Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Slagmulder heeft het woord.
Minister-president, het netwerk Vlamingen in de Wereld (VIW), u niet onbekend, organiseert regelmatig activiteiten en bijeenkomsten om Vlamingen die in het buitenland wonen te helpen bij het opbouwen van onder andere sociale en professionele netwerken, en het is voor deze Vlamingen ook vaak een bron van heel wat relevante informatie.
Het netwerk bestaat uit een kernteam en is voor de rest volledig afhankelijk van vrijwilligers die zich inzetten voor Vlamingen in het buitenland die de band met Vlaanderen willen behouden. Vlamingen in de Wereld wordt al jaren gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. Zo bedraagt de subsidie voor dit jaar 264.000 euro. In het regeerakkoord staat dat deze Vlaamse Regering de Vlaamse troeven internationaal verder wil versterken en ook verder wil inzetten op de verbinding tussen de Vlaamse expats en Vlaanderen, onder andere via het netwerk Vlamingen in de Wereld.
Het doel van dit netwerk is zeker en vast heel waardevol, maar lijkt toch niet altijd optimaal te verlopen, wanneer het bijvoorbeeld gaat over de samenwerking met de Belgische ambassades, de Vlaamse Afvaardiging of consulaten. Ook nemen in bepaalde landen niet alle leden of vrijwilligers altijd de rol op die eigenlijk van hen verwacht wordt, waardoor er een passieve werking ontstaat. Dat kan zeker en vast niet de bedoeling zijn.
Daarom volgende vragen, minister-president.
Bent u op de hoogte dat de werking van VIW en de samenwerking tussen het netwerk en de Belgische ambassades, de Vlaamse Afvaardiging of consulaten in bepaalde landen niet altijd optimaal verloopt? In welke landen is er volgens u momenteel een probleem rond de werking? Wat kunt of zult u daar ondernemen zodat er in de toekomst een betere werking komt? Is er over deze kwestie al overleg gepleegd met, bijvoorbeeld, de federale minister van Buitenlandse Zaken, of met andere collega’s? Zo ja, wat werd er concreet besproken? Zo niet, bent u van plan om op korte termijn hieromtrent overleg te plegen?
Wat kunt u ondernemen als er in bepaalde landen een passieve werking is of wanneer vrijwilligers de rol niet opnemen die van hen verwacht wordt? Is er een structurele controle op het gedrag en de inzet van de vrijwilligers van het netwerk? Worden zij op enige wijze geëvalueerd, en zijn er daaromtrent al problemen geweest volgens u? Hebt u daar de voorbije jaren al klachten over ontvangen?
Zijn er volgens u interessante voorbeelden van activiteiten die georganiseerd worden in bepaalde landen en die ook nuttig kunnen zijn voor andere landen? Wordt daar voldoende over gecommuniceerd? Zo niet, wat kunt u ondernemen zodanig dat dergelijke interessante activiteiten ook in andere landen georganiseerd worden?
Zult u tot slot nog bepaalde andere initiatieven nemen om de werking van VIW in de toekomst verder te versterken?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Slagmulder, of ik op de hoogte ben van de werking van VIW? Absoluut, we zitten daar regelmatig mee samen. Structureel doen er zich geen systematische problemen voor, wel integendeel. Uiteraard is het best mogelijk dat hier en daar ad hoc de zaken wat stroever verlopen, maar dit doet niets af aan de inherente complementariteit van Vlamingen in de Wereld met Vlaamse en federale diplomatieke vertegenwoordigingen.
Ik wil erbij zeggen dat VIW een vrijwilligersorganisatie is. Ik hoor hier woorden als ‘controle’ en zo … Daar moet je toch een beetje mee opletten, denk ik. Ik ben ook niet op de hoogte van specifieke problemen. Mijn administratie heeft geregeld overleg met Vlamingen in de Wereld, ikzelf ook. In dat overleg kan de samenwerking op post worden besproken, maar er zijn nog niet echt klachten of strubbelingen naar voren gekomen.
Ik ben ook niet van plan om de Vlaamse samenwerking tussen de Vlaamse administratie voor Buitenlandse Zaken en VIW federaal aanhangig te maken. Dat is iets tussen ons en Vlamingen in de Wereld. Ik zie niet in waarom ik hier met de federale minister van Buitenlandse Zaken ook maar enigszins moet gaan overleggen.
Wat kan ik ondernemen als er in bepaalde landen een passieve werking is? Ja, dat is vooral een interne kwestie van Vlamingen in de Wereld. Dat is een vereniging van vrijwilligers die op heel wat plaatsen heel goed werk verricht, en waar we heel goed mee geconnecteerd zijn. Als die vereniging intern problemen heeft in bepaalde zaken, moet ze dat zelf oplossen. Ze hebben het statuut van een instelling van openbaar nut.
Is er controle? Neen, we hebben geen Vlaamse controle op Vlamingen in de Wereld. Ik wens dat ook absoluut niet te doen. Wij willen wel in nauw overleg met Vlamingen in de Wereld kijken waar we ze kunnen oriënteren of helpen, en zien wat we samen kunnen doen. Controle zal ik zeker niet doen op die organisatie. Als er controle moet gebeuren is dat voor mij een interne kwestie van Vlamingen in de Wereld. Dit gaat over vrijwilligerswerk. Dat is een persoonlijk engagement dat uiteraard van persoon tot persoon anders ingevuld kan worden.
Welke klachten wij ontvangen hebben over Vlamingen in de Wereld? We hebben geen enkele formele klacht ontvangen. Ik sta een beetje verbaast van de tonaliteit van uw vraag, over een organisatie die zo’n goed werk levert in het buitenland.
Zijn er interessante voorbeelden van activiteiten? De Vlaamse expats in het buitenland behoren tot het doelpubliek van de Vlaamse diplomaat. Ze helpen Vlaanderen mee kenbaar maken en zijn mee hun ogen en oren in het ambtsgebied. Daarom onderhouden onze diplomaten nauwe contacten met de afdelingen van Vlamingen in de Wereld in hun ambtsgebied. Hun leden worden betrokken bij publieksactiviteiten van de post – daarmee doel ik niet op bpost, maar de post waar ze zijn – zoals onder meer Vlaamse dagen en 11 julirecepties, en kunnen ook steeds afzonderlijk terecht bij de diplomaat en het Vlaamse team. Wanneer ik op zending ga, tracht ikzelf ook tijd te maken voor een gesprek met de Vlaamse expats, en ontbijten of lunchen we samen. Op 7 juli vorig jaar ontmoette ik een uitgebreide delegatie vertegenwoordigers van VIW tijdens hun zomerevent in het Errera Huis. Dit jaar viert VIW trouwens haar 60-jarig bestaan. Daar zullen we ook de nodige aandacht aan geven.
U vraagt of ik nog bepaalde initiatieven zal nemen. Ik zal natuurlijk bij mijn volgende contact met Vlamingen in de Wereld deze vraag ter sprake brengen, en vragen of er daar ergens problemen zijn waar we behulpzaam bij kunnen zijn, maar op dit moment ben ik daar niet van op de hoogte, en heb ik alleen maar positieve ervaringen van samenwerkingen met Vlamingen in de Wereld. Maar zoals dat in elke vereniging van vrijwilligers gaat, is men op bepaalde gebieden heel performant, en is men in bepaalde regio’s of landen minder performant. Dat is eigen aan een vrijwilligersvereniging. Maar doorgaans zijn we zeer tevreden over de samenwerking met Vlamingen in de Wereld.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u, minister-president, voor uw antwoord. Ik vind het uiteraard positief als u zegt en bevestigt dat er geen structurele problemen zijn. Ik denk dat we daar alleen maar tevreden over kunnen zijn. Maar ik vind het toch belangrijk – toch als er subsidies gegeven worden – dat we, waar we kunnen, mee waken over de goede werking van Vlamingen in de Wereld, en zeker ook – ook al zijn het vrijwilligers – dat zij toch op een of andere manier doen wat van hen verwacht wordt. Ik ben ervan overtuigd dat zij dat in de meeste gevallen ook zullen doen. Voor de rest denk ik dat het zeker ook een uitdaging is om de betrokkenheid van Vlamingen die in het buitenland wonen niet te verliezen, en dat gebeurt dan door het organiseren van verschillende activiteiten, wat positief is.
Welke initiatieven of inspanningen kunnen er nog genomen worden om het contact met deze Vlamingen niet te verliezen? Er is ongetwijfeld ook een verscheidenheid aan behoeften, want de ene expat of geëmigreerde Vlaming is de andere niet. Wat kan daar eventueel nog gedaan worden om aan de verschillende behoeften tegemoet te komen, zodanig dat deze Vlamingen met de tijd niet afhaken, en toch geïnteresseerd blijven in de werking van Vlamingen in de Wereld?
De heer De Veuster heeft het woord.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik toch ook wat verbaasd ben over de tonaliteit van collega Slagmulder, want wij hebben als fractie die organisatie, Vlamingen in de Wereld, altijd heel graag ondersteund. En ons bereiken alvast een hele hoop positieve verhalen en positieve ervaringen. Denk maar aan ons recent bezoek in Polen, dat zeer positief was. Even voor de duidelijkheid: Vlamingen in de Wereld is geen officiële vertegenwoordiging van de Vlaamse Regering. Dat zijn vrijwilligers en mensen met een vaak heel drukke professionele bezigheid, die zich willen inzetten voor Vlaanderen en voor hun organisatie. Ik vind het er een klein beetje over om een controle los te laten op die mensen, laat staan om ze te laten samenwerken met federale entiteiten, want ik denk niet dat ze daar gelukkig van zullen worden. Maar dat is mijn persoonlijke mening.
Eén ding dat die vzw natuurlijk altijd gevraagd heeft, en dat wij ook steunen – minister-president, ik heb het al een paar keren gevraagd, en ik weet dat u er niet aan kunt doen – is het stemrecht voor Vlamingen in het buitenland voor de deelstaatverkiezingen. Het is misschien naïef dat ik het nog durf te vragen, maar beweegt er op dat vlak al iets federaal?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het antwoord op de laatste vraag is neen. (Gelach)
Mijnheer Slagmulder, voor alle duidelijkheid vind ik ook dat er een controle moet gebeuren als we subsidies verstrekken. Maar wij verstrekken subsidies aan het centraal orgaan van Vlamingen in de Wereld hier in Vlaanderen, en daar gebeurt ook controle op. Maar we zullen onze controle niet uitbreiden naar iedereen die zich aansluit bij Vlamingen in de Wereld, waar dan ook ter wereld. Dat is absoluut niet de bedoeling.
Ook daar: als wij lokaal vertegenwoordigers hebben – en dat kan zowel Flanders Investment & Trade (FIT) als Buitenlandse Zaken zijn, of zelfs als ik naar het buitenland ga – trachten we altijd te connecteren met Vlaanderen in de Wereld. Maar ik zie het niet als mijn opdracht om in de plaats van die vereniging te treden om Vlamingen te motiveren. Nogmaals, bij elke buitenlandse reis, ook bij elke buitenlandse post die we hebben, wordt er geconnecteerd als Vlamingen in de Wereld aanwezig is. Ik denk dat we dat moeten doen. Als er een Vlaamse receptie of zoiets is, dan nodigen we alle mensen van Vlamingen in de Wereld uit, en zijn er ook contacten. Het is een vereniging, een nuttige vereniging, een belangrijke vereniging, vind ik, maar we zullen niet in de plaats van die vereniging treden
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u wel voor uw bijkomend antwoord, minister-president. Ik wil toch even benadrukken dat wij de werking van Vlamingen in de Wereld zeer waardevol vinden, voor alle duidelijkheid. U zegt dat u geschrokken bent van de tonaliteit, maar wij staan ook achter die organisatie. Geen enkel probleem. Ik zou het alleen maar jammer vinden als er in bepaalde landen problemen zouden zijn omdat er een passieve werking is, en mijn vragen waren eigenlijk bedoeld om u daar attent op te maken, opdat u dat zou aankaarten als u nog gesprekken hebt met Vlamingen in de Wereld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.