Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Vraag om uitleg over het verloop van de inkanteling van de integratie- en inburgeringssector in het nieuwe EVA
Verslag
De heer Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, ik wil het hebben over het hervormingsproces met betrekking tot integratie en inburgering. In de vorige regeerperiode werd beslist om de versnippering in de integratie- en inburgeringssector tegen te gaan en meer afstemming te realiseren tussen de diverse actoren. Het decreet van juni 2013 betreffende het Vlaamse integratie- en inburgeringsbeleid voorzag daarom in een nieuw extern verzelfstandigd agentschap dat de beleidsuitvoering van het integratie- en inburgeringsbeleid op zich zal nemen. Op 22 november 2013 stemde de Vlaamse Regering in met de oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Integratie en Inburgering, in de vorm van een private stichting. Dat is dus het EVA Integratie en Inburgering geworden.
Concreet zullen de onthaalbureaus, integratiecentra en tolkendiensten in West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Limburg, Vlaams-Brabant en Brussel en het Kruispunt Migratie-Integratie inkantelen in dit agentschap. 2014 werd dan ook een scharnierjaar genoemd, waarin de algemeen directeur samen met de raad van bestuur het EVA zou opstarten en alle voorbereidende werkzaamheden zou verrichten om de integratie- en inburgeringssector in te kantelen. In 2015 zou het EVA operationeel moeten zijn.
Het inkantelingsproces blijkt niet zo vlekkeloos te verlopen. Afgelopen zomer kwam aan het licht dat een aantal organisaties die zullen inkantelen, schulden hebben opgebouwd. Het EVA loopt dus het risico te zullen moeten starten met deze schulden.
Minister, kunt u ons een stand van zaken geven met betrekking tot dit inkantelingsproces? Welke stappen zijn reeds gezet en welke moeten nog worden gezet? Welk tijdspad wordt daarbij vooropgesteld? Zijn de knelpunten die het inkantelingsproces bemoeilijken, intussen opgelost? Zo niet, welke zijn er nog?
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, het lijkt me zeer goed dat deze vragen niet zijn gekoppeld aan de bespreking van de beleidsnota, want die heeft betrekking op een periode van vijf jaar en de vragen hebben betrekking op een zeer actueel onderwerp, namelijk een inkanteling die over enkele weken gebeurt. Het is dus zeer goed dat dit methodologisch helemaal uit elkaar is gehaald.
De heer Segers heeft de inleiding reeds gegeven. Ik wil daaraan toevoegen dat daarover in het verleden al vaker vragen zijn gesteld, dat er in de loop der jaren in deze commissie ook een aantal pijnpunten en zorgen zijn geformuleerd. Het is vooral op deze in het verleden al gestelde vragen dat ik voortbouw om te peilen naar de actuele situatie. Er zijn hoorzittingen geweest tijdens dewelke een aantal betrokken organisaties die nu inkantelen, vragen hadden voorgelegd. Op dat moment konden die nog niet allemaal worden beantwoord, omdat er natuurlijk nog een heel traject moest worden afgelegd.
Het gaat over een grote operatie: dat agentschap zal 550 à 600 personeelsleden tellen. Dat is dus een hele organisatie die hier op poten wordt gezet.
Minister, aan de vooravond van die inkanteling wil ik u een aantal vragen voorleggen over het verloop van het proces, om een duidelijk beeld te krijgen van de overgang van het personeel, de infrastructuur, de reserves en de opgebouwde kennis. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het fameuze artikel 25? U hebt er al op gealludeerd dat dit verder zou worden toegelicht in de antwoorden op de vragen. Kunt u nogmaals bevestigen dat de toepassing van cao 32bis betekent dat alle huidige medewerkers daadwerkelijk met behoud van hun arbeidsvoorwaarden kunnen overgaan naar het nieuwe EVA, ook de medewerkers van wie het loon op een bijzonder wijze wordt gefinancierd? Hoe ziet u de rol van de vrijwilligers in de nieuwe structuren? Heel veel van de structuren zijn immers in de loop der jaren begonnen met vrijwilligers, en doen nog altijd een beroep op vrijwillige krachten. Wordt de kennis van het middenveld voldoende gevaloriseerd in de raad van bestuur van het nieuwe EVA? Hoe verloopt de inkanteling van het patrimonium en de historisch opgebouwde reserves van de vzw’s? Ik hoor nu net dat er ook tekorten zijn.
Ten slotte, is er een sluitende regeling opdat de Europese subsidies die binnen de sector werden toegekend, in de toekomst niet verloren gaan? Er is in het verleden gezegd dat men daarvoor zou zorgen, maar kunt u dit element, nu alles concreet geworden is, bevestigen?
Minister Homans heeft het woord.
Ik dank beide vraagstellers. Zoals steeds, hebben zij interessante zaken gezegd.
Voorafgaand wil ik vier zaken aankaarten die verband houden met jullie vragen.
U hebt aangehaald hoe het EVA tot stand is gekomen. Per 1 januari 2015 moest er een inkanteling zijn van de organisaties. Een inkanteling vergt bepaalde zaken. Er is een juridisch-administratieve inkanteling. De vzw’s worden volledig overgenomen. Alle reserves en ook het patrimonium moeten dan resulteren in een notariële akte. Met de provinciale werking en Foyer wordt er onderhandeld wat er zal worden overgenomen. Dat zal resulteren in een overeenkomst. We zitten daarbij op schema. Er is wel een groot risico bij de provinciale werking, omdat er nog moet worden onderhandeld wat er al dan niet wordt overgenomen.
Het oprichten van een nieuwe structuur vergt natuurlijk een heel intensieve onderhandeling met de vakorganisaties voor het afsluiten van een cao. Ik heb alle lof voor de nieuwe directeur van het nieuwe EVA, die dat op een zeer voortreffelijke manier heeft gedaan. Zij heeft ondertussen een akkoord bereikt met de vakorganisaties. Er is een cao afgesloten. De achterban is geraadpleegd. De cao is met een redelijk overweldigende meerderheid goedgekeurd door de achterban. Mijn complimenten voor de mensen die aan Vlaamse zijde hebben onderhandeld, maar ook mijn dank voor de constructieve opstelling van de vakorganisaties. Het is een goede cao. Die was ook nodig om goed van start te kunnen gaan.
We regelen nu nog een aantal specifieke zaken. Zo werden een aantal personeelsleden betaald als gesco, sociale maribel of via Europese subsidies. We werken procedures uit om ervoor te zorgen dat die financieringsbronnen niet verloren gaan. Dat vergt natuurlijk overleg met andere beleidsniveaus. Ze zijn daar volop mee bezig. Ze zijn zich bewust van het probleem. Het zou zonde zijn om die financieringsbronnen, voor een toch wel belangrijke uitdaging als inburgering en integratie, verloren te zien gaan.
Een derde zaak die ik in dit verband wil aanhalen, is de voorbereiding van de eengemaakte structuur, zoals boekhoudkundige processen en het aanstellen van een sociaal secretariaat. Er komt heel veel kijken bij zo’n eengemaakte structuur. Het is de bedoeling om efficiënter te werken. De uittekening van het basisorganogram is gestart. Ik denk dat ik hier mag zeggen dat dat er in maart 2015 zal zijn.
Er is wel degelijk een financieel probleem. Wat is er gebeurd? Voorafgaand aan de hervorming is er een soort van onderzoek gebeurd naar de financiële gezondheid van alle instanties die moesten inkantelen. De conclusie luidde dat er geen besparing nodig was en dat er geen bijkomende kosten zouden zijn.
Wat is nu echter gebleken uit de resultaten van de jaarrekening 2013? Bepaalde instanties hebben hun reserves die mee moesten inkantelen, volledig opgebruikt. Een welbepaalde organisatie is erin geslaagd om op één jaar tijd 20 procent meer personeel aan te werven, zonder dat er daarvoor een goede verklaring was of er daartoe een noodzaak bestond. Het is jammer dat organisaties die inkantelen in een bepaalde structuur en waarover er duidelijke afspraken waren gemaakt, op zeer korte termijn al hun reserves hebben opgebruikt, waarschijnlijk onder het motto dat ze het liever zelf opgebruikten dan het in de pot te steken. Dat brengt natuurlijk wel met zich mee dat we niet meer dezelfde financiële uitgangspunten hebben dan we hadden bij de oprichting van de EVA. We hebben beslist dat we bij de begrotingen 2015, die binnenkort zullen voorliggen. een zeer correct, fair en open zicht willen krijgen van alle organisaties die inkantelen. We zullen dat laten doen door de cel budgetbeheersing binnen de raad van bestuur van het desbetreffende agentschap.
Wat zijn de exacte tekorten en reserves? We hebben gemerkt dat in de boekhouding, los van het feit dat er bepaalde vzw’s en organisaties echt wel zeer goed hun best hebben gedaan om hun reserves op te gebruiken, sommige zaken misschien verkeerd zijn voorgesteld. Er zitten dus misschien fouten in de boekhouding. Dat moeten we nakijken om te kunnen vaststellen hoe groot het financiële gat nu eigenlijk is. We hadden dat gat niet voorspeld, maar vandaag worden we er wel mee geconfronteerd.
Mijnheer Kennes, u vroeg naar de betrokkenheid van het middenveld en van de vrijwilligers. Vrijwilligers kunnen uiteraard ingeschakeld worden in de werking van het agentschap. De raad van bestuur is autonoom bevoegd voor het ontwikkelen van het beleid. Ik neem aan dat de mensen die in de raad van bestuur zetelen, ook het belang van vrijwilligers, zeker ook in deze sector, zullen blijven inzien, zullen valoriseren en zullen erkennen in hun rol.
In verband met het middenveld in de raad van bestuur van het agentschap weet u dat het Minderhedenforum en de VVSG vertegenwoordigd zijn in het agentschap. Er moet nog een aanstelling gebeuren van de onafhankelijke bestuurders in het licht van de principes van het deugdelijk bestuur. Ik vind het goed dat het Minderhedenforum en de VVSG vertegenwoordigd zijn. Het Minderhedenforum is een heel belangrijke partner. Ook in het licht van het EVA is het erkennen van die grote partnerrol essentieel, vandaar de vertegenwoordiging.
U vroeg ook naar een stand van zaken van artikel 25, meer bepaald de situatie in Antwerpen en Gent. Gent is volledig in orde. Het werd goedgekeurd door de gemeenteraad. Het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) heeft het dossier behandeld en ik heb het ondertussen ondertekend. Het is helemaal in orde.
In Antwerpen werd het door het college goedgekeurd en vorige week maandag ook door de gemeenteraad. Ik was er persoonlijk aanwezig. Er is nog een klein probleem met de statuten, ze moeten nog kleine aanpassingen ondergaan. Het is puur een formele kwestie. De beoogde voorzitter van de raad van bestuur kan volgens de statuten geen voorzitter zijn. Het is puur een formalistische kwestie, die redelijk snel opgelost zal worden.
De heer Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik dank u voor deze uitgebreide toelichting. Het is, zoals collega Kennes in zijn inleiding aangaf, de voorbije legislatuur een serieus gespreksonderwerp geweest, toch zeker op het einde ervan. Het is inderdaad interessant om te bekijken hoe het proces verloopt. Het is onze rol en taak om mee de diverse stappen op te volgen.
Ik heb begrepen dat het financiële probleem zich beperkt tot één organisatie. Indien uit het boekhoudkundig overleg zou blijken dat er toch nog andere zijn, zullen we dat ongetwijfeld van hieruit mee opvolgen.
Het antwoord op de bijkomende vraag van de collega over het middenveld verheugt me. In de aanloop van het hervormingsproces was het inderdaad een punt van discussie in de diverse gesprekken. Het verheugt me te vernemen dat het probleem zal worden aangepakt, dat er een gegarandeerde aanwezigheid van het middenveld zal zijn in de raad van beheer.
Wat betreft het aspect versnippering en minder efficiëntie, blijkt uit het verloop van het inkantelingsproces dat er verschillende werkwijzen zijn bij de vele organisaties in Vlaanderen. Het bewijst dat een soort eenmaking van de goede praktijken toch wel op zijn plaats was.
Dit wordt ongetwijfeld vervolgd de komende weken en maanden.
De heer Kennes heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik dank u, niet voor het uitvoerige antwoord, maar voor het beknopte antwoord, het was heel ‘to the point’. Ik heb een antwoord gekregen op al mijn vragen. Sommige ministers – ik noem geen namen – breien er vaak nog heel veel aan vast, ik heb liever een beknopt antwoord.
Ik ging er in mijn vraag van uit dat er een positief patrimonium en reserves waren. Ik verneem nu dat zich daar een probleem voordoet. In de hoorzittingen was dat niet aan de orde, volgens mij werd dit tot nu toe niet besproken in het parlement. Ik hoop uiteraard dat het niet zwaar gaat wegen op de werking van het nieuwe EVA. Het is moeilijk om met zoiets geconfronteerd te worden. Ik hoop dat de goede leerlingen – want die zijn er, naar ik verneem – wegens de beperkte middelen niet mee moeten opdraaien voor degenen die het anders hebben aangepakt.
Ik ben blij dat de minister de rol van het middenveld en van de vrijwilligers bevestigt, ook al is het natuurlijk aan de nieuwe structuur om er concreet mee om te gaan. Aangezien ze de geschiedenis van de sector kennen, ben ik ervan overtuigd dat ze ervoor open zullen staan.
Het antwoord over Antwerpen en Gent is heel duidelijk: het zit op de goede weg om te kunnen starten in een goede verstandhouding. Het is nu nog afwachten wie de onafhankelijke bestuurders zullen worden. Uiteraard kunnen u noch ik daar iets over zeggen, want dan zouden ze niet langer onafhankelijk zijn. Het is nu juist het kenmerk van het parlement om er geen uitspraak over te doen. Ik hoop dat een van de vier, of misschien nog meer, de sterke banden met de bestaande structuren, met de dynamiek die van onderuit is gegroeid met het middenveld en met de vrijwilligers, nog een plaats zal geven. We zullen dat moeten afwachten, het is niet aan ons om daarover te beslissen.
De heer Wouters heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik kreeg graag een kleine verduidelijking. Ik begrijp dat de reserves werden opgedaan vanaf het moment van de fusiebesprekingen. Is het dan niet de gewoonte om ze te bevriezen zodat men er niet meer aan kan vanaf het moment van de fusiegesprekken, zoals in de privésector?
Minister Homans heeft het woord.
Het heeft er natuurlijk alle schijn van dat bepaalde organisaties bepaalde beslissingen hebben genomen in het licht van de plicht om in te kantelen. Iemand vroeg of het zich heeft beperkt tot één organisatie. Dat is niet het geval, het gaat om verschillende. We hebben nu een gat van 2,9 miljoen euro, waarvan 2 miljoen euro structureel. Ik vind dat redelijk alarmerend.
De heer Kennes heeft het woord.
Eigenlijk wordt het nog concreter en alarmerender wanneer men spreekt over een structureel tekort van 2 miljoen euro. Ik neem aan dat dat te maken heeft met bijkomend personeel dat betaald zal moeten worden. Mijn bezorgdheid is dat de organisaties die wel correct alles in veilige modus hebben gezet, daar mogelijks negatieve gevolgen van zullen ondervinden. Ik neem aan dat er geen geld bij wordt gecreëerd. Met wat ik nu hoor, wordt dit een zorgwekkende zaak.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.