Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, u weet dat ik al vaker op het Noodkoopfonds ben teruggekomen. Dat Noodkoopfonds werd in 2019 opgericht om noodkopers financieel te ondersteunen bij de renovatie van hun woning. Noodkopers zijn mensen die te weinig middelen hebben om te huren en dan een zeer, zeer slechte woning aankopen omdat de leninglast lager ligt dan de huur. Het Noodkoopfonds is cruciaal om de woonkwaliteit, de veiligheid en het energieverbruik van deze specifieke groep wooneigenaars te verbeteren. Dat heeft wel wat kansen om mensen daarbij op een goede manier te helpen.
Ondertussen vonden in 2020 en 2021 de eerste projectoproepen plaats. Er blijkt dat in de eerste oproep slechts 18 projecten intekenden en in de tweede projectoproep slechts 4. In totaal gaat het om 433 noodkoopwoningen. Dat is een eerste start, maar tegelijkertijd ook veel te weinig om de 122.000 noodkoopwoningen in Vlaanderen te kunnen aanpakken. Bovendien ligt het aantal effectief opgenomen noodkoopleningen vandaag ook nog zeer laag. Begin 2021 bleek uit een schriftelijke vraag van collega Bothuyne dat er slechts 4 noodkoopleningen opgenomen waren. Ik hoor vanuit het werkveld dat dit nog wel zal aantrekken en dat het gewoon een langer proces is, maar het geeft toch aan dat het een moeizame start is.
U had er al eerder naar verwezen, toen ik het daarover had, dat u een bevraging gelanceerd had van de OCMW’s in samenwerking met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) om de resterende drempels en de verbetervoorstellen te verzamelen. Ik heb begrepen dat die bevraging afgerond is en daarom heb ik een aantal vragen voor u, minister.
Hoe evalueert u de respons op deze enquête?
Blijkt het Noodkoopfonds voldoende gekend door de OCMW's en de armoedeorganisaties?
Wat zijn de voornaamste drempels bij het intekenen op een oproep voor het Noodkoopfonds?
Wat zijn uw conclusies uit deze bevraging?
Welke aanpassingen zult u tegen de volgende oproep nog kunnen doorvoeren?
Kunnen er met terugwerkende kracht misschien nog aanpassingen worden uitgevoerd voor de projecten uit de eerste en de tweede oproep? Welke zijn dat dan?
Minister Demir heeft het woord.
Er werden 442 personen en organisaties gecontacteerd via mail, waarvan 127 personen van OCMW’s, energiehuizen en armoedeverenigingen de bevraging invulden. De responsgraad ligt dus ongeveer op 30 procent, wat niet slecht is voor een dergelijk online onderzoek.
63 procent van de respondenten kende het Noodkoopfonds wel, maar 36 procent kent het slechts vaag of helemaal niet. Als we specifiek naar de OCMW’s kijken, geeft de meerderheid aan het Noodkoopfonds slechts vaag of niet te kennen. Hier liggen dus nog wel winsten, denk ik.
Door de OCMW’s en energiehuizen die tot op heden niet intekenden en die aangeven het Noodkoopfonds goed te kennen, werden de volgende redenen als belangrijkste naar voren geschoven: het ontbreken van werkingsmiddelen, de projectorganisatie die een Noodkoopfondsproject vereist, bedenkingen bij het instrument. Hieruit blijkt dat de financiële redenen de belangrijkste rem zijn zodra de drempel van het gebrek aan kennis over het instrument is overwonnen.
De belangrijkste conclusie voor mij is dat het Noodkoopfonds onvoldoende bekend is. Ik heb het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) gevraagd om samen met de VVSG en het Netwerk Klimaat het Noodkoopfonds sterker in de markt te zetten.
Daarnaast komt duidelijk naar voren dat het gebrek aan financiële ondersteuning problematisch is. Dat betekent dat we daar ook aan zullen moeten werken.
Het vinden van de nodige partners en het uitwerken van een globale projectaanpak is ook een pijnpunt gebleken bij de afgelopen twee projectoproepen. Het langer laten openstaan van de call zou hierop een gunstig effect kunnen hebben.
De Vlaamse Regering heeft zich reeds akkoord verklaard met de verhoging van het maximaal bedrag. We hebben dat opgetrokken – dat is ook nodig – van 30.000 euro naar 50.000 euro. Ook de terugbetalingstermijn is van 20 naar 25 jaar opgetrokken. Tevens wordt de definitie van noodkoper aangepast. Dat is ook een belangrijke aanpassing.
Zodra de regelgeving rond is, wordt de projectoproep gelanceerd zodat deze lang genoeg openstaat. We hebben een aantal steden die dat ook zichtbaar op de kaart willen zetten en zich aangeboden hebben om een aantal projecten als pilootproject te doen, onder andere Mechelen. De schepen daar had ons aangesproken om daarrond een project te doen, zodat we het ook kenbaar kunnen maken.
De heer Aerts heeft het woord.
Het is alleszins belangrijk om met die opmerkingen aan de slag te gaan en het is goed dat u dat alvast voor een eerste stuk doet. Waarom is dat belangrijk? Ik ben net in Mechelen samen met SAAMO – het was niet via de schepen, maar via SAAMO – op bezoek geweest bij Wendy, die in zo'n noodkoopwoning woont. Ik had zelf al een idee gevormd van hoe zo'n woning eruit zou zien, maar het overtrof de verwachtingen in negatieve zin. Dat gaat niet over isolatie van een raam, maar over het plaatsen van een achterdeur. Dat gaat over ongedierte dat in huis rondloopt. Het gaat over veel meer dan energie alleen. Het zijn heel schrijnende situaties. Het gaat over het conform krijgen van de woning, om die leefbaar maken, zelfs niet aangenaam leefbaar maken.
Ik hoop dat het voldoende is om die 30.000 naar 50.000 op te trekken, zeker met de prijsstijgingen. Ik hoop dat we daarop kunnen blijven inzetten, maar er is echt nog heel veel werk. Ik begrijp bijzonder goed dat er zeer veel ondersteuning naartoe gaat en dat dit heel veel ondersteuning vraagt. U zegt dat de werkingsmiddelen ontbreken en dat we daaraan iets moeten doen. Is dat ook iets dat in de pijplijn zit voor die derde oproep om de energiehuizen, de OCMW's meer financieel te ondersteunen?
Sinds het stellen van de vraag, heb ik ook het rapport kunnen inkijken over de enquête zelf. Daaruit bleek heel duidelijk dat de OCMW's zichzelf niet altijd het beste geplaatst vinden om die projecten te trekken, terwijl de energiehuizen aangeven dat ze die projecten heel graag zouden willen trekken. Is er een mogelijkheid om daar de switch te maken?
Tijdens een van de bezoeken heb ik vernomen dat het systeem dat nu naar voren wordt geschoven, namelijk een …(onverstaanbaar)… lening, er eigenlijk voor zorgt dat de mensen die het financieel echt moeilijk hebben, de onderste groep van de noodkopers, uit de boot vallen. Daar zou het systeem van subsidieretentie, zoals in ‘Gent knapt op’, beter werken. Overweegt u om het op die manier aan te passen?
De heer Gryffroy heeft het woord.
We moeten ook een beetje opletten. Wat het onderwerp ook is, ik kan ook bezoeken brengen aan woningen of bedrijven en daar het slechtste naar boven halen en dit dan beschouwen als de norm, wat niet zo is. De boodschap van de minister is dat zij inspanningen doet, maar dat er tot nu toe weinig aanvragen zijn geweest om dit in te vullen. De budgetten zijn niet opgebruikt.
U had een verhaal van de achterdeur die kapot is waardoor er ongedierte binnenkomt enzovoort. Je moet dan kijken in welk systeem dit past. Past dit in investeringen die gebeuren op het vlak van energie? Is dat comfort? Oké, die twee worden nu wel aan elkaar gekoppeld via Mijn VerbouwLening, maar we moeten er wel voor opletten dat we hier geen schrijnende verhalen brengen die misschien thuishoren in een andere commissie.
Wat ik hier vooral heb gehoord, is dat de budgetten er zijn en door de OCMW's te weinig worden gebruikt. Ik zou hierbij de OCMW's willen oproepen om dit systeem te gebruiken.
Wat u zegt over Gent is volgens mij niets anders dan het klassieke systeem van noodkoopwoningen, het Noodkoopfonds. Dan zal nog altijd het probleem bestaan dat je de onderste laag niet kunt bereiken. Dan mogen ze misschien naar een sociale woning en dan moet je misschien bij een andere minister terechtkomen.
Minister Demir heeft het woord.
Voor de werkingsmiddelen is het federale niveau bevoegd. Er is hier inderdaad naar boven gekomen dat ze dat als een tekort ervaren. Er bestaat zoiets als een fonds waarmee OCMW's maatregelen tegen energiearmoede kunnen financieren, maar we zien dat dat vandaag de dag altijd op het curatieve wordt ingezet, terwijl mensen in een noodkoopwoning nood hebben aan een preventieve aanpak. Dat is ook in onze gesprekken met de federale collega's heel duidelijk naar voren gekomen. Sommige federale collega's erkennen dit ook. Er is wel nog wat werk om de focus van dat fonds dat vooral op het curatieve inzet, op het voorschieten van facturen en dergelijke, te verleggen naar een preventieve aanpak, maar het is het federale niveau dat dit moet doen. We proberen daar wel op te duwen.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister, u hebt niet geantwoord op de vraag over de energiehuizen en de OCMW's en of er een andere rolverdeling mogelijk is.
Ik moet dat bekijken. Dat heeft te maken met rechtszekerheid. Voor mij kan heel veel. Budgetten die we hebben voorzien – en we hebben extra budgetten voorzien voor die noodkoopwoningen – moeten gaan naar diegenen die het nodig hebben en onder de definitie vallen. Die budgetten moeten echt wel naar die groep gaan. Wie dat dit het beste kan doen, is voor mij ondergeschikt. Ik wil zeker bekijken of dit juridisch kan. Het is niet dat ik een fetisj heb dat het absoluut die of die moet zijn. Dat is voor mij irrelevant. De middelen moeten gewoon naar die doelgroep gaan.
Dank u wel.
Op federaal niveau is men bezig rond het fonds voor elektriciteit en gas om dat meer in te zetten op de preventieve aanpak, maar dat wordt niet gelabeld aan noodkoopwoningen. Het staat OCMW's vrij om dat te gebruiken. Zo werkt dat fonds. Op dit moment, alhoewel er extra middelen in gaan… De crisis is zo groot dat het fonds wel de bodem bereikt. Om daar te hopen op extra middelen voor specifiek noodkoopwoningen, daar twijfel ik zeer over. Het is misschien een kans, wanneer de focus verlegd wordt van OCMW's naar energiehuizen, om die energiehuizen te stimuleren om met het budget dat nog over is die noodkoopwoningen aan te pakken.
Het klopt dat we OCMW's meer moeten aansporen, maar zij geven in de bevraging wel aan dat ze niet meedoen omdat de last zo hoog ligt, omdat het zo arbeidsintensief is, omdat het een gigantische investering is. Dat geven de OCMW's aan die niet deelnemen, maar ook de OCMW's die wel deelnemen. Meer ondersteuning bieden is belangrijk.
Mijnheer Gryffroy, het was niet mijn bedoeling om alleen horrorverhalen te schetsen, maar ik denk dat noodkoopwoningen zelden relatief goede woningen zijn. Dat zijn altijd zeer slechte woningen. Daarvoor is dit Noodkoopfonds gemaakt. Dat gaat veel breder dan alleen maar dakisolatie. Dat gaat over de nok van het dak die niet sterk genoeg is waardoor het hele huis in gevaar komt. Dat verengen naar alleen maar energie is niet de juiste bril om naar het Noodkoopfonds te kijken.
Er is wel degelijk een verschil tussen het Gentse en het Vlaamse model van dat Noodkoopfonds. In het Gentse model valt niet iedereen uit de boot omdat je pas bij overdracht van de woning het gehele bedrag moet terugbetalen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.