Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
De digitalisering is niet meer weg te denken uit onze samenleving en uit het bedrijfsleven. E-commerce is het kopen en verkopen van goederen en diensten via het internet. Dat kan zowel via online winkels, digitale marktplaatsen, online veilingen en online bankieren. E-commerce wordt steeds populairder en wijdverspreid. De consument kiest vaker voor het gemak en de toegankelijkheid, maar is daarbij minder bekommerd om de standplaats van de winkel of het distributiecentrum.
We hebben dan ook gezien dat e-commerce een enorme impact heeft op de retail, maar ook op de kernen van onze steden en gemeenten. Steeds meer consumenten bestellen online. Het zijn vooral de grote spelers die investeren in digitale toepassingen. Bijna 70 procent van de consumenten koopt bovendien bij buitenlandse webshops.
Er zijn al tal van kansen gemist door een te rigide kader en weinig flexibele arbeidsvoorwaarden. De overheid moet immers zorgen voor een gelijk speelveld voor onze ondernemingen en optreden tegen oneerlijke concurrenten en handelspraktijken.
Tijdens de coronacrisis gingen veel ondernemers aan de slag met online toepassingen voor het opzetten van een webshop of een platform. Het was toen het moment om dit soort zaken uit te proberen. De opstart gaat doorgaans gepaard met investeringskosten, maar het in stand houden van de toepassingen, het bieden van een goede dienstverlening en de opvolging zijn bijzonder uitdagend.
Als je met ondernemers spreekt die daarmee experimenteren, dan zeggen ze dat ze voor het combineren van een fysieke en een digitale webshop, eigenlijk een extra persoon nodig hebben om alles in goede banen te leiden. Vlaanderen heeft initiatieven ontwikkeld om ondernemingen te stimuleren om online actief te zijn en digitale mogelijkheden te benutten. Denken we daarbij aan het platform hetinternetookuwzaak.be. Minister, u stelde dat u die campagne zult verlengen. Daarbij zal er een cocreatieoefening worden georganiseerd om een aanbod uit te werken dat complementair is met wat de markt aanbiedt.
Ondertussen heeft FOD Economie een online toolkit gelanceerd om kmo’s aan te sporen om online actief te worden en te investeren in e-commerce. Het federaal niveau komt nu dus ook met een initiatief. Er komt ook een gerichte sensibiliserings- en informatiecampagne. De toolkit biedt een antwoord op vragen zoals het opstarten, beheren en ontwikkelen van online activiteiten, e-marketing, betalingen en logistiek. Het beschrijft de drempels en mogelijke oplossingen.
Volgens mij is er overlap met wat het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en ‘Het internet. Ook uw zaak’ doen. Op welke manier werd over de ontwikkeling van deze federale toolkit overlegd met Vlaanderen? In welke mate is het federale initiatief complementair met de Vlaamse initiatieven naar kmo’s om te investeren in online toepassingen, waaronder e-commerce?
Wat is de stand van zaken van de campagne ‘Het internet. Ook uw zaak’? Wat zijn de resultaten van de cocreatieoefening om een aanbod uit te werken dat complementair is met wat de markt aanbiedt?
Minister Brouns heeft het woord.
Wij werden niet betrokken bij het initiatief van de FOD Economie. Wij hebben dus geen enkele andere informatie dan de info die publiek beschikbaar is.
De federale overheid heeft heel wat bevoegdheden die relevant zijn voor webverkoop: consumentenrechten, betaalwijzen, btw, intellectuele eigendomsrechten, persoonsgegevensbescherming en dergelijke meer. De informatie die de FOD Economie via zijn website en via deze toolkit over deze onderwerpen ter beschikking stelt, lijkt ons zeker complementair met de Vlaamse initiatieven rond e-commerce.
De cocreatieoefening met kmo-organisaties, academici en consultants leverde volgende onderwerpen op die prioritair zijn voor detailhandelaars die online willen verkopen: cybersecurity, digitale vaardigheden, data, verkopen via andere verkoopkanalen, export en duurzaamheid. Voor sommige van deze onderwerpen zal er vooral doorverwezen worden naar lopende programma’s en ondersteuning bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen, Flanders Investment & Trade (FIT) en andere organisaties.
Rond cybersecurity heeft VLAIO nu reeds een programma lopen waar opleiding, begeleiding en steun aangeboden worden op de microsite vlaio.be/cybersecurity, met onder meer een getuigenis van een detailhandelaar over een hacking.
Voor de verkoop via marktplatformen als laagdrempelige manier om ook ‘crossborder’ te verkopen aan buitenlandse consumenten, werd een overheidsopdracht georganiseerd en werden twee dienstverleners geselecteerd. Het is de bedoeling dat de deelnemende handelaars ook veel leren van andere handelaars die al verder staan en kennis delen over wat gelukt en mislukt is. Een van de opleidingsreeksen heeft een lanceringsmoment in juni.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Ik denk dat het belangrijk is dat er geen dubbele zaken worden gedaan. Afstemming tussen de FOD Economie en VLAIO zijn heel belangrijk. Het wordt allemaal gefinancierd met belastinggeld en het zou heel jammer zijn als je dan dubbele initiatieven zou nemen. De doorverwijzing is dus heel belangrijk, maar ook dat het federale niveau rond de thematieken en haar bevoegdheden zeker en vast initiatieven kan en moet nemen om de mensen te informeren. Wat VLAIO en de Vlaamse bevoegdheden betreft, moet er worden doorverwezen naar de bevoegdheden die al bestaan. Het zou immers jammer zijn, ook voor ondernemers, dat men niet meer weet waar men het best terechtkan en waar alle informatie aanwezig is.
We weten allemaal dat België een complex land is, en in een complex land moet er met elkaar gecommuniceerd worden. Ik betreur dus dat er geen voorafgaand initiatief is genomen met onze diensten om dit samen af te stemmen. Dat kan ik enkel betreuren en meegeven, maar veel succes aan de diensten om dit onderling verder tot in detail te bespreken.
Ik had nog één vraag in verband met de campagne ‘Het internet. Ook uw zaak’. Deze campagne zou worden geëvalueerd. Wanneer is deze evaluatie gepland?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega de Vreese, ik ben het uiteraard in grote mate eens met de bezorgdheden die u geuit hebt. Zoals in het antwoord meegegeven, hebben we vastgesteld dat het in grote mate complementair is. Ik vind dat uiteraard ook belangrijk.
Ik heb nu geen zicht op de timing van die evaluatie, ik moet dat nagaan.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Kunt u mij daarvoor een mail doorsturen, minister?
Uiteraard.
De vraag om uitleg is afgehandeld.