Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Aerts heeft het woord.
Flanders Investment & Trade (FIT) organiseert in oktober 2022 in samenwerking met het Agence wallonne à l’Exportation et aux Investissements étrangers (AWEX) en hub.brussels een groepszakenreis naar Egypte met de focus op infrastructuur, logistiek, transport en energie.
Volgens FIT – dat staat zo op hun website en in hun brochure – heeft Egypte verschillende economische troeven: een grote en diverse economie, een aanzienlijke rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen en een grote arbeidsmarkt. Bovendien wordt op het vlak van energie verwacht dat Egypte een belangrijke bijdrage zal kunnen leveren op het vlak van meer hernieuwbare energie.
Tegelijkertijd heeft Egypte natuurlijk ook een bedenkelijke faam wanneer het over mensenrechten gaat. Sinds 2013 verandert het Egyptische regime steeds meer in een totalitair regime, waarin het veiligheidsapparaat carte blanche krijgt en ongestraft en steeds meer de mensenrechten met de voeten treedt. Gedwongen verdwijningen, folteringen en onmenselijke behandeling van gevangenen komen er steeds meer voor. Ook het eerlijke verloop van rechtszaken, de democratische controle en de vrijheid van media worden sterk onder druk gezet. Wie het in Egypte opneemt voor de mensenrechten riskeert onder meer te worden opgepakt, gefolterd en in afzondering te worden opgesloten. Mensen worden alleszins zwaar onder druk gezet. Het doel is duidelijk om op die manier de Egyptische mensenrechtenbeweging te elimineren.
In een recent rapport maakt 11.11.11 een heel aantal aanbevelingen samen met een aantal lokale ngo’s die specifiek op dat domein aan het werken zijn, zoals Cairo Institute for Human Rights Studies, de International Federation for Human Rights (FIDH) en EuroMed Rights. Die aanbevelingen zijn bijvoorbeeld: stel de mensenrechten steeds centraal in de betrekkingen met Egypte op bilateraal, Europees en multilateraal niveau; gebruik alle mogelijke drukkingsmiddelen, via diplomatieke en economische samenwerking, om de vrijlating van politieke gevangenen en de verbetering van de mensenrechtensituatie in Egypte te krijgen; wees heel voorzichtig met publieke en particuliere medeplichtigheid aan mensenrechtenschendingen in Egypte, vermijd dat door onder meer geen vergunningen meer af te geven voor de uitvoer van wapens en door elk handels- en samenwerkingsinitiatief met Egypte met de grootste omzichtigheid te benaderen, wegens al het voorgaande en de penibele situatie rond de mensenrechten.
Minister-president, hoe staat u tegenover de aanbevelingen van deze ngo’s? Werd bij de keuze voor Egypte als bestemming voor de groepszakenreis de mensenrechtensituatie mee afgewogen? Op welke manier zal FIT tijdens de voorbereidingen van deze reis specifieke aandacht hebben voor de precaire situatie op het vlak van mensenrechten in Egypte?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Aerts, ik besteed in zowat al onze bilaterale betrekkingen aandacht aan het respect voor mensenrechten. In het concrete geval van Egypte, drong ik al aan op de vrijlating van politieke gevangenen zoals de heer Santawy, wiens lot al in deze commissie aan bod kwam. Ook bieden we financiële ondersteuning aan de Egyptische organisatie Bedayaa die vrouwenrechten bevordert. In 2021 legden we 33.000 euro vast voor deze organisatie. Voor wat betreft exportvergunningen verzeker ik u dat alle aanvragen zullen worden getoetst aan de criteria die weergegeven zijn in het Wapenhandeldecreet. Daar vallen ook mensenrechten onder.
Uw tweede en derde vraag beantwoord ik gezamenlijk. Bij de bestemmingskeuze voor groepszakenreizen wordt de lokale mensenrechtensituatie altijd mee in overweging genomen. Zoals u weet, zijn er verschillende manieren waarop FIT in dezen zijn verantwoordelijkheid opneemt ten opzichte van onze bedrijven.
Zo sensibiliseert men Vlaamse ondernemers rond internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en rond mensenrechten, specifiek inzake de Guiding Principles on Business and Human Rights van de Verenigde Naties. Bovendien voorziet FIT ook bijkomende opleidingen voor zijn personeel rond duurzaamheid en deze VN-leidraad. Daarnaast sensibiliseert FIT via webinars, nieuwsbrieven, informatie op de webstek, alsook tijdens handelsmissies.
In onze commissievergadering van 14 juni haalde ik ook aan dat FIT en MVO Vlaanderen over een zogenaamde Sustatool beschikken. Deze tool biedt ondernemingen de mogelijkheid om diverse duurzaamheidsaspecten op systematische wijze in de dagelijkse werking te implementeren en te monitoren.
Verder engageert FIT zich ertoe de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen blijvend onder de aandacht te brengen van onze bedrijven.
In mei 2018 publiceerde FIT het werkboek ‘Verduurzamen van internationaal ondernemen’ waarin onder meer de vertaalslag wordt gemaakt van de Sustainable Development Goals (SDG’s) naar het bedrijfsleven. Een geactualiseerde versie hiervan is voorzien voor het voorjaar van 2023. In tussentijd zal FIT dit thema onder de aandacht blijven brengen.
Tijdens de voorbereidingen van de groepszakenreis naar Egypte zal FIT elke deelnemer persoonlijk informeren over de lokale context en valkuilen, specifiek voor de eigen sector en producten.
Ook de ondersteuning door het FIT-kantoor ter plaatse is een meerwaarde, omdat aldus betrouwbare lokale partners voor onze Vlaamse bedrijven geïdentificeerd kunnen worden.
Bij meetings met overheidsinstanties, georganiseerd voor de deelnemers aan de groepszakenreis Egypte, zal FIT ten slotte proberen steeds aanwezig te zijn.
U weet hoe ik sta tegenover handeldrijven en mensenrechten. Ik denk dat je in landen waar je handel mee drijft een platform creëert om ook over meer gevoelige thema's te praten. Als je dat platform om te praten niet hebt, dan kun je ook die gevoelige thema's niet aanhalen. In die zin, met heel de omkadering die ik nu heb meegegeven, denk ik dat het een goede zaak is dat FIT die handelsmissie doet.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw antwoord. U hebt inderdaad al eerder geantwoord dat FIT in het algemeen inzet op goede toelichtingen rond de mensenrechtensituatie, maar ik vroeg dit specifiek omdat ik er in de communicatie online van FIT op dit moment nog niets over terugvond en het nu nog louter over het economische ging. Als u zegt, en dan geloof ik u uiteraard, dat FIT de lokale context steeds bespreekt met elk Vlaams bedrijf dat zou willen investeren, dan denk ik dat dat een zeer belangrijke stap is. De controle van de Egyptische overheid is immers bijzonder sterk, ook op welke informatie er mag worden verspreid. Zelfs VN-rapporten raken soms maar moeilijk buiten door die absolute controle van de Egyptische staat op cijfers.
Ik heb nog een vraag of suggestie die misschien kan worden overwogen, namelijk om tijdens de reis zelf ook een meeting in te plannen met lokale ngo’s, zodat iedereen het globale zicht van mensen ter plaatse krijgt op hoe het zit met de situatie daar.
Ik had ook nog een vraag over de communicatie over deze zakenreis. De Egyptische overheid zou dit natuurlijk zeer goed kunnen aangrijpen om haar eigen beleid in de verf te zetten en het Egyptische bestuur te promoten. Het lijkt me daarom belangrijk dat FIT proactief alle communicatie over deze zakenreis zelf doet, zodat er voldoende nodige nuances kunnen worden aangebracht en waar mogelijk kritische noten kunnen worden meegegeven. Houdt FIT die communicatie, over dergelijke reizen of in dit specifieke geval, helemaal in eigen handen?
De heer Muyters heeft het woord.
Ik wil een paar punten naar voren brengen. Collega Aerts, aansluitend op het laatste wat de minister-president zei, en zoals u ook naar voren bracht, in de 11.11.11-boodschap vraagt men om alle mogelijke drukkingsmiddelen in te zetten via diplomatieke en economische samenwerking. Men moet dus al gaan samenwerken om druk uit te oefenen. Dat staat daar eigenlijk mee in. Ik sta er dus ook achter dat we contact zouden houden met die landen. Laten we daar handel mee drijven en ervoor zorgen dat we via die samenwerking druk uitoefenen en meer de mensenrechten naar voren kunnen brengen.
Ik wil er ook op wijzen dat, tenzij ik mij vergis, dit een missie is die samen met het AWEX en hub.brussels wordt georganiseerd. Ik heb ook altijd ervaren dat de raad van bestuur en de gedelegeerd bestuurder van FIT altijd binnen het door de Vlaamse Regering geschetste kader en ook altijd zeer ethisch en zeer correct hebben gewerkt. De minister-president had het over de Sustatool. Het lijkt me zeer belangrijk dat bedrijven ook goed kunnen inschatten wat een en ander betekent voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Eerlijk gezegd, ik denk dat geen enkel bedrijf in Vlaanderen het zich kan veroorloven om met iemand samen te werken als achteraf blijkt dat men de mensenrechten schendt. Dat zou reputatieverlies met zich meebrengen. Voor dat bedrijf zou dat niet alleen die samenwerking op de helling zetten, maar zelfs heel de eigen werking. Ik denk dus dat FIT, zoals het nu bezig is, op een correcte wijze werkt. Ik hoop dat, zoals dat in het verleden al vaak is geweest, de contacten die bij de missie naar Egypte zullen worden gelegd, mee bevorderlijk zullen zijn voor de stabiliteit van het land, maar soms ook de ogen zullen openen van mensen, vaak jonge mensen, zodat de fundamentele rechten en waarden die wij in ons systeem kennen, daar mee ingang kunnen vinden. Minister-president, collega, ik hoop dus dat deze missie, net zoals we dat in het verleden vaak hebben gezien, ook weer een positief effect kan hebben op wat vandaag in Egypte gebeurt.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Om op twee concrete vragen van de heer Aerts te antwoorden: de communicatie verloopt sowieso via FIT. Dat is eigen aan zulke missies. Dat blijft sowieso in eigen handen.
Wat die lokale ngo’s betreft: het is een handelsmissie. Het is de bedoeling om bedrijven in contact te brengen. Ik heb voldoende vertrouwen dat die briefings, waar FIT toch wel vermaard voor is, correct zullen gebeuren. Ik zie er eerlijk gezegd de noodzaak niet van in om lokale ngo’s ook nog in te bouwen in die missie.
De heer Aerts heeft het woord.
Dank u, collega, voor de aanvulling. Als u mijn vraag goed beluisterd hebt, dan denk ik ook niet dat ik die reis in vraag heb gesteld. Het was een bezorgdheid, net omdat er zoveel desinformatie verspreid wordt, en dat het inderdaad – voor de situatie ter plaatse, voor de mensen die daar leven – belangrijk is dat de Vlaamse bedrijven daar niet aan gaan bijdragen.
Maar Vlaamse bedrijven moeten een heel duidelijke foto hebben van de mogelijke situaties waarin ze terechtkomen. En dan ben ik zeer ongerust als er gegevens verspreid worden vanuit de Egyptische overheid, die zeer zeer eenzijdig zijn. Maar ik was ook ongerust omdat de FIT-communicatie over deze reis tot hier toe heel eng en eenzijdig economisch gericht was. Maar als de minister-president – zoals u daarnet gezegd hebt – er mee over zal waken dat al die bedrijven goed geïnformeerd worden – het zal uiteraard de FIT zijn die de briefings doet – dan is dat afgedekt en vind ik dat prima.
Maar ik zou toch nog willen aandringen om die ngo’s ook aan het woord te laten. Ik denk dat een verhaal vanuit de dagelijkse ervaringen van mensen soms meer de ogen opent dan een briefing van iemand die daar professioneel mee bezig is. Ik denk dat die combinatie het extra sterk zou maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.