Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister, ik heb op 4 januari een vraag om uitleg ingediend, die werd geweigerd wegens te lokaal. Ik heb dan een schriftelijke vraag ingediend op 31 januari, allemaal op tijd om informatie te hebben over iets wat op 1 april zou ingaan. We zijn nu half maart en ik moet dit in de commissie brengen omdat er geen antwoord kwam via schriftelijke weg. Tot daar het negatieve. U vroeg positiviteit. Ik ben hier met een hele brok positiviteit.
Sinds april 2022 is in Antwerpen een tweede veerboot ingezet aan het Sint-Annaveer tussen Linker- en Rechteroever aan het Steen om een frequentie te hebben van om de vijftien minuten. Om het kwartier kan men per boot oversteken naar de andere kant van de Schelde. Die maatregel kwam er om een continue dienstverlening te hebben tussen beide oevers tijdens de werken aan de liften van de Sint-Annatunnel, maar ook als proefproject om te kijken wat de impact is van zo’n verhoging van de frequentie van het veer. De inzet van een tweede veerboot was tot nu toe een succes. Het gebruik is van 500.000 naar bijna 1 miljoen gegaan. Fantastisch succes. Er is een nieuwe elektrische boot aangekocht om de frequentie te kunnen verzekeren. Daar kunnen we in zijn geheel een positieve evaluatie van maken.
De werken aan de Sint-Annatunnel zijn jammer genoeg nog niet gedaan. Men gaat nu verder met de roltrappen, binnenkort gaat de tunnel nog eens helemaal dicht zelfs. Toch horen we, minister, dat u die tweede veerboot op 1 april uit dienst gaat nemen en de frequentie van het veer verlagen tot één keer om het half uur. Dat is jammer, net omdat het zo’n positief project is. Er is dan ook al snel een petitie gestart door mensen van Linkeroever die het tweede veer willen behouden. Die is 2855 keer getekend op amper twee weken tijd. Er is een breed akkoord, zelfs binnen de Antwerpse gemeenteraad en het stadsbestuur. Ze zijn het daar zelden over veel eens, maar hierover zijn alle partijen het eens: het veer is een goede zaak. Ze hebben u twee keer een brief gestuurd om het veer te behouden, maar kregen geen duidelijk antwoord.
Dat is jammer. Het veer was niet alleen een alternatief tijdens de werken aan de liften, maar het was ook een proefproject. Dat tweede veer zorgt voor een stipt en aangenaam openbaar vervoer. Het is de meest betrouwbare oeververbinding, want we hebben ook nog de tram, maar die is niet geweldig betrouwbaar. We hebben de tunnel, die redelijk verzadigd is en waar heel wat problemen zijn, zeker met de werken. Onlangs is nog bus 36 geschrapt. Dat was ook een verbinding tussen Linker- en Rechteroever. Die bestaat niet meer. Het zou heel spijtig zijn, mocht dit alternatief verdwijnen.
Minister, kunt u mij een overzicht bezorgen met de evolutie van de reizigersaantallen van het Sint-Annaveer na de inzet van een tweede veerboot? Dat is ondertussen via een andere weg al publiek gemaakt, maar misschien kunt u dat nog updaten. Hoe evalueert u het project van de inzet van een tweede veerboot? Wat is de planning voor de werken aan de roltrappen van de Sint-Annatunnel? Over welke periode zullen die worden uitgevoerd? Bent u bereid om de tweede veerboot van het Sint-Annaveer ook na 31 maart te laten varen? Wanneer krijgen de werknemers van de veerdienst duidelijkheid over de toekomst van het veer en de tewerkstelling?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor uw vraag, mijnheer D’Haese. Aangezien uw intro negatief was, heb ik toch nog eventjes genoteerd hoeveel schriftelijke vragen ik het voorbije jaar had. Dat waren er 1700. En 97 procent daarvan is tijdig beantwoord. Dat is beter dan het Vlaamse gemiddelde. Dus wat dat betreft, denk ik dat ik mezelf een pluimpje mag geven. 1700 vragen tijdig beantwoorden, dat is geen makkie. Daar hebben onze administratie en mijn kabinet heel veel werk mee.
Het Sint-Annaveer was voor alle duidelijkheid geen proefproject. Dat was wel degelijk een minderhindermaatregel. Jullie weten allemaal dat er heel veel problemen waren met de liftkokers van de Sint-Annatunnel. In 2019 waren die maar honderd dagen op een heel jaar toegankelijk. Het is een lijdensweg geweest om de juiste aannemer te vinden. We hebben daar het geweer van schouder veranderd qua planaanpak. En finaal hebben we dan ook een geschikte aannemer gevonden. De werken duurden ruim een jaar: een half jaar voor Rechteroever en een half jaar voor Linkeroever. Die werken zijn nu klaar. Dat zijn de werken aan de liften, zodat mensen met een fiets of een rolwagen of wat dan ook, ook gemakkelijk die tunnel kunnen gebruiken.
Als minderhindermaatregel hebben we toen gezegd dat we een extra veerboot zouden inleggen. We weten immers dat als minder mensen de tunnel kunnen gebruiken, het handig is om meer mensen het veer te laten nemen. Maar dat veer heeft natuurlijk ook een beperkte capaciteit, en dus moet je zien dat men daar geen uur moet wachten om het volgende veer te kunnen nemen. Daarom hebben we als minderhindermaatregel een extra veer ingezet, en dat voor de duur van de werken, dus voor het hele jaar dat er aan de liften en de liftkokers gewerkt werd.
Ik ben blij dat iedereen het erover eens is dat dat een zeer goede maatregel was. We zijn daar niet over één nacht ijs gegaan, omdat die maatregel 1,8 miljoen euro kost. Dat is geen kleingeld. Dat moeten we ook duidelijk meegeven. Tegelijkertijd wil ik ook meegeven dat vervoer over water onder het vervoer op maat valt. En het is niet aan mij om jaar na jaar recurrent 1,8 miljoen euro vrij te maken om dat Sint-Annaveer te optimaliseren. Ik zou dat wel graag willen doen, maar dan moet ik natuurlijk het akkoord hebben van de vervoerregioraad zelf. Het kan zijn dat de stad Antwerpen het zelf ten laste wil nemen of dat de vervoerregioraad het wil financieren met de middelen voor vervoer op maat die de Vlaamse overheid ter beschikking stelt. En een derde alternatief is dat het eventueel als minderhindermaatregel kan worden opgenomen bij Lantis. Maar tot op heden was dat niet voorzien. Dat onderzoek loopt, of het eventueel bijkomend als minderhindermaatregel kan worden genomen.
Mijn budgetten liggen alleszins vast. De budgetten voor vervoer op maat liggen vast. Ik kan niet zomaar eventjes 1,8 miljoen euro uit mijn mouw schudden om dat bijkomend te voorzien. Het positieve van dat extra veer en het feit dat er heel veel gebruikers waren, nemen we zeker mee. We gaan nu kijken wat kan. Alleszins heeft het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust, dat de exploitatie doet, zich bereid verklaard om dat extra veer te kunnen voorzien.
Ik weet dat er soms ook wat discussie was of die mensen die dat nu bemannen, hun job zouden kwijtraken. We hebben heel wat veren in Vlaanderen en er moeten natuurlijk overal personeelsleden op zitten. Vorig jaar rond deze tijd was het een issue of we tijdig de mensen zouden vinden om dat veer te bemannen. Dat is alleszins van de baan.
Een bestendiging, op het moment dat we de middelen ervoor hebben, via de vervoerregio of via Lantis, dat zijn we dus aan het bekijken. En dan gaan we daar toekomstgericht mee om. U zult nu meteen zeggen dat dat veel te laat is en dat het snel 1 april zal zijn. Daarom zitten we daar ook met vereende krachten op, om te bekijken wat kan. U zult begrijpen dat ik niet zomaar plots 1,8 miljoen euro vanuit het niets uit mijn mouw kan schudden. En het was geen proefproject. Ik weet niet waar u dat haalt. Het was wel degelijk gewoon een minderhindermaatregel. Het is het Agentschap Wegen en Verkeer, dat bevoegd is voor de Sint-Annatunnel, dat die kosten ten laste heeft genomen in het kader van de minderhindermaatregel.
De heer D’Haese heeft het woord.
Bedankt voor de antwoorden, minister. Een vraag die u nog niet hebt beantwoord, is de vraag rond de planning van de werken over de roltrappen in de Sint-Annatunnel. Over welke periode vinden die plaats? Het is een minderhindermaatregel, maar de hinder is niet voorbij. Dat is natuurlijk een cruciaal element: men is nog aan de roltrappen aan het werken. Minister, of dat nu een officieel proefproject was of niet, het is in elk geval een experiment geweest over een jaar tijd waarvan de uitkomst superpositief is. Dus ik zou zeggen: omarm het. Wie het organiseert, maakt de personen die op die veerdienst stappen, niet zo heel veel uit.
U zegt dat u het niet rap rap voor 1 april kunt regelen, maar de vraag is dan wanneer u voor het eerst contact hebt opgenomen met de vervoerregioraad, met Lantis, met alle instanties waar u het daarnet over had, om een doorstart te maken. Wanneer was het eerste contact daarrond?
U zegt dat het niet aan u is en dat u het fiat nodig hebt van de vervoerregioraad. Ik kan u opnieuw positief nieuws brengen – ik ben vandaag in een heel positieve bui – want u hebt dat fiat. U hebt het al twee keer per brief gekregen via een vraag van de voorzitter van de vervoerregioraad, Koen Kennis, die ook schepen van Mobiliteit is in Antwerpen. Hij heeft al twee keer een brief gestuurd met de vraag om dat veer te behouden. Dus die is alvast fan. Er zijn weinig zaken waar Koen Kennis en mijn partij het over eens zijn, maar dit is alweer een van die zaken. Wie het organiseert, minister, dat maakt niet zoveel uit, zolang er maar een continuïteit is. Dus is mijn vraag wanneer er overleg is geweest. Is dat overleg bezig? Kunnen we de continuïteit op 1 april garanderen of kunnen we het eventueel nog een paar maanden verlengen om het alle kansen te geven?
Tot slot, het proefproject was wel de moeite. Ik heb hier een studie over de nieuwe Scheldeoeververbinding, de befaamde brug, de fietsersbrug op het Zuid. (Jos D’Haese toont de studie.)
Wat staat er in die studie? Men neemt als uitgangspunt: “Een centrumveer Sint-Anna met volcontinue bediening en sterke verhoging van de frequentie elke tien minuten.” Dat is een verhoging van de frequentie in plaats van een verlaging. Dat is het uitgangspunt van de studie van de brug die men in Antwerpen wil gaan bouwen. Men zegt in de studie dat we echt moeten gaan investeren in een verhoging van een frequentie en de kwaliteit van dat veer. Toekomstgericht naar de mobiliteit in Antwerpen is het dus duidelijk dat we dat nodig hebben. Dus is mijn vraag wat u allemaal aan het doen bent om ervoor te zorgen dat dit zal gebeuren.
Minister Peeters heeft het woord.
We hebben de roltrappen gedaan omdat de liftkokers volledig stillagen. Dan kan iemand met een beperking of met een fiets moeilijk naar de andere kant gaan. Daarom hebben we het sowieso gedaan voor het verhaal van de liftkokers. De roltrappen liggen maximum één of twee dagen uit, maar dan kan men nog altijd de liftkoker gebruiken.
Op de vraag wanneer ik met wie heb gesproken, kan ik zeggen dat ik een schrijven heb ontvangen van de stad Antwerpen en recent van de voorzitter van de vervoerregioraad. We moeten dan wel de middelen verschuiven, en dan moet ik een beslissing van de vervoerregioraad hebben. Die hebben we momenteel nog niet, want zij zeggen zelf om gebruik te maken van een deel van de VoM-middelen (vervoer op maat) om dat te faciliteren. Dus we zullen het overleg verder laten plaatsvinden, en hoe sneller hoe liever. Het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) staat klaar om het te bestendigen, maar we moeten zien waar we budgetten vinden. Natuurlijk, ik zou budgetten kunnen verschuiven. We hadden het daarnet over een aantal kleinschalige ingrepen van het Agentschap Wegen en Verkeer. Die zijn ook heel belangrijk; alles is heel belangrijk. Vandaar kijken we naar wat mogelijk is, maar op dit ogenblik heb ik geen extra middelen, geen 1,8 miljoen euro recurrent, want het zal jaar na jaar ter beschikking moeten zijn om dat volledig te gaan uitrollen. We zijn zeker on speaking terms met de stad Antwerpen. Ik heb ook de piste van Lantis op tafel gelegd met de vraag of het daar kan. U weet dat in het kader van de Oosterweelverbinding er heel wat minderhindermaatregelen werden genomen.
Wat betreft de studie waarnaar u verwijst, kan ik zeggen dat de studie er is gekomen naar aanleiding van het onderzoek naar leefbaarheidsprojecten en welke bijkomende Scheldeverbinding er moet komen. Er is finaal niet voor een extra veer gekozen, maar voor een brug.
U zegt dat de uitgangspunten toen anders waren, ja dat …
De heer D’Haese heeft het woord.
Het gaat niet over een veer in plaats van een brug. Het gaat over de methodiek. Men zegt dat men op zoek is naar een nieuwe oeververbinding. “Vermits 2030 de tijdshorizon is voor de ingebruikname van de oeververbinding, vormt het routeplan 2030 de basissituatie, dit wil zeggen een situatie met een goedwerkende voetgangerstunnel Sint-Anna én een centrumveer met volcontinue bediening en een sterke verhoging van de frequentie elke tien minuten.” Waarom? Om fietsersstromen op te vangen tijdens de 6 procent van de tijd dat die brug omhooggehaald wordt en dus buiten gebruik zal zijn. Dat is het uitgangspunt dat men nu gebruikt om 254 miljoen euro uit te geven aan een nieuwe brug. Daarover kunnen we nog een aparte discussie hebben. In plaats van de frequentie te verhogen, zoals men in de studie stelt, gaat u ze verlagen.
Uit uw antwoord begrijp ik dat u eigenlijk zelf geen initiatief hebt genomen om het veer te verlengen. Ik heb gehoord dat u brieven hebt gekregen en verder wilt overleggen. Ik wil u oproepen om dat overleg alle kansen te geven, om op zoek te gaan naar die budgetten en, minister, het hoeft niet in één keer 1,8 miljoen euro zijn, maar verleng dat veer tot aan de zomervakantie, om tijd te hebben voor een oplossing. Ik probeer constructief te zijn en voorstellen te geven om eruit te geraken. Laat ons een beetje creatief zijn om een stuk budget te zoeken om dat veer nog open te houden, op zijn minst tot aan de zomervakantie, om gesprekken te voeren met de vervoerregio, met Lantis, de stad Antwerpen, het maakt me allemaal niet uit, zolang we dit fantastische project maar verder kunnen zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.