Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, met ondersteuning van het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) worden binnen het SiteSEA-project van De Blauwe Cluster nieuwe vormen van mariene aquacultuur op het vasteland onderzocht. Meer specifiek vertrok het project van de kweek van diklipharder – met een smaak tussen die van zeebaars en zalm, heel lekker – in combinatie met de kweek van zilte groenten. Er zou gebruikgemaakt worden van industriële reststromen om de kweekkosten te verlagen.
Het SiteSEA-consortium zou de technische, economische en maatschappelijke haalbaarheid onderzoeken aan de hand van desktopstudies, initiële kweektesten, interviews en workshops. Dit vooral met het oog op de belangrijkste stap, namelijk de vermarkting. Indien deze haalbaarheidsstudie een technisch en economisch haalbaar concept zou opleveren, zou geïnvesteerd worden in een vervolgproject dat moet toelaten om het SiteSEA-concept in een ‘reallife’ omgeving te evalueren en verder te optimaliseren. Voor de timing van deze haalbaarheidsstudie werd gemikt op de periode eind oktober 2022 tot en met mei 2023.
Mijn vragen, minister, aan u zijn de volgende.
Wat is de stand van zaken van het SiteSEA-project? Hebt u reeds tussentijdse resultaten omtrent het project ontvangen? Zo ja, wat zijn de eerste resultaten en analyses? Wat is de verdere timing?
Wat zijn de mogelijkheden op het vlak van benutting van de reststromen?
Vindt er in het kader van dit SiteSEA-project ook overleg plaats met de minister bevoegd voor de omgeving, mevrouw Zuhal Demir, met het oog op het verlenen van vergunningen?
Op welke manier wilt u de landbouw- en voedingssector stimuleren om actief samen te werken met projecten zoals SiteSEA op het vlak van benutting van reststromen in aquacultuur?
Op welke manier zal de opgedane kennis gedeeld worden voor de verdere noodzakelijke ontwikkeling van de aquacultuursector in Vlaanderen?
Minister Crevits heeft het woord.
Het SiteSEA-project is een haalbaarheidsstudie, zoals u zegt, die loopt tot volgende maand. Die wordt gefinancierd door Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO), dus de economische diensten. De partners streven ernaar om de rentabiliteit van aquacultuur te verhogen.
De voorlopige projectresultaten zijn dat de technische haalbaarheid van geïntegreerde kweek van vis en zilte groenten in container werd aangetoond; dat verschillende soorten zilte groenten in een eb-vloedsysteem kunnen worden gekweekt; dat de testen met integratie van industriële, laagcalorische restwarmte succesvol zijn en dat er ook een concept voor integratie van toerisme en educatie is uitgewerkt. Dat is vier keer positief.
De experimenten om CO2 uit afvalstromen in te zetten voor het versnellen van de groei van de zilte groenten zijn nog lopende. Op dat punt is het dus nog een beetje te vroeg om uitspraken te doen.
Het SiteSEA-project zal eind mei afgelopen zijn. De conclusies zullen we vervolgens beschikbaar stellen. Er zal dan ook een beslissing worden genomen over het voortzetten van het project als demonstratieproject, waarbij een prototype wordt ontwikkeld en gedemonstreerd op een bepaalde schaal op de terreinen van Biostoom in Oostende.
Een van de onderdelen van de haalbaarheidsstudie is om duidelijkheid te verschaffen over vergunningen die noodzakelijk zijn. Er is een workshop georganiseerd waarbij men een aantal vaststellingen deed. Een, er is voor de realisatie van een prototype/demonstratie op de terreinen van Biostoom een uitbreiding nodig van de huidige omgevingsvergunning van Biostoom. Twee, voor de exploitatie op grote schaal op naburig gelegen terrein is het noodzakelijk om een aparte omgevingsvergunning aan te vragen. Dat zal dan moeten gebeuren via de stad Oostende.
Dan, hoe betrekken we iedereen? In de eerste plaats kan De Blauwe Cluster die samenwerking actief stimuleren. De Blauwe Cluster ondersteunt het consortium voor de valorisatie van de resultaten, waarbij de speerpuntcluster Flanders’ FOOD het eerste aanspreekpunt is voor de landbouw- en voedingssector.
En dan, quid de toekomst? Het Vlaams Aquacultuurplatform (VAP) is een overkoepelende structuur en heeft drie entiteiten: de Strategische Stuurgroep Aquacultuur (SSAQ) met vertegenwoordigers uit de overheid, bedrijven en kennisinstellingen binnen de aquacultuursector, het infoloket aquacultuur en een netwerk bestaande uit bedrijven, kennis- en onderwijsinstellingen en ondernemers in de Vlaamse aquacultuursector. Via het VAP wordt veel informatie gedeeld en worden de actuele uitdagingen regelmatig besproken. Het VAP heeft ook een website. Daar kan men altijd een uitgebreid overzicht vinden van de Vlaamse aquacultuurprojecten, waaronder ook SiteSEA. Zij organiseren jaarlijks een aquacultuursymposium waar ook de resultaten van die onderzoeksprojecten aan bod kunnen komen.
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik ben heel tevreden met dat antwoord. Zoals u ook aanhaalt, zal de stad Oostende daar verder haar rol in spelen.
Ik had hier nog een aantal bijkomende vragen – wat het vervolgtraject was, wat de bedoeling was –, maar u hebt deze allemaal al schitterend beantwoord. Dank u wel.
Minister Crevits heeft het woord.
Vermits ik ‘schitterend’ genoemd werd, ben ik sprakeloos.
De vraag om uitleg is afgehandeld.