Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de zorgwekkende opmars van de tijgermug in Vlaanderen
Vraag om uitleg over het frequent voorkomen van de tijgermug
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Demir.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, het is niet de eerste keer dat ik in deze of andere commissies op dit thema inga. Het is iets dat heel klein begint, maar dat op een bepaald moment het statuut kan krijgen van een ernstige gezondheidsuitdaging voor Vlaanderen.
Vandaag tonen de nieuwe cijfers van Sciensano dat de situatie wat betreft het oprukken van exotische muggen en de tijgermug er niet op verbeterd is, integendeel. Waar in 2022 op 12 plekken in ons land de tijgermug werd gesignaleerd, kwam ze een jaar later al op 25 plekken voor. Naast de vaste controles op bijvoorbeeld snelwegparkings, zagen we vorig jaar een pak waarnemingen van burgers binnenlopen via de muggensurveillancewebsite. Tussen mei en oktober vorig jaar zijn er 600 fotomeldingen binnengekomen, waarop 27 tijgermuggen zijn ontdekt. De positieve meldingen waren verspreid over 18 locaties, waarvan 15 nieuwe ten opzichte van 2022.
Ik denk dat ik mijn eerste vraag in het parlement hierover drie jaar geleden heb gesteld, maar we zien stelselmatig signalen dat we dit nog ernstiger moeten nemen. In Lebbeke en Wilrijk zien we ook dat waar eerder al overwinterende populaties werden gesignaleerd, ze ook dit keer de winter hebben overleefd.
In absolute aantallen is het voorkomen en de toename op het eerste gezicht misschien niet zo dramatisch, maar toch kunnen we ons geen jaarlijkse verdubbeling permitteren, anders komen we de komende decennia gegarandeerd in de problemen. Bij het Instituut voor Tropische Geneeskunde (ITG) leeft het vermoeden dat de opwaartse trend in het aantal tijgermuggen zich zal voortzetten. We kunnen dat ook verwachten doordat er steeds meer internationale bewegingen zijn, maar ook door de klimaatopwarming, die maakt dat muggen hier langer kunnen overwinteren en gedijen. Men verwacht dat er volgend jaar opnieuw veel nieuwe locaties zullen bijkomen. Het is volgens de wetenschappers wel belangrijk dat we hun vestiging en verspreiding zo lang mogelijk uitstellen en ons voorbereiden op de toekomst. Want naast alle irritaties die muggen met zich meebrengen, leveren de tropische varianten ook ernstige risico's op voor de volksgezondheid. Denk maar aan tropische ziektes als malaria en dengue.
Minister, hoe zult u het onrustwekkende oprukken van exotische muggen in Vlaanderen versterkt afremmen, naast wat er vandaag gebeurt? Is de muggensurveillancewebsite voldoende bekend bij de ruime bevolking? Hoe kunnen we die bekendheid nog verbeteren?
Is er in het algemeen nood aan meer onderzoek en sensibilisering over de verspreiding van en preventie tegen exotische muggen?
Hoe verklaart u dat de populaties in Lebbeke en Wilrijk blijven overleven, ondanks de verschillende inspanningen die gebeurd zijn om die populaties te verdelgen? Is er meer onderzoek nodig naar betere of efficiëntere verdelgingstechnieken?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Zoals de collega al zei, neemt de aanwezigheid van de tijgermug in ons land toe. Vorig jaar werden in België op 25 locaties tijgermuggen vastgesteld. In 2022 werden tijgermuggen vastgesteld op 12 locaties. Wellicht gaat het nog om een onderschatting. We stellen vast dat de locaties vooral worden gesignaleerd door burgers. In mijn eigen gemeente Lebbeke werden ook opnieuw tijgermuggen teruggevonden. Er wordt vermoed dat de tijgermuggen ons land binnenkomen doordat ze meereizen met terugkerende vakantiegangers en vrachtvervoer vanuit het Zuiden.
We weten dat de tijgermug toch wel wat ziektes met zich meebrengt die belangrijke gezondheidsproblemen kunnen geven in de toekomst. Denk maar aan dengue. De toenemende aanwezigheid van tijgermuggen zal logischerwijs het aantal besmettingen doen toenemen.
Het ITG en Sciensano roepen op tot actie om de vestiging en verspreiding van de tijgermug te vertragen en dus ook het risico op overdracht van die ziektes zoveel mogelijk te verkleinen. Een van de maatregelen die ze voorstellen, is burgers sensibiliseren rond het melden van tijgermuggen en het nemen van maatregelen waardoor de tijgermug minder goed overleeft.
Minister, ik had mijn vraag initieel gericht aan de minister van Welzijn, maar men heeft de vraag dan doorverwezen naar de commissie Leefmilieu. Ik heb hier in het verleden ook al vragen over gesteld. Ik heb vandaag de volgende vragen voor u. Hoe wilt u, vanuit het oog op preventie, extra inzetten op de bestrijding van de tijgermug? Welke extra maatregelen zult u nemen, ook in samenwerking met uw collega’s binnen de Vlaamse Regering, om de vestiging van de tijgermug te vertragen?
De heer De Roo heeft het woord.
In Vlaanderen is de tijgermug de afgelopen jaren in opmars. In 2023 waren er onder meer meldingen in de regio van Gent, Leuven en Antwerpen. Voor ons land gaat het over een verdubbeling van het aantal meldingen ten opzichte van vorig jaar.
De collega heeft de gezondheidsrisico’s geschetst. Ik wil nog beklemtonen dat uit de metingen blijkt dat de muggeneitjes kunnen overleven in de winter, wat het risico op verspreiding in Vlaanderen vergroot. Er is ook een stijging waargenomen van aanwezigheid van muggeneitjes in vallen langs gecontroleerde snelwegparkings, wat wijst op een groeiend probleem van tijgermuggen die meereizen met terugkerende vakantiegangers en vrachtvervoer vanuit het Zuiden.
Welke initiatieven zult u nemen om de verspreiding van de tijgermug tegen te gaan? Op welke manier zult u sensibiliseren over de opmars van de tijgermug naar de brede bevolking? Hoe verloopt de samenwerking tussen de burgerwetenschapswebsite MuggenSurveillance.be en de betrokken diensten uit de Vlaamse administratie?
Minister Demir heeft het woord.
Beste collega’s, bedankt voor de vele vragen. Ik heb de vragen gebundeld.
Ik deel uw bezorgdheid over dit groeiend probleem zowel in Vlaanderen als in de rest van Europa.
Net zoals de voorbije jaren zal er op verschillende pijlers gewerkt worden om de vestiging en verspreiding van de tijgermug tegen te gaan. Als we kijken naar de situatie in de ons omringende landen in de voorbije jaren, lijkt het zeer moeilijk om de tijgermug volledig uit te roeien. Het gaat immers om een mug van een halve centimeter die via auto- en vliegverkeer uit het Zuiden of Azië of via transport van bepaalde goederen in Vlaanderen binnenkomt. Maar het blijft belangrijk om het vestigingsproces te vertragen en om waar mogelijk de verspreiding te vertragen en vooral de populatie zo laag mogelijk te houden.
Zo zal er verder ingezet worden op de monitoring van de aanwezigheid en de verspreiding van de tijgermug. Volgens mij is het belangrijk om te weten waar de muggen zitten. De monitoring wordt ook in de komende jaren structureel verdergezet en is ook voorgelegd aan en goedgekeurd door de ministers.
Het is vooral belangrijk om na detectie de juiste aanpak te hanteren om de vestiging en verspreiding tegen te gaan. Als bevoegde instantie voor de snelle respons zal het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) ook in 2024 de bestrijding coördineren. De aanpak wordt daarbij permanent geëvalueerd en bijgestuurd op basis van ervaringen bij ons, maar ook vanuit landen waar men al langer te maken heeft met de tijgermug. Zo werkt mijn administratie momenteel scenario’s uit afhankelijk van de verschillende situaties op het terrein, zodat de bestrijding geoptimaliseerd kan worden en een nieuw bestek voor de bestrijding van de tijgermug in de markt kan worden gezet.
Bestrijding is pas mogelijk indien we weten waar de muggen zitten en daarom is sensibilisering erg belangrijk. Hiervoor moet op verschillende niveaus worden ingezet zodat we een zo breed mogelijk deel van de bevolking bereiken. Voorbeelden zijn reizigers die terugkeren uit landen waar de tijgermug een gevestigde soort is, bedrijven die goederen transporteren waarbij er een verhoogd risico is op aanwezigheid van de mug, maar ook lokale besturen en huisartsenpraktijken, naast de communicatie vanuit de Vlaamse overheid. Door de vestiging en hoge aanwezigheid van de tijgermug in populaire reisbestemmingen zoals Frankrijk, Italië en Spanje, is de kans groot dat de tijgermuggen elk jaar weer, via reizigers en internationaal transport, tijdens de zomermaanden worden binnengebracht. Daarom is die sensibilisering cruciaal.
De bestrijding zelf moet gebeuren door gespecialiseerde firma’s.
De voorbije jaren dook de tijgermug op een aantal plaatsen op in Vlaanderen waarbij er geen duidelijke introductieroute was. Vandaar dat ik mijn administratie de opdracht gegeven heb om de aanpak grondig te herzien en bij te sturen waar nodig. Hiervoor worden ook andere Europese overheden en experten bevraagd over hun aanpak en volgt mijn administratie ook de laatste ontwikkelingen wereldwijd op dit vlak. Er wordt ook verder ingezet op samenwerking met de lokale besturen zowel op het vlak van sensibilisering, communicatie alsook de bestrijding en opvolging zelf.
Ik wil ook meegeven dat het ANB financiële ruimte heeft voorzien, namelijk 50.000 euro voor het opzetten van een project rond de nieuwe vangmethode.
Toonaangevende internationale gezondheidsorganisaties, waaronder de Wereldgezondheidsorganisatie, raden aan om een geïntegreerde aanpak na te streven. Daarom heb ik ook een brief gestuurd naar de andere bevoegde ministers in België zodat de verschillende betrokken beleidsniveaus de werking en terreinaanpak op elkaar kunnen afstemmen en er een snelle informatiedoorstroom is. Het ANB zal hierin ook zijn verantwoordelijkheid nemen en zijn expertise inzetten. Het plan van aanpak dat het ANB uitwerkt voor Vlaanderen zal deze geïntegreerde strategie vooropstellen. Hierbij wordt nauw samengewerkt met het Departement Zorg en de andere bevoegde autoriteiten.
Ik wil ook graag meegeven dat er een actieve samenwerking is tussen het ANB en het Departement Zorg rond de tijgermug en dat er een interdepartementale operationele cel werd opgericht. Alle aspecten van de aanpak kunnen zo in samenspraak worden uitgewerkt, inclusief communicatie en sensibilisering. Op deze manier kan op Vlaams niveau door de administraties van beide bevoegde ministers gewerkt worden aan een geïntegreerde aanpak.
De nood voor meer en betere sensibilisering waarnaar collega Vaneeckhout vraagt, zal mijns inziens grotendeels worden opgevangen door de communicatiestrategie die door zowel de administratie van collega Crevits als mijn administratie wordt uitgewerkt. Het document dat werd opgemaakt in opdracht van het Departement Zorg, kan hiervoor als basis dienen.
Het ANB heeft alvast een communicatiekalender opgesteld met de verschillende momenten. De MuggenSurveillance.be-website wordt in samenwerking met de andere bevoegde instanties en gewesten verder uitgebouwd. De verschillende kanalen en middelen om de bevolking te informeren, alsook de boodschap die gebracht zal worden, worden binnen de opgerichte operationele cel Leefmilieu-Zorg doorgenomen.
Communicatie en sensibilisering, verschillende inzichten en mogelijke initiatieven uit het buitenland die nuttig kunnen zijn, worden ook opgevolgd.
Zoals u weet, werd de muggensurveillance-website in 2022 gelanceerd en is er altijd een zekere inlooptijd nodig vooraleer dergelijke websites tot bij de burgers geraken. Maar gezien de toename in het aantal meldingen die wij krijgen, lijkt de website in Vlaanderen toch al goed bekend. Sciensano en het ITG zullen, zoals elk jaar, aan het begin van het seizoen de communicatie rond de website verzorgen. Ook wij zullen proactief communiceren rond de tijgermug.
Het is als overheid belangrijk om expertise rond vectoren te bezitten en verder op in te zetten, zodat we ook het onderzoek in Vlaanderen kunnen stimuleren, want er is zeker nood aan nieuwe manieren om de tijgermug onder controle te houden. Binnen het plan van aanpak dat het ANB opmaakt, zal ook voor dit luik aandacht zijn. In Europa zijn verschillende onderzoeksgroepen werkzaam binnen verschillende projecten. Zo wordt in bepaalde landen al gewerkt met het loslaten van steriele mannetjes om de tijgermugpopulaties te onderdrukken. Ook andere innovatieve methoden worden uitgetest, meestal in samenwerking met universiteiten en onderzoeksinstellingen. De goede praktijken worden in een protocolakkoord gegoten dat in opmaak is met de collega’s van Zorg en Gezondheid.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Dank u wel voor het uitvoerige antwoord, minister. Ik denk dat er inderdaad al heel wat lopende is. Het is voor ons allemaal ook een belangrijk iets om op de radar te houden, om de opvolging daarvan te doen, ook in het parlement.
Als het gaat over de impact van de klimaatverandering, denk ik ook dat het een van die zaken is die naar boven komt. Dat mag voor ons allemaal misschien nog een stimulans zijn dezer dagen om daar ambitieus in te blijven, zowel als het gaat over het voorkomen ervan als wanneer het gaat over het aanpassen eraan. Het zal een combinatie van beiden zijn. Ik weet dat u gevoelig bent aan dat laatste ook, maar dit is een van die voorbeelden waar we ons ook ten dele zullen moeten aanpassen. Maar hoe verder we het laten komen, hoe erger de problematiek natuurlijk zal worden. Daarom heb ik twee aanvullende vragen.
Eén is natuurlijk – onze vraag was ook aan jullie beiden gericht – het specifieke spoor naar de eerstelijnsgezondheidszorg, huisartsen en zo verder. In welke mate kunnen we daar nog versterken, zodat zij, zeker in de regio’s waarvan we weten dat er aanwezigheid is, heel goed op de hoogte zijn dat daar mogelijke gezondheidsrisico’s zijn en dat we die vaststellen?
Een tweede luik – en dan kijk ik naar u als op dit moment ook deel van het voorzitterschap van de Europese Raad – is of u hierover ook contacten plant op Europees niveau? Ik denk dat dit uiteraard niet iets is waar specifiek alleen Vlaanderen of België mee wordt geconfronteerd. Het is iets wat in heel veel regio’s in West- en Noord-Europa stilaan op de radar komt. Wilt u daar initiatief nemen om een stuk Europees beleid hierrond te ontwikkelen? Als het gaat over een aantal zaken, denk ik dat ook daar mogelijkheden zijn, of minstens good practices uit andere landen hieromtrent meenemen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Dank u wel voor uw uitgebreid antwoord, minister. Ik denk dat twee zaken belangrijk zijn. Eerst en vooral is er de sensibilisering, het goed informeren van de burgers in het algemeen, bijvoorbeeld over hoe die mug eruitziet. Veel mensen weten dat immers niet. Ook moet men goed blijven samenwerken met de lokale besturen en de artsen. Heel veel huisartsen zijn hier namelijk onvoldoende op de hoogte van.
Een tweede belangrijke zaak is het bestrijden. Er worden, bijvoorbeeld in mijn eigen gemeente, al vrij veel inspanningen gedaan om die tijgermuggen te bestrijden, maar toch komen ze telkens opnieuw terug. Ik denk dat we dus volop moeten inzetten op het bekijken van nieuwe methoden en van methoden die gebruikt worden in het buitenland. Misschien kunnen we good practices overnemen. Ik denk namelijk dat deze problematiek alleen maar groter zal worden en dat we dus alle zeilen moeten bijzetten. Het is alleszins goed dat u nu ook budget voorziet voor die nieuwe vangmethode en natuurlijk ook dat er een goede samenwerking is met het Departement Zorg.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister. Niets is zo vervelend als een mug in de kamer, zeker als het gaat over een tijgermug, met alle risico’s die daaraan verbonden zijn. Collega Saeys zei dat er twee zaken van groot belang zijn, maar ik wil er graag nog twee aan toevoegen. Sensibilisering werd al heel duidelijk benoemd. Monitoring lijkt mij ook een zeer belangrijk onderdeel. Dat werd in het antwoord al toegelicht. Bestrijden is een derde belangrijke zaak. Ten slotte is het verhinderen van voortplanting een manier om ervoor te zorgen dat de populatie niet verder groeit, want uiteindelijk gaat het daarover: we moeten de populatie zoveel mogelijk indijken, zeker wanneer het niet mogelijk blijkt om ze uit te roeien.
Ik heb nog twee bijkomende vragen over het aspect monitoring. Minister, u zei dat u verder zult inzetten op monitoring en dat u hierover al een beslissing hebt voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Voor mij was het niet helemaal duidelijk hoe die monitoring en de burgerwetenschapswebsite van MuggenSurveillance hand in hand gaan. Ik denk dat monitoring door specialisten, zoals het ANB, natuurlijk wel degelijk van groot belang kan zijn. Daarnaast zitten we met een heel groot aantal mogelijke surveillanten, namelijk onze burgers, die extra aandacht hebben voor de muggen die in huis zitten en die we kunnen sensibiliseren om daarover melding te doen. U zegt dat het platform al beter gekend is en dat dat te zien is aan het aantal meldingen. Als ik verder lees op die website, zie ik echter dat er gevraagd wordt om een aparte app te installeren zodat de foto van de mug vlot doorgestuurd kan worden. Dat lijkt me wel zeer goed bedoeld, maar ook wel omslachtig. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om zoveel mogelijk meldingen binnen te krijgen. Kunt u misschien wat meer kaderen hoe die monitoring precies op poten zal worden gezet? Verder is Vlaanderen natuurlijk geen eilandje. Hoe loopt de samenwerking met Nederland, Duitsland, Wallonië en Frankrijk? Kunt u daar iets meer over zeggen, specifiek wat betreft de monitoring van de tijgermug?
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, er kwamen in deze commissie al verschillende keren vragen aan bod over exoten, zowel dieren als planten. Ik heb u ook al eens gevraagd in welke mate we op dat vlak niet alleen aan bestrijding doen – want dat zal toch moeten gebeuren –, maar ook aan voorkomen. Het is nog altijd beter om te voorkomen dan te bestrijden. Er werd al gesproken over de havens – luchthavens, zeehavens en dergelijke. Zou u het Europees voorzitterschap niet kunnen aangrijpen om Europese afspraken te maken over de manier waarop zaken hier ingevoerd kunnen worden, via containers, vrachtschepen, treinen enzovoort. Om bijvoorbeeld iets naar China te verschepen, zijn bepaalde verpakkingsvoorschriften van kracht. Ook voor Amerika zijn er voorschriften voor het invoeren van voedingswaren. Dat is allemaal ter voorkoming van exoten, schimmels, bacteriën en dergelijke. Kunnen wij niet tot een gezamenlijk Europees standpunt komen en een preventief actieplan in gang zetten?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, ik zal dat samen met de diensten van collega Crevits goed uitwerken, zodat we zo goed mogelijk de eerstelijnsgezondheidszorg bereiken met een heldere communicatie. We gaan dat dus samen doen. Ik hoop inderdaad dat Europa ook de nodige maatregelen neemt, want het is inderdaad ook Europees. Ik deel die bezorgdheid. De mug is er in grote delen van Europa. Er is nood aan maatregelen op Europees niveau.
Op wetenschappelijk niveau wordt al goed onderling samengewerkt op Europees vlak, maar ik denk dat de Commissie daar ook een trekkersrol zal spelen. Ik zal dus sowieso onze bezorgdheden hier overmaken aan de Europese Commissie en het voorzitterschap, collega Pieters.
Collega De Roo, het ANB heeft dit jaar voor de bestrijding 670.000 euro vrijgemaakt. Om u een idee te geven: in 2022 was dat budget nog maar 170.000 euro. We hebben dus meer dan het dubbele vrijgemaakt. Dat is ook nodig, denk ik, om de bestrijding voor 2024 op te drijven. Het plan van aanpak dat in opmaak is, moet de samenwerking op structurele wijze verankeren in Vlaanderen. We hebben een half miljoen euro extra voor de bestrijding. We hebben die centen ook nodig om dat te doen.
De monitoring zal worden uitgebouwd via de surveillancewebsite, zodat eenieder de muggen herkent. Want dat is inderdaad het belangrijkste, collega, dat mensen ze herkennen en ook melden. We bekijken steeds hoe dit duidelijker en eenvoudiger kan. Soms worden ook verkeerde muggen gemeld. Daarom is die validatie belangrijk.
Bestrijding is duur, dus we willen niet zonder reden een bestrijder rondsturen in heel Vlaanderen. Die moet natuurlijk efficiënt worden ingezet. Daarom is het belangrijk dat de mug herkend wordt.
Collega Pieters, zoals ik daarstraks gezegd heb, zal ik onze bezorgdheden overmaken aan Europa en aan het voorzitterschap.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik denk dat we in het parlement en in de Wetstraat stilaan beginnen in te zien dat dit een uitdaging is voor de toekomst waarop we voorbereid moeten zijn. Ik zal dit de komende maanden met zeer veel aandacht verder opvolgen en bekijken wat er de komende maanden op Europees niveau beweegt op basis van de vraag en de signalen die u daarrond zult geven.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Zoals de minister zegt, moeten we nu alle zeilen bijzetten. Ik verwacht dat er hier in de toekomst zeker nog vragen over zullen blijven komen.
De heer De Roo heeft het woord.
Het was gisteren eigenlijk al een uitdaging. Het is vandaag een uitdaging. En het is zeker ook een uitdaging voor de toekomst. Ik denk dus dat we werk moeten maken van zowel het sensibiliseren, monitoren en bestrijden, als van het tegengaan van voortplanting.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.