Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Mijn vraag om uitleg gaat inderdaad over het VN-verdrag tegen plasticvervuiling. Over twee jaar moet er een bindend verdrag klaar zijn dat plastic van productie tot afval aan banden legt. Dat werd besloten op een milieuconferentie van de Verenigde Naties in Nairobi. Het gaat vooral over wegwerpplastic. In Europa zijn de lidstaten al langer aan de slag om plastic verpakkingen voor eenmalig gebruik te beperken via de single-userichtlijn. Die richtlijn moet nu ook op Vlaams niveau vertaald worden.
De milieubeweging reageert voorzichtig positief op het verdrag van Nairobi. Belangrijk is dat het een bindend verdrag wordt met harde, meetbare en controleerbare doelen. Zo bestaat er in Nederland een plasticverdrag waarbij alle bedrijven targets opstellen en halen. In Vlaanderen zijn initiatieven zoals de Green Deal Anders Verpakt te vrijblijvend en beperkt tot bedrijven die intekenen, die zich dus vrijwillig aanmelden.
Een belangrijk instrument is het intergewestelijk samenwerkingsakkoord over verpakkingsafval waarin staat dat het aandeel van herbruikbare verpakkingen voor dezelfde goederen niet mag verminderen ten opzichte van het voorgaande jaar. De Interregionale Verpakkingscommissie (IVC) is verantwoordelijk voor de naleving ervan.
Sinds 2016 legde de IVC geen enkele boete op aan bedrijven die hun eigen doelstellingen rond herbruikbaar plastic niet behalen. Dat komt niet doordat er geen overtredingen zijn, maar wel, aldus IVC-directeur Marc Adams, door het volgende: “Wij hebben onvoldoende personeel gehad om tot sanctionering over te gaan.” Hij verklaart ook: “Het is zo dat de IVC niet beschikt over eigen personeel, maar worden moet werken met personeelsleden die door de gewesten ter beschikking worden gesteld. De gewesten komen hun engagementen inzake personeel niet na.”
Mijn vragen aan u zijn de volgende, minister.
Bent u op de hoogte van het personeelstekort en het gebrek aan controle op de doelstellingen voor herbruikbaar plastic afval? Hoeveel voltijdsequivalenten (vte) verbonden aan de IVC financiert Vlaanderen en welke taken voeren ze uit?
Jaarlijks komt er 750.000 ton bedrijfsverpakking op de markt. In een preventieplan moeten bedrijven proberen om hun verpakkingsgewicht met 5 procent te doen dalen of nieuwe herbruikbare verpakkingen te gebruiken. Dat biedt een potentieel van 37.500 ton. Zal Vlaanderen, via de IVC, een controle uitvoeren op de preventieplannen van bedrijven en sectoren? Hoeveel controles per jaar zal men dit jaar uitvoeren? Zal men ook ter plaatse controleren?
Ik heb een vraag met het oog op de nieuwe erkenning van Fost Plus in 2024. Welke voorwaarden rond het hergebruik van producten zult u voorstellen in het kader van het samenwerkingsakkoord over verpakkingsafval? Hoe loopt het proces voor de erkenning van Fost Plus en welke actoren worden hierbij betrokken? Welke actoren zullen uiteindelijk de erkenningsvoorwaarden bepalen?
Minister Demir heeft het woord.
Er zijn momenteel 17,8 vte’s aan het werk bij de IVC. 9 van deze vte’s worden door het Vlaamse Gewest aangeleverd. Op basis van een vroegere audit zou er meer personeel moeten zijn en zouden er 7 extra vte’s moeten zijn vanuit Vlaanderen.
Door de huidige personeelsinvulling moet de IVC binnen haar takenpakket inderdaad keuzes maken tussen kerntaken die absoluut vervuld moeten blijven worden en taken die, al dan niet tijdelijk, niet volledig vervuld worden. De controle op de erkende organismen Fost Plus en Valipac en op de recyclageresultaten die behaald worden, is bijvoorbeeld een absolute kerntaak die de IVC onverkort vervult.
De controle op freeriders is een taak die momenteel gedeeltelijk vervuld wordt. De detectie van freeriders gebeurt nog steeds, maar voor het opstellen van processen-verbaal en het opleggen van geldboetes is gespecialiseerd personeel nodig, dat momenteel ontbreekt. Hierdoor kan slechts occasioneel overgegaan worden tot sanctionering. Er wordt gezocht naar oplossingen voor dit knelpunt.
Zonder een voorafname te doen op de audit die voor dit jaar gepland is, zijn we momenteel ook aan het bekijken op welke manier we met de middelen van de producenten extra mensen kunnen aannemen om te handhaven. Ook voor de producenten zelf is het natuurlijk belangrijk dat freeriders gevonden en aangepakt worden. Voor zwerfvuil is het na veel overleg ook gelukt om dat te doen. Ook in dezen zou dat moeten lukken. Sinds vorig jaar hebben we op deze manier al twee extra controleurs kunnen aanstellen, die de selectieve inzameling bij bedrijven mee controleren. Dit heeft als voordeel dat deze personeelsleden niet onder de koppenbesparingen van de Vlaamse overheid vallen als ze extern gefinancierd worden. Op die manier wil ik de inzet op handhaving gevoelig verhogen, evenwel zonder de andere kerntaken te verwaarlozen.
De IVC werkt als een geïntegreerd team, waarbij de taken niet specifiek toegewezen zijn aan de vte’s die door een bepaald gewest geleverd worden.
Inzake de doelstellingen voor herbruikbaar plastic afval, stelt de wetgeving dat voor de hoeveelheid geproduceerde goederen, het aandeel herbruikbare goederen niet mag dalen en het totale gewicht eenmalige verpakkingen moet dalen. Deze algemene doelstelling wordt evenwel in het samenwerkingsakkoord vertaald in de verplichting om een algemeen preventieplan in te dienen. Er is voor de rest geen specifieke verplichting voor individuele bedrijven voorzien in het samenwerkingsakkoord die door de IVC moet of kan worden opgevolgd. Dat de IVC geen boetes oplegt aan bedrijven die hun eigen doelstellingen inzake hergebruik niet halen, heeft dus geen link met de personeelsproblematiek van de IVC.
Het algemeen preventieplan geldt zowel voor huishoudelijk als voor bedrijfsmatig verpakkingsafval. Voor het preventieplan 2019-2022 heeft de IVC becijferd dat alle maatregelen die genomen werden in het geheel van de individuele preventieplannen moeten leiden tot een reductie van 5 procent aan eenmalige verpakkingen. De IVC heeft daarom beslist om voor het preventieplan 2022-2025 aan alle bedrijven een reductiedoel van 5 procent vermeden eenmalige verpakkingen op te leggen. De IVC zal de preventieplannen natuurlijk ook beoordelen in het licht van deze doelstellingen.
Dan kom ik tot het antwoord op uw derde vraag. In voorbereiding op de nieuwe erkenning van Fost Plus in 2024 zal een analyse gebeuren van de huidige erkenningsbepalingen. Bovendien verwacht ik eind 2022 ook een evaluatie van het verpakkingsplan, die daarbij meegenomen wordt. Ik wil daarbij absoluut komen tot een aanscherping van de bepalingen inzake preventie en hergebruik. Het is essentieel om op dat vlak een meer proactieve rol te voorzien voor Fost Plus. In de nieuwe erkenning van Valipac van eind vorig jaar heeft de IVC die lijn al gevolgd en werd er ook een ambitieus actieprogramma opgelegd aan hen.
De erkenning zal worden opgelegd door de IVC, waarin de drie gewesten vertegenwoordigd zijn. De erkenning wordt verleend op basis van de erkenningsaanvraag, maar het is de bedoeling om voor de indiening van de erkenningsaanvraag al aan Fost Plus te laten weten wat de verwachtingen van de gewesten zijn. In het kader van een erkenning consulteert de IVC ook steeds de verschillende stakeholders. Het zijn de gewesten die de erkenningsvoorwaarden mee bepalen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik wil wat dieper ingaan op het onontgonnen potentieel van herbruikbare verpakkingen. U antwoordde op een eerdere vraag dat u bij de opschaling van die Green Deal Anders Verpakt mikt op een jaarlijkse reductie van 15.000 ton aan verpakkingen. Als ik dat bereken, gaat het slechts om 2 procent van het totale aantal ton aan bedrijfsverpakkingen dat jaarlijks op de markt komt. Dit staat in contrast met wat er in Nederland gebeurt, waar er wel ambitieuze doelstellingen worden geformuleerd en monitoring gebeurt. Daar heeft het ketenplatform Plastic Pact als doelstelling om tegen 2025 20 procent minder plastic op de markt te brengen. Dankzij een jaarlijks monitoringrapport met een nulmeting in 2017 kan iedere burger in alle transparantie zien hoe de voortgang verloopt. Dat is toch een groot verschil met hoe Vlaanderen dat aanpakt, met een lagere doelstelling en weinig controle en monitoring.
Mijn vraag is hoe u de precieze doelstelling van de Green Deal Anders Verpakt ziet. Wat stelt u precies voorop? Ten tweede, hoe zult u evalueren of er door de Green Deal effectief minder verpakkingen op de markt komen? Welke methodiek wordt gebruikt? Wat is de timing voor de evaluatie? Ik denk namelijk dat dat toch wel belangrijk is. Het is leuk om Green Deals te ondertekenen, maar we moeten ook zien dat ze effect hebben en vooral het effect bereiken dat we vooropstellen, namelijk minder verpakkingen op de markt brengen.
Minister Demir heeft het woord.
Ik wil nog meegeven dat die 2 procent een inschatting is van wat we kunnen behalen binnen de projecten van de Green Deal. Minstens 10 procent van die projecten moet ook opgeschaald worden om veel meer te kunnen doen. Het is de bedoeling om op die manier tot grotere reducties te komen dan 2 procent.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik hoop dat dat veel grotere reducties worden, want het blijft toch wel een groot probleem, dat we moeten aanpakken. In dat VN-verdrag gaat het natuurlijk over de hele waardeketen van plastic. Het sluiten van materiaalketens is een circulair principe. Op die circulaire ladder staat preventie natuurlijk voorop en hergebruik boven recyclage. We vinden het wel belangrijk dat die circulaire hiërarchie gerespecteerd wordt. Ik pleit dan ook voor een afdwingbaar kader voor hergebruik en de opmaak van het nieuwe verpakkingsplan en de daarbij horende erkenningsvoorwaarden van Fost Plus, want tenslotte is het allereerste wat we moeten doen werken aan de preventie van verpakking. Dat missen we heel vaak in de acties van Fost Plus. We hopen dus dat, op het moment dat die erkenningsvoorwaarden opnieuw onderhandeld worden, daar heel hard op ingezet wordt, want dat is de allereerste stap om te zorgen dat we in een properder Vlaanderen leven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.