Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, bij de uitrol van een systeem voor het uitlenen van e-boeken in de lokale bibliotheken koos Vlaanderen voor een bijzonder systeem: cloudLibrary. We hebben het daar al eerder over gehad in een aantal parlementaire vragen. Ik wil nog eventjes de vergelijking maken met Nederland. In Nederland is gekozen voor het onecopy-multiusersysteem – excuseer voor het Engels – in beheer via de Koninklijke Bibliotheek aldaar. Om de eenmaligheid van de aankoop te compenseren voor de uitgever, hebben uitgevers en auteurs een verdeelsleutel van 50/50 afgesproken voor de opbrengsten van uitleningen van e-boeken, in plaats van de bij wet vastgelegde 70/30-verdeling voor papieren uitleningen. Bijkomend heeft de minister een extra 3 miljoen euro toegekend om de lagere inkomsten eigen aan e-boeken te compenseren. De verdeling in Nederland gebeurt enkel op basis van het aantal uitleningen die via de Koninklijke Bibliotheek gemonitord worden.
Er werd een convenant afgesloten tussen zeven partijen die bepaalt dat de extra vergoeding enkel geldt voor oorspronkelijk Nederlandstalige titels onder het segment ‘algemeen boek’ verschenen bij Nederlandse uitgevers. Dit betekent dat Vlaamse auteurs die uitgeven bij Vlaamse uitgeverijen niet in aanmerking komen als ze daar via e-lending worden uitgeleend, terwijl hun collega’s die wel uitgeven bij een Nederlandse uitgeverij – er zijn ook Vlaamse auteurs die dat doen – wel de extra vergoeding bij uitlening van een e-boek ontvangen. Dit is natuurlijk niet in de geest van gelijkwaardigheid die de Nederlandse Taalunie beoogt.
De Vlaamse uitgevers wensten niet in zo’n systeem te werken. Dat was oorspronkelijk wel voorgesteld door Cultuurconnect om een gelijkaardig onecopy-multiusermodel ook in Vlaanderen te installeren. Maar uit de praktijk in sommige landen bleek dat het onbeperkt uitlenen van e-boeken in dat model een dramatische impact had op de verkoop van e-boeken. Daarom ontstond in Vlaanderen het voor de auteurs nog altijd ondoorzichtige licentiemodel van de cloudLibrary. Cultuurconnect en de uitgevers blijven tot op heden, volgens wat wij vernemen, nog altijd weigeren om inzage te geven in de opbouw van de gefactureerde prijs en het aandeel daarin van Standaard Boekhandel, Cultuurconnect, uitgever en auteur. Volgens hen gaat het om bedrijfsgeheimen en heeft cloudLibrary hierover een ‘closed confidential call’ afgesloten.
Ik stelde u hierover ook nog in oktober een vraag, minister, maar toen was ik nog een beetje te vroeg. Toen bleek dat de evaluatie van het eerste jaar cloudLibrary nog niet was afgerond. Ik hoop dat u nu wat meer kunt vernemen. U antwoordde toen dat Cultuurconnect in november 2021 een overleg zou hebben met het Boekenoverleg over de evaluatie na een jaar cloudLibrary. Wat is het resultaat van dit overleg en welke afspraken werden er gemaakt?
U beloofde toen de problematiek van de ongelijke behandeling van Vlaamse en Nederlandse auteurs te bespreken in de Nederlandse Taalunie (NTU). Wat is het resultaat van dat gesprek en wat is standpunt van de NTU hierover?
U hebt toen ook verwezen naar een evaluatie die door het departement Cultuur zou worden gemaakt met betrekking tot de verhoging van de leenvergoeding. Dat is een globalere problematiek waaromtrent hier nog al vragen over gesteld zijn. Wat is de stand van zaken van dit dossier, en van de bespreking ervan in de interministeriële conferentie Cultuur?
Wat is uw standpunt op het voorstel van de Vlaamse Auteursvereniging (VAV) om een onafhankelijke accountant deze gegevens te laten opvragen op basis van een schema dat de VAV ter beschikking wil stellen over de kosten-batenopbouw van de exploitatie van de e-boekenverkoop en de uitlenings-, streaming- en abonnementsmodellen? Dan zou die onafhankelijke accountant kunnen rapporteren over de spanbreedte in elk onderdeel in de bezorgde deelgegevens. Op die manier moet dan niet gerapporteerd worden over individuele uitgeverijen en zou het zogenaamde bedrijfsgeheim toch bewaard kunnen blijven. Wat vindt u van dat idee?
En dan heb ik nog een laatste vraag: waarop is de stelling gebaseerd dat de vergoeding voor het uitlenen van een e-book gelijk zou zijn aan de vergoeding voor het uitlenen van een papieren boek, de symbolische 3 eurocent in België? Dat is een zeer lage prijs, de laagste in Europa.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, voor ik inga op uw vragen, wens ik toch enkele zaken recht te zetten. U zegt dat de Vlaamse uitgevers niet wensten mee te werken aan het oorspronkelijke voorstel van Cultuurconnect vzw voor een onecopymodel-multiusermodel, omdat uit de praktijk in sommige landen bleek dat het onbeperkt uitlenen van e-boeken in dat model een dramatische impact had op de verkoop van e-boeken. Cultuurconnect heeft in het kader van de concurrentiedialoog voorafgaand aan de gunning van cloudLibrary echter nooit de vraag gesteld om een meergebruikersmodel op te zetten. Cultuurconnect heeft expliciet gepleit om de uitspraak van het Hof van Justitie te volgen en dus een uniekgebruikersmodel op te zetten.
Net door het mislukken van de onderhandelingen met de uitgevers over een uitleenmodel, is Cultuurconnect gedwongen geweest om te kiezen voor een constructie via een derde partij. Die derde partij, in casu Standaard Boekhandel, heeft uiteindelijk gekozen voor het huidige licentiemodel.
Het is evenmin correct dat Cultuurconnect blijft weigeren om inzage te geven in de opbouw van de gefactureerde prijs en het aandeel daarin van alle partijen. In oktober 2020 heeft Cultuurconnect al inzage gegeven in de minimale en maximale prijs die Standaard Boekhandel per uitlening aan de uitgevers betaalt.
Het overleg tussen Cultuurconnect en het BoekenOverleg werd uitgesteld en zal plaatsvinden op 9 maart 2022. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister-president Jambon heeft gevraagd aan het verslag toe te voegen dat het BoekenOverleg inmiddels verplaatst is naar 20 april 2022.) In november vond echter al een overleg plaats tussen mijn kabinet, de VAV en de Groep Algemene Uitgevers (GAU) waarbij Cultuurconnect vzw toelichting gaf over de evaluatie na één jaar cloudLibrary.
Tijdens het eerste werkjaar is het e-boekenplatform erin geslaagd om een nieuw publiek voor e-lezen te bereiken. 208 bibliotheken bieden e-boeken aan via het e-boekenplatform cloudLibrary. Uit bevragingen van Cultuurconnect vzw blijken de bibliotheken en de leners alvast tevreden over de e-boekendienst. 31.632 unieke gebruikers leenden 331.084 e-boeken en reserveerden er 72.944. Eind 2021 telde de collectie 10.350 titels.
Tijdens deze vergadering bleek dat er nog issues waren tussen de Vlaamse Auteursvereniging en de Groep Algemene Uitgevers over de leenvergoeding voor de auteurs. Zij zouden hun issues via onderling overleg proberen uit te klaren.
U vroeg ook naar het overleg met de Nederlandse collega en de Nederlandse Taalunie. Ik heb dit onderwerp niet kunnen agenderen op de vergadering van het Comité van Ministers van 13 december 2021 aangezien dat comité volledig in het teken stond van de follow-up van de visitatie van de Taalunie die vorig jaar plaatsvond. Bovendien was dit ook een overgangsvergadering. Op dat moment werd de laatste hand gelegd aan het nieuwe Nederlandse regeerakkoord en het was dus de laatste vergadering waar Ingrid van Engelshoven als ontslagnemend Nederlands minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan deelnam. Het volgende Comité van Ministers is intussen al ingepland en zal plaatsvinden op 13 juni 2022 in Den Haag. Het wordt het eerste Comité met de nieuwe Nederlandse minister Robbert Dijkgraaf en staatssecretaris Gunay Uslu. In aanloop naar die vergadering vindt in de komende maanden voorbereidend overleg op ambtelijk niveau plaats, waarin zal worden bekeken of het Comité van Ministers een gezamenlijk standpunt kan innemen of zelfs al met concrete oplossingen kan komen.
De evaluatie door het departement Cultuur wordt op dit moment gefinaliseerd. In het verlengde van de evaluatie heb ik er evenwel op aangedrongen om na te gaan op welk bestuursniveau de implementatie van de leenvergoeding het meest efficiënt kan gebeuren. Ik wil dit laten aansluiten bij de ruimere discussie en bij het overleg over de kerntakenverdeling tussen de lokale besturen en het Vlaamse beleidsniveau.
Dan is er mijn standpunt over het voorstel van de Vlaamse Auteursvereniging. Zoals u weet, heeft de Vlaamse overheid aan Cultuurconnect vzw de opdracht gegeven om een e-boekenplatform voor de Vlaamse openbare bibliotheken uit te bouwen. Na jarenlange onderhandelingen met de uitgevers heeft Cultuurconnect beslist om te kiezen voor een constructie met een derde partij. Dat was de enige manier om haar opdracht te kunnen uitvoeren, aangezien de rechtstreekse onderhandelingen met de uitgevers niet tot resultaat hebben geleid.
Uit de aanbestedingsprocedure die Cultuurconnect hiervoor heeft opgestart, is de kandidatuur van Standaard Boekhandel in samenwerking met Bibliotheca weerhouden. Zij hebben op hun beurt, als tussenpartij, onderhandelingen gevoerd met individuele uitgevers en afspraken met hen gemaakt omtrent de terbeschikkingstelling van e-boeken, en de vergoeding die daarvoor betaald zou worden. Noch Cultuurconnect, noch de Vlaamse overheid waren betrokken bij het maken van deze individuele afspraken.
Het gevolg van bovenstaande constructie is dat Cultuurconnect uitsluitend een contractuele relatie heeft met Standaard Boekhandel. Zij is geen partij en op geen enkele manier betrokken bij de overeenkomst die Standaard Boekhandel heeft met de uitgevers. Evenmin is zij betrokken bij de overeenkomsten die uitgevers gesloten hebben met hun individuele auteurs.
Het voorstel van de Vlaamse Auteursvereniging om via de administratie een onafhankelijke accountant in te schakelen, die de gedetailleerde informatie over de concrete praktijk van het exploitatiemodel e-boeken moet verzamelen tot op het niveau van de uitbreiding aan de individuele auteurs, is dus juridisch onmogelijk.
Vooreerst moet ik opmerken dat het hier gaat om commercieel gevoelige prijs- en kosteninformatie, die een inzicht verleent in de kostenstructuur van uitgevers, en die dus niet zomaar uitgewisseld mag worden. Dergelijke uitwisseling van commercieel gevoelige informatie kan immers potentieel een negatieve impact hebben op de mededinging, en moet dus steeds gebeuren met inachtneming van de beperkingen uit het mededingingsrecht. Het delen van individuele vergoedingen die uitgevers aan hun auteurs betalen is bijgevolg hoe dan ook uitgesloten.
Het opvragen van dergelijke informatie vereist een analyse van de individuele overeenkomsten tussen Standaard Boekhandel en de uitgevers enerzijds, en de uitgevers en de individuele auteurs anderzijds. Dat zijn overeenkomsten waartoe Cultuurconnect, en dus bij uitbreiding de Vlaamse overheid, zoals hierboven reeds aangehaald, geen toegang heeft. Als minister heb ik niet het recht, noch de bevoegdheid, om inzage te vragen in de contracten van private ondernemingen, die mogelijk bedrijfsgeheimen bevatten, en die bovendien tot stand zijn gekomen op basis van vrije onderhandelingen. De Vlaamse overheid kan dan ook onmogelijk een accountant de opdracht geven om prijsinformatie over de overeenkomsten tussen Standaard Boekhandel en de uitgevers, en tussen de uitgevers en de auteurs onderling, op te vragen.
Zoals ik reeds in het verleden aangegeven heb, vind ik het uiteraard uitermate belangrijk dat de auteurs een eerlijk aandeel hebben in de vergoeding die betaald wordt aan de uitgevers voor het uitlenen van e-boeken. Cultuurconnect heeft in dit verband, en op vraag van de Vlaamse Auteursvereniging, reeds informatie doorgegeven over de prijsvork met betrekking tot hun kant van de constructie.
Voor het overige kan ik enkel verwijzen naar de mogelijkheid van individuele auteurs om meer duidelijkheid te vragen aan de uitgevers omtrent hun aandeel in de vergoeding, al zal dit grotendeels afhangen van wat zij contractueel overeengekomen zijn met hun uitgevers.
Ik begrijp dat het niet altijd evident is om deze gesprekken op individuele basis te voeren, maar in dat opzicht wens ik tot slot te wijzen op de Europese richtlijn 2019/790/EU, inzake auteursrechten en naburige rechten in de digitale eengemaakte markt, dewelke momenteel geïmplementeerd wordt in de Belgische regelgeving. Deze richtlijn voorziet expliciet in maatregelen die moeten garanderen dat auteurs en andere rechthebbenden een passende en billijke vergoeding kunnen krijgen.
Zo bepaalt artikel 19 van deze richtlijn dat auteurs recht hebben op actuele, relevante en volledige informatie betreffende de exploitatie van hun werken en uitvoeringen ontvangen van de partijen aan wie zij hun rechten hebben overgedragen of in licentie gegeven of van hun rechtsopvolgers, met name wat betreft de wijzen van exploitatie, alle voortgebrachte inkomsten en de verschuldigde vergoeding.
Artikel 20 voegt daaraan een succesclausule toe, die bepaalt dat auteurs recht hebben op een heronderhandeling van de vergoeding indien de oorspronkelijke overeengekomen vergoeding hen niet toelaat om te delen in het onvoorziene succes van een exploitatie.
Bovenstaande vernieuwingen zouden het eenvoudiger moeten maken voor auteurs om het gesprek over de vergoeding voor de ontlening van een e-boek aan te gaan met de uitgevers.
In zijn arrest C-174/15 stelt het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de uitzondering van het openbaar uitleenrecht ook op e-boeken slaat. Hiervoor moet wel aan drie voorwaarden worden voldaan, namelijk: het e-boek moet door de rechthebbenden op de Europese markt zijn gebracht; de bibliotheek moet het e-boek verkregen hebben uit een legale bron; het e-boek kan maar aan één persoon gelijktijdig worden uitgeleend, dus het gaat om ‘single use’.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw uitgebreide antwoord. Het is jammer dat ik weer een beetje te vroeg kom, u gaat pas op 9 maart met het Boekenoverleg hier samenzitten, en pas op 13 juni wordt er in Den Haag over gesproken. Dat biedt dan weer de kans om bijkomende vragen te stellen. Zodra die vergaderingen zijn afgelopen, kunnen we meer vernemen.
De constructie is wel opgezet, Cultuurconnect valt onder de auspiciën van de Vlaamse administratie, en dit maakt dat men alles goed kan afschermen. Er is een commercieel belang, we kunnen er zelfs geen studie over laten maken door een onafhankelijk accountant. Ik vind dat allemaal bijzonder erg. De constructie is zeker niet ideaal.
Ik heb het vroeger al gezegd, en collega’s ook: zonder auteurs geen boeken. Als zij geen rechtmatige vergoeding kunnen krijgen bij het uitlenen van e-boeken – of als ze dat denken – dan zitten we met een probleem. Wij horen natuurlijk bepaalde klokken, maar ik verneem dat uw kabinet ook al gesproken heeft met de auteursvereniging. Ik hoop dat daar eens verder wordt doorgepraat, want misschien zijn er nog andere opties.
Ik kijk wel uit naar de omzetting van de Europese richtlijn die wellicht federaal moet gebeuren. Ik weet niet goed of er Vlaamse bevoegdheden meespelen. Maar op termijn biedt dat mogelijkheden voor auteurs om hun rechtmatige vergoedingen te gaan opeisen, al vind ik het erg dat men dat dan moet doen via rechtbanken enzovoort. Ik hoop dat de auteurs eens – bij wijze van spreken – gaan staken, maar dan hebben de anderen er ook niets aan. De Standaard heeft met uitgevers gesproken en de uitgevers met auteurs.
Mijn vraag van vorige week ging daar eigenlijk ook over, dat men eigen e-readers gebruikt in bibliotheken waardoor men dreigt inkomsten mis te lopen. Het is niet zo’n goed verhaal. Ik vind dat we de auteurs eerst in bescherming moeten nemen, dat is een taak van de overheid. De zaken mogen niet helemaal mislopen, want dan heeft men op den duur geen boeken meer of geen goede boeken meer.
Ik blijf hier op mijn honger zitten. Ik kijk uit naar de omzetting van de richtlijn. We zullen eens verder informeren bij onze federale collega’s. Ik zou het jammer vinden dat de auteurs de klos zijn van de hele constructie waar de Vlaamse overheid mee de verantwoordelijkheid voor draagt, dat kunnen we niet ontkennen. Ik wil toch ook niet worden meegesleurd in een welles-nietesspelletje. Wij horen maar één klok. Het is zeker goed dat u het gesprek met de auteurs openhoudt, want zo kan het niet verder. Dat is mijn mening over de zaak.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik wil mijn steun uitdrukken voor de vraag en voor de terechte bekommernissen van mevrouw Brouwers. Literatuur, boeken, non-fictie, het maakt niet uit, zijn ontzettend belangrijk. zonder auteurs zijn die er niet.
Dus een correcte vergoeding is meer dan op haar plaats. We weten allemaal dat, zoals in de hele brede cultuursector, wetenschappelijke auteurs bijvoorbeeld geen vergoeding krijgen. Ze staan hun auteursrechten gewoon af. Dat is ook heel vaak de praktijk. Als nu blijkt dat wij met die vergoeding van 3 cent de allerlaagste zijn van Europa, zoals mevrouw Brouwers aangeeft, dan is mijn bijkomende vraag of u er niet alleen voor wilt zorgen dat er een goed kader komt voor de ondersteuning van auteurs, maar of u tijdens een overleg met uitgevers ook op tafel wilt leggen om die schamele vergoeding aan te pakken.
De heer Meremans heeft het woord.
We zijn het er in deze commissie allemaal over eens dat auteurs een correcte vergoeding moeten krijgen en correct verloond moeten worden. Natuurlijk kunnen we moeilijk tussenkomen in afspraken tussen privépartners, tussen uitgeverijen en auteurs. De overheid moet daar terughoudend in zijn. Het blijft natuurlijk wel een bezorgdheid en we moeten het kader creëren. De verloning moet correct gebeuren en er moet voldoende toezicht op zijn. Dat is evident. De minister heeft een aantal zaken verduidelijkt en ik hoor dat het gesprek verdergaat. Waarschijnlijk zal mevrouw Brouwers spoedig een vervolgvraag stellen zodat we deze situatie kunnen ... (onverstaanbaar) ...
Minister-president Jambon heeft het woord.
De vraag is natuurlijk hoeveel auteurs er effectief zijn die vinden dat ze geen correcte vergoeding ontvangen. Ik stel vast dat ze zelf ook niet bereid zijn om met elkaar te delen wat ze ontvangen. Dat is een vaststelling. Om dat in kaart te brengen, kan ik Cultuurconnect of het departement wel een bevraging laten uitvoeren. Dat wil ik wel doen.
Mevrouw Segers, ik zal dat tijdens mijn contacten met de auteursverenigingen ter sprake brengen. We zullen het trachten in kaart te brengen.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Die bevraging zal al zeker een licht op de zaak werpen, want auteurs hebben niet allemaal dezelfde verkoop. Ik kan me voorstellen dat er al eens een interne strubbeling is, maar het is interessant om daar meer gegevens over te krijgen.
Ik vraag me wel af of – we moeten het vrij snel weten in verband met de omzetting van de Europese richtlijn – het niet gedeeltelijk federale materie is, want daar hebben we de Auteurswet. Het bibliotheeksysteem is dan eerder een Vlaamse en lokale bevoegdheid.
U bent er niet op ingegaan, maar het is misschien ook iets om verder uit te diepen. U hebt gezegd dat u ging kijken wie er per se bevoegd moet zijn voor de leenvergoeding, maar eerlijk gezegd zie ik niet meteen in hoe dit met x aantal gemeenten anders zou moeten gebeuren. Ik had die vraag daarnet moeten stellen. Ik hoop dat het niet betekent dat plots alle gemeenten in Vlaanderen bevoegd zullen moeten worden voor de leenvergoeding. Ik hoop dat u dat niet bedoelde want dat lijkt mij bij de haren getrokken. We moeten zeker kijken hoe het met de richtlijn zit. Dat intrigeert me wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.