Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
U merkt dat ik enthousiast was voor deze commissie en voor deze minister en zijn bevoegdheden. (Gelach)
In het verleden zijn er in deze commissie al pertinente vragen gesteld aan de vorige minister van Economie, onder andere door de heer Diependaele, over de Small Business Act (SBA). In 2008 werd in de schoot van het Europees Parlement de SBA, zoals die vandaag nog bestaat, goedgekeurd, met als doel om de centrale rol van de kmo in de economie te erkennen. De belangrijkste doelstellingen waren de groei van de kmo’s bevorderen en knelpunten overwinnen.
Enkele weken geleden startte de Europese Commissie met een bevraging met als doel de SBA te updaten en verbeteren. Alle mogelijke actoren werden gevraagd om input te leveren. Dit voorjaar werd reeds beslist dat de vier bestaande pijlers minstens moesten blijven behouden, met name toegang tot financiering, toegang tot markten en internationalisering, ondernemerschap en betere regelgeving. Om het gebrek aan professioneel geschoolde arbeidskrachten aan te pakken, dat in veel Europese economieën wordt ervaren als een knelpunt, is besloten nog een vijfde pijler toe te voegen, om op die manier het kmo-beleid van de EU verder te verstevigen. Dat heeft betrekking op de opleiding en vaardigheden van ondernemers en personeel.
De bedoeling is nu dat iedereen zijn inbreng doet, om die zaak uiteindelijk ook te vertalen naar een nationaal en regionaal kmo-beleid. Verder bestaat er bij de EU een Impact Assessment SME-test (small and medium-sized enterprises) om de economische, ecologische en sociale effecten van beleid in te schatten voor kmo’s. Ook dat past dus binnen het Europese kmo-beleid, waarvan we ook in Vlaanderen werk kunnen maken. Een kmo-impacttoets is bij vele regelgeving bijzonder wenselijk.
Minister, zult u formeel reageren op de Europese vraag naar input? Wat zullen de krachtlijnen zijn en welke verbeterpunten zult u meegeven voor ons kmo-beleid? Hoever staat de implementatie van de SBA in Vlaanderen? Plant u initiatieven voor de instelling van een kmo-test in Vlaanderen? Dank u.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Inderdaad is de SBA zeer belangrijk. Er zijn al heel wat overheidsinstellingen betrokken bij de uitvoering in Vlaanderen, zoals Flanders Investment & Trade (F.I.T.), het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) en de SERV. Het is ook al uitgewerkt in beleidsinstrumenten zoals de Gazellesprong, de kmo-portefeuille en het algemeen ondernemerschap. De administrateur-generaal van het Agentschap Ondernemen, de heer De Potter, werkt als kmo-vertegenwoordiger aan dit geheel.
Kunnen we met de commissie die vertegenwoordiger uitnodigen om een stand van zaken te brengen? Wat wordt er gedaan met de aandachtspunten die blijken uit de Europese monitoring? Het is belangrijk om hierop voort te werken. De heer Diependaele heeft in de vorige legislatuur inderdaad ook al initiatieven genomen.
Bij de regeling der werkzaamheden staat geagendeerd om de mensen die de Europese wetgeving opvolgen, uit te nodigen.
Minister Muyters heeft het woord.
Het is zo dat het Enterprise Europe Netwerk (EEN) Vlaanderen de raadpleging zal verspreiden aan de Vlaamse kmo’s. In december zullen we een rondetafel organiseren met de vertegenwoordigers van de intermediaire organisaties en de relevante diensten van de Vlaamse overheid. Die standpunten zullen we verzameld in één rapport aan de Europese Commissie overmaken. Het antwoord op uw eerste vraag is dus ‘ja’.
Hoever staan we met de implementatie? U weet dat mijn voorganger elk jaar nieuwe initiatieven heeft genomen en bestaande maatregelen heeft aangepast om die implementatie vooruit te helpen. Naast initiatieven die hun deugdelijkheid intussen hebben bewezen, zal de Vlaamse Regering, zoals in het regeerakkoord bepaald, verder inzetten op het stimuleren van ondernemers, een ondernemingsvriendelijke overheid en op het internationaliseren van onze Vlaamse economie. Die drie relatief belangrijke aspecten zijn terug te vinden in de SBA waar Vlaanderen, en bij uitbreiding België, nog wat ruimte voor verbetering heeft.
Ik heb minstens – dat is zelfs wat licht uitgedrukt – wat twijfel bij de test. Het Agentschap Ondernemen heeft de mogelijkheden van het invoeren van zo’n test afgestemd met de dienst Wetsmatiging, die dit niet opportuun vond. Mijn ervaring met dit soort maatregelen is dat dit ook een risico heeft om te verworden tot een louter formele verplichting, waarbij dan meer energie wordt gestoken in het motiveren waarom men onder de uitzonderingsgronden valt.
Belangrijk lijkt me dat het algemeen beleid van de Vlaamse Regering in een geest van vertrouwen in en respect voor ondernemers wordt gevoerd. Dat zijn de elementen waarmee we willen werken. Ik denk dat die geest in het Vlaamse regeerakkoord waarmee we nu aan de slag gaan zeker aanwezig is, en ik zal er persoonlijk over waken dat bij de wekelijkse beslissingen in de Vlaamse Regering het belang van de kmo’s wordt verdedigd.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed dat een en ander wordt georganiseerd en dat er effectief een inbreng komt. Het is goed dat de commissie, op het moment dat het rapport klaar is, daarover wordt ingelicht en dat het rapport dan kan worden verspreid onder de commissieleden via het secretariaat. Dat zal werk zijn voor binnen een paar maanden.
Wat de test betreft, lijkt het mij niet nuttig of wenselijk om echt een formalisme te installeren. Het moet een basishouding zijn van de Vlaamse Regering en zeker van de minister van Economie om elke regelgeving te testen op zijn impact op kleine ondernemingen en ondernemerschap, kmo’s. Ik ben blij met uw engagement in dezen. We zullen u er af en toe aan herinneren.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik zal het rapport overmaken aan de commissie op het moment dat wij het bezorgen aan de Europese Commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.