Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
De Vlaamse Regering heeft in september 2020 een Vlaams relanceplan met 180 projecten opgesteld, waarmee het de gevolgen van de COVID-19-pandemie wil opvangen en een veerkrachtiger Vlaanderen wil uitbouwen. Daarvan maken 55 projecten ook deel uit van het nationaal relanceplan, waarvoor Vlaanderen Europese middelen krijgt. Het Rekenhof heeft in maart 2022 aan het Vlaams Parlement twee rapporten bezorgd: enerzijds heeft het in een auditrapport de visie, de opmaak, de doelstellingen en de opvolging van het plan geëvalueerd, anderzijds heeft het op verzoek van het Vlaams Parlement een evaluatierapport gemaakt van de voortgangsrapportage waarin de Vlaamse Regering over de stand van zaken van alle projecten communiceert. Deze documenten werden in maart besproken in de Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie.
Tijdens de bespreking en de evaluatie werden uiteraard niet alle 180 projecten besproken, maar er werd alleen op de grote lijnen ingegaan. Een van de opmerkingen over de projecten vind ik wel de moeite om in deze commissie te behandelen. Voor het relanceproject ‘Assetmanagement – aanpakken cat. 4-kunstbouwwerken in slechte staat’ krijgen zowel de ‘omschrijving indicator’ als de ‘streefwaarde en timing’ telkens een rode button. Rood betekent dat de informatie in de voortgangsrapportage voor de betrokken rubriek niet in orde is.
In de bijlage lezen we dat de mijlpalen te vaag omschreven zijn. Begrippen als ‘herbouw van’ of ‘renovatie van’ duiden onvoldoende wat bedoeld wordt: studie, start werken, einde werken? Als het einde van de werken bedoeld wordt, dan ontbreken tussenliggende mijlpalen. En zo staat verder: “Drie mijlpalen hebben als datum 2021 Q4 en een vermelding op schema. Aangezien die datum voorbij is, kan de status enkel niet gerealiseerd, gerealiseerd of vertraging zijn.”
Het Rekenhof suggereert als oplossing: “Eventueel kunnen indicatoren, zoals het aantal gegunde projecten of het aantal gestarte projecten, gebruikt worden. Maar de opvolging van deze stappen per project aan de hand van mijlpalen is meer aangewezen.”
Minister, kunt u zich vinden in de opmerkingen van het Rekenhof? Op welke manier zult u de evaluatie van de kunstbouwwerken bijstellen? Zit de aanpak van de bouwwerken volgens u op schema?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank voor de vragen, mevrouw Fournier. Het Rekenhof heeft inderdaad twee rapporten opgesteld: een auditrapport en een evaluatierapport rond de voortgangsrapportage van het relanceplan. Het Rekenhof heeft zich hierbij gefocust op de rapportage van de Vlaamse Veerkracht zelf, maar niet op datgene wat voor ons binnen het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) van groot belang is: de link met het geïntegreerd investeringsprogramma (GIP). In dat GIP wordt natuurlijk ook gerapporteerd over de investeringen van het hele beleidsdomein, inclusief de relanceprojecten. We hebben kennisgenomen van de opmerkingen van het Rekenhof. We willen daar dan ook de nuance in duidelijk maken dat dat eigenlijk toch belangrijk is om mee te geven.
Dus als het eerst gaat over mijlpalen die te vaag omschreven zijn of over tussenliggende mijlpalen die ontbreken, specifiek rond het assetmanagement: het assetmanagement dat wij uitgerold hebben, heeft betrekking op een hele waaier aan infrastructuurprojecten om de kunstwerken die in slechte staat zijn, categorie 4 en 5, te herstellen of te verbeteren. Dat zit niet alleen in het kader van het relanceplan, maar dat zit in dat hele GIP volledig verwerkt. Maar een deel van de relancemiddelen wordt ook gebruikt om een aantal kunstwerken in slechtste staat versneld te kunnen verbeteren. Wat dat betreft, zitten misschien in de audit of in de relanceplanrapportage niet de hele details van de vooruitgang, maar je gaat dat wel in detail zien in ons GIP. De rapporteringswijze en de timing die centraal voor het hele relanceplan opgesteld wordt, leent zich dus minder tot het opstellen van heel gedetailleerde tussenliggende mijlpalen per project. Vaak gaat het ook over heel technische begrippen. Daarvoor is er te weinig marge in het rapporteringsforum van het relanceplan.
Wat betreft de opmerking over de onduidelijkheid over de onderliggende initiatieven, als het gaat over herbouw, renovatie, studie, enzovoort: mijn administratie krijgt bij elke rapporteringsronde feedback vanuit het relancecomité of van het Rekenhof zelf. Zij neemt die opmerkingen dan ook altijd ter harte. Bij de nieuwste rapporteringsronde, status 1 juni, zullen telkens de titels via onderliggende initiatieven verder verduidelijkt worden, zodat dat naar alle instanties nog wat meer gekaderd kan worden.
Met betrekking tot de invulling van het begrip timing kan ik meegeven dat de in het rapport opgenomen timing steeds slaat op het opleveren van de werken, tenzij er expliciet sprake is van een studie, dan betreft het de oplevering van de studieresultaten. Ook in de statusupdate die zeer binnenkort zal volgen in het recentste rapport, kun je de hele progressie heel nauw opvolgen. Wat dat betreft, komen we daar zeker tegemoet aan alle opmerkingen.
Uw tweede vraag was: in welke mate gaan we de evaluatie van de kunstbouwwerken bijstellen? We werken volop aan de optimalisatie van de rapportering. Ook de toekomstige instructies van de collega’s binnen het relancecomité en het Rekenhof zullen allemaal ter harte worden genomen, zodat we de progressie in de besteding en resultaten van de relancemiddelen nog meer naar buiten kunnen brengen.
Rond onze aanpak zitten we op schema. Wat betreft de kunstwerken in dit relanceprogramma kan ik alvast meegeven dat een initiatief werd stopgezet, maar meteen ook werd vervangen door een ander prioritair kunstwerk. Als we zien dat het niet vlot genoeg vooruit gaat met welbepaalde items, dan schakelen we onmiddellijk. Soms kan het door vergunningen of onteigeningen niet vlot genoeg verlopen en dan vervangen we dat onmiddellijk. Het merendeel van de plannen die zijn gealloceerd aan de relancemiddelen verlopen echter volgens de planning.
Wat natuurlijk ook nog wel een aandachtspunt is, is de sterke stijging van de bouwprijzen. Dat zullen we goed moeten opvolgen. Het speelt natuurlijk bij alles en iedereen, ook bij de lokale besturen, maar het speelt een infrastructuurdepartement als het Departement Mobiliteit en Openbare Werken – met ruim 2 miljard euro aan investeringen – natuurlijk heel veel parten. Wat dat betreft moeten we heel goed opvolgen hoe we het relancebudget zo snel mogelijk kunnen aanwenden voor de keuzes die we hebben gemaakt, maar dan ook rekening houdend met de evolutie van de prijzen. Kortom, het is zaak om dat heel goed te blijven opvolgen.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Dat was eigenlijk mijn bijkomende vraag: hoe gaat u om met de evolutie van de bouwprijzen? We hebben die vraag ook enkele weken geleden gesteld in de commissie, toen het ging over de begrotingsaanpassing. Collega Karin Brouwers heeft die vraag gesteld. U zei toen dat het momenteel geen impact had op de begrotingswijziging, maar dat het wel volledig zal worden meegenomen naar de begrotingsbespreking. Ik ga er dus van uit dat dat een heel grote meerkost zal zijn en ik stel me de vraag hoe het allemaal zal worden bekostigd. Als jullie te lang wachten, zal er dan opeens een heel groot bedrag bij komen? We zullen het hier nu niet bediscussiëren, maar ik denk dat het wel voor extra kosten zal zorgen – niet alleen in onze commissie, maar ook in andere commissies – en dat het geen evidentie zal zijn om de begroting te kunnen maken. Maar dat is ook het probleem van uw collega.
Minister Peeters heeft het woord.
Dat laatste klopt zeker en moeten we heel nauw opvolgen, maar zoals ik al zei over alles wat met investeringen te maken heeft: we hebben jaar na jaar een investeringsbudget van ongeveer 2 miljard euro. We hebben al een studie laten maken en daaruit blijkt dat we eigenlijk al met een enorme impact zitten van de inflatie. We kunnen een euro natuurlijk maar één keer uitgeven. Als de prijzen zo exponentieel stijgen, betekent dat dat we een heel aantal elementen zouden moeten schrappen als we met hetzelfde bedrag blijven zitten. We moeten inderdaad kijken hoe we daarmee omgaan, want al die werken zijn wel absoluut noodzakelijk. We hebben een enorme onderhoudsachterstand op tal van vlakken. U vroeg in deze vraag naar de kunstwerken, en ook al onze assets, de bruggen, de tunnels en noem maar op, moeten we alle aandacht blijven geven.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik hoop inderdaad dat er niet te veel werken geschrapt zullen moeten worden en we dat toch heel nauw bekijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.