Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Deze vraag om uitleg werd via videoconferentie behandeld.
De heer De Reuse heeft het woord.
Tijdens de coronacrisis werd er grote nadruk gelegd op het belang van ventilatie om de verspreiding van het virus te verminderen. Twee jaar na de start van de pandemie begon Zorg en Gezondheid in woonzorgcentra dan ook een CO2-meetproject lopende van 21 tot 25 februari. Volgens de woordvoerder van het agentschap Zorg en Gezondheid kadert deze campagne in een breder project rond ventilatie, om die op de langere termijn te verbeteren.
Deelname van de woonzorgcentra gebeurde op vrijwillige basis. Tijdens de week van de meetcampagne konden ze online de gemeten waarden doorgeven van meetplaatsen waarvan ze denken dat de luchtkwaliteit het minst goed zou zijn. Na het verwerken van de resultaten zouden er maximaal 250 woonzorgcentra geselecteerd worden, waarbij een ventilatiescan wordt uitgevoerd. Aan de hand hiervan zou dan een advies ontwikkeld worden waarmee het woonzorgcentrum aan de slag kan om een ventilatiebeleid te ontwikkelen.
Minister Vandenbroucke heeft ondertussen ook ambitieuze plannen en wil CO2-meters op sommige plaatsen definitief verplichten en ‘covid safe spaces’ inrichten. Op die manier zegt hij fijnmaziger te werk te gaan en de risico’s beperken. Hij wil hiertoe een wetgevend kader opstellen samen met de deelstaten.
Minister, op welke manier werden de woonzorgcentra aangemoedigd om deel te nemen aan deze meetcampagne? Hoeveel woonzorgcentra hebben deelgenomen en meetwaarden doorgegeven? Lag dit aantal in lijn met de verwachtingen en was dit aantal voldoende om conclusies te trekken?
Welke eerste conclusies kunnen worden getrokken uit de campagne?
Wanneer zullen alle resultaten verwerkt zijn en zullen de energiescans worden uitgevoerd? Op basis waarvan zullen de woonzorgcentra waar een ventilatiescan wordt uitgevoerd, geselecteerd worden?
Op welke manier wordt gegarandeerd dat elk woonzorgcentrum een effectief ventilatiebeleid kan uitwerken aangezien er maar een aantal zijn waarbij een ventilatiescan wordt uitgevoerd?
In welke initiatieven voorziet u nog om de ventilatie in de woonzorgcentra te verbeteren?
Nam minister Vandenbroucke contact op met u in het kader van het opstellen van een wetgevend kader rond schone lucht en CO2-meters?
Minister Beke heeft het woord.
Alle directieleden en uitbaters van woonzorgcentra werden via mail op 14 januari 2022 opgeroepen om deel te nemen aan de CO2-meetweek. In aparte mailings kregen zij ook instructies op 7 februari en een automatisch gegenereerd account op 14 februari voor het zorgdataplatform, en een herinnering.
Deze mails werden uitgestuurd door het team ouderenzorg van het agentschap. Van dit team ontvangen de woonzorgcentra regelmatig communicaties, waaronder de updates van de richtlijnen en draaiboeken rond COVID-19 in de ouderenzorgvoorzieningen. Het is dus een ingeburgerde informatiemethode. De komende weken zullen er nog enkele communicaties gebeuren. Ook ZORG.tech en de koepels zijn nauw betrokken bij de uitrol.
Van 28 februari tot en met 4 maart werd een tweede CO2-meetweek georganiseerd voor woonzorgcentra die nog niet deelnamen in de eerste week. Hierover werd op 25 februari gecommuniceerd.
Op 25 februari hadden al 207 woonzorgcentra zich aangemeld op het platform. 24 woonzorgcentra hadden toen al gegevens geregistreerd. Woonzorgcentra hebben nog tijd tot 10 maart om de meetgegevens door te geven. Het is dus nog te vroeg om conclusies te trekken over deelname en meetwaarden.
De tweede meetweek loopt nog. De gegevens moeten nog binnenstromen. Er kunnen vandaag nog geen conclusies getrokken worden.
Op basis van de CO2-concentraties gemeten in de woonzorgcentra wordt een selectie gemaakt van de woonzorgcentra die in aanmerking komen voor een ventilatiescan. Woonzorgcentra met te hoge CO2-concentraties en dus CO2-concentraties die niet aan de vooropgestelde waarden volgens het kwaliteitshandboek voldoen, komen in aanmerking voor een gratis ventilatiescan. Het een en ander zal zo snel mogelijk worden uitgevoerd.
De eerste stap van de ventilatiescan, de screening op basis van CO2-concentraties, is eigenlijk een preselectie van voorzieningen die in aanmerking komen om de volledige ventilatiescan te doorlopen. Deze screening zal bovendien op relatief korte termijn een belangrijk sensibiliserend effect hebben voor de volledige sector van de woonzorgcentra.
De ventilatiescan is opgevat als een uitbreiding op het bestaande instrument van de energiescan waarvoor alle zorgvoorzieningen kunnen intekenen. Alle voorzieningen kunnen in principe intekenen voor een ventilatiescan. Voorlopig is dit wel enkel gratis voor de voorzieningen die worden geselecteerd op basis van de CO2-meetweek.
Het is tot slot ook de bedoeling om deze sectorbrede screening periodiek te herhalen en als een element van zorgkwaliteit beleidsmatig te verankeren.
Het verbeteren van ventilatie zal zeker een positief effect hebben op de algemene binnenluchtkwaliteit, maar is zeker niet voldoende. Daarom voert de partnerorganisatie Milieugezondheidszorg aanvullend op dit kwaliteitskader ventilatie ook een analyse uit met betrekking tot de binnenluchtkwaliteit in de woonzorgcentra. Op basis van deze analyse zal een strategiebepaling en een actieplan worden voorgesteld om de binnenluchtkwaliteit in de woonzorgcentra te verbeteren.
Om de woonzorgcentra te helpen in het proces van uitwerking en implementatie van hun ventilatieplan, zal een leidraad en een begeleiding worden aangeboden.
Tot slot zal aan de woonzorgcentra worden gevraagd om de uitvoering van het ventilatieplan op te volgen via een periodiek ventilatierapport. Een dergelijk ventilatierapport kan, naar analogie met bijvoorbeeld het veiligheidsregister of het hitteplan van een voorziening, op termijn ook een element van inspectie worden.
Er zijn inderdaad contacten geweest tussen de federale en Vlaamse overheid om de binnenmilieukwaliteit in publiek toegankelijke gebouwen te regelen.
Ik sta uiteraard positief tegenover een wetgevend kader. De Vlaamse Regering heeft dan ook de intentie om het al lang bestaande binnenmilieubesluit aan te passen. Hierover zijn in het kader van het ‘health in all policies’-principe, nog gesprekken lopende met de verschillende betrokken beleidsdomeinen.
De Vlaamse overheid heeft al het initiatief genomen om een beleidsdomeinoverschrijdend samenwerkingsplatform Binnenmilieu op te richten. De eerste samenkomst van dit platform vond plaats op 17 februari. Op donderdag 10 maart is de volgende bijeenkomst gepland. Op dit platform worden de inzichten en beleidsdomeinspecifieke actoren samengebracht voor een uitwisseling, dit onder andere met betrekking tot de kennisdeling, de geïntegreerde communicatie, de technische uitwerking, casestudies, de veldervaring, het doelgroepenbeleid, de opvolging van de epidemische situatie en de afstemming tussen de diverse regelgevingen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord en om mij er attent op te maken dat er nog een tweede meetweek is. Dat wist ik niet. Wat dat betreft, zullen we de vraag binnenkort inderdaad nog eens moeten herhalen. Het is immers sowieso duidelijk dat gezonde lucht goed is voor onze gezondheid en voor de volksgezondheid in het algemeen. Naar aanleiding van de covidpandemie is dat besef alleen nog gegroeid, wat op zich natuurlijk een goede zaak is. Niet alle woonzorgcentra hebben echter de mogelijkheden om die doortastende maatregelen te nemen die nodig zijn, en dat bijvoorbeeld om infrastructurele redenen.
De laatste jaren werden nogal wat nieuwe technieken aangewend in de bouw en de overheid is nogal dikwijls om allerhande redenen een voorloper om die nieuwe technieken te implementeren. Maar zo zijn er natuurlijk ook heel wat gebouwen die in het kader van de EPB-eisen (energieprestatie en binnenklimaat) geen ramen meer hebben die kunnen worden geopend. Nochtans is dat de snelste en gemakkelijkste manier om verse lucht binnen te laten. De systemen die men installeert om dit op te vangen blijken op heel wat plaatsen niet voldoende.
In uw antwoord geeft u ook zelf aan dat er in de toekomst eventueel een element van inspectie zou zijn. De woonzorgcentra zullen dus kosten moeten doen. Mijn vraag is of u daarvoor middelen uittrekt.
Naar aanleiding van de covidpandemie en de nadruk die wordt gelegd op de verplichte verluchting en ventilatie, is op heel wat plaatsen met huis-, tuin- en keukenmiddelen geremedieerd aan het tekort aan ventilatiemogelijkheden. Heeft men die mogelijkheden geïnventariseerd zodat men daar eventueel de goede ideeën kan uit putten?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, ik kon in de krant van 3 januari lezen dat bouwfysicus Bert Blocken, verbonden aan de Technische Universiteit Eindhoven en de KU Leuven, en viroloog Marc Van Ranst van de KU Leuven in vier Vlaamse woonzorgcentra zouden onderzoeken wat de effecten van luchtzuivering zijn. Ze zouden ook proberen een antwoord te geven op de vraag hoeveel dat allemaal kost. Het ging om een pilootproject binnen de onafhankelijke rusthuizen van het Vlaams Onafhankelijk Zorgnetwerk (VLOZO). Minister, ik heb u daarnet in uw antwoord niet horen doorverwijzen naar dit project. Ik vraag me dan ook af of dit een project is dat daar totaal buiten staat of dat dit mee in het geheel zit dat u zonet hebt uitgelegd.
Minister Beke heeft het woord.
We hebben contact gehad met die professor en zouden een tweetal weken geleden samenzitten maar dat is op het laatste moment niet kunnen doorgaan. Hij heeft zich op het laatste moment verontschuldigd waardoor dat gesprek niet heeft plaatsgevonden. We zijn in overleg met hem. Meer kan ik daar op dit moment nog niet over zeggen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Ik zou de minister bijna bedanken voor zijn antwoord op mijn bijkomende vragen, maar dat kan ik moeilijk doen vermits hij er ook geen antwoord op heeft gegeven. Maar goed, dan zal ik die schriftelijk stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.