersteld. U hebt de zwarte lijst, die destijds bestond op het federale niveau, overgenomen en gesteld dat als bepaalde technieken, hoewel volkomen wettelijk, enkel en alleen worden toegepast met het doel om successierechten te ontwijken, dergelijke werkwijzen zouden kunnen worden teruggedraaid.
Er is dus een zwarte lijst, waarin uitdrukkelijk en gedetailleerd wordt omschreven welke rechtshandelingen als fiscaal misbruik mogen worden bepaald, maar de witte lijst, die destijds ook bestond, hebt u niet overgenomen. Het gevolg is dat de praktijk zich op dit ogenblik zeer ernstige vragen stelt over wat nog kan en wat niet meer kan.
Een tweede zeer belangrijke wijziging, naast het niet meer opnemen van de witte lijst, is het feit dat nu ook testamenten als een vorm van misbruik kunnen worden beschouwd. Dat werd vroeger niet opgenomen, vanaf 1 januari 2015 bestaat die mogelijkheid wel.
Er is op dit ogenblik dus een zeer grote rechtsonzekerheid. Ik haal daarbij het voorbeeld van het duolegaat aan, waarbij mensen van verlaagde tarieven kunnen genieten indien zij bepaalde delen van hun nalatenschap onder bepaalde voorwaarden aan bepaalde instellingen schenken.
Minister, wat is uw standpunt over de afschaffing van de zogenaamde witte lijst? Kunnen de technieken die destijds in de federale regeling als veilig werden beschouwd, nu de antimisbruiktoets doorstaan? Wat is uw standpunt met betrekking tot het duolegaat? Kan dat worden gezien als fiscaal misbruik, en zo ja, in welke gevallen? Wanneer kan een duolegaat nog toegepast worden zonder het gevaar dat de administratie aan terugdraaiing doet?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, met de zesde staatshervorming heeft Vlaanderen er heel wat bevoegdheden bij gekregen, onder andere ook met betrekking tot de inning van successierechten, nu erfbelastingen.
Minister, tijdens de bespreking van de Vlaamse Codex Fiscaliteit, eind vorig jaar, hebt u terecht gezegd dat we eerst voor een omzetting naar Vlaanderen en voor continuïteit moesten zorgen. U was nog niet bezig met het wijzigen van tal van zaken. U wou eerst de reguliere werking op een goede manier georganiseerd krijgen. Dat is terecht, hoewel er intussen toch al enkele zaken veranderd zijn. We hebben het daar in deze commissie nog al over gehad.
De vraag van de heer Lantmeeters is terecht, want we weten dat er over niets zoveel discussie is als over erfenissen, niet alleen tussen erfgenamen onderling, maar ook tussen erfgenamen en de fiscus. Die slepen soms heel lang aan en zorgen vaak voor veel onzekerheid en onduidelijkheid, soms ook binnen families, en dat is natuurlijk voor geen van de partijen aangewezen. Duidelijkheid en rechtszekerheid creëren is in dezen dus absoluut nodig.
Ik ben dan ook benieuwd naar uw antwoord, zeker ook wat betreft het duolegaat. Er bestaan momenteel heel duidelijke voorwaarden voor zo’n duolegaat. We weten ook dat mensen hoe langer hoe meer bezig zijn met successieplanning en dergelijke meer. Als we in de toekomst het hele luik erfbelastingen op een rechtvaardige manier zouden willen vernieuwen, ook in functie van onze evoluerende maatschappij, zijn rechtlijnigheid en eenvoud absoluut aangewezen, zodat we al die ingewikkelde constructies zoveel mogelijk kunnen vermijden. Hoewel ik me daar ook geen illusies over maak, want er zullen altijd mensen zijn die blijven zoeken en proberen, wat niet meer dan menselijk is.
Mochten de voorwaarden voor de duolegaten nu toch gewijzigd zijn of op een andere manier geïnterpreteerd worden, zou het goed zijn dat u daarover duidelijkheid creëert, minister.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, in december vorig jaar hebben we in deze commissie de integratie van de regelgeving over de registratie- en erfbelasting in de Vlaamse Codex Fiscaliteit besproken. Bij amendement vanuit de meerderheidsfracties werd de antimisbruikbepaling uit het Wetboek der Successierechten en het Wetboek der Registratie-, Hypotheek-, en Griffierechten overgenomen en ingeschreven in de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
Om zo snel mogelijk rechtszekerheid te creëren, heeft mijn administratie vervolgens een circulaire voorbereid om de nodige toelichting en rechtszekerheid te verschaffen. Er werd voor geopteerd om geen witte lijst van verrichtingen op te nemen, maar enkel een zwarte lijst. Dat heeft inderdaad heel wat reacties uitgelokt. De rechtszekerheid zou daardoor volgens sommigen verminderd zijn.
Ik verwijs graag naar een artikel uit De Tijd van 28 januari, waarin namens de Vlaamse Belastingdienst het volgende werd verduidelijkt: “De Vlaamse Belastingsdienst kiest voor de duidelijkheid, net daarom wordt gewerkt met alleen een zwarte lijst. De zwarte lijst bevat de verrichtingen die duidelijk wel misbruik vormen, behoudens tegenbewijs. Dit biedt aan de notarissen een houvast om hun cliënten er op te duiden welke transacties absoluut niet kunnen. Van alle verrichtingen gaan we er dan ook van uit dat die, evident, conform de regelgeving zijn.”
Ik heb ook met veel belangstelling kennis genomen van de bijdrage van professor Spruyt in de Fiscale Actualiteit van enige tijd terug, getiteld: ‘Eigen(zinnige) omzendbrief inzake fiscaal misbruik’. Over het weglaten van de witte lijst schreef professor Spruyt het volgende: “Het schrappen van de witte lijst kan twee zaken betekenen. Ofwel acht de Vlaamse Belastingdienst het gewoon niet nodig om de toegelaten handelingen op te sommen en hoeft daarachter geen koerswijziging gezocht te worden. Ofwel smeedt VLABEL snode plannen en wil hij de deur op een kier laten om bepaalde van die handelingen toch met het wapen van het fiscaal misbruik te kunnen bekampen.”
Ik kan duidelijk zijn: het eerste antwoord van professor Spruyt is correct, er hoeft inderdaad geen koerswijziging achter te worden gezocht. De Vlaamse Belastingdienst smeedt geen snode plannen om handelingen die op de federale witte lijst stonden, voortaan met het wapen ‘fiscaal misbruik’ te bekampen. De professor voegde daar nog een suggestie aan toe: “Feit is dat daardoor rechtsonzekerheid wordt geschapen, een onzekerheid die ten behoeve van de adviespraktijk beter zo snel mogelijk uit de wereld geholpen wordt. We hopen dan ook dat de Vlaamse fiscus in deze spoedig meer klare wijn schenkt.”
Zoals u weet, ben ik steeds bereid om te luisteren naar constructieve kritieken. Ik heb eerder al gezegd dat we, nu er door de integratie heel wat bevoegdheden overkomen, alert moeten blijven en kijken welke beslissingen soms moeten worden gefinetuned. In overleg met mijn administratie hebben we dan ook besloten om een aangepaste omzendbrief op te maken waarin de witte lijst zal worden hernomen. De lijst van verrichtingen is identiek aan die van de federale circulaire. Ik denk dat we daarmee de gevraagde klare wijn schenken.
Verderop schrijft professor Spruyt over de testamentaire bepalingen: “Federaal was men (terecht) tot het besluit gekomen dat testamenten nooit aanleiding kunnen geven tot fiscaal misbruik, omdat de antimisbruikbepaling als voorwaarde stelt dat het misbruik gepleegd moet zijn door de belastingplichtige. (…) In de Vlaamse omzendbrief wordt daarover in alle talen gezwegen. Is dat onheilspellend? Staan duolegaten en ‘ik-opa’-testamenten opnieuw onder druk? Of verandert de Vlaamse fiscus het geweer ook hier niet van schouder? Ook daarover is het wenselijk dat er snel meer duidelijkheid komt.”
Ook daarover kan ik duidelijk zijn: het is nooit de bedoeling van de Vlaamse Belastingdienst geweest om het geweer van schouder te veranderen. Testamentaire bepalingen zullen om de vermelde redenen niet als fiscaal misbruik worden beschouwd. Dat geldt dus ook voor duolegaten.
Wat ik tot besluit nog wil meegeven, is dat de Vlaamse Belastingdienst in de loop van de volgende jaren eigen ervaringen zal opdoen, eigen knowhow zal verwerven en eigen standpunten zal gaan innemen. Het is dus niet uitgesloten dat in de nabije of verdere toekomst eigen accenten gelegd worden. Ik wil mij niet blijvend vasthaken aan de federale standpunten. De startpositie is grosso modo die waarin de federale overheid de dienst heeft overgedragen. Latere koerswijzigingen zullen worden doorgevoerd wanneer de noodzaak zich aandient.
Ik hoop dat ik hiermee op de twee vragen een duidelijk antwoord heb gegeven, zodat er niet enkel via een omzendbrief, maar ook via het verslag van deze commissie duidelijkheid wordt gecreëerd.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer duidelijke en volledige antwoord. Op heel veel plaatsen zal er bij het lezen van het verslag van deze commissie een zucht van verlichting klinken. Ik ben zeker dat dit heel wat duidelijkheid schept.
U zegt dat u openstaat voor positieve signalen en initiatieven, en wij doen daar ook graag aan mee, maar ik wil u ook vragen om rekening te houden met de woorden die de voorzitter van uw partij destijds heeft uitgesproken, namelijk dat het de wetgever is die moet definiëren waar de belastingontwijking stopt en waar misbruik begint. Het gevaar bestond immers dat deze omzendbrief verkeerd zou worden gebruikt. Dat gevaar zal nu verdwijnen, als u met uw aangepaste omzendbrief en aangepaste lijst komt, maar houd alstublieft in het achterhoofd dat wij in de toekomst ook steeds voor duidelijkheid gaan en dat wij graag aan het Vlaams Parlement overlaten waar misbruik begint en eindigt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik dank de minister voor haar antwoord. Daarmee is al heel wat duidelijkheid gecreëerd, zowel omtrent de antimisbruikbepaling als omtrent het duolegaat. En duidelijkheid en rechtszekerheid zijn in dezen ontzettend belangrijk.
Minister, als ik het goed begrepen heb, zult u dus toch opnieuw met de witte lijst werken. Is de witte lijst die in de omzendbrief zal worden opgenomen, dan dezelfde als die van het federale niveau?
Zoals ik daarnet gezegd heb: de lijst van verrichtingen is identiek aan die van de federale circulaire.
De heer Crombez heeft het woord.
Voorzitter, ik zal niet op het debat ten gronde ingaan, maar wel op de vraag naar suggesties. Er is in de afgelopen jaren een aantal keren gediscussieerd over de manier van werken om rechtszekerheid te creëren. Ik ben niet zeker – om het eufemistisch uit te drukken – of een verslag rechtszekerheid brengt. We hebben het ook meegemaakt met circulaires op het federale niveau, maar alle nieuwe antwoorden roepen nieuwe vragen op.
Minister, ik wil me dan ook tot een positieve inbreng beperken. U zou met betrekking tot de Vlaamse Belastingdienst een overweging kunnen maken. Indien mensen praktische vragen stellen en de administratie daar telkens hetzelfde antwoord op geeft, zou VLABEL die antwoorden ook kunnen publiceren. Dat is momenteel geen gangbare praktijk. Op die manier zouden de praktische vragen een duidelijk antwoord opleveren. Door louter witte en zwarte lijsten te verstrekken en parlementaire vragen te beantwoorden, biedt u in feite onvoldoende rechtszekerheid. De fiscaliteit is immers zeer dynamisch. Voor zover ik weet, publiceert geen enkele administratie automatisch de antwoorden die worden gegeven als meermaals dezelfde vraag wordt gesteld. Dit zou nochtans voor iedereen de behandeling door de fiscus duidelijk maken en de homogeniteit verzekeren.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, ik wil hierop ingaan. We hebben dit debat al een aantal keren gevoerd. Gezien de omstandigheden, wordt op de interpretatieve vragen een bindend antwoord gegeven. We zullen die antwoorden geanonimiseerd op de website publiceren. Die website wordt momenteel nog opgebouwd. Dit is echter al gepland.
De reden is duidelijk. We hebben het hier al een paar keer over een eigen rulingdienst gehad. We beschikken echter over heel weinig zuivere belastingen die zich enkel bij VLABEL bevinden. De meeste belastingen zijn gemengde belastingen van de federale en de Vlaamse overheid.
Ik pleeg hierover overleg met minister Van Overtveldt. We hebben hierover onlangs een goede vergadering gehouden. We gaan na op welke wijze we praktisch kunnen samenwerken. We willen niet dat twee diensten los van elkaar werken. In het licht van de rechtszekerheid moet de burger een antwoord krijgen dat beide administraties bindt. We zoeken een heel praktische oplossing en dat zal ook lukken.
De antwoorden op de interpretatieve vragen zullen sowieso geanonimiseerd op de website verschijnen. Op die wijze willen we ook enige rechtszekerheid creëren. Hierdoor kan iemand die zich in een gelijkaardige situatie bevindt, weten welke lijn wordt gevolgd. Het zal de eerste keer zijn dat een administratie dit doet. (Opmerkingen)
Het gaat om de interpretatieve vragen die worden gesteld. Ik sluit niet uit dat dit op termijn kan worden uitgebreid. We moeten eerst zien hoeveel vragen we krijgen, van welke aard die vragen zijn en of de antwoorden kunnen worden geanonimiseerd. We moeten hier wat tijd voor krijgen. We zijn in elk geval van plan dit te doen. Ik vind dit immers zelf ook zeer belangrijk. (Opmerkingen)
De vraag om uitleg is afgehandeld.