Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Ergens begin februari kregen wij hier collectief een bericht binnen van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Daarin werd bijna vermanend gezegd dat de Vlaamse Regering beter moet samenwerken met andere overheden. Ik vond dat persoonlijk – zeker ook de toon van dat bericht – bijzonder misplaatst, temeer omdat wij hier in ons Vlaams regeerakkoord hebben ingeschreven dat we naar 80 procent werkzaamheidsgraad willen. Gisteren was er nog iemand in de actualiteit die zei dat hij niet gaat werken, want dat zou hem toch maar 200 euro per maand extra opleveren. Er is een bevraging waar er gezegd wordt dat 7 op de 10 mensen die aan het werk zijn, vragen dat het stempelgeld een stukje zou worden verminderd. Wij hebben de publieke opinie mee.
We zien keer op keer dat zowel minister Crevits als haar opvolger, minister Brouns, nul komma nul komma nul op het rekest krijgt van de Vivaldi-regering, wanneer het gaat over de vraag naar activerende maatregelen.
Ik ga u twee voorbeelden geven. Wij willen op Vlaams niveau dat VDAB zelf kan beslissen of hij mag verwachten van iemand dat hij of zij actief op zoek gaat naar werk. We hebben heel lang moeten bedelen dat mensen die in tijdelijke werkloosheid zitten zich verplicht moeten inschrijven bij VDAB. En zo zijn er nog wel heel wat voorbeelden. Het enige wat we terugkrijgen van de Federale Regering zijn illustere uitnodigingen voor grote conferenties waar niets uit voortkomt, tenzij slogans van het PS-programma om 60-plussers – of bedrijven die onvoldoende 60-plussers aanwerven – te gaan bestraffen, sanctioneren. Of om mensen geen vijf, maar vier werkdagen per week te laten doen en als je er niet op ingaat, krijg je dan het bevel om dat grondig te gaan motiveren.
Dus ik vond die oproep niet oké. Wat ik wel deel, is de achterliggende bezorgdheid in die oproep. Namelijk dat er ondertussen al vier jaar van de legislatuur gepasseerd is en dat de maatregelen die we vragen van het federale niveau – en die ze ook asymmetrisch hebben ingeschreven – maar niet komen.
Mijn vraag is dan eigenlijk ook vrij simpel: ziet u binnen dat fameuze Overlegcomité – zoals de SERV ook zelf aanhaalt – mogelijkheden om toch nog een aantal doorbraken te forceren?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Uw vraag spitst zich toe op de werking van het Overlegcomité. In de gewone vergaderingen van het Overlegcomité zijn er twaalf leden. De helft van de leden zijn leden van de Federale Regering, ook is er een taalpariteit. De Vlaamse Regering telt er twee leden. Bovendien wordt er beslist bij consensus.
Ook bij het Overlegcomité gelden dus bepaalde evenwichten en leidt een niet-akkoord tot een blokkering. Ook bij het Overlegcomité wordt rekening gehouden met het aantal overheden in plaats van het aantal vertegenwoordigde burgers of het gewicht van de betrokken overheid.
Een makkelijke remedie voor het Overlegcomité is er volgens mij niet. Er zijn fundamentele stappen nodig om het Overlegcomité te doen beslissen. Dat geldt trouwens voor de besluitvorming in dit land in het algemeen.
Het SERV-rapport legt daar de vinger op de wonde. De bedenkingen die u aanhaalt, zijn terecht. Wij hebben vanuit de Vlaamse Regering zelf bij de Federale Regering aangedrongen op overleg, op asymmetrisch beleid, onder andere inzake het arbeidsmarktbeleid en onze ambitie om in Vlaanderen een werkzaamheidsgraad van 80 procent te kunnen bereiken. Dat hebben we rechtstreeks gedaan bij de federale overheid, daar hebben we in feite geen Overlegcomité voor nodig. Juist omdat je asymmetrisch beleid nodig hebt, terwijl het Overlegcomité bij consensus beslist, is dat niet het juiste vehikel om die vragen daar neer te leggen.
Vlaanderen heeft die ambitie van die 80 procent. In Vlaanderen is vrijwel iedereen overtuigd van de noodzaak. Het principe van het asymmetrisch arbeidsmarktbeleid staat ook ingeschreven in het federaal regeerakkoord, maar desondanks krijgen we federaal amper gehoor.
Daar zal een Overlegcomité naar mijn aanvoelen geen verschil in maken. Dat is een probleem van de bevoegdheidsverdeling en van de besluitvorming in dit land. Zoals ik al zei, bewijst ook deze situatie dat er fundamentele stappen nodig zijn om de Vlaamse welvaart te vrijwaren.
Dat wil niet zeggen dat we dit nu moeten laten liggen. Ik ben ervan overtuigd dat minister Brouns ook binnen het huidige kader de nodige initiatieven blijft nemen en blijft aandringen bij de federale collega’s. Maar natuurlijk moet de federale overheid meewillen. Maar nog eens: het Overlegcomité is absoluut niet het juiste vehikel voor een doorbraak, wel dat we in rechtstreeks contact gaan met de federale overheid zelf.
De heer Ronse heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, een zeer helder antwoord. Ik begrijp uit uw antwoord: het Overlegcomité is niet de piste om die maatregel van 80 procent werkzaamheidsgraad te halen, omdat Wallonië totaal andere maatregelen vraagt, Brussel ook. Vlaanderen vraagt heel activerende maatregelen, moet dat rechtstreeks doen met het federale niveau, dat daar ook het asymmetrische beleid voor ingeschreven heeft. Helaas – en u bevestigt dat – krijgen we daar telkens nul komma nul op het rekest, terwijl de noodzaak aan maatregelen wel zeer hoog is.
Ik doe met Maaike De Vreese elke vrijdag een bedrijfsbezoek, we horen daar maar één ding: niet de Oekraïnecrisis, niet de Brexit, niet covid heeft een rem op hun groei gezet, maar wel het tekort aan mensen. Ze vragen activerende maatregelen om dat op te lossen. We zijn op die manier de economische groei en welvaart fors aan het fnuiken op Vlaams niveau. Als we een aantal simpele maatregelen zouden invoeren – waarvoor we het federale beleid nodig hebben – zouden we wel weer die groei hebben en ook meer middelen om te gaan herverdelen, daar waar de noden het hoogst zijn.
Eigenlijk is het een beetje cynisch: de linkerzijde die Vivaldi samen met Open Vld mee bestuurt, zit hier in het Vlaams Parlement ook altijd te roepen en te tieren over tekorten aan mensen, maar blokkeert wel – samen met de PS en Ecolo – mogelijke maatregelen die we hier vragen om onze welvaart te doen groeien.
Minister-president: mijn vraag aan u is heel eenvoudig: blijf doorzetten, blijf bonken op die Vivaldi-poort, zodat we de maatregelen er toch nog door krijgen. Sowieso gaan we vanaf 2024 voor Vlaams zelfbestuur.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Will do!
De vraag om uitleg is afgehandeld.