Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, de aanleiding voor mijn vraag was het bericht waaruit bleek dat de Vlaamse investeringsmaatschappij PMV en de Limburgse investeringsmaatschappij LRM de afgelopen 10 jaar 21 keer financiering aan hetzelfde bedrijf verstrekten. De achterliggende discussie betreft een aantal cases uit het verleden. Op een bepaald moment werd de vraag gesteld of we niet met te veel middelen op eenzelfde bedrijf zaten. Want op het moment dat dat bedrijf in de problemen komt, zitten wij ook met een probleem. Dat kan gaan over participaties en waarborgen en dergelijke meer.
Ik weet niet of 21 keer op 10 jaar tijd veel is, maar ik nam nota van de aankondiging dat Vlaanderen binnen de 2 jaar een databank op poten zou zetten waardoor alle subsidies en overheidsparticipaties publiek te raadplegen zouden zijn. Dat zou een einde moeten maken – dat is althans de doelstelling – aan de overlapping van overheidsparticipaties in een bedrijf. Ik denk dat iedereen baat heeft bij een zo transparant en eenduidig mogelijke steun. De geplande databank zou niet alleen informatie verstrekken over participaties, maar ook over het aantal en de hoogte van de subsidies van de Vlaamse overheid aan specifieke ondernemingen.
Dat deed bij mij een aantal vragen rijzen, mede geïnspireerd door een artikel dat op 22 januari in De Tijd verscheen. Daarin had men het over een fonds met zogenaamde ‘techsterren’. Het gaat over Volta Ventures, een technologiefonds dat investeerde in twee Antwerpse start-ups: Argus Labs en BeatSwitch, dat planningssoftware aanmaakt en onder andere Tomorrowland als klant heeft.
Er stonden wel wat interessante bedragen in dat artikel. Er wordt gesteld dat Volta Ventures nu voor de eerste keer echt gaat investeren: “Er zal 750.000 euro geïnvesteerd worden in BeatSwitch. 600.000 euro komt uit het laatje van Volta Ventures, 150.000 euro komt van het Vlaamse innovatiefonds IWT.”
Als we echter kijken naar wat er achter Volta Ventures zit, stellen we vast dat de grootste investeerders daar ARKimedes-Fonds II, dat op zijn beurt afhangt van PMV, en het Europees Investeringsfonds zijn. Dat is een publiek-private samenwerking waar de private poot 12 procent van het kapitaal van het Europees Investeringsfonds bedraagt. Dat zijn dus ook voornamelijk publieke middelen.
Dit is nu een opstartend bedrijf, waar in grote koppen het positieve van wordt geschetst. Het is ook goed dat er bedrijven in die sector opstarten en dat zij een beroep kunnen doen op kapitaal, maar als je de som maakt, stel je vast dat een heel groot deel van die investering publieke middelen zijn, vanuit verschillende bronnen, en niet altijd even gemakkelijk te traceren.
Minister, hoe zit het met die databank? Wie zal die ontwikkelen? Welk tijdspad en budget ziet u daarvoor? Waarom duurt dat twee jaar? Hoe zult u het evenwicht kunnen verzorgen tussen privacy en transparantie van beschikbare bedrijfsinformatie? Wie zal toegang hebben tot die databank? En welke perimeter zal worden gehanteerd voor de toekenning van subsidies? Ik heb nu een voorbeeld gegeven waar Vlaanderen via verschillende hoeken en kanalen in investeert, maar waar ook een Europese dimensie aan is, maar je zou evengoed een verhaal kunnen maken waarbij federale, lokale of zelfs provinciale middelen kunnen worden bekeken.
Welke perimeter zal men hanteren en hoe gaat men daarmee om? Het was immers de bedoeling dat er geen overlapping meer zou gebeuren. Zou een initiatief als BeatSwitch in de toekomst, als die databank bewaarheid zou zijn, dan nog op ondersteuning kunnen rekenen, rekening houdend met het feit dat van de 750.000 euro meer dan de helft uit publieke middelen komt, en wetende dat dit vandaag zeer positief onthaald wordt?
De heer Diependaele heeft het woord.
De verwijzing naar ARKimedes verwondert mij wel een beetje, mijnheer Van Malderen, want daar gaat het wel om privékapitaal. Er is een hefboomeffect om risicokapitaal te activeren, dus in die zin vind ik dat een beetje vreemd.
De bezorgdheid is natuurlijk wel terecht. Die delen we allemaal. Dat is ook de reden waarom we het hebben opgenomen in het regeerakkoord en de beleidsnota. De oorsprong daarvan is – laat ons eerlijk zijn – Electrawinds. We hebben daar gemerkt dat, door welke machinaties dan ook, meer dan de helft van het vermogen overheidsmiddelen waren.
Ik heb nog eens gekeken naar de resolutie die we toen hebben ingediend. Het staat niet in de resolutie zelf, maar in het debat erover werd wel aangehaald dat dat toen een van de grootste problemen was, dat daar via allerlei overheidswegen geld naartoe gesluisd werd, op al dan niet correcte manieren, en dat dat voor een onevenwicht gezorgd heeft voor de kapitaalsbalans van Electrawinds. Dat was de aanleiding voor de bepaling die in het regeerakkoord staat. Die bezorgdheid is dus zeer terecht, en het kan zeker geen kwaad om een stand van zaken te vragen.
Zo’n subsidiedatabank lijkt mij daar absoluut een goed en nuttig middel voor, al moeten we ook wel eerlijk erkennen dat het feit dat we zo’n databank nodig hebben, ook ten dele een gevolg is van het feit dat we met een zeer versplinterd subsidielandschap zitten. Dat is een beetje ‘kurieren am Symptom’. De twee kanten zullen moeten worden aangepakt, wat ook de doelstellingen van het regeerakkoord en de beleidsnota zijn.
Ik heb één bijkomende vraag, minister, betreffende de afstemming met de de-minimisverordening. Ik neem aan dat die ook wordt meegenomen? Het gaat over artikelen 107 en 108, voorheen 87 en 88, uit de Europese regelgeving over staatssteun, over het aanmelden tot 200.000 en 250.000 euro, afhankelijk van algemeen economisch of gewoon economisch belang. Wordt die link ook gelegd?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, de oorsprong van de participatiedatabank is Europees. Het is een Europese verplichting om hier transparant over te zijn. Electrawinds is inderdaad een dossier dat aangeeft waar het eventueel fout kan lopen. Ik ga het niet hebben over de subsidies maar wel over de participaties, over de financiering, waarbij we grotendeels twee belangrijke vehikels hebben waar we de controle over hebben, namelijk LRM en PMV, die onafhankelijk werken, met onafhankelijke investeringscomités. Zonder over een fusie van beide te spreken, is het belangrijk dat de twee op elkaar afgestemd werken. Het fusiedebat ga ik nu niet aan. Ik heb gezien dat er drie Limburgers in de zaal zijn en dat is al te veel om daarover zelfs maar te beginnen spreken. (Gelach)
De afstemming is wel noodzakelijk. Van die 21 bedrijven waaraan beide hebben geparticipeerd, zowel LRM als PMV, zijn er een aantal waar LRM en PMV samen de meerderheid hebben. Daar kun je zeker de nood aan afstemming vaststellen. Mijn vraag is of die afstemming op een of andere manier structureel is ingebouwd bij het nemen van investeringsbeslissingen van PMV en LRM.
Mijnheer Van Malderen, het is niet gebruikelijk, maar u krijgt nog heel kort het woord.
Ik wil even ingaan op wat de heer Diependaele zegt. Ik heb heel bewust een voorbeeld gegeven waar ook ARKimedes in zit om op de complexiteit van de vraag naar de perimeter te wijzen. Je zou evengoed over waarborgbeheer kunnen praten. Daar heb ik het niet over gehad. Ik heb het niet gehad over Gimv, waar Vlaanderen bijvoorbeeld aandeelhouder van is. Ik heb het ook niet gehad, hoewel het wel zou kunnen, over de cumul van Hermes en bijvoorbeeld subsidies in het kader van doelgroepenbeleid. Wat gaan we meenemen in het geheel? Daar zit heel veel variatie in. Het was heel doelbewust omdat het over privaat geld gaat, maar wel via bemiddeling.
Minister Muyters heeft het woord.
Er zijn zeker twee componenten: subsidie enerzijds en participatie anderzijds. Het Agentschap Ondernemen staat in voor de ontwikkeling van de subsidiedatabank. Momenteel zijn we aan het kijken of die kan aansluiten op het e-loket. Het zou leuk zijn dat, als er subsidies worden aangevraagd via het e-loket, die dan meteen kunnen worden meegenomen in de subsidiedatabank. Het tijdspad is afgestemd op de Europese verplichting om tegen 1 juni 2016 de subsidiedatabank/staatssteunwebsite operationeel te hebben.
Voor de participatiedatabank heb ik de opdracht gegeven aan het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) om dit samen met PMV en LRM op te zetten. De eerste contacten zijn gelegd. Op basis van het in kaart brengen van de huidige situatie is me beloofd dat ik een tijdstraject krijg, en dan kan de budgettaire inschatting worden gemaakt. Ik laat ook onderzoeken of de aansluiting op de subsidiedatabank nuttig en zinvol is.
Uw vraag rond evenwicht tussen privacy en transparantie is zeer duidelijk en terecht. Dat evenwicht zal moeten worden bewaard. Dat zullen we zeker meenemen in de uitwerking van het project. De perimeter moet minstens zijn wat de Europese verplichtingen ons opleggen. Ik denk aan de nieuwe Groepsvrijstellingsverordening maar ook aan de de-minimisregeling.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, ik weet niet welke informatie we uit uw antwoord moeten halen, behalve dat u moet van Europa en dat u zult voldoen aan de regels van Europa. Het omgekeerde zou nogal moeilijk zijn. Als ik begrijp dat u er op 1 juni 2016 – dat is nog een goede vijftien maanden – moet zijn, dan zou het wel nuttig zijn wanneer men vanuit het Vlaams Parlement de vraag stelt om op een of andere manier inzicht te krijgen in zowel het budget als de perimeter waar ik naar gevraagd heb. Dat laatste is toch wel een beleidsvraag. Als u zegt dat u gewoon doet wat moet van Europa, dan ga je natuurlijk wel een aantal zaken niet opnemen.
U vraagt het aan PMV en LRM. Ik heb de vraag naar Gimv gesteld. Nemen we Gimv mee? Gaan we dingen bekijken die ook via het Hermesfonds gaan? Ik vraag me af wat het nut is om hier vragen te stellen als we het antwoord krijgen: ik heb de opdracht gegeven. De inhoud van die opdracht zouden we toch moeten kennen, minister.
De heer Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, dat is natuurlijk een beetje flauw, hè. U weet dat men ermee bezig is. De lijnen liggen vast. Die bezorgdheid delen we absoluut, maar mij lijkt het een goede zaak dat we nu moeten bekijken hoe we dat technisch precies gaan uitwerken. Ik vind het echt onnozel om te komen zeggen: minister, het is zeer moeilijk en ingewikkeld, en ik heb bewust ARKimedes erbij genomen, en Gimv, en de Vlaamse Participatiemaatschappij (VPM), om te tonen hoe complex het is. Maar de minister moet nu wel eventjes zeer snel, zonder dat dat allemaal onderzocht mag worden, komen uitleggen wat hij gaat doen. Daar spreekt u uzelf tegen.
Het is inderdaad ingewikkeld. U geeft dat zeer correct weer. U onderbouwt dat ook goed, maar u verwacht dan dat de regering daar in een vingerknip een kant-en-klare oplossing voor heeft. Dat is onnozel. Als je aanvaardt dat het ingewikkeld is, dan aanvaard je ook dat we er tijd voor nemen om een goed en onderbouwd systeem uit te werken waarmee we een nuttig instrument hebben, en niet rap rap iets in elkaar flansen, dat iets zeer ingewikkelds nog slechter maakt.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik heb niets toe te voegen aan wat de heer Diependaele zegt.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mijnheer Diependaele, u overtuigt mij niet. Het is vanuit de complexiteit dat we de vraag stellen en de bekommernis hebben dat er een goed systeem wordt gemaakt. Als de minister een opdracht geeft aan de administratie, dan lijkt het mij dat we moeten kunnen aftoetsen of de bekommernissen, bijvoorbeeld rond perimeter, met de voorbeelden die we hebben gegeven, deel uitmaken van het onderzoek dat is gevraagd. De minister zegt: we hebben gevraagd wat Europa ons minimaal oplegt. Misschien moet ik het antwoord nalezen of misschien moet u het nog eens expliciteren.
Mijnheer Van Malderen, ik heb letterlijk gezegd: op basis van het in kaart brengen van de huidige situatie – dat wil zeggen met alle elementen die er zijn: Gimv, ARKimedes, alles – zal een tijdstraject worden opgezet en kan de budgettaire inschatting worden gemaakt. Ik dacht dat ik een antwoord had gegeven.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Dat laatste is een belangrijke toevoeging.
Dat heb ik gezegd, dat is geen toevoeging.
Door het begin van de opsomming te geven, hebt u een deel van het antwoord gegeven. Ik blijf met de vraag zitten wanneer u het antwoord van de administratie verwacht. (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Misschien kan dat aan het verslag worden toegevoegd?
Dat zal worden overgemaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.