Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over gezondheidsrisico's rond luchthavens
Vraag om uitleg over de uitstoot van risicovolle stoffen door de luchthaven van Zaventem
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Collega’s, recent werden de resultaten bekendgemaakt van een studie die Bond Beter Leefmilieu (BBL) besteld heeft bij studiebureau Envisa. Daarover werd uitvoerig in de pers gecommuniceerd. De studie wijst uit dat 220.000 omwonenden van de luchthaven van Zaventem heel sterk gehinderd worden door het vlieglawaai. 109.000 omwonenden zouden ernstige slaapverstoring ondervinden. Het slaaptekort kan enorme gevolgen hebben voor die mensen, en gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziekten en geheugenproblemen veroorzaken. De kosten voor gezondheidszorg als gevolg van deze gezondheidsproblemen zouden jaarlijks meer dan 1 miljard euro bedragen. Op basis van deze studie vraagt BBL om in de nieuwe omgevingsvergunning die weldra moet worden verleend, een tijdsgebonden traject met bindende voorwaarden richting een geluidsarme en CO2-neutrale uitbating van de luchthaven op te nemen.
Ook in Nederland onderzoekt men de impact van een luchthaven op de omwonenden. Ook daarover werd uitvoerig in de pers gecommuniceerd. Het gaat om Schiphol. Daar werd recent door de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) onderzocht welke emissies van zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) door luchtvaart plaatsvinden, wat die emissies voor invloed hebben op de luchtkwaliteit en welke beleidsmaatregelen het meest geschikt zijn om de ZZS-emissies terug te dringen. Naar aanleiding van dit onderzoek vroeg BBL samen met bewonersgroepen die actief zijn in Zaventem om hier ook een gelijkaardig onderzoek te voeren. De rapportage en meting van de emissies kwam afgelopen februari al aan bod in deze commissie, waarbij voor de opvolging van aandachtsgebieden en de gezondheidsimpact van schadelijke stoffen verwezen werd naar minister Crevits, die bevoegd is voor de gezondheid.
In een eerder antwoord van u op een vraag van mijzelf gaf u aan dat de werking van het het overlegplatform luchthaven Zaventem, een federaal initiatief, totaal spaak loopt vanwege een ondervertegenwoordiging van de Vlaamse gemeenten en een onprofessionele manier van werken. Federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet had dit nu net in het leven geroepen om voor de geluidshinder een oplossing te zoeken.
Minister, wat is uw reactie op de studie van Envisa? Zal de impact verder beoordeeld worden in het milieueffectenrapport (MER) dat momenteel opgesteld wordt voor de hervergunning van de luchthaven?
Hoe reageert u op de vraag om de uitstoot van de ZZS rond de luchthaven van Zaventem verder te onderzoeken?
Wat is de stand van zaken van het overlegplatform luchthaven Zaventem? Mogen we daaruit nog een oplossing voor de geluidshinder verwachten?
De heer Steenwegen heeft het woord.
Minister, recent kondigde Schiphol aan om alle nachtvluchten tegen 2025 te willen schrappen. Het gaat om de vluchten tussen middernacht en 5 uur ’s ochtends. Tussen 5 en 6 uur mogen vliegtuigen enkel landen en niet meer opstijgen. Men zou dit stapsgewijs willen invoeren. Ook in andere grote luchthavens, in Londen, Frankfurt en Zurich, is men in dezelfde richting geëvolueerd. De vraag waarom men deze beslissing neemt, is interessant. De ceo van Schiphol, Ruud Sondag, zegt: “om het vertrouwen van de omwonenden terug te winnen”. Schiphol wil de lawaaioverlast van de luchthaven terugdringen en wil met deze maatregel het aantal omwonenden dat ernstig in zijn slaap gestoord wordt, terugdringen tot minder dan de helft.
Rond Zaventem is er eenzelfde problematiek. Ik zal de cijfers uit het resultaat van de studie die op vraag van BBL werd uitgevoerd niet herhalen, collega De Coninck heeft ze daarnet al genoemd. Belangrijk is wat collega De Coninck ook vermeldde: dat daar een hoge maatschappelijke kost aan vasthangt. Het gaat natuurlijk om een raming: slaapverstoring, bloeddrukproblemen, hartziekten zouden onze maatschappij heel wat kosten. Dat moet ons aan het denken zetten over in welke richting we verder moeten met die luchthaven.
Minister, hoe schat u de huidige leefbaarheid in voor de omwonenden van de luchthaven van Zaventem? Hoe is de evolutie van het aantal gehinderden de voorbije jaren? Wat zijn de voornaamste gezondheidsklachten die door de Vlaamse overheid werden en worden geregistreerd in het kader van de exploitatie van de luchthaven van Zaventem? Op welke manier volgt de Vlaamse overheid dit op?
Beschikt de Vlaamse overheid over een kosten-batenanalyse van de uitbating van de luchthaven van Zaventem? Indien ja, is daarin voldoende rekening gehouden met de gezondheidsaspecten? Op welke manier? Indien neen, bent u van plan om daarrond een analyse te laten uitvoeren?
Welke maatregelen neemt Vlaanderen om de leefbaarheid voor de omwonenden te verhogen? Collega De Coninck verwijst naar het overlegplatform. Daar is gevraagd dat het Vlaamse Gewest toelichting zou geven bij zijn maatregelen. Maar men heeft geweigerd om dat te doen. Men is daar gewoon niet op ingegaan. Het is niet verwonderlijk dat het niet goed functioneert, als men gewoon niet wil deelnemen aan de debatten en obstructie pleegt.
Is de Vlaamse Regering van plan om geluids- en/of frequentienormen in te voeren?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, de collega’s hebben de kwestie al heel goed geschetst. In Nederland zijn er recent cijfers bekendgemaakt over de aanwezigheid van giftige stoffen in de omgeving van de luchthaven van Schiphol. Ook met betrekking tot onze luchthaven van Zaventem worden nu natuurlijk vragen gesteld over de aanwezigheid van dergelijke stoffen en de correlatie met de luchthaven.
Daarom heb ik voor u twee heel belangrijke vragen.
In welke mate wordt de uitstoot van risicovolle stoffen rond de luchthaven momenteel onderzocht en gemonitord? Welke conclusies worden daaruit getrokken?
In welke mate meent u als minister dat het opportuun is om in Vlaanderen bijkomend onderzoek te laten verrichten naar de uitstoot van die risicovolle stoffen door de luchthaven van Zaventem en de impact op de volksgezondheid daarvan?
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb de antwoorden gebundeld. Ik begin met de vraag naar de stand van zaken met het overlegplatform luchthaven Zaventem.
Het federaal overlegplatform voor de luchthaven, waaraan ook vertegenwoordigers van de Vlaamse Regering deelnemen, komt regelmatig samen. Tot nu vonden er zeven vergaderingen plaats. De Vlaamse Regering was op elke vergadering vertegenwoordigd. De volgende vergadering van het platform zal plaatsvinden op 8 mei 2023. In verband met de aangehaalde tekortkomingen op het vlak van representativiteit en de werking van het platform kan ik verwijzen naar mijn antwoord op uw eerdere vraag.
Een evenwichtige vertegenwoordiging van de Vlaamse steden en gemeenten is een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast blijft een formele goedkeuring van een huishoudelijk reglement nog steeds uit, zodat het niet duidelijk is op welke basis adviezen tot stand komen. Dit is nochtans een voorwaarde om het vertrouwen te creëren tussen alle partijen die daar mee aan tafel zitten.
Een gelijkaardige vraag om uitleg over de bijdrage van het Vlaamse Gewest in de vorm van een presentatie op dit overlegplatform zal deze week nog behandeld worden in de commissie voor Brussel, Vlaamse Rand en Dierenwelzijn door collega-minister Weyts. We hebben deze bijdrage vanuit de Vlaamse Regering steeds gekoppeld aan het vervullen van de voorwaarden in verband met de evenwichtige samenstelling van het platform, met de gemeenten die daarbij moeten zitten, en aan de goedkeuring van een intern huishoudelijk reglement.
De evolutie van het aantal potentieel sterk gehinderden door vliegtuiggeluid rond de ingedeelde luchthavens klasse 1 wordt jaarlijks door de luchthavens gerapporteerd. Sinds het jaar 2000 is het aantal potentieel sterk gehinderden rond de luchthaven van Zaventem afgenomen van ongeveer 34.000 in 2000 naar ongeveer 14.500 in 2019. Vanaf 2009 is dit aantal wel relatief stabiel gebleven en schommelt het tussen de 14.000 en 15.000 potentieel sterk gehinderden, waarvan ongeveer 70 procent zich in Vlaanderen bevindt. Als gevolg van de impact van de covidpandemie op de luchthavenactiviteit is dit aantal in 2020 en 2021 gehalveerd naar 7000 tot 8000 potentieel sterk gehinderden. Dit had natuurlijk te maken met de activiteiten tijdens de covidpandemie. Deze cijfers steunen op de toepassing van de dosis-effectrelaties zoals opgenomen in het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunningen (VLAREM) en uitgaande van de in VLAREM opgelegde geluidscontouren.
De gezondheidsrisico’s en -schade, zoals berekend in de studie van Envisa in opdracht van BBL, steunen op de toepassing van recentere dosis-effectrelaties voor ernstige geluidshinder en ernstige slaapverstoring, zoals aangenomen door de Wereldgezondheidsorganisatie in 2018, alsook op de toepassing van dosis-effectrelaties voor hartziekten en hoge bloeddruk. Uitgangspunt voor deze berekening zijn de blootstellingsgegevens van de bevolking binnen de uitgestrektere geluidscontouren voor het jaar 2019, berekend vanaf de advieswaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie.
In het kader van de opmaak van het MER voor de hervergunning worden deze nieuwe dosis-effectrelaties binnen de discipline ‘mens en gezondheid’ eveneens al toegepast. Voor het referentiejaar 2019 rapporteert het ontwerp-MER vergelijkbare cijfers, namelijk circa 208.000 ernstig gehinderden en ongeveer 99.000 ernstig slaapverstoorden. De resultaten uit het ontwerp-MER zijn dus consistent met de resultaten van de Envisastudie die werd besteld door BBL. Het is aan Brussels Airport Company om op basis van de resultaten uit het MER de nodige maatregelen voor te stellen in de vergunningsaanvraag. Dan zal de vergunningverlenende overheid daarover moeten oordelen.
Gezondheidsklachten die gerelateerd zijn aan de blootstelling van vliegtuiggeluid rond de luchthaven van Zaventem werden tot dusver niet systematisch door mijn diensten geregistreerd. Ik verwijs hiervoor naar collega-minister Crevits en haar diensten, die een veel preciezer beeld hebben van aan de luchthaven gerelateerde gezondheidsklachten.
Er is momenteel nog geen kosten-batenanalyse beschikbaar. In de toepassing van de evenwichtige aanpak volgens de regels en procedures van de Europese verordening moet echter wel een kosten-effectiviteitsanalyse worden uitgevoerd van mogelijke combinaties van maatregelen. Die kan eventueel ook de vorm aannemen van een kosten-batenanalyse. We bekijken momenteel dus zeker de opties. De kosteneffectiveit van nieuwe exploitatiebeperkingen moet in elk geval worden aangetoond. Optioneel kan hierbij ook rekening worden gehouden met gezondheidseffecten of duurzaamheidsaspecten vanuit milieuoogpunt.
Zoals u weet wordt er momenteel een MER opgemaakt voor de hervergunning. De oude milieuvergunning loopt ten einde en moet worden vervangen. In deze MER zullen de milieueffecten van de luchthavenuitbating worden beoordeeld. Deze studie is lopende en de indiening is voorzien voor juni 2023.
De Vlaamse overheid volgt de geluidsmetingen op alsook de uitvoering van het geluidsactieplan voor de periode 2021-2024, in uitvoering van de Europese richtlijn, zoals reeds door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd op 15 oktober 2021.
De invoering van geluids- en frequentienormen is een technisch zeer complex vraagstuk. De voorstellen hiervoor, onder meer recent nog door BBL, zullen in elk geval op hun technische haalbaarheid getoetst worden. We bekijken die voorstellen van BBL dan ook met de nodige aandacht. Ze zijn, denk ik, goed opgesteld, waarvoor mijn dank.
Er moet daarbij rekening worden gehouden met diverse aspecten. Indien geluidsnormen de vorm zouden aannemen van exploitatiebeperkingen, vallen ze in principe onder de regels en procedures van de EU-verordening betreffende de evenwichtige aanpak inzake nationale luchthavens en moeten ze hiermee ook in overeenstemming zijn.
We hebben recent ook vernomen dat de federale overheid met een aantal initiatieven zou komen met betrekking tot de exploitatiebeperkingen. De concrete inhoud is mij echter nog niet bekend. Uiteraard volgen we dat ook mee op.
Dan is er de vraag over de uitstoot van risicovolle stoffen. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) heeft over heel Vlaanderen een netwerk van meetpunten waar de luchtkwaliteit wordt gemonitord, ook in de buurt van de luchthaven. Het gaat hier over immissiemetingen, dat is de concentratie van stoffen in de omgevingslucht. De VMM voert op twee meetposten in de buurt van de luchthaven metingen uit van een aantal relevante verontreinigende stoffen in de omgevingslucht, zodat de impact op de woon- of leefomgeving kan worden opgevolgd. Het betreft de polluenten stikstofoxide en fijnstof. De emissies van de vliegtuigen worden jaarlijks berekend door de emissie-inventaris Lucht van de VMM.
Ook in het MER bij de hervergunningsaanvraag van de luchthaven wordt aandacht besteed aan de effecten van de exploitatie van de luchthaven op de luchtkwaliteit en worden de resultaten van deze meetpunten meegenomen. Het is inderdaad belangrijk dat deze resultaten grondig worden bekeken bij de beoordeling van de hervergunningsaanvraag en dat Brussels Airport Company de noodzakelijke maatregelen voorstelt in haar vergunningsaanvraag.
In welke mate meen ik dat het opportuun is bijkomend onderzoek in te stellen naar de uitstoot van risicovolle stoffen door de luchthaven van Zaventem en de impact op de volksgezondheid daarvan? Luchtverontreiniging en de verslechtering van de luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest vormen inderdaad een belangrijk en zorgwekkend probleem. Tal van buitenlandse studies hebben al aangetoond dat luchtverkeer een bron is van luchtverontreiniging. Daarbij wordt ook een verband gelegd met bepaalde gezondheidsrisico’s. Er bestaat dus al heel wat onderzoek. We vernamen recent ook dat de federale overheid een nieuw onderzoek hieromtrent zou lanceren.
De impact van de luchtverontreiniging door de luchthaven moet eveneens zeer grondig beoordeeld worden in het milieueffectrapport dat momenteel wordt opgesteld. Daarin moeten ook de emissies van de ZZS worden ingeschat en moet het effect op de omgeving worden beoordeeld. Als blijkt dat deze impact op het leefmilieu relevant is, zullen in het MER bijkomende milderende maatregelen moeten worden voorgesteld die in de omgevingsvergunning kunnen worden verankerd.
Eveneens kunnen indien nodig monitoringsverplichtingen worden opgelegd. Ik verwacht dan ook dat Brussels Airport Company met de nodige maatregelen zal komen in haar vergunningsaanvraag, zoals bijvoorbeeld een doorgedreven vlootvernieuwing, zowel bij passagiers- als cargovluchten.
Voor de gezondheidsonderzoeken dien ik opnieuw te verwijzen naar collega-minister Crevits, die daarvoor bevoegd is.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitvoerige antwoord. Ik start met het antwoord op mijn derde vraag, die niet aan bod kwam bij mijn collega’s, over het federaal opgerichte overlegplatform. Ik zal morgen aanwezig zijn bij de vraag van collega Steenwegen. Dat is zeer interessant. Het is dus wel een feit dat het een praatbarak is. De Vlaamse gemeenten zijn niet evenredig vertegenwoordigd. En er is niet eens een huishoudelijk reglement. Dat geeft mij weinig hoop dat we daar een oplossing kunnen verwachten die wij dan structureel kunnen verankeren in ons beleid. Tot daar aan toe, daar is de overkant voor bevoegd.
U hebt heel uitvoerig geantwoord op de vragen over alle milieuaspecten, de opmaak van het MER en de vernieuwing van de vergunning. Het ontwerp-MER telt honderden pagina’s. Daarin komt het aspect gezondheid in heel beperkte mate aan bod. Lucht, geluid enzovoort komen wel aan bod, maar gezondheid toch veel minder. U verwijst in uw antwoord naar buitenlandse studies. Misschien is het interessant dat dat hier voor onze luchthaven bijkomend wordt onderzocht. Staat u daarvoor open, of niet?
De heer Steenwegen heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het uitgebreide antwoord. Ik ben blij te horen dat er, zoals werd opgelegd door Europa, een soort van kosten-baten- of een kostenefficiëntie-analyse moet worden gemaakt, en dat u bereid bent daarin ook gezondheids- en duurzaamheidsaspecten op te nemen. Dat is belangrijk. Het is zoals collega De Coninck het zegt: het aspect gezondheid moet ook in het MER meer aandacht krijgen.
Ik had ook een vraag over het invoeren van geluids- en frequentienormen. Ik weet niet precies wat u daarop hebt geantwoord. Als u daarop hebt geantwoord, zal ik het lezen in het verslag, maar ik heb het gemist. Gezien de evolutie in de ons omringende landen en luchthavens, waar men meer aandacht heeft voor de gezondheidsaspecten en waar men bereid is om daarvan de consequenties te aanvaarden en bijvoorbeeld de nachtvluchten af te schaffen, brengt dat het risico met zich mee dat die allemaal naar hier verschuiven. Het ingediende ontwerp-MER en de plannen die Brussels Airport Company heeft voor Zaventem, baren ons enorm veel zorgen. Men spreekt niet over minder maar over meer nachtvluchten en meer cargo. Ik hoor bij mijn collega’s toch een bepaalde bezorgdheid en een aandacht voor de gezondheidsaspecten. Ik vind dat positief. Dank u voor uw lange antwoord. Laten we niet het risico lopen dat wat elders niet meer kan, uiteindelijk alleen nog in Zaventem zal kunnen. Daarvan zullen vooral al die omwonenden het grote slachtoffer zijn.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, hartelijk dank voor uw uitgebreide antwoord. Ik had mij specifiek gefocust op de risicovolle stoffen en de volksgezondheid. U verwees naar het belang van de metingen van de luchtkwaliteit. Ik weet uiteraard dat stikstofoxide en fijn stof momenteel nauwgezet worden gemeten op twee meetpunten in de nabijheid van de luchthaven van Zaventem. Dat is uiteraard een goede zaak.
U hebt ook gezegd dat u de studie van BBL met de nodige aandacht onder de loep zult nemen en dat u daar rekening mee zult houden. U vond die goed opgesteld – ik denk dat dat uw bewoordingen waren. Het MER is lopende en wordt tegen juni 2023 goedgekeurd. Daar vind ik het belangrijk dat de risicovolle stoffen gemonitord worden, conform met hoe het in Nederland is gebeurd – en ze zijn uitgebreider dan de twee die nu worden gemeten. Vlaanderen moet dat op een wetenschappelijke manier en nauwgezet bekijken. Ik vraag daar in het kader van de volksgezondheid de nodige aandacht voor. Daarmee bedoel ik dat het meer moet zijn dan enkel aandacht besteden aan de huidige studie van BBL. Vlaanderen moet dit echt wel wetenschappelijk onderbouwd goed nakijken en bekijken waar we nog extra stappen moeten ondernemen, conform met wat in Nederland gebeurt. Dat wens ik bij dezen nog te benadrukken.
Minister, ik heb mijn bedenkingen hier al een paar keer in deze commissie geformuleerd. Collega Steenwegen wijst er ook op: er is in de omliggende landen een evolutie aan de gang waarbij men luchthavens die dicht bij steden gelegen zijn, begint te herdenken. Men probeert een gezondere combinatie te vinden tussen aan de ene kant het economische belang dat er, zeker voor Zaventem, ontegensprekelijk is, en aan de andere kant de leefbaarheid en het draagvlak daarrond. Ik heb al een paar keer gezegd dat ik de indruk heb dat men in Zaventem aan het proberen is de omgekeerde kant uit te gaan en alles te verzamelen wat men elders wegstuurt. Ik heb de indruk dat men er bijzonder weinig aandacht heeft voor de leefbaarheid, waarover de vragen van de collega’s gingen, maar ook voor de mate waarmee de burgers dit soort activiteiten aanvaarden. Hoe meer men daar doof voor blijft en hoe meer de mensen zien wat er in de omliggende landen gebeurt, waar men wel rekening houdt met het belang van gezondheid maar evengoed van leefbaarheid, van eigendommen en noem maar op, hoe moeilijker het draagvlak van de luchthaven te handhaven blijft. Dat zal ongetwijfeld ook weer leiden tot een hoop juridische procedures.
Het lijkt mij dus in ieders belang, ook in dat van de luchthaven, om toch een beetje een duidelijk pad te schetsen, waarbij we niet achteroplopen ten aanzien van de ons omringende landen, of de andere kant opgaan. Schiphol is ook geen klein luchthaventje. Schiphol heeft een gigantisch economisch belang voor Nederland. Maar daar gaat men wél een aantal evidente conclusies trekken over de negatieve effecten op de gezondheid en de grenzen die daarmee gepaard gaan. Het zou bijzonder onverstandig zijn indien men dat in Brussel, in Zaventem, niet zou doen. Ik hoop dat de Vlaamse Regering, die als vergunningverlener toch een rol speelt, daar mee het voortouw neemt.
Nog eens: het is in ieders belang dat dat op een verstandige manier wordt aangepakt, ook in dat van de luchthaven.
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw De Coninck, het klopt dat er wat problemen of strubbelingen zijn binnen het overlegplatform. Wij hebben een aantal initiatieven gevraagd en voorgesteld. Ik hoop dat men die kan uitvoeren om het dan vlot te trekken. Wij zijn alvast vragende partij voor een goedwerkend platform. Dat is cruciaal. Zeker de lokale besturen die heel dicht bij de luchthaven liggen moeten mee worden opgenomen. Dat is een legitieme vraag.
Het MER-onderzoek is natuurlijk een verantwoordelijkheid van de aanvrager. We zullen het bijkomende onderzoek bekijken samen met collega-minister Crevits, die hiervoor bevoegd is. Ik zal dat zeker bekijken, om dat los van het MER-onderzoek te kunnen doen.
Collega Steenwegen, degelijke geluidsnormen voor nationale luchthavens zijn inderdaad de essentie. Die bevoegdheid wordt gedeeld met de federale overheid, wat de situatie zeer complex maakt. Vanuit de federale overheid krijgen we signalen dat daar zeer binnenkort een initiatief zou worden genomen. Wij wachten dat nog even af.
Collega De Vroe, wij volgen uiteraard de metingen nauwgezet op. Wij bekijken ook eventuele verdere stappen. Momenteel bekijken wij ook zeer grondig de studie van Envisa en BBL. Dat is een zeer grondige studie. Wij hebben aan onze diensten gevraagd om dat te bekijken en eventueel ook aan te vullen, of niet. Uiteraard zullen we daar vanuit Vlaanderen de lead in nemen.
Het Vlaams regeerakkoord stelt dat we de leefbaarheid van de regio moeten verzoenen met een duurzame luchthaven als economische motor. Wij delen alvast de bezorgdheid om steeds een leefbare luchthavenregio te behouden. Ik verwacht ook dat Brussels Airport Company het nodige zal doen voor de aanvraag, die we tegen de zomer verwachten. Wij zeggen hun dat ook. Als verantwoordelijke overheid, zowel vanuit Leefmilieu als vanuit Gezondheid, zullen wij daar het nodige voor doen.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoorden. Ik kan hier enkel nog aan toevoegen dat ik er alle vertrouwen in heb dat de overheid dit zal opvolgen en onderzoeken. U zegt hier toch dat er aandacht voor is. Het zal moeten blijken. U zegt terecht dat de aanvrager hier niet de overheid is. U haalt aan dat u de studie van Envisa en dergelijke onder de loep neemt. Ik heb daar alle vertrouwen in. Wij zullen het, samen met de collega’s, vanuit dit parlement zeker mee opvolgen of bewaken, zodat we de leefbaarheid en de duurzaamheid kunnen blijven verzoenen met de economische motor.
De heer Steenwegen heeft het woord.
Collega’s, het is duidelijk – en het is al jaren zo, iedereen weet dat – dat dit een heel complex dossier is. Er zijn op veel verschillende niveaus veel betrokkenen bij. Hoe terecht de vragen vanuit Vlaanderen ook zijn, wij moeten er alles aan doen, in het belang van de omwonenden van de luchthaven, om tot overeenstemming, tot akkoorden en tot samenwerking te komen. Wij hebben er alle belang bij dat wij daar alles aan doen. We zullen het daarover morgen in de commissie nog hebben. Dit is een oproep om ons zo goed en zo coöperatief mogelijk op te stellen, want anders zullen we er niet geraken. Het is echt de vraag vanuit de omgeving dat we in de toekomst de uitdaging van de luchthaven aanpakken. Het is een belangrijke economische motor. Maar we moeten ervoor zorgen dat hij gepaard gaat met leefbaarheid voor de omwonenden.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
De collega’s zegden al heel veel. De leefbaarheid is inderdaad heel belangrijk. Het gaat altijd om een evenwicht tussen de economie en de leefbaarheid. Minister, u hebt daar heel correct naar verwezen. Ik wil u bedanken voor het feit dat u bent ingegaan op mijn verzoek om extra aandacht te besteden aan die risicovolle stoffen. Ik zal dat dossier zeker nauwgezet opvolgen. In het kader van de duurzaamheid en de leefbaarheid is het belangrijk dat dit extra wordt gemonitord en opgevolgd en zeker ook wordt meegenomen in het MER.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.