Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de tv-reeks 'Het verhaal van Vlaanderen'
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, collega’s, ‘Het verhaal van Vlaanderen’ etaleerde nogmaals dat er niets zo Vlaams is als de zelfhaat van links voor alles wat met Vlaanderen te maken heeft. Nog voor de eerste aflevering was uitgezonden, hekelde klein-links de schaamteloze promotie van de Vlaamse identiteit. Vlaamse volksvertegenwoordigers van linkse partijen in het Vlaams Parlement spuwen op alles wat Vlaams is, behalve op het geld van de Vlaamse belastingbetaler dat maandelijks op hun rekening gestort wordt. De linkse partijen hebben daarbij niet eens het lef om te zeggen waar het echt om gaat. Het gaat hen immers niet om belastinggeld dat naar Welzijn of Onderwijs zou moeten gaan. Ze hebben kritiek op ‘Het verhaal van Vlaanderen’ omdat ze een probleem hebben met het onderwerp. Als het programma ‘Het verhaal van België” geheten zou hebben, diezelfde linkse partijen zouden er de grootste fans van geweest zijn. Heeft er iemand links trouwens horen piepen, toen de VRT, eveneens met belastinggeld, de verkiezing van de grootste Belg uitzond? Uiteraard niet.
Hoe vals klinkt die kritiek van Vooruit en Groen op een educatief historisch televisieprogramma als diezelfde partijen in de Federale Regering met veel toeters en bellen belastinggeld besteden aan totaal nutteloze tricolore campagnes als ‘1 ploeg van 11 miljoen’ , kostprijs 3 miljoen euro, en een online burgerbevraging van Vivaldi waar niemand ooit enig concreet resultaat van heeft gezien, kostprijs eveneens 3 miljoen euro. Om nog maar te zwijgen van het vele belastinggeld dat ministers van Vooruit met de glimlach geven aan corrupte Afrikaanse regimes.
De hetze tegen ‘Het verhaal van Vlaanderen’ bewees vooral hoe links in zijn eigen morele superioriteit verdrinkt en hoe datzelfde links de grondstroom van Vlaanderen, die voor hen alleen maar verkrampt en bekrompen kan zijn, weer eens onderschat. De anti-Vlaamse haatcampagnes van progressief Vlaanderen zijn intussen de beste reclame voor het programma. De eerste aflevering haalde 1,1 miljoen kijkers, de tweede aflevering – gesponsord door Groen, Vooruit en hun bevriende media – bijna 1,7 miljoen. Het is stilaan een natuurwet in Vlaanderen: dat waar links haar giftige pijlen op richt, wordt door de Vlaming een warm hart toegedragen. Een opmerkelijke vaststelling, telkens wanneer het over Vlaanderen of over identiteit gaat, is dat de linkse criticasters zo ongeveer elke uithoek in de wereld extreem boeiend vinden, maar de Vlaamse identiteit bij voorkeur associëren met kleinburgerlijkheid en, in het ergste geval, zelfs onderhuids fascisme en racisme. Bijgevolg is, voor deze lucide geesten, alles wat nog maar naar Vlaanderen ruikt, af te wijzen als verdacht en ongepast. Voor Vooruit, Groen en de PVDA is het geheel vanzelfsprekend dat pakweg Marokkanen en Turken van de derde of vierde generatie die hier geboren zijn, blijven vasthouden aan hun Marokkaanse en Turkse identiteit. Maar o wee, als Vlamingen trots zijn op hun Vlaamse identiteit, dan is het kot te klein en wordt het doembeeld van de jaren dertig van stal gehaald.
Het latente onbehagen over een Vlaamse identiteit is de noemer die links bindt. Blijkbaar hebben ze het heel wat minder moeilijk met het bijna surrealistische Belgische nationalisme, of liever, de bewust vaag gehouden belgitude die stoelt op frieten, pralines en Rode Duivels. Vlamofoben, zoals Marc Reynebeau en Hannelore Goeman, lossen in hun nijd bijna op in hun eigen zuurtegraad. Het is toch wel merkwaardig dat uitgerekend de linkse culturo’s, die nu al de hele legislatuur lang zo luid mogelijk staan te roeptoeteren tegen elke vorm van besparing in de cultuursector, nu plots de grootste vragen stellen bij de subsidiëring van deze reeks. En dat trouwens, terwijl er jaren miljoenen euro’s kritiekloos worden uitgekeerd voor het in leven houden van linkse en extreem-linkse hobbyclubjes van drie man en een paardenkop.
Minister, zonder mij over de inhoud van het programma te willen uitspreken, wil ik stellen dat de VRT mijns inziens met ‘Het verhaal van Vlaanderen’ doet wat men van een Vlaamse publieke omroep mag verwachten: onze geschiedenis op een laagdrempelige manier in beeld brengen, liefst zonder politiek correcte taboes, en liefst ook zonder de morele betutteling die al jaren het huismerk van de VRT is. Meer hoeft dat niet te zijn, minder mag het niet zijn.
Minister, ik wil, na de controverse van de voorbije weken en na de amper twee afleveringen die ondertussen zijn uitgezonden, weten hoe de Vlaamse Regering reageert op de kritiek op ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Was het inderdaad de bedoeling om hiermee de Vlaamse identiteit in de verf te zetten? Heeft de VRT nog andere zaken in petto die die Vlaamse identiteit in de verf moeten zetten? Want dat is natuurlijk wel een deel van het Vlaamse regeerakkoord.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Het Vlaams Belang heeft mij ooit een Vlaams paspoort opgestuurd. Na de litanie van daarnet heb ik een beetje de indruk dat ze dat weggegooid geld vonden. Ik heb het nog altijd op mijn bureau. Ik denk dat het ondertussen al tien jaar oud is. Op de foto was ik in ieder geval heel wat jonger. Maar het bevestigt wel de Vlaamse identiteit die ik altijd heb gehad. Ik ben geboren met mijn voeten in de Vlaamse klei, in het Waasland, in een plekje dat, nota bene, ’t Kalf heet, vlak bij ’t Hol. Het wordt niet plattelandser dan dat. Ik ben heel fier op die Wase roots.
Minister, ik heb – ik zal dat heel eerlijk zeggen – met plezier gekeken naar de eerste afleveringen van ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Ik heb daar met graagte naar gekeken. Af en toe dacht ik: euh, Menapiërs en West-Vlamingen, qua overlapping op de kaart … Maar goed, ik heb dan toch nog iets onthouden van mijn lessen geschiedenis uit mijn jeugd.
Het is in ieder geval een veelbesproken reeks, die heel wat losmaakt. Het is heel interessant om te zien hoe de kritische vragen die worden gesteld over de keuzes van financiering door de Vlaamse Regering voor de rechterzijde, in dit geval het Vlaams Belang, plots blijken te gaan over identiteit. Dat is een heel essentialistische benadering. Uit de reeks blijkt tot nu toe dat identiteit, en zeker de Vlaamse identiteit op die Vlaamse lap waar wij op zitten, allesbehalve essentialistisch mag worden benaderd.
Op 1 januari ging de tiendelige reeks van start op de VRT en op VRT MAX. Het productiehuis De Mensen, voor 60 procent in handen van het Franse productiehuis Newen, tekende in 2019 de licentieovereenkomst om het format te mogen gebruiken. Het format strekte eerder al in Nederland en in Denemarken tot voorbeeld. Het werd vervolgens een coproductie van De Mensen en de VRT. Ik vertel daar niets nieuws mee.
De Federale Regering heeft er, met haar schitterende systeem van de tax shelter, op zijn minst evenveel toe bijgedragen. We zullen straks de bedragen horen. Via dat prachtige federale, Belgische systeem van de tax shelter heeft men bijgedragen tot de totstandkoming van deze coproductie. Het zou gaan om 1,7 miljoen euro. Het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) is tussengekomen. Screen Flanders is tussengekomen, en ook de Vlaamse Regering heeft een stevige bijdrage gegeven. Als een aantal collega’s vragen hebben gesteld, dan gaat het over wie allemaal in die Vlaamse Regering een bijdrage heeft geleverd. Er circuleren bedragen: 400.000 euro van het Departement Onderwijs, 300.000 euro van de Kanselarij, 250.000 euro van Toerisme, 150.000 euro van het Departement Cultuur, Jeugd en Media, en ook nog een bedrag van de VRT dat ik heb zien passeren in de media maar eigenlijk nog nooit heb bevestigd gezien. Het zou gaan om 2 miljoen euro uit de eigen begroting. Daarnaast hebben ook nog verschillende steden en gemeenten bijgedragen.
De vraag is nogal opmerkelijk, gezien de context. Ik heb minister Diependaele in de plenaire vergadering heel vaak horen zeggen dat we op alle kleintjes moeten letten. Het is toch opmerkelijk dat vanuit verschillende hoeken tegelijk zulke budgetten vanuit Vlaanderen werden vrijgemaakt.
Minister, mijn vraag is dan ook redelijk sec. Kunt u deze bedragen bevestigen, zowel wat betreft de Vlaamse Regering als wat betreft alle deelnemers aan dit project? Zijn ze volledig? Ontbreken er? Zijn ze juist of verkeerd? Gaat het hier om stemmingmakerij of zijn ze feitelijk juist?
Wie heeft er nu effectief vanuit de Vlaamse Regering, maar ook lokaal of bovenlokaal als overheid, geïnvesteerd in dit programma? Op welke manier werd dat gerealiseerd? Daar hoort die federale tax shelter dan bij.
Klopt het dat de VRT zelf 2 miljoen euro uit de eigen begroting zou hebben geïnvesteerd? Hoe verhoudt dat bedrag zich tot het volledige beschikbare investeringsbudget? Dat is toch een bekommernis die naar voren komt in tijden waarin die zender zwaar financieel onder druk staat? De Vlaamse Regering heeft daar toch een heel specifieke nieuwe besparingsronde doorgevoerd?
Op welke manier zijn de verschillende departementen van de Vlaamse Regering in dit project betrokken? Het feit dat het er zo veel zijn, doet de vraag stellen of dit iets gecoördineerd is. Of hebben zij allemaal een aparte motivatie om in dat project te stappen? Op welke manier is dat gebeurd en wat waren de budgettaire overwegingen? Ik zei het daarnet al: ik weet zeer goed wat minister Diependaele zelfs over kleine budgetten en zaken die geschrapt zijn eerder al heeft gezegd. Ik had dus graag wat meer duiding over de manier waarop en volgens welke criteria zoveel verschillende departementen tegelijkertijd hebben gekozen om één productie te steunen.
Ik zal de vraag verduidelijken. Dit doet natuurlijk de vraag stellen naar voorspelbaarheid, naar kader, naar wanneer wel en wanneer niet. En zo kom ik heel dicht bij waarom collega Janssens aanvankelijk zijn vraag aan minister-president Jambon had willen stellen: bij de uitspraken van de minister-president en van minister Demir, die heel duidelijk een ideologische insteek meegaven. Is die ideologische insteek een van de criteria, of niet? Of is het afhankelijk van departement tot departement?
Dan heb ik nog een particuliere vraag. Daarnet zei men: “Er zou geen haan naar hebben gekraaid mocht het ‘Het verhaal van België’ hebben geheten.” Het is wel interessant dat een van de makers zelf heeft aangegeven: “Wij twijfelen eraan of wij het budget zouden hebben gekregen van de Vlaamse Regering mocht het ‘Het verhaal van België’ hebben geheten.” Nu, ik ben een fiere Vlaming en ik ben een trotse Belg. Voor mij maakt het echt niets uit. Zeker diegenen die de eerste twee delen hebben bekeken, kunnen vaststellen dat je om het verhaal van de prehistorie te vertellen alvast naar een grot in Wallonië moet gaan. En als je de verschillende bewegingen moet zien, de samenwerking met het Vlaamse coproductiehuis, om te vertellen wat er op deze lap grond is gebeurd, dan had het tot nu toe effectief evengoed ‘Het verhaal van België’ kunnen heten. Ik kan niet voorspellen wat er in de rest van de reeks komt. Dat is toch wel opmerkelijk. Hoe werd de uiteindelijke titel gekozen? Het is wel interessant. Het is een afwijking van die van Nederland en Denemarken. Daar heette het wel ‘Het verhaal van Nederland’ en ‘Het verhaal van Denemarken’. Dat is toch opmerkelijk, gezien de opmerking van de makers zelf.
En dan: u weet dat van mij, ik ben nogal bezig met gender en diversiteit, en dat zit dus duidelijk ook in onze Vlaamse aard, zo zegt de reeks ook. Het VAF, dat deze productie heeft gesteund, heeft heel expliciet een werking waarbij het de audiovisuele sector zelf steunt om meer op zoek te gaan naar vrouwelijk talent, omdat data heel duidelijk de ondervertegenwoordiging van vrouwelijke makers aantonen. Het project is bijzonder omvangrijk en er is ook vanuit het VAF een grote brok geld naartoe gegaan. Maar goed, zulke producties kosten ook gewoon veel geld, daar moeten we eerlijk in zijn. Je zit daar snel met bedragen waar mensen van zeggen: “Wow!” Dan is mijn vraag: is er, gezien de omvang van dat budget, rekening gehouden met dat toch wel serieuze werkpunt? Op welke manier? En als dat niet het geval is, waarom niet? Dat was de laatste vraag, die wellicht niemand had verwacht, maar, noblesse oblige onze veelgelaagde identiteit, is dat een vraag die gesteld moet worden.
Minister Dalle heeft het woord.
Er is de afgelopen dagen heel veel gezegd en geschreven over het nieuwe Eén-programma ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Ik zou daar een aantal zaken op willen zeggen.
Ten eerste is er de vraag naar de link met de Vlaamse identiteit. Ik heb de eerste twee afleveringen gezien en ik was wel onder de indruk van de manier waarop de makers het hebben aangepakt. Ze zijn er op een straffe manier in geslaagd om een inhoudelijk verhaal te vertellen waarvan ook historici en archeologen erkennen dat het vrij dicht bij de realiteit zit en dat ook populair te maken. Er is verwezen naar de kijkcijfers: als je het uitgesteld kijken er ook in betrekt, zit je tot 1,6 miljoen kijkers en mediagebruikers. Mijn eigen zonen van 8 en 10 jaar wilden het ook zien. Dat is voor een historisch en academisch onderbouwd programma heel straf. Normaal gezien vind je deze cijfers enkel bij populaire fictie. Men heeft daar dus iets heel strafs gedaan. Ik kan persoonlijk zeggen dat ik na die twee afleveringen niet meteen geneigd was om de Vlaamse onafhankelijkheid uit te roepen, of niet meer dan gebruikelijk, dus de link met Vlaamse identiteit … (Opmerkingen)
In die zin kan iedereen waarderen hoe dit is opgesteld: dit is niet opgemaakt als een politiek project, helemaal niet; men heeft eigenlijk de eerlijke intentie gehad om op een zeer toegankelijke manier onze geschiedenis in Vlaanderen overzichtelijk te maken. Vlaamse identiteit, ik sta er altijd van te kijken hoe dat geïnterpreteerd wordt, alsof dat deel uitmaakt van een flamingantisch of nationalistisch project. Vlaamse identiteit, Vlamingen, collega’s, dat zijn wij allemaal, hier aanwezig. We zijn met 6,5 miljoen Vlamingen – een deel daarvan woont trouwens in Brussel, de hoofdstad –, dus ik denk dat het heel fout zou zijn om dat per definitie politiek te duiden. Dat bepaalde politieke partijen dat linken aan hun politiek project, is het recht van elkeen van ons, denk ik – en trouwens ook van leden van de regering. Maar dit vind ik toch wel vreemd, dat men het idee van Vlaamse identiteit sowieso negatief duidt.
Moet het ‘Het verhaal van Vlaanderen’ zijn of ‘Het verhaal van België’ of – misschien nog iets anders – ‘Tijdreizen Waes’? Eerlijk gezegd:’ I couldn’t care less.’ Wij zijn natuurlijk de Vlaamse overheid. Het is niet onlogisch dat, wanneer de Vlaamse overheid zoiets betoelaagt vanuit verschillende achtergronden, dat ook is omdat men spreekt over het grondgebied waar wij allemaal wonen. Echt onlogisch is dat niet. Om daar een grote politieke agenda achter te zoeken, dat is voor rekening van diegenen die dat doen.
Als je dan kijkt naar de vraag of dit nu het project is van bepaalde partijen in de Vlaamse Regering, kan ik alleen maar verwijzen naar de chronologie. ‘Het verhaal van Denemarken’ is tot stand gekomen in 2017. Waarom is dat ‘Het verhaal van Denemarken’? Omdat het gaat over Denemarken en omdat het betoelaagd is door de Deense overheid – collega’s, u moet misschien ook eens nakijken of die andere landen ook publieke financiering voorzien. ‘Het verhaal van Nederland’ is vorig jaar, in 2022, op televisie gekomen, maar het is al in 2019 dat het productiehuis De Mensen erachter is gekomen dat men dat Deense format in Nederland ook had aangekocht. Ook in Nederland is er trouwens royale uitgebreide publieke financiering geweest voor ‘Het verhaal van Nederland’, dat gaat over Nederland en dat bekostigd wordt door de Nederlandse overheid. Zie misschien de parallellen met wat wij in Vlaanderen doen.
Is het programma besteld door de Vlaamse Regering? Zijn er bepaalde leden van de Vlaamse Regering die op het idee zijn gekomen, die het hebben gevraagd of die het hebben besteld? Ik kan dat niet onmiddellijk nagaan. Ik kan alleen wel vaststellen dat reeds in de zomer van 2019, een tijdje voor de vorming van onze regering – op dat moment waren er nog andere besprekingen lopende, nietwaar, collega, Janssens – het productiehuis De Mensen te weten is gekomen dat ze in Nederland dat concept aan het omzetten waren en zich afvroeg of het geen idee zou zijn om een soortgelijk idee op te zetten in ons land, in België, in Vlaanderen. Ze hebben dat inderdaad grondig bestudeerd. Ze hebben ook de stappen gezet naar de rechtenhouder. Ze hebben dan – misschien moet ik één exacte datum noemen omdat het toch wel interessant is om dat te weten – op 18 september 2019 het gesprek gehad met de verantwoordelijken van de VRT om dit programma te pitchen, zoals men dat noemt in het jargon. Op dat moment is ook het voorstel van De Mensen aan de publieke omroep bekendgemaakt. Het programma kreeg dan de titel ‘Het verhaal van Vlaanderen’, wat helemaal in lijn ligt met Nederland en Denemarken.
De VRT heeft me laten weten dat het productiehuis met verschillende partners en overheden contact heeft opgenomen om het project financieel rond te krijgen. Het is dus niet zo dat ikzelf of collega’s in de regering hebben gezegd dat we zo’n programma willen en daar geld voor willen voorzien. Het is omgekeerd gegaan. Het zijn de VRT en De Mensen geweest die hebben gezegd: dit is een zeer ambitieus project, het is niet zo dat je dat in een-twee-drie maakt met reguliere middelen. Hier moet je serieuze financiering voor hebben, niet alleen omdat het op zondagavond op de buis komt en nadien lineair wordt uitgezonden, maar ook omdat het programma’s zijn waarvan je wilt dat die een zekere tijd kunnen overleven. We willen dat leraars geschiedenis ook binnen drie, vijf en misschien zelfs tien jaar dit nog kunnen gebruiken in onze scholen. En ze hebben gezegd: aangezien dit zo’n ambitieus project is en we dit op een degelijke, kwalitatieve manier doen, willen we zoveel mogelijk financiering vinden, en misschien kunnen we rekenen op bredere publieke financiering dan gebruikelijk het geval is. Waarom is dat zo? Omdat zo’n programma, naast de audiovisuele waarde, die binnen mijn bevoegdheid van Media ligt en die via het Vlaams Audiovisueel Fonds verloopt, ook relevant is voor het imago van Vlaanderen – de Kanselarij van de minister-president – maar zeker ook voor het onderwijs – ik verwees al naar de mogelijkheid voor leraars geschiedenis of anderen om dit te hanteren in hun lessen geschiedenis – en zeker ook voor het toerisme. Collega Demir heeft ook middelen voorzien, omdat de musea in Vlaanderen ook bezig zijn met dit soort inhoud en omdat ze trouwens ook aan bod komen via experten en dergelijke meer in het programma. Onlogisch is het dus niet, en productiehuis De Mensen en de VRT hebben dit op een zeer kordate manier voorgebracht aan de verschillende partners en de verschillende verantwoordelijken binnen de regering en de administratie. En ze zijn er wonderwel in geslaagd om een brede financiering te realiseren, waardoor het project goed gerealiseerd is kunnen worden.
Uiteraard heb ik de VRT bevraagd over de concrete bedragen. De VRT heeft meegegeven dat ze over de totale kostprijs van het project en de eigen inbreng niet willen en niet mogen communiceren omdat dat volgens hen bedrijfsgevoelige informatie is. Bij de federale taxshelter gaat het ook over een substantieel bedrag, maar er is mij ook meegedeeld dat dit volgens de publieke omroep vandaag geen publieke informatie is omdat het te veel inzicht geeft in bedrijfsgevoelige gegevens. Ik kan u wel zeggen dat het federale bedrag soortgelijk is aan het bedrag dat vanuit de Vlaamse overheid wordt gefinancierd.
Concreet zag ik in een aantal krantenartikelen dat de Vlaamse financiering zou gaan over een bedrag van 2,4 miljoen euro. Dat klopt niet. Het bedrag is 2 miljoen euro. Hoe is dat samengesteld? Er is 250.00 euro voorzien vanuit Toerisme Vlaanderen. Er is 300.000 euro voorzien vanuit Kanselarij en Bestuur, 400.000 euro vanuit Onderwijs en 150.000 euro vanuit Cultuur. De minister-president heeft daar dus met zijn beide verantwoordelijkheden ook aan bijgedragen. Indien er meer gedetailleerde toelichting nodig is vanuit de verschillende collega’s, dan kan er uiteraard ook bij hen gepeild worden naar de relevantie daarvan.
De VRT geeft ook mee dat er een bescheiden, maar toch een inbreng was vanuit verschillende steden zoals Antwerpen, Brugge en Gent en ook het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Over de omvang van die investering kan ik geen uitspraak doen.
Wat het VAF betreft – dat is dan mijn eigen verantwoordelijkheid – kan ik bevestigen dat het bedrag van 500.000 euro klopt. Dit bedrag bestaat uit 100.000 euro ontwikkelingssteun en 400.000 euro productiesteun die via de reguliere kanalen werden toegekend. Collega’s, ook daar is het niet de minister van Media die zegt dat hij dit een mooi en interessant project vindt. Ik vind dat wel, maar dat is niet zo relevant. Het zijn de experten binnen het VAF die dat bepalen en die volgens de gewone criteria dat dossier zoals het ingediend werd, beoordeeld hebben. Er werd ook 400.000 euro toegekend via Screen Flanders, ook daar via de reguliere procedure.
In een aantal krantenartikels werden er toch wat fouten gemaakt, de 2,4 miljoen euro klopt dus niet. Een voorbeeld daarvan is dat er ook gesuggereerd werd dat ik 100.000 euro zelf persoonlijk toegekend had via het beleidsveld Media via de begrotingsaanpassing. Dat klopt niet. Voor de duidelijkheid: alle financiering die ik vanuit Media toeken aan televisieproducties loopt altijd via het VAF. Het is geen beoordeling van mezelf of het kabinet, om te zeggen wat goede televisie is.
Bij een steunaanvraag bij het VAF moet een producent aangeven hoe hij bij een project ruimte biedt aan inclusie en diversiteit. Dat was ook een van de vragen van collega Almaci. De VRT heeft mij laten weten dat de producent dit ook gedaan heeft. De diversiteitsnota werd door de producent ook nauwgezet uitgevoerd. Zoals door elke kijker vastgesteld kan worden in de making-ofreeks op VRT MAX, hebben veel vrouwelijke professionals meegewerkt aan de totstandkoming van de reeks. De producer van de reeks is zelfs een vrouw en dat leek me een van de meest complexe producties die we ooit gehad hebben. Daarnaast komen er ook veel vrouwelijke experten – historici en andere deskundigen – in het programma aan bod om informatie en duiding te geven. We hebben de eerste twee afleveringen gezien, maar er komen er natuurlijk nog acht andere. U zult wel zien dat daar wel aandacht voor geweest is. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om de visie van het VAF op inclusie te preciseren. Inclusie is voor het VAF meer dan vrouwelijke makers aan zet brengen. Afhankelijk van het project kan inclusie op uiteenlopende manieren worden gerealiseerd: in de makersploeg, de personages, de verhalen, het doelpubliek, enzovoort.
Collega Janssens, als u peilt naar het standpunt van de minister-president persoonlijk, dan kunt u dat aan hem vragen. Ik vermoed met wat ik nu geantwoord heb dat ik toch het standpunt ook namens de regering weergeef.
In De Morgen heb ik de volgende vraag gelezen: “Waarom hebben ze die reeks niet gewoon Tijdreizen Waes genoemd? Dan was al die heisa er niet geweest.” Als dit de essentie van de discussie is, dan ga ik ervan uit dat er belangrijkere beleidsmatige discussies te voeren zijn. Ik denk dat hier de publieke omroep exact gedaan heeft wat die moet doen: interessante, relevante content brengen op een zeer toegankelijke manier voor alle Vlamingen.
We gaan opnieuw luisteren naar het verhaal van de Vlaamse volksvertegenwoordigers. Ik ga nu over naar de heer Janssens uit Eburonenland.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik had geen enkele indicatie dat met Het verhaal van Vlaanderen de VRT de bedoeling had om de Vlaamse identiteit te promoten. Vooreerst, het gaat nog altijd om de VRT. Het zou een opmerkelijke koerswijziging zijn geweest. Twee, inderdaad, zoals u in de chronologie geschetst hebt, het idee voor het programma is al gestart nog voor er van deze regering Jambon sprake was. Het zou zeer opmerkelijk geweest zijn als deze regering enige impact gehad zou hebben op dit programma.
Maar de promotie van de Vlaamse identiteit werd een beetje in beeld gebracht door de linkse partijen die daarbij hun kritieken op dit programma wilden staven. Ik vond dat wel zeer opmerkelijk. De VRT wordt door links toch altijd geroemd voor haar neutraliteit, haar onpartijdigheid. Die werd nu plots weggezet als een propagandakanaal van de Vlaamse Regering dat moest dienen om de Vlaamse identiteit te promoten. Ook wat links betreft was dit wel een opmerkelijke koerswijziging om hun zogenaamde huis van vertrouwen een motie van wantrouwen te geven, alleen al maar omdat er in de titel van een tv-programma op de VRT het woord Vlaanderen voorkwam. Dat zijn allemaal toch opmerkelijke evoluties.
En minister, wat betreft de bedragen, de miljoenen euro’s die eraan besteed zijn: elke overheid moet sowieso omzichtig omspringen met subsidies, met belastinggeld. Dat is evident, maar relevantie en educatie vind ik wel belangrijke handvatten om te zien of het inderdaad nuttig besteed geld geweest is. Dat we nu zien dat het toch een kijkcijferkanon is, toont mijns inziens dat de relevantie alvast bewezen is. En dat ook de meeste historici, behalve de historici die politiek actief zijn bij Vooruit, ook de educatieve waarde van dit programma onderstrepen, toont dan weer aan dat de educatieve waarde ook voldoende aangetoond is, in elk geval meer dan heel wat experimentele kunstprojecten en culturele producties waar geen hond naar gaat kijken, maar waar de linkerzijde wel vindt dat er veel belastinggeld naartoe gegooid moet worden. Ik herhaal: bij elke vorm van subsidie moeten we uiterst kritisch blijven, maar als elke euro subsidie in de culturele en in mediawereld even relevant en educatief besteed worden als bij Het verhaal van Vlaanderen, er zou mogelijk meer enthousiasme zijn voor cultuursubsidies.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Dank u wel, minister, om de bedragen te preciseren en een aantal zaken te verduidelijken. Ik vond het ook wel intrigerend dat u expliciet zei dat het inderdaad geen politiek project was van deze regering. Het is belangrijk om dat te doen, omdat het nota bene mevrouw Demir was die dat naar buiten heeft gebracht en dat op die manier heeft proberen te claimen. Het is dus wel belangrijk dat dat hier in de commissie wordt rechtgezet, zeker ook als ik dan de woorden van de minister-president achteraf heb gehoord. Laat ons zeggen dat bij de Vlaams-nationalistische collega’s in de regering men het niet erg vond dat daar onduidelijkheid over bestond, de beweringen die daar zijn gekomen, om die pluimen op hun hoed te steken, terwijl de evolutie inderdaad naar aanleiding van Denemarken en Nederland was.
Dat neemt niet weg dat de creatief directeur van het productiehuis De Mensen zelf expliciet heeft gezegd dat je het juiste verhaal moet kunnen brengen op het juiste moment. En dat is toch wel een vraag die ik expliciet wil stellen. Hij heeft twee zaken gezegd die me intrigeren: “We weten uit ervaring dat het vandaag zo goed als onmogelijk is om met zo'n thema een coproductie te maken met de VRT en de RTBF.” De Grootste Belg was een coproductie tussen de VRT en de RTBF. Sta me toe om hier te zeggen dat ik die uitspraak wel verontrustend vind, want het wijst toch, samen met de reflex die een aantal Vlaams-nationalistische collega's binnen de Vlaamse Regering hebben gehad, op een gevoeligheid die programmamakers ook sterk aanvoelen, namelijk dat je bepaalde dingen een bepaalde naam moet geven om op een bepaald budget een beroep te kunnen doen. En dat is natuurlijk een straatje dat zichzelf kan versterken. De vraag is of dat zo wenselijk is. Ik hoor daar toch een nuanceverschil. Ik ga niet spreken over extreemrechtse blokken. Ik heb hier heel veel blokvorming en veralgemening gehoord: links dit, links dat. Ik wil daar niet over spreken. Maar er is toch een duidelijk meningsverschil binnen de veeleer Vlaams-nationalistische hoek en de collega's van het Vlaams Belang hier en een aantal andere regeringspartners.
Ten tweede wijst historicus Koen Aerts in de krant eigenlijk ook op dat probleem en op die spanning: “Vanuit historisch standpunt valt er even veel of even weinig te zeggen voor een verhaal van België als voor een verhaal van Vlaanderen. Beide zijn kunstmatig.” Dat is een belangrijke opmerking, die ons ook moet aanzetten tot vragen. In ons onderwijs willen wij jongeren opleiden tot kritische denkers. En dan komt er een vraag naar boven die ik nu wel wil stellen, over alle nevenmerchandising die bij deze productie hoort. Want er hoort ook een boek bij. Er hoort ook een strip bij. Er hoort van alles bij. Ik heb het zopas verschenen boek van de tv-reeks nog niet gelezen, dus ik ga af op wat erover wordt geschreven door anderen, met Vlaamse roots, die dat met mij delen. Zij zeggen dat ze die gevoeligheid waar ik daarnet naar verwees, toch ook bespeuren in dat boek. Aan de Eerste Wereldoorlog worden acht pagina’s besteed, en nog eens drie paginagrote foto’s van Belgische soldaten in een loopgraaf. Maar er is toch wel heel weinig aandacht voor de Tweede Wereldoorlog en welgeteld drie regels over de collaboratie, terwijl het bombardement op Mortsel veel meer ... (Opmerkingen)
Ik geef gewoon de weerslag van een vraag die mensen zich stellen. Moeten we daar niet heel voorzichtig zijn? Want daarover gaat het natuurlijk ook. Ik wil graag horen hoe u daarnaar kijkt, aangezien er een soort verder rimpeleffect is van die productie. Ik ben bijzonder blij met mijn identiteit als Vlaming, als Belg, levende in Europa, met Turkse roots. Ik heb op Netflix met veel plezier zowel de serie ‘Ottoman’ als de serie ‘Roman Empire’ gezien en ik kijk met veel plezier naar deze geschiedenis, die voor mij evenveel Belgisch als Vlaams is en evenveel Vlaams als Belgisch is. Het is bijzonder intrigerend om te zien hoe daar allerlei verhalen over worden gemaakt.
Ik wil nog dit zeggen, want dit vind ik wel belangrijk in de grote framevorming rond ‘links dit’ en ‘rechts dat’. Onze fractie, de groene fractie, heeft bij het begin van deze legislatuur vragen gesteld bij de duidelijke keuzes die werden gemaakt om te besparen op sommige departementen, terwijl er wel geld is voor het oprichten van een nieuw museum met een bepaalde richting. Onze kritiek, die ik deel met onze voorzitter Jeremie Vaneeckhout, ent zich op het ad hoc uitdelen van subsidies en het verschil in discours tussen uzelf en de andere regeringspartijen, op de politieke keuzes. Voor de rest hoop ik dat het niet alleen maar van die politieke gevoeligheid mag afhangen dat er nog zulke sterke producties komen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Collega’s, dank voor de vragen. Ik vind dit persoonlijk een ongemeen boeiend debat. Ik wil eerst even de puntjes op de i zetten, ten aanzien van de aantijgingen van collega Janssens. Jullie hebben er zelfs geld voor over gehad om ons te taggen op Facebook. Ik heb twee dagen ‘gesjiekt’ op een opiniestuk. Ik heb het pas geschreven op het moment dat ik het programma had gezien, want ik wilde het absoluut zien. Het is verschenen in De Morgen, u heeft het misschien niet gelezen. (Opmerkingen van Chris Janssens)
Ik zal er letterlijk uit citeren. Ik heb gezegd, ten eerste, dat ik het een uitstekend programma vind dat inderdaad geschiedkundig onderzoek voor heel veel mensen populariseert. Dat is fantastisch. En ten tweede heb ik gezegd dat de VRT hiermee opnieuw bewijst dat ze ‘state of the art’-televisie kan maken en kritisch kan omgaan met een opdracht die ze krijgt of een programma dat wordt besteld.
De vraag voor mij bleef wel of dit programma er überhaupt was geweest als het niet was gesponsord door de regering. Ik heb op voorhand gecheckt en ik wist dat de pitch al in september 2019 was gebeurd. De VRT wist toen al dat er opnieuw zware besparingen gingen komen. De VRT kon dat op dat moment niet maken. U hebt nu toegegeven, minister, dat de VRT nadien op zoek is gegaan naar extra middelen om dit gefinancierd te krijgen en gehoor heeft gevonden bij de Vlaamse Regering. Natuurlijk, elke regering vertrekt vanuit haar ideologie. Visie vertrekt vanuit je eigen ideologie, en deze is duidelijk. De minister-president heeft in een interview in De Standaard aangegeven dat de canon de Vlaamse identiteit moet dienen. Ik snap dat. Wij snappen dat je vanuit een Vlaamse Regering, met een Vlaams-nationalistische partij, die ideologie volledig uitspeelt. Dat snappen we. Het punt van kritiek dat we hebben gemaakt was niet ten aanzien van het programma of de VRT, maar wel ten aanzien van de Vlaamse Regering. Het gaat inderdaad, minister, over 2 miljoen euro. Ik had de cijfers opgevraagd en heb ze gekregen de dag dat het stuk met de cijfers door Marc Reynebeau in De Standaard stond. Ik heb de cijfers gekregen voor de drie projecten: de canon, het museum van Vlaanderen en ‘Het verhaal van Vlaanderen’. Dat mag samen 5,5 miljoen euro kosten. Ik tel dat ook boven op de 18,5 miljoen euro die deze Vlaamse Regering vrijmaakt vanuit de Europese relancemiddelen voor onder andere toerisme, waar een lijn is rond bierbeleving en culinaire belevingen. Dat mag 18,5 miljoen euro kosten. Als ik dat samentel, kom ik aan 24,5 miljoen euro, terwijl de VRT 25 miljoen euro heeft moeten besparen.
We stellen ons daar vragen over. Een projectje hier, een projectje daar, een symbool ginder: dat is allemaal goed. Ze zijn effectief ingegeven door ideologie. Ik zeg niet dat het programma met die insteek is gemaakt. Daar gaat het niet over. Maar hoe zit het met de basisopdrachten van een regering? Als het gaat over het welzijn van haar jongeren, van haar kinderen, van haar ouderen, slaagt ze er blijkbaar niet meer in om die mensen te beschermen. Dat was exact de insteek van het stuk dat ik geschreven heb en waar ik twee dagen over nagedacht heb omdat ik het zo genuanceerd mogelijk wilde brengen. Dat wil ik opnieuw zo doen. Het gaat, zoals collega Almaci aangaf, over kerntaken.
Natuurlijk is dat programma fantastisch, en het gaat ook heel veel betekenen in het onderwijs, maar dat was niet de essentie. De essentie is dat we ertegenaan kijken dat de Vlaamse Regering geld vindt, hier en daar bijeen harkt. Als je ziet dat er ook 550.000 euro vanuit Buitenlandse Zaken komt, waarvan er 250.000 via de begrotingsaanpassing uit Toerisme is gevloeid, dan toon je dat er voor dit soort projecten blijkbaar een urgentie is om dat geld te vinden, terwijl dat voor fundamentele kerntaken, waaronder de besparing bij de VRT, allemaal niet mogelijk is. Dat is de essentie van wat ik heb neergeschreven.
De heer D’Haese heeft het woord.
Iedereen die het heeft gezien, vindt ‘Het verhaal van Vlaanderen’ een steengoed programma. Ik wil de mensen van de VRT die volgen proficiat wensen omdat zij mensen zo kunnen boeien met geschiedenis. Professor Dumolyn zei het in De Afspraak: “Geschiedenis kennen en bestuderen is sociaal, dat werkt emancipatorisch.” Het is fantastisch dat men dat op zo’n knappe manier kan weergeven voor 1,6 miljoen kijkers. Tom Waes zegt zelf: “De voornaamste les is dat de machthebbers onderdrukten, totdat de onderdrukten zegden dat het genoeg is geweest.” Dat is inderdaad een les die we kunnen trekken uit onze geschiedenis. Dit kan alleen maar emanciperend werken.
Ik heb mij dan ook enorm gestoord aan de karikaturen die deze week van beide kanten uit over dit programma werden gemaakt. Langs de ene kant is er het verkrampte verwijt dat er geen euro naar dit soort programma’s zou mogen gaan zolang de kinderopvang niet volledig gefinancierd is. Ik snap dat soort tegenstellingen echt niet. Wetenschapseducatie is belangrijk. Het kennen van de geschiedenis is belangrijk. Het is onzin om te zeggen dat dit programma nationalistische propaganda zou zijn. Wie het gezien heeft, kan dat toch echt niet beweren.
Ik zou ook eerder voor een ‘verhaal van België’ zijn gegaan, zoals het in Nederland en Denemarken het geval was. Dat lijkt me veel logischer. De VRT heeft onlangs nog ‘Onze Natuur’ gemaakt. Ook dat is een absolute aanrader om te bekijken. Dat ging over de Belgische natuur. Maar dat wil absoluut niet zeggen dat dit een propagandistisch stukje televisie zou zijn.
Minister, langs de andere kant is er natuurlijk wel het probleem dat de Vlaamse Regering alleszins doet uitschijnen dat zij wél wil dat het een propagandistisch stukje televisie is. U zegt hier dat er volgens u geen grote politieke agenda achter zit. Minister-president Jambon zegt dat zeer expliciet wél. Ik citeer hem: “De versterking van de Vlaamse identiteit staat in ons N-VA-programma. Het is niet meer dan logisch dat we dat met de Vlaamse Regering implementeren. En dat doen we ook met ‘Het verhaal van Vlaanderen’.” Voilà, zwart-op-wit in de krant. Voor de minister-president is het dus heel duidelijk dat ‘Het verhaal van Vlaanderen’ de uitvoering is van het partijpolitieke programma van de N-VA. Dat is wel bijzonder jammer, natuurlijk, dat zo’n mooi programma wordt gerecupereerd wegens partijpolitieke redenen. Dat vind ik toch wel straf. U zegt altijd dat u niets te maken hebt met de redactionele keuzes van de VRT. U hebt hier net toegelicht dat het trouwens helemaal niet klopt dat de VRT dit programma in opdracht van de Vlaamse Regering heeft gemaakt. Minister, ik vraag mij dan toch wel af hoe u reageert op die uitspraak van minister-president Jambon, die zegt dat dit de uitvoering is van het N-VA-programma via de Vlaamse Regering. Ik vind dat bijzonder jammer. Ik vind het jammer dat de Vlaamse Regering dit moet recupereren. Het programma toont aan dat wij afstammen van mensen uit Afrika en het Midden-Oosten, dat de Vlaamse kost toch vooral Romeinse kost blijkt te zijn. (Opmerkingen bij het Vlaams Belang)
De Vlaams Belangers horen dit niet graag, ik weet het wel. Tegen het einde van de serie zal het Vlaams Belang hier roepen dat het allemaal woke waanzin is! Ik kan het nu al voorspellen. De cultuuroorlog zal dan wel weer op een andere manier worden verdergezet.
Ik heb het zelf nog niet gezien, maar als ik het goed heb begrepen worden er een aantal Vlaamse mythes gedemystifieerd. Over de Guldensporenslag, enzovoort. Het is een goede zaak dat we op een nuchtere manier op onze geschiedenis kunnen terugkijken. We zullen dan zien of de Vlaams-nationalisten er dan nog zo content mee zullen zijn. Dat is net het punt! Dat het een objectieve kijk is van onze historici, aan de hand van de wetenschap, en dat men dat niet moet recupereren. Niet langs de ene en niet langs de andere kant.
Ik zou dus een oproep willen doen om te stoppen met de verkramping aan beide kanten. Een programma is niet slecht omdat er ‘Vlaanderen’ in de titel staat. Ik heb het hier niet per se over de tussenkomsten die hier zijn gedaan, maar wel over een aantal zaken in de media die mij de afgelopen week ongelooflijk hebben gestoord: de karikaturen die ervan zijn gemaakt. Het is niet omdat een programma de naam ‘Vlaanderen’ in de titel draagt dat het slecht of nationalistisch zou zijn. Maar stop toch ook die recuperatie voor politieke doeleinden.
Ik citeer nog eens Tom Waes: “De ene zegt dat het de identiteit bevordert, de andere vindt het schandalig. Iedereen heeft zijn eigen invulling, maar voor mij gaat het erom dat de mensen er iets uit kunnen leren.” Ik denk dat dat de essentie is: dat heel veel mensen er dingen uit leren. Dat is een heel waardevol programma en, wat mij betreft, ook waardevol besteed belastinggeld. We kunnen er trots op zijn. Ik pleit alvast voor een vervolg: ‘Het verhaal van België’, in een coproductie met de RTBF. Dat zou een heel mooi verbindend project kunnen zijn in dit land.
Minister, is dat een project dat uw steun zou kunnen wegdragen?
U hebt geen vraag gesteld.
Mijn vraag zal zijn: kunnen we in de toekomst nog verder werken? Men zegt hier met de RTBF, maar volgens mij is Nederland ook een van de voornaamste partners. Misschien kunnen we in de toekomst rond een aantal figuren gaan werken met Nederlandse omroepen, bijvoorbeeld. Dat lijkt me logisch.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank, voorzitter en collega’s, voor de vragen en opmerkingen.
Ik wil met de laatste beginnen. De VRT heeft natuurlijk diverse partners, naast de productiebedrijven, waar ze mee werkt om televisie te maken. De Nederlandse partner NOS is een bevoorrechte partner. Het afgelopen jaar, in 2022, is er een structureel akkoord afgesloten tussen de NOS en de publieke omroep. Ik moet zeggen dat we vanuit Vlaanderen ook een substantiële financiering hebben voor die samenwerking tussen de NOS en de VRT. Dat komt trouwens gedeeltelijk in de plaats van ‘Het Beste van Vlaanderen en Nederland’. U weet dat ik dat heb afgeschaft. Er is niets zo moeilijk in dit land als het afschaffen van dingen. Het was de satellietverbinding die we voor Vlamingen in het buitenland voorzagen voor de NOS en de VRT. We hebben dat miljoen euro stopgezet en in de plaats daarvan andere vormen van Vlaams-Nederlandse samenwerking betoelaagd. Eén daarvan is de financiering van de samenwerking tussen de NOS en de VRT. Er zijn tal van voorbeelden. Het beste voorbeeld komt binnenkort in de ether. Dat is ‘Arcadia’, een zeer straffe productie, een coproductie van de VRT met de publieke omroep in Nederland. Ook de Duitse omroep is daarin betrokken. We werken dus zeker samen met Nederland.
Collega Almaci, het is niet zo dat er geen coproducties zijn met de RTBF. Er zijn wel degelijk, wanneer dat relevant is of zou zijn, coproducties met de RTBF. Ik geef twee voorbeelden. Er is de documentaire geweest ‘Als je ons kan horen’. Die ging over de periode van de witte marsen in de jaren negentig. Dat was een zeer gesmaakte documentaire die in coproductie tot stand is gekomen. Binnenkort komt ook 1985 in de ether. Trouwens, die documentaire was van productiehuis De Mensen. Misschien was de verantwoordelijke dit uit het oog verloren, maar het is wel degelijk mogelijk om coproducties te doen met RTBF. En het tweede is een productie van Eyeworks, die we in deze commissie ook al vermeld hebben in het kader van de uitbesteding van Thuis. 1985 is een zeer straffe productie over de Bende van Nijvel. Ik heb de première gezien. Het is een coproductie van de VRT en RTBF. De Bende van Nijvel behoort tot onze gezamenlijke geschiedenis. Dat is zeker niet uitgesloten bij de VRT. Het zijn beslissingen die ze zelf nemen, ze zijn daar autonoom in. Het is niet aan de Vlaamse Regering om te bepalen wie de partners zijn. We kunnen wel bepaalde partnerships extra ondersteunen, zoals het partnership met de NOS of een specifieke productie, wanneer dat relevant is.
Wat de merchandising betreft, ik heb het boek liggen, collega Almaci, maar ik moet toegeven dat ik het nog niet heb gelezen. Ik hoop dat het historisch goed onderbouwd is. Ik ga daar, eerlijk gezegd, vanuit.
Collega Segers, u verwijst naar een aantal relanceprojecten en u zet die af tegenover de financiële uitdaging waar de VRT voor staat. Het is evident dat die relancemiddelen eenmalige middelen zijn, de andere zijn recurrente inspanningen. Dat is een beetje appelen met peren vergelijken. Ik weet niet wat u allemaal bij die 18,5 miljoen euro heeft gerekend, maar er zijn natuurlijk in totaal 4,3 miljard euro relancemiddelen, ook voor de departementen Welzijn, Media, Jeugd, Onderwijs. Die 18,5 miljoen euro maakt deel uit van een breder geheel. Ik ga ervan uit dat al die elementen relevant zijn.
Heel de discussie over de Vlaamse identiteit ontgaat mij, eerlijk gezegd, een beetje. Dat de minister-president stelt dat dit uit het partijprogramma van zijn partij komt, daar kan ik moeilijk commentaar op geven. Het is aan de N-VA om te beoordelen of dat het geval is. Wij hebben in de beheersovereenkomst met de VRT geschreven dat de VRT bijdraagt aan de Vlaamse identiteit door middel van diverse programma’s.
Als dat al in een bepaald partijprogramma staat, kan dat zijn, maar dat is het standpunt van de regering. Ik ga er trouwens van uit, collega's, dat dit het standpunt is van de voltallige commissie Media. Dat de VRT ook bijdraagt aan de Vlaamse identiteit, dat is voor mij nogal wiedes. Het zou me eerlijk gezegd storen, mocht dat gelinkt zijn aan een bepaalde partij of aan een bepaalde ideologie. Ik hoor het collega Almaci heel graag zeggen: “Wij zijn allemaal Vlaming. Ik voel mij ook Belg. Ik heb een gelaagde identiteit.” Prima, maar dat wij die Vlaamse identiteit ook ondersteunen vanuit de Vlaamse overheid, spreekt voor zich.
Draagt het concrete programma al dan niet bij aan de Vlaamse identiteit? Het is aan iedereen afzonderlijk om dat te beoordelen. Ik heb in de eerste twee afleveringen gezien dat het een genuanceerd beeld is en ik laat mij vertellen dat je in de andere afleveringen niet altijd zo trots zult zijn op die geschiedenis, omdat het namelijk een volledig beeld brengt en ook alle aspecten, positief en negatief, aanhaalt. Draagt dat dan bij aan de Vlaamse identiteit? Het heeft er in elk geval mee te maken. Het gaat over het grondgebied waar wij vandaag wonen. Het gaat over de mensen die wij in de geschiedenis waren. Er is dus een link met de Vlaamse identiteit. Alle verhalen errond, van wie voor en wie tegen is, dat is voor rekening van de mensen die het gedaan hebben.
Ik vind dat de meeste tussenkomsten in deze commissie zeer evenwichtig zijn. Ik ben wel geschrokken van al hetgeen ik heb gelezen in de kranten. In die zin kan ik collega D’Haese bijtreden. Collega Segers, ik vind dat u dit hier op een relatief evenwichtige manier brengt. Maar als ik ‘Symboolpolitiek, gericht op een historische constructie’ lees, dan vraag ik me af waar we in godsnaam mee bezig zijn. (Opmerkingen van Katia Segers)
Dat is de kop van het artikel. Die kiest u niet, maar goed. Als ik ook lees wat collega Goeman allemaal heeft geschreven en gezegd ... Ik zie u een gebaar maken. Terecht, denk ik. Ik begrijp dat zeer goed. Dan denk ik: waar zijn we in godsnaam mee bezig? Ik denk dat de publieke omroep hier heeft getoond wat een kernopdracht is, namelijk goede inhoud brengen op een zeer toegankelijke manier, en ons op die manier ook iets leren over ons verleden. Ik denk dat dat een heel goede zaak is.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik had het in mijn repliek moeten zeggen. Dan had u er eventueel nog op kunnen reageren. Maar beschouw het dan niet als een vraag, maar als een oproep. Wat de kostprijs van dergelijke en andere programma’s van de VRT betreft, wordt er door hen altijd gezegd dat het bedrijfsgevoelige informatie is en dat ze het dus niet publiek kunnen maken en het blijkbaar zelfs niet met de volksvertegenwoordigers kunnen delen. Ik vind dat u daar toch eens bij de VRT op de tafel moet slaan en zeggen dat er wel wat meer transparantie kan en mag en moet zijn, niet alleen naar het publiek, maar zeker naar de volksvertegenwoordiging. Heb dus eens een gesprek met de VRT, want niet alleen als het over deze programma's gaat, maar ook over de fenomenale bedragen die aan schermgezichten worden betaald, aan het WK voetbal en dergelijke meer, krijgen we altijd dezelfde reactie: “Dat is bedrijfsgevoelige informatie die wij niet mogen delen.” Neen, dat is belastinggeld en daar moet zo groot mogelijke transparantie over zijn.
Wat dan ‘Het verhaal van Vlaanderen’ betreft, kan ik misschien eens Tom Waes citeren. Hij zei in een interview: “De geschiedenis uit stoffige boeken rukken en tastbaar maken, daar was het ons om te doen.” En dat is, denk ik, inderdaad een kerntaak van een Vlaamse publieke omroep, om onze geschiedenis op een bevattelijke, laagdrempelige manier bij een breed publiek in primetime op televisie weer te geven. En dan spreek ik mij niet uit over de inhoud van het programma. Ik heb mij niet uitgesproken over de eerste twee afleveringen en ik zal dat ook niet doen over de komende acht, als dat collega D’Haese gerust kan stellen. Ik ben trouwens tevreden met zijn oproep om zich te verzetten tegen karikaturen. Als hij diezelfde lijn wil verderzetten in het komende werkjaar, dan gaat hij wel problemen hebben bij zijn plenaire vragen en bij zijn TikTok-filmpjes. Maar ik steun in elk geval zijn oproep om karikaturen achterwege te laten.
Tot slot wil ik ook Carl Devos citeren, een man die niet verdacht kan worden van veel rechtse, laat staan Vlaams-nationale overtuigingen. Hij tweette na een niet op algemeen enthousiasme onthaald optreden in ‘De Afspraak’ van collega Goeman, die hier helaas bij een parlementair debat uitblinkt in afwezigheid: “De opvallend zwakke kritiek op ‘Het verhaal van Vlaanderen’ mist de ernst en het professionalisme dat het programma wel heeft.” Ik kan mij daar voor één keer alleen maar bij aansluiten.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Dank u wel, minister, ook voor de punctuele antwoorden op mijn vragen. Ik vind het bijzonder opmerkelijk en ook goed dat u hebt gezegd dat coproducties met de RTBF absoluut nog mogelijk zijn. Ik kan alleen maar vaststellen dat het citaat van de heer Uten, creatief directeur bij De Mensen, expliciet is dat het hiervoor wellicht niet mogelijk was geweest. En dan kom je natuurlijk op dat spanningsveld waar we daarnet het hele debat over hebben gehad. Een aantal Vlaams-nationalistische collega's willen dat echt expliciet op hun revers spelden als zijnde hun verdienste. De minister-president verwijst naar het programma van zijn partij, en een programma dat eigenlijk los daarvan tot stand is gekomen, en hoe het ene wordt ingeschakeld in een discours van het andere, en hoe problematisch sommige mensen dat vinden.
Dit is eigenlijk de hele insteek waarmee ik ben gekomen, en ik hoef niemand te citeren: niemand is tegen Vlaanderen, integendeel, maar veel mensen stoot het wel tegen de borst hoe Vlaams-nationalistische krachten soms echt wanhopig dat Vlaamse idee of die Vlaamse identiteit willen kapen door hun versie daarop te willen plakken en dat op voorhand in een bepaald discours te willen steken. Als je dan kijkt naar een aantal andere keuzes die de Vlaamse Regering heeft gemaakt, dan is de kritiek absoluut niet inhoudelijk, maar is het kritiek op een instrumentalisering van dat programma, die begonnen is binnen deze regering zelf en die al die felle reacties heeft uitgelokt. En die is ook het gevolg van budgettaire keuzes die men maakt. Ik hoor u dus graag zeggen dat coproducties met de RTBF absoluut mogelijk zijn. Ik hoor u ook graag oproepen om samen te werken met de NMBS en met Nederland, absoluut.
Beste collega’s, ik heb in het middelbaar heel goed geleerd dat onze geschiedenis bijzonder veel overlapping vertoont met wat er in Spanje allemaal gebeurd is en bepaalde heersers et cetera. Er valt nog wel wat samen te werken met Frankrijk en met Spanje ook. Als het gaat over die samenwerking met de RTBF: gezien de uitspraak van de heer Uten is er dus ook extra ondersteuning nodig om dat mogelijk te maken, want anders krijg je een armlastige VRT, die op heel veel vlakken moet besparen – en dit is niet karikaturaal, collega D’Haese – maar die op bepaalde vlakken wel ter hulp wordt geschoten en op andere niet. En dat is de fundamentele kritiek. Als er programma's zijn die men kan instrumentaliseren, dan is men daar. Maar andere programma's, waar men ideologisch een broertje aan dood heeft? Oeps, neen. Dan gaan we generaliseren en maken we blokken et cetera.
Geloof mij, heel veel Vlamingen zijn echt fier op hun identiteit, maar die passen voor een verhaal waar er wordt geïnstrumentaliseerd om tegen anderen te zijn, om een verhaal te vertellen waarbij men eigenlijk uitsluitend dit gaat beginnen te vertellen, in plaats van inclusief. Die reeks heeft dat ondertussen inhoudelijk al bewezen, dat die identiteit bijzonder veelzijdig is. Wie zijn we? Waar komen we vandaan? Wat is er hier op dit grondgebied, hier bij ons, gebeurd? Dat boeit ontzettend veel mensen. En dat is een kracht waar je veel mee kunt doen, waar je veel mensen mee samen kunt brengen vanuit die diversiteit.
De vraag is waar we naartoe gaan. En ik zie daar een heel duidelijk verschil tussen wat u zegt, minister van Media, wat er gebeurt bij de VRT, en welke ideologische keuzes deze Vlaamse Regering maakt. En die kritiek zullen wij met Groen altijd blijven geven, want meer diversiteit en erkenning van veelgelaagdheid, dat is onze bekommernis. Daar moeten we naartoe gaan, en dat respecteren. Ik zie in ieder geval dat ik daar bij u een medestander in heb. Ik ben daar niet van overtuigd bij de rest van de Vlaamse Regering. En de cijfers en de budgetten op dit moment nopen wel tot enige bezorgdheid.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.