Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Warnez heeft het woord.
In het regeerakkoord hebben we uitdrukkelijk gekozen voor een start-ups- en kmo-vriendelijk beleid in het kader van de aanbestedingsprocedures van de Vlaamse overheid. Er werden ook al heel wat initiatieven genomen om kmo’s meer kansen te geven om overheidsopdrachten binnen te halen. Een jaar geleden, minister, hebt u aangekondigd dat u, vanuit het relancebeleid, de kansen voor kmo’s verder wilde laten groeien bij het toewijzen van overheidsopdrachten door lokale besturen.
De wet inzake overheidsopdrachten belemmert de lokale besturen soms wel wat om samen te werken met lokale partners, en eigenlijk willen die steden en gemeenten dat wel. U gaf aan dat onze lokale besturen enkele initiatieven kunnen nemen om de kansen van kmo’s te vergroten.
Ook ondernemersorganisatie UNIZO wijst regelmatig op het probleem en bundelt die adviezen in een reeks, die heet dan ‘Aandachtspunten voor het beleid’. De cijfers daarin zijn wel frappant en tonen aan dat de bezorgdheid heel terecht is. Op basis van Europese cijfers nemen kmo’s uit ons land bijvoorbeeld beduidend minder deel dan in de rest van de EU-landen. Het deelnamepercentage van kmo’s aan overheidsopdrachten is in 2020 zelfs met 4 procent gedaald ten opzichte van 2019, naar 54 procent. Met een gunningspercentage van 30 procent is België de slechtste leerling van de klas. Ook hier is er een daling van 4 procent ten opzichte van 2019.
Meten is weten. UNIZO klaagt daarom het gebrek aan duidelijke cijfers op dit domein aan en vraagt om monitoring te voorzien, en om die monitoring ook op te delen. Er moet volgens hen aandacht zijn voor de zelfstandigen en micro-ondernemingen, tot maximaal tien werknemers. Er is immers een onderscheid tussen ondernemingen met tien werknemers en met vijftig werknemers.
Minister, u kondigde daarom in juni 2021, exact een jaar geleden dus, vijf concrete acties aan.
U gaf ten eerste aan dat overheidsopdrachten kunnen worden opgedeeld, zodat lokale kmo’s gemakkelijker met elkaar in contact kunnen worden gebracht om samen te werken en zo toch de overheidsopdracht binnen te halen.
Een tweede mogelijkheid was om het element ‘prijs’ minder te laten doorwegen bij de toewijzing en het luik ‘dienstverlening’ wat sterker in de markt te zetten.
Ten derde, minister, wees u ook op de nood aan communicatie en sensibilisering. Kleinere bedrijven hebben het soms moeilijker om te weten of er een openbare aanbesteding is. Lokale besturen kunnen die bedrijven bijvoorbeeld zelf gaan aanschrijven om mee te dingen naar een aanbesteding. Ze kunnen hen eventueel ook begeleiden, ondersteunen of zelfs feedback geven als ze een aanbesteding niet hebben binnengehaald.
Ten vierde is er het feit dat minder belang moet worden gehecht aan referenties als een voordeel. Start-ups hebben die immers heel vaak niet.
Tot slot vraagt u ook om de betalingstermijnen waar mogelijk te verkorten.
Aangezien we een jaar verder zijn, heb ik de volgende vragen, minister.
Welke stappen hebt u gezet om bij de toewijzing van overheidsopdrachten te komen tot een kmo-vriendelijk beleid bij onze lokale besturen?
Plant u nieuwe initiatieven om onze lokale ondernemingen via overheidsopdrachten vanuit de lokale besturen te ondersteunen? Wat is hierbij de timing?
Hebt u zicht op de resultaten en effecten van uw huidig beleid?
Wordt er, zoals UNIZO vraagt, meer gemonitord? Hoe draagt Vlaanderen bij tot die monitoring?
Acht u een evaluatie van het lokaal toewijzingsbeleid bij overheidsopdrachten niet aangewezen, gezien u de slechte cijfers uit Europees onderzoek nodig hebt om de noodzakelijke lessen te kunnen trekken?
Ziet u nood aan een stimulerendere aanpak? Het federale niveau werkt met een charter, namelijk ‘Toegang van kmo’s tot overheidsopdrachten’, dat zorgt voor een groter bewustzijn bij lokale besturen. Ziet u daar nog kansen voor Vlaanderen?
Tot slot, werkt u aan good practices die besturen kunnen inspireren? Denk maar aan initiatieven zoals de registratiemogelijkheid als Stadsleverancier in Gent en andere initiatieven die versterkend kunnen werken.
Minister Somers heeft het woord.
We hebben dat thema al een keer behandeld. Ik wil in de eerste plaats verwijzen naar mijn antwoord op een eerdere vraag om uitleg van 15 september 2021 van collega Van den Heuvel. U zult zich dat nog herinneren. In dat antwoord heb ik onder meer verwezen naar mijn voornemen om goede praktijken, voorbeelden en tips voor lokale besturen op een nieuwe webpagina van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) te bundelen om op die manier de participatie van kmo’s bij lokale aanbestedingen te doen toenemen. Die webpagina staat al geruime tijd online. Vandaag vindt u er onder meer initiatieven terug van de stad Gent, namelijk Stadsleverancier waar u naar verwezen hebt, en van Sint-Niklaas, namelijk Zaken doen met de stad. Mochten er bepaalde goede praktijken op die website ontbreken, laat ik die graag toevoegen.
Op korte termijn plan ik geen grootse nieuwe initiatieven. De reden daarvoor is eenvoudig: verschillende partnerorganisaties hebben al initiatieven uitgewerkt. Een initiatief heeft bijvoorbeeld betrekking op de ‘Regionale overlegtafels lokale economie’, waarbij UNIZO en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) systematisch in dialoog gaan met de lokale ambtenaren voor economie. Daar is de nood aan een meer kmo-gericht lokaal economisch beleid hoger op de agenda gezet en vindt er daarover kennisuitwisseling plaats. De VVSG haalt het thema ook regelmatig aan in haar communicatiekanalen, zoals in het tijdschrift Lokaal.
Een tweede initiatief is dat ook UNIZO voor haar doelgroep een webpagina heeft uitgewerkt, specifiek over overheidsopdrachten en de verschillende mogelijkheden bij lokale, regionale, federale en Europese aanbestedingen.
Ten derde zijn er recentelijk ook nieuwe platformen gelanceerd waarop kmo’s en lokale besturen elkaar kunnen vinden. In de provincie Oost-Vlaanderen is er het platform Regioleverancier. In de provincie is er een soortgelijk platform onder de naam Aanbestedingen in Limburg. Dat zijn twee voorbeelden waarbij UNIZO eveneens van dichtbij betrokken is.
Ook de Vlaamse overheid zit niet stil. Concreet heeft het agentschap Facilitair Bedrijf, samen met de Confederatie Bouw, UNIZO en Agoria, vijf events opgezet die zowel gericht zijn naar aanbesteders als naar kmo’s. Daarbij komen goede praktijken en getuigenissen van kmo’s en grote aanbesteders, beleidsinitiatieven en juridische tips aan bod. Dat initiatief valt onder de bevoegdheid van de minister-president.
Het federale charter waarnaar u verwees, is mij eveneens gekend. Het wordt ook vermeld op de kmo-webpagina van ABB.
De participatie door kmo’s wordt voor de Vlaamse administratie gemonitord met de applicatie eDelta. De Vlaamse overheidsentiteiten registreren daarin alle opdrachten vanaf 30.000 euro. De uitbouw van die applicatie is de bevoegdheid van de minister-president.
EDelta heeft echter niet de opdrachten van de lokale besturen in scope. Voor cijfermateriaal daarover moet worden gewacht op de nieuwe e-procurementapplicatie die de federale overheid aan het ontwikkelen is. Die nieuwe applicatie zal in de toekomst een betere rapportering toelaten, ook voor de publiek gemaakte aanbestedingen van de lokale besturen. Ze zal naar verwachting in het eerste kwartaal van 2023 operationeel zijn.
Als minister bevoegd voor het binnenlands bestuur zie ik mijn rol, rekening houdend ook met het belangrijke principe van de lokale autonomie, als bewustmakend en informerend. Daarnaast kan ik vanuit mijn opdracht als toezichthoudende overheid direct optreden bij lokale aanbestedingen, indien de regelgeving en het algemeen belang zouden worden geschonden. Maar ik denk niet dat u daarop doelt met uw vraag. Ik ben van mening dat de kern van de uitdaging duidelijk is en het er vooral op de beide kanten aankomt om ten aanzien van zowel de lokale besturen als de kmo’s verder in te zetten op informeren, begeleiden en goede praktijken delen. Ik merk dat overheden over alle niveaus heen alsook de belangenbehartigers van de kmo’s zelf, daartoe actie ondernemen. Daar kunnen we alleen maar positief over zijn. Indien er – ondanks de vele maatregelen – geen vooruitgang zou worden geboekt, dan ben ik uiteraard altijd bereid om daarop terug te komen en daaraan verder te werken.
De heer Warnez heeft het woord.
Ik dank u voor uw uitgebreide antwoord, minister. Het is belangrijk dat we de lokale besturen altijd blijven ondersteunen om die lokale kmo’s te betrekken in de overheidsopdrachten want anders zullen we hen verliezen.
Ik heb geen vragen meer. We volgen dat graag verder op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.