Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Minister, ik heb al een paar schriftelijke vragen gesteld over deze materie. Nog niet mondeling, maar naar aanleiding van de beleids- en begrotingstoelichting voor dit jaar denk ik dat het wel aangeraakt is. Ik heb toen ook geprobeerd om een concreet antwoord van u te ontfutselen, maar dat is niet gelukt. Dus ik hoop dat het vandaag zal lukken, want het is een nieuw feit dat Jane Goodall – die ik ook nog in een vorig leven eens tegengekomen ben bij het planten van bomen – naar aanleiding van haar bezoek in een videoboodschap van Global Action in the Interest of Animals (GAIA) nog eens heeft opgeroepen om het dolfinarium in Brugge – in het Boudewijn Seapark – effectief uit te faseren en te stoppen met shows, of wat dan officieel de verkoop van ontmoetingsmomenten met dolfijnen wordt genoemd.
Vandaar mijn vragen, minister.
Dit staat in het regeerakkoord, er is een studie gebeurd – ik denk zelfs door een buitenlandse specialist, een Engelsman. Waarom wacht u zo lang om een beslissing te nemen?
Wanneer en welke beslissing zult u dan effectief nemen?
Speelt de economische motivatie voor één uitbating in Vlaanderen zo een belangrijke rol? Is dat eigenlijk nog een verdedigbare en proportionele afweging ten opzichte van het aspect dierenwelzijn? Temeer omdat het onderdeel is van het regeerprogramma.
Ik kijk uit naar uw antwoord.
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u wel, ik heb kennisgenomen van de videoboodschap van mevrouw Goodall, die zich ook als wereldvermaarde primatologe – geen biologe maar primatologe –rechtstreeks tot mij heeft gericht. Ik heb veel respect voor deze grande dame en voor haar inspanningen voor de dieren – zowel in de natuur als in gevangenschap – en ik neem die oproep ook graag ter harte.
Ik heb inderdaad een studie laten uitvoeren naar de mogelijke effecten van een uitdoofbeleid, en meer bepaald naar de gevolgen daarvan voor de dieren. Die studie is uitgevoerd door een internationaal gereputeerde dolfijndeskundige, doctor Isabella Clegg. Zij heeft ook een consultancybedrijf, Animal Welfare Expertise. Die studie werd begeleid door een stuurgroep met verschillende leden van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn, waarin ook GAIA vertegenwoordigd is.
Nu, die Britse biologe die de studie heeft uitgevoerd, heeft zich binnen haar opdracht – heel specifiek, zoals ook gevraagd – gefocust op het individuele welzijn van elk van de dolfijnen die momenteel in het Brugse dolfinarium worden gehouden. De economische gevolgen van het uitdoofbeleid waren niet de scope, dat moeten we ook niet vragen aan een biologe, dus die zaten niet vervat in de studie.
Ik zal beslissen op grond van de studie die is opgeleverd. Momenteel werk ik aan een scenario dat net in functie staat van dat dierenwelzijn en waarbij dat rapport van doctor Clegg natuurlijk een belangrijk element is. Daarin zitten verschillende scenario’s die geschetst worden. Ik zal die ook vrijgeven zodra we met een beslissing en met een voorstel komen en zodra er een doorbraak is, maar momenteel ben ik die gesprekken nog aan het voeren.
De heer Vandenhove heeft het woord.
Dank u wel minister. Dan is mijn vraag eigenlijk heel simpel. Mogen wij ten eerste weten wie die gesprekspartners zijn? Vermits het economische geen rol speelt en ook het voorwerp niet was van die studie? Tegen wanneer denkt u ten tweede een beslissing te nemen?
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter.
Het onderwerp ligt mij nauw aan het hart, dus ik vind het ook nuttig om het hier in de commissie eventjes aan te halen. Ik hoor in de media vaak nog een pleidooi om bijkomende investeringen af te dwingen van het dolfinarium, bijkomende investeringen in extra bassins en dergelijke. Maar we moeten natuurlijk ook rechtszekerheid kunnen bieden aan het dolfinarium. Aan de ene kant nu nog grote investeringen gaan vragen en aan de andere kant ook het uitdoofscenario onderzoeken, ik denk dat dat niet correct en niet fair is. Ik vind het goed, minister, dat alle pistes onderzocht worden en dat er een gefundeerde beslissing genomen kan worden en dat we nadien ook kunnen handelen naar die beslissing.
Minister Weyts heeft het woord.
Een timing is natuurlijk ook afhankelijk van mijn gesprekpartners in kwestie. Ik hoop alleszins dat die knoop zeker voor het reces is doorgehakt, dat zeker en vast.
De heer Vandenhove heeft het woord.
U bedoelt het zomerreces? (Instemming van minister Ben Weyts)
Het was al iets concreter, maar nog niet concreet. Dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.