Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de nieuwe campagne rond snelheidsovertredingen
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Minister, op 11 april heeft federaal minister Vincent Van Quickenborne aangekondigd dat tegen de zomer alle snelheidscontroles op snelwegen altijd actief moeten zijn, zonder tolerantiemarges. Momenteel worden er nog tolerantiemarges gehanteerd bij snelheidscontroles, en in Vlaanderen ook quota. Dat betekent dat wanneer een bepaald aantal overtredingen is vastgesteld, de andere niet meer vastgesteld worden.
Sinds oktober liepen er zeven proefprojecten op snelwegen, waarvan twee in Vlaanderen, waarbij de tolerantiemarges en quota werden afgeschaft. Op die twee Vlaamse trajecten betekende dat in de praktijk dat de trajectcontroles permanent in plaats van twee weken per maand actief waren. Dat resulteerde in een verdubbeling van de pakkans. Bij de Waalse proefprojecten werd er zelfs een vervijfvoudiging van de pakkans bij overdreven snelheid gerealiseerd.
Het is belangrijk dat die hoge pakkans zich ook vertaalt in een lagere snelheid, want het is ons niet te doen om de boetes maar om de verkeersveiligheid. De gemiddelde gecorrigeerde snelheid daalde bij deze proefprojecten van 130 naar 120 kilometer per uur. Volgens Vias zou dankzij deze snelheidsafname het risico op dodelijke ongevallen met meer dan 30 procent afnemen.
In de eerste helft van 2021 werden er in het hele Vlaamse Gewest meer dan 1,6 miljoen bestuurders betrapt op te snel rijden, zo meldt de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). Ten opzichte van 2019 is het aantal vaststellingen van overdreven snelheid met meer dan 11 procent gestegen. Iets meer dan een kwart van de bestuurders, 27,4 procent, reed meer dan 10 kilometer per uur boven de toegestane limiet. Minister, u hebt in het antwoord op mijn schriftelijke vraag van 9 december 2021 gezegd dat die stijging het gevolg is van een combinatie van enerzijds sneller rijden – onder meer door corona, in combinatie met een gewijzigd mobiliteitspatroon, wat voor een gedragswijziging zorgde bij sommige weggebruikers – en anderzijds natuurlijk het verhoogde aantal controles.
Uit diezelfde schriftelijke vraag bleek dat er op dat moment 240 van de 405 trajectcontroles en 955 van de 1241 geïnstalleerde flitspalen in dienst van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) effectief in werking waren. Minister, u verklaarde in het antwoord op die vraag ook dat u een voorstander bent van de verplichting van Europa om nieuwe voertuigen vanaf 2022 met een ISA-systeem (Intelligent Speed Assistance) uit te rusten. Dat is een systeem voor intelligente snelheidsondersteuning waardoor mensen zich automatisch aan de opgelegde snelheidsbeperkingen gaan houden.
Minister, hoe staat u tegenover de federale beslissing om tegen de zomer geen tolerantiemarges of quota meer te hanteren op snelwegen?
Bent u er voorstander van om ook op gewestwegen of lokale wegen de tolerantiemarges en quota te schrappen?
Wat is de huidige werkingsgraad van de 405 geïnstalleerde trajectcontroles en 1241 geïnstalleerde flitspalen van AWV? Als er nog bij gekomen zijn, dan vernemen we dat natuurlijk ook graag.
Hebt u zicht op de plaatsen in Vlaanderen waar de meeste snelheidsovertredingen gebeuren? Is dat een criterium waar AWV ook rekening mee houdt bij de inplanting van trajectcontroles en flitspalen?
Hoe wilt u bestuurders van nieuwe wagens overtuigen om ook effectief gebruik te maken van het systeem voor intelligente snelheidsondersteuning?
Er is tot slot een oproep van de federale overheid, via de website ikhebimpact.be, waarbij de overheid onder andere oproept om slechts 100 kilometer per uur te rijden op de autosnelweg, met het oog op een brandstofbesparing van 10 tot 15 procent. Ik heb zelf dat voorstel voor de paasvakantie ook nog naar voren gebracht. U hebt toen gezegd dat u dat zeker niet wilt verplichten, maar u was wel enthousiast over mensen die dat spontaan willen doen. Ik vroeg mij af of u zich ook aansluit bij die federale oproep, en of u ook mee wilt werken aan de bekendmaking daarvan.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik ga mijn vraag inkorten, want collega Bex heeft al een paar zaken gezegd.
Maar inderdaad, in de eerste helft van 2021 werden meer dan 1,6 miljoen bestuurders in Vlaanderen betrapt op overdreven snelheid. Dat blijkt uit recente cijfers van de federale politie. Dit betekent een stijging met 11 procent in vergelijking met dezelfde periode in 2019. Van de overtreders die vorig jaar werden betrapt, reed iets meer dan een kwart meer dan 10 kilometer per uur te snel.
In een reactie stelde u dat deze cijfers aantonen dat te snel rijden nog steeds een groot probleem is en dat u daarom samen met de VSV een nieuwe campagne zult lanceren of hebt gelanceerd. En mijn vragen gaan over die sensibiliseringscampagne, die zeker geen kwaad kan. We zijn daar voorstander van. Maar dat kan niet zonder een streng sanctioneringsbeleid. Ik heb dan ook de volgende vragen.
Op welke manier hoopt u dat deze nieuwe campagne een sterker effect zal hebben dan de voorgaande campagnes?
Vond er naar aanleiding van deze nieuwe cijfers van de federale politie al overleg plaats met de bevoegde federale collega’s?
Op welke manier kunnen de verschillende beleidsniveaus volgens u nog beter samenwerken in de strijd tegen overdreven snelheid in het verkeer?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de vragen. De snelheidsovertredingen zijn inderdaad opnieuw toegenomen.
U vraagt ten eerste naar mijn standpunt over die federale beslissing omtrent de tolerantiemarges en quota bij trajectcontroles. Ik kan uiteraard alleen maar toejuichen dat als er inbreuken worden vastgesteld, daar uiteraard ook een sanctie aan wordt gekoppeld. Ik sta dus uiteraard achter dit standpunt dat recent werd aangekondigd.
Meer zelfs, ik kan aangeven dat we ook bij de opmaak van het interfederaal verkeersveiligheidsplan ‘All For Zero’, dat we samen met de andere mobiliteitsministers, gewestelijk en federaal, opstellen, hier ook al concrete pistes over hadden opgenomen. Daarin staat onder meer heel specifiek dat we het verhogen van de effectiviteit en efficiëntie van de handhaving willen vooropstellen, onder andere via de afschaffing van de quota voor controles en van de tolerantiemarges voor verkeersovertredingen. Ik ben dus blij dat federaal minister Van Quickenborne hiermee onmiddellijk uitvoering geeft aan wat is opgenomen in dat gezamenlijk plan All for Zero.
Wat is de stand van zaken van de trajectcontroles op gewestwegen en gemeentewegen? Ik denk dat we op dat vlak geen onderscheid moeten maken. Als we vooropstellen dat we geen quota meer willen voor de autosnelwegen, dan moet dat ook gelden voor de gewestwegen. We zouden daar geen onderscheid in moeten maken.
De operationele uitbating van de installaties en de vervolging is een politionele en gerechtelijke bevoegdheid, en dat zit dus bij de federale collega's. U weet dat wij met het Agentschap Wegen en Verkeer zorgen voor de installatie. We zorgen dat er trajectcontroles komen. Het uitlezen van de overtredingen en het daaraan koppelen van boetes valt dus onder het politionele en gerechtelijke luik. Ik geef ook altijd mee dat wij geen trajectcontroles opzetten om mensen maximaal te beboeten. Het opzet is dat iedereen zich aan de snelheidslimieten houdt. Die zijn er uiteraard niet voor niks; ze hebben te maken met het verhogen van de verkeersveiligheid. Ik vind het dus alleen maar positief als men zegt dat er geen quota of beperkingen meer zijn in het uitlezen van die trajectcontroles.
Ik wil ook nog meegeven dat wij vandaag de dag al 251 geïnstalleerde trajectcontroles hebben. We hebben er op dit moment 391 voorzien; die zijn gepland en in voorbereiding, of de installatie daarvan is bezig. Bij die 391 komen er nu, op vraag van de lokale besturen, nog eens 42 bij. En van die 391 zijn er dus 251 reeds geïnstalleerd. Daar kan men dus politioneel en gerechtelijk, bij de samenwerking met de verwerkingscentra, in principe overgaan tot uitlezing.
Er werden ook vragen gesteld over de werkingsgraad, de technische werkingsgraad van de trajectcontroles die onder de verantwoordelijkheid van AWV vallen. Daarover kan ik zeggen dat die vandaag op 63 procent ligt. Concreet zijn 158 van de geïnstalleerde trajectcontroles al effectief in werking. Bij de flitspalen is er vandaag de dag een werkingsgraad van 77 procent.
Voor de werkingsgraad van de snelheidshandhaving moet ik opnieuw verwijzen naar de federale collega’s. Dit valt onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Justitie. Het is dus aan hen om daar te kijken naar de verwerkingscentra die zorgen voor de uitlezing van die trajectcontroles, en hoe de koppeling met het ANPR-managementsysteem (Automatic Number Plate Recognition) concreet verloopt.
Jaarlijks voert AWV een vergelijkende analyse uit op basis van de ongevallen- en snelheidsdata van zowel alle ontvangen aanvragen voor trajectcontroles van lokale besturen als de wegsegmenten die AWV in beheer heeft. Aan de hand daarvan heeft AWV een eigen prioriteitenlijst om al dan niet trajectcontroles te doen, en gaat het al dan niet in op de specifieke vragen van de lokale besturen. Op die bijkomende lijst worden nu weer 42 extra locaties geplaatst.
Wat dan het verhaal van ISA betreft: dit sluit naadloos aan bij wat wij ook hebben opgenomen in ons Verkeersveiligheidsplan Vlaanderen. We hadden daar 37 maatregelen, en de negentiende maatregel is net dat we verkopers willen sensibiliseren en aanmoedigen om nieuwe gebruikers ook de juiste informatie en richtlijnen mee te geven bij de aankoop van een voertuig. Zo kan ook de snelheid worden aangepast, en het gebruik van ISA past hier natuurlijk perfect in. Het is van groot belang dat verkopers die correcte informatie meedelen aan de gebruikers, en dat bij de aankoop van een nieuw voertuig de ingebouwde technologie, die er net is om de verkeersveiligheid te verhogen, ook optimaal en met kennis van zaken gebruikt wordt.
Collega Bex, u had ook een vraag over die 100 kilometer per uur op snelwegen. U kent al langer mijn standpunt, namelijk dat ik dat niet wil opleggen. Maar ik wil andermaal herhalen dat wie slim is, sowieso ecologisch zal rijden, zeker wanneer we kijken naar de brandstofprijzen vandaag de dag. Wij kunnen alleen maar elke weggebruiker oproepen om zijn of haar rijgedrag aan te passen aan de zogenaamde ecodrivingprincipes.
Mevrouw Lambrecht, u had het over de sensibiliseringscampagnes. Zoals u zelf aangeeft in uw vraag, lijkt de attitude van de Vlaming langzaam maar zeker in de juiste richting te evolueren. Onderzoek van de VSV wijst uit dat het besef van de risico’s verbonden aan een onaangepaste snelheid groeit. Desalniettemin hadden we dat ook liever teruggezien in de verkeersveiligheidsstatistieken.
We zijn deze en ook volgende week volop bezig, met onze verkeersveiligheidstafels, met de analyse van de verkeersveiligheidsstatistieken. En we zien toch dat snelheid nog altijd een van de grote killers is en een enorme impact heeft.
De VSV blijft de verantwoordelijke om in opdracht van de Vlaamse overheid een aantal campagnes uit te rollen, te ontwikkelen. We vragen daar uiteraard ook om telkens die campagnes te evalueren en te kijken wat de impact is, om zodoende mensen er opnieuw toe aan te zetten om de snelheden te respecteren. In een volgende panelbevraging zal men kijken wat de effecten zijn van de campagne die nu lopende is.
Dan is er het overleg met het federale niveau. Wij hebben natuurlijk regelmatig overleg met hen. Het is nu niet dat wij, onmiddellijk na kennisname van deze feiten, gezegd hebben dat we hierover een spoedoverleg moeten houden. We weten al langer dat snelheid een van de killers is in het verkeer. Maar alleszins blijf ik erbij dat wat minister Van Quickenborne heeft gelanceerd – komaf maken met tolerantiemarges en quota –, sowieso een goed gegeven is. Zoals ik al zei, hadden we dat ook al mee opgenomen in ons verkeersveiligheidsplan All For Zero.
Tot slot herhaal ik nog eens dat ik afgelopen week met de verkeersveiligheidstafel van zowel West- als Oost-Vlaanderen aan tafel heb gezeten. Dat kadert ook in onze beleidsvisie Mobiliteit Innovatief Aanpakken (MIA): er samen voor zorgen dat de verkeersveiligheid kan worden verhoogd. We hebben ook een grondige analyse gegeven per provincie over waar welke ongevallen gebeuren, op welk wegsegment, kruispunt, doortocht, en bij welke snelheidsregimes en dergelijke meer. Ook het aantal ongevallen op gemeentewegen versus gewestwegen wordt geanalyseerd. Het grootste aandeel gebeurt nog altijd op gemeentewegen, en die samenwerking met lokale besturen en een verdere bewustmaking zijn nog altijd zeer belangrijke aspecten. Door samen de krachten te bundelen denk ik dat we meer kunnen bereiken, en hoop ik een kentering te creëren in de slechte cijfers rond verkeersveiligheid.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, bedankt voor de duidelijke antwoorden. We gaan het niet meer hebben over die 100 kilometer per uur, maar het zijn antwoorden waar ik in zekere mate zelfs blij en tevreden van word.
Minister, ik denk dat u absoluut gelijk hebt als u zegt dat we automobilisten niet moeten pesten of dat we niet moeten proberen om hun boetes op te leggen. De bedoeling is om het verkeer voor iedereen veiliger te maken. In die zin is de eerste stap ervoor zorgen dat mensen bijvoorbeeld gebruikmaken van technologische hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld die intelligente snelheidsaanpassers.
Tegelijk vind ik het zeer goed dat u zegt dat wat er op federaal vlak beslist is over de snelwegen, eigenlijk ook voor gemeentewegen en gewestwegen zou moeten gelden. Maar u verwijst dan naar de politionele en gerechtelijke bevoegdheid, die federaal zit. We weten dat daar nog een zekere aanpassing aan al die systemen moet gebeuren, en dat daar ook een personeelsuitdaging is. Maar tegelijkertijd zijn de technieken die vandaag beschikbaar zijn om zulke dingen te gaan verwerken, toch ook behoorlijk efficiënter geworden.
Ik wilde u eigenlijk vragen of u van plan bent, samen met uw collega-ministers van Mobiliteit van de gewesten, om aan het federale niveau te vragen ook voor de gewestwegen en gemeentewegen die aanpassing door te voeren. Ik denk dat dat een vraag is waarvoor u zeker ook op de steun van uw collega Elke Van den Brandt zult kunnen rekenen, die vragende partij is om dat ook in Brussel te doen. Dus ik hoop dat u dat samen met uw collega’s op de federale tafel legt, en daar heel veel nadruk op legt.
Een tweede bedenking die ik mij toch maak, minister, gaat over de trajectcontroles en flitspalen die we aankopen. U zegt dan dat 63 procent van de trajectcontroles werkt, en 77 procent van de flitspalen. Intuïtief is een mens toch geneigd om te zeggen dat men niet tevreden is over een aankoop als iets maar voor 63 of 77 procent werkt. Dan zou je bij wijze van spreken je geld terugvragen. Mijn vraag is of u kunt uitleggen waarom dat zo is. Ik zal niet zeggen dat ze constant aan 100 procent moeten werken, dat zal wel nooit mogelijk zijn. Maar 63 procent is toch gewoon te weinig, dat verwacht je niet wanneer je investeert in die installaties. Wat gaat u daaraan doen?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik denk dat wij vanuit onze fractie altijd heel sterk voorstander zijn geweest van trajectcontroles. Volgens ons is dat ook veel beter dan flitspalen. Ik heb soms het gevoel dat wanneer iemand aan een flitspaal passeert, hij afremt tot 100 kilometer per uur, waardoor dat veel meer voor onveilige situaties zorgt dan dat het de veiligheid zou bevorderen. Maar zonder de handhaving waren we natuurlijk niets met die trajectcontroles. Daarom is het ook wel heel goed dat de samenwerking tussen de Federale en de Vlaamse Regering er eindelijk is, en dat die trajectcontroles efficiënt werken.
Ik heb nog een bijkomend vraagje, minister. Er zijn meer snelheidsovertreders, maar is er al eens een percentage berekend van het aantal controles ten opzichte van het aantal verkeersboetes? Want hoe meer controles er zijn, hoe meer boetes er ook zullen zijn. Dus het zou wel belangrijk kunnen zijn dat we eens die percentages zien. Want die naakte cijfers, zoals het aantal op zich, is misschien wel goed, maar het geeft niet echt duiding in vergelijking met het aantal controles. Het is misschien geen makkelijke vraag, maar het zou toch interessant zijn om dat eens uit te dokteren.
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Fournier, dat is zeker een interessante vraag. Ik weet uit mijn vorig leven als burgemeester, en dus ook als voorzitter van het politiecollege, dat we wel telkens die afrekening maakten: hoeveel controles zijn er uitgevoerd en hoeveel snelheidsovertredingen zijn er effectief begaan? Of hoeveel boetes zijn eraan gekoppeld? Dat is opnieuw die federale materie, maar ik denk wel dat men dat per lokale politiezone doet. Ik weet niet of hier nog burgemeesters zitten die dat al dan niet kunnen bevestigen, maar wij deden dat alleszins in de lokale politiezone Maasland. Ik denk dat men daar moet kijken naar de federale overheid, die die gegevens wel zal kunnen krijgen. Alleszins zullen ook de lokale politiezones die gegevens hebben.
Mijnheer Bex, wat die trajectcontroles betreft: ik heb daarstraks al gezegd dat 251 van die trajectcontroles effectief geïnstalleerd zijn. Daarvan zijn er op dit moment 158 waarvan de vaststellingen effectief verwerkt worden door de lokale zone of door de gewestelijke verwerkingscentra (GVC’s). En dat is die 158 of 251, dat is die 63 procent van de technische werkingsgraad van de door AWV geplaatste trajectcontroles. Die resterende 93 die nog niet opgeleverd en/of gekoppeld zijn aan het ANPR-managementsysteem, dat vormt de volgende stap die moet gebeuren, samen met de federale politie. Het is dus niet zo dat als je iets koopt, het dan automatisch gebreken vertoont en dat het daarom niet werkt. Neen, men plaatst eerst de paal met daarin de camera’s, en dan moet nog de digitale connectie gemaakt worden met het managementsysteem, en het moet geijkt worden en dergelijke. Dan pas kunnen de gewestelijke verwerkingscentra of de lokale politiezones overgaan tot uitlezing van de gegevens.
Daarnaast gebeurt er sowieso ook regelmatig vandalisme, en dat heb ik misschien te weinig benadrukt. Er denk dat er bij zo’n 25 procent vaak sprake is van vandalisme of dergelijke. Ook door verkeersongevallen werkt een trajectcontrole of flitscamera soms niet. Maar alleszins is onze boodschap altijd dat, overal waar er trajectcontrole is, we die quota willen wegwerken. Daar zijn we het helemaal mee eens. En als er straks een volledige bezetting is bij de gewestelijke verwerkingscentra, onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken, en er veel mankracht is bij Justitie, onder de bevoegdheid van de minister van Justitie, dan hoop ik dat men alles kan uitlezen, en dat er geen quota of beperkingen meer zullen zijn bij onze trajectcontroles.
De heer Bex heeft het woord.
Er zijn verschillende punten om te blijven aankaarten bij de federale collega’s, samen met de mobiliteitsministers van de verschillende gewesten. Ik moedig u alleszins aan om dat te blijven doen.
Minister Peeters heeft het woord.
Ik word hier nog even op de vingers getikt door mijn medewerker. Die 25,9 procent is alles wat niet is gelinkt aan het ANPR-managementsysteem. 4 procent is op dit ogenblik niet bruikbaar door vandalisme of beschadiging. En 4 procent is toch een pak minder dan 25 procent, vandaar even deze rechtzetting.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.