Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Ik kom nog eens terug op de poetshulpen, dit naar aanleiding van een eerdere vraag van mij op 16 maart omtrent bepaalde onkosten die door sommige dienstenchequebedrijven op de huishoudhulpen worden afgewenteld. Ik gaf toen het voorbeeld van poetshulpen die zelf moeten betalen voor postzegels om de papieren dienstencheques op te sturen. Zij moeten dus betalen om betaald te kunnen worden. Ook het afschaffen van het gratis nummer zorgt ervoor dat poetshulpen die niet over een smartphone beschikken, nu verplicht worden via een betalend nummer hun prestaties door te geven. Opnieuw een kost waar zij niet altijd voor worden vergoed.
Het zijn mensen die werken voor een laag loon en dan lopen die kleine bedragen toch wel op. In uw antwoord gaf u aan dat u oren had naar deze problematiek en zou kijken naar een regelgevend initiatief. Voor alle duidelijkheid ga ik er niet vanuit dat het initiatief er vandaag al zou liggen, maar het leek me toch wel goed even te polsen naar een stand van zaken en zelf wat ideeën mee te geven waar we naartoe kunnen werken met het regelgevend initiatief. Vandaar heb ik volgende vragen voor u, minister.
Wat is de huidige stand van zaken? Welke timing voorziet u?
Hoe zal dit regelgevend initiatief er concreet uitzien? Zal het een wijziging zijn van het huidig regelgevend kader of een apart initiatief?
Kijkt u naast de portkosten ook naar mogelijke telefoonkosten? Kijkt u in verband met het betalend nummer, los van het regelgevend initiatief, naar de herinvoering van een gratis nummer of eerder een vergoeding voor telefoonkosten?
Zal er ook bekeken worden om de onkosten retroactief te vergoeden?
Ziet u zelf andere onkosten die u kunt uitsluiten, om ervoor te zorgen dat elke euro die ze verdienen, naar hun koopkracht gaat en niet opnieuw moet worden uitgegeven om de volgende maand betaald te kunnen worden?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, collega. Ik heb heel veel waardering voor ongeduldige politici. Ik denk dat dit heel belangrijk is in deze tijden, waar alles vaak te traag gaat.
Het is nooit de bedoeling geweest dat huishoudhulpen zelf de telefoonkosten zouden dragen om hun prestaties in te dienen. Dit is eerder een gevolg van een maatschappelijke evolutie, ik denk dat we daar vorige keer ook al naar verwezen hebben. Vroeger werden dienstenchequeprestaties ingebeld via de vaste telefoon van de gebruiker. De vaste telefoonlijnen zijn de afgelopen jaren echter meer en meer in onbruik geraakt door de komst van de gsm, waardoor de huishoudhulpen genoodzaakt zijn om prestaties via het eigen toestel in te geven. Dat is bekend.
Mijn administratie treft momenteel de nodige voorbereidingen in het kader van de nieuwe gunning voor de uitgifte van de dienstencheques. Die zal starten in 2025. Ik kan hier nog niet al te veel in detail treden, omdat het bestek nog in opmaak is en de inhoud voorlopig vertrouwelijk is, maar ik kan al meegeven dat er rekening wordt gehouden met de vraag van de sociale partners. We zullen er absoluut voor zorgen dat telefoonkosten in de toekomst sowieso niet meer ten laste van de huishoudhulpen kunnen vallen. Daarnaast wil ik benadrukken dat de werknemers niet verplicht zijn om hun cheques per post op te sturen maar zij ook de mogelijkheid hebben om langs te gaan bij de werkgever en de cheques daar in te dienen. Dat is niet slecht, want zo heeft de werknemer toch op regelmatige basis contact met de werkgever.
Ik kan tot slot nog meegeven dat de kosten die eigen zijn aan de tewerkstelling, in principe door de werkgever gedragen moeten worden, tenzij dat in de arbeidsovereenkomst anders is bepaald. De arbeidswetgeving bepaalt onder andere dat elke werkgever verplicht is om de werknemer te doen werken op de wijze, tijd en plaats zoals is overeengekomen, en moet daarbij voor de uitvoering van het werk de nodige hulp, hulpmiddelen en materialen ter beschikking stellen. Een algemeen principe dat bekend is. Hieruit volgt dat de werkgever verplicht is de kosten te dragen die in het kader van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst worden gemaakt. Hieronder vallen mijns inziens ook de post- en telefoonkosten die de huishoudhulpen maken. Indien in de arbeidsovereenkomst of cao hieromtrent geen specifieke afspraken zijn gemaakt, zijn die kosten dus al ten laste van de werkgever.
De heer Verbeurgt heeft het woord.
Dank u, minister, voor dit antwoord. Ik denk inderdaad dat de essentie eigenlijk op het volgende neerkomt. Ik kom uit het onderwijs en daar hebben we bij het invoeren van de maximumfactuur – zie ook de discussie van gisteren – gezegd dat wat je nodig hebt om je diploma te halen, niets mag kosten. De logica is hier dezelfde, vind ik. Wat je nodig hebt om je boterham te verdienen, zou ook niets mogen kosten. Dat betreft ook wat je in essentie als poetshulp nodig hebt om betaald te worden, zeker voor mensen die lage lonen hebben. Ik zou het zeer vreemd vinden dat wij zouden moeten betalen om ons loon te krijgen. Dan vind ik dat we dat zeker moeten doortrekken voor de poetshulpen.
Ik ben blij met uw antwoord. Telefoonkosten kunnen niet op de poetshulpen verhaald worden. Het is ook niet de bedoeling dat portkosten en dergelijke meer op hen verhaald worden of dat we dat gaan regelen.
Maar er zijn natuurlijk nog wat andere kosten. Er werd me bijvoorbeeld ook gesignaleerd – en ik weet dat het niet zo evident is om dat op te lossen – dat poetshulpen zich vaak moeten verplaatsen met de wagen. Vaak hebben ze parkeerkosten die ze zelf moeten dragen. Ze moeten doorheen de dag bij verschillende klanten langsgaan en op verschillende plaatsen zijn, en dan is het openbaar vervoer niet altijd de evidentste oplossing. Ook rond verplaatsingskosten – zowel voor parkeren, kilometervergoeding, busvervoer en dergelijke meer – is het toch wel belangrijk. Het zou goed zijn dat we daar vaart mee maken en dat we ervoor zorgen dat alle kosten in kaart worden gebracht, zodat elke euro die een poetshulp verdient, ook naar hem of haar gaat.
Wensen er nog collega's aan te sluiten? (Neen)
Minister Brouns heeft het woord.
Ik kan alleen bevestigen dat ik het daar volledig mee eens ben.
De heer Verbeurgt heeft het slotwoord.
Ik kijk uit naar een spoedige behandeling van het initiatief.
De vraag om uitleg is afgehandeld.