Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brusselmans heeft het woord.
De concert- en eventgigant Sportpaleis Group ondervroeg 2000 mensen die tussen 30 oktober en 28 november 2021 naar een van de arena’s of theaters – Stadsschouwburg Antwerpen, het Sportpaleis, de Lotto Arena, enzovoort – waren geweest voor een concert of een evenement. Dat is de periode vlak voor de zoveelste sluiting van de sector. Enfin, minister-president, u hebt daartoe een poging gedaan. Het is voor sommigen iets beter uitgedraaid, maar voor anderen betekende het nog steeds een de facto sluiting.
Uiteraard, als we zulke onderzoeken lezen, zeker wanneer die door de sector zelf gedaan worden op een niet-wetenschappelijke manier, moeten we die de plaats geven die ze verdienen. We kunnen ze niet op gelijke voet stellen met gedegen wetenschappelijk onderzoek, maar ze geven wel op zijn minst een belangrijke indicatie van het aandeel van de sector op het totaal van de covidbesmettingen en ze geven ons eindelijk cijfers – dat is iets waar wij al enorm lang naar vragen – om op verder te discussiëren. Dat is de afgelopen jaren veel te weinig gebeurd, althans in Vlaanderen toch. In andere landen is men daar wel mee bezig geweest. In Nederland is men met dat bronopsporingsonderzoek bijvoorbeeld quasi onmiddellijk begonnen, maar hier kabbelt dat nog steeds wat voort.
De Sportpaleis Group wil met dit onderzoek terecht aantonen dat de cultuursector en zeker de eventsector onterecht het slachtoffer zijn geweest van het gevoerde beleid. De sector werd onterecht geviseerd, terwijl er enorme economische maar vooral ook persoonlijke belangen op het spel staan in de sector. Ook vandaag nog lezen we opnieuw een artikel – ik denk op de VRT-website – waaruit blijkt dat de psychologische schade die geleden is tijdens de coronacrisis nog veel groter is dan de financiële schade. Maar voor een sector als de cultuursector, en zeker het nachtleven en de concerten, zal dat ongetwijfeld jammer genoeg gelijk opgaan. Ik heb dan ook de volgende vragen aan u, minister.
Hebt u akte genomen van het onderzoek? Hebt u het doorgenomen? Wat is uw mening daarover?
Plant u zelf eindelijk dat extra wetenschappelijk onderzoek nog te voeren naar het aandeel van de sector op het totaal aantal covidbesmettingen? Dezelfde vraag geldt voor mij ook nog altijd voor het Covid Safe Ticket (CST) waarmee de sector moet werken. Gaat u daar nog eens onderzoek naar doen, naar het effect ervan? In andere landen heeft men dat gedaan. Daar blijkt dat het effect zeer gering is, althans vanaf een bepaalde vaccinatiegraad. Ik hoor dat er nu hoorzittingen op komst zijn, ook in het Vlaams Parlement, louter rond het CST. Het lijkt me dus nuttig als u daar vanuit cultureel perspectief ook initiatieven in neemt om dat extra te onderzoeken, en voor mijn part – maar dat weet iedereen – het liefst af te schaffen.
Gaat u dit onderzoek als argument gebruiken op het Overlegcomité, wanneer het binnenkort gaat over het versoepelen van maatregelen? We hebben nu wel de barometer. Maar als we bijvoorbeeld naar code oranje gaan, is het nog altijd niet duidelijk op welke capaciteit grote concertzalen zullen kunnen draaien. Gaat u deze elementen dus meenemen in de afweging die daar gemaakt wordt?
Bent u van oordeel dat het CST heeft gezorgd voor een daling in het aantal besmettingen in de sector? Zoals ik zei is daar geen gedegen onderzoek naar, enkel indicaties dat het niet werkt. Maar op wat baseert u zich dan indien ja of neen?
Hebt u nog weet van andere privé-initiatieven die gelijkaardig zijn aan dit onderzoek? Ik denk bijvoorbeeld aan universiteiten die zich daarmee bezighouden.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Brusselmans, u vraagt of ik akte genomen heb van het onderzoek. Toevallig bracht ik dinsdagavond samen met de federale minister van Volksgezondheid een werkbezoek aan de Sportpaleis Group. Dit onderzoek werd daar ook besproken. Er zitten in dit onderzoek zeker een paar nuttige elementen en het getuigt evenzeer van de bekommernis van de organisator om zijn aanwezige publiek.
De ondervraagde periode – dat was van 30 oktober tot 28 november 2021 – ligt enige tijd achter ons. Dus de tevredenheid slaat vooreerst op de toen in gang zijnde maatregelen. Toch stelt het gerust om te lezen dat quasi iedereen – men spreekt van 96 procent – aangaf voldoende info te hebben gekregen over de geldende maatregelen, en dat ongeveer twee derde van de bezoekers bij een score tussen 1 en 10 een score geeft van 8 op 10 op het veiligheidsgevoel tijdens het evenement, terwijl amper 7 procent een score geeft van 1 tot 5. Ook vragen over de toegangscontrole en over het aanraden van een evenement aan anderen scoren hoog. Het geeft aan dat de cultuur- en evenementensector heel integer omgaat met de verplichtingen die hun werden opgelegd.
De vaststelling dat de concertsector verantwoordelijk moet worden geacht voor een percentage tussen 0,31 procent en 1,54 procent van de besmettingen, is een interessante stelling, al was er verder geen inzage in het detail van de gebruikte methodiek om tot deze vaststellingen te komen.
Dan wil ik ingaan op uw vraag naar extra wetenschappelijk onderzoek. Zoals u zelf aangaf in uw vraagstelling zit er onvoldoende wetenschappelijke grondslag aan de basis van de rapportering.
Vanuit de verschillende wetenschappelijke instanties en experten krijgen we echter het signaal dat het nagenoeg niet mogelijk is om in kaart te brengen wat het aandeel is van een bepaalde sector binnen het geheel van de activiteiten en welke activiteiten dan minder of meer besmettingen hebben veroorzaakt. 65 tot 70 procent van de vastgestelde besmettingen valt niet terug te leiden naar een specifieke plaats of tijdstip waar de besmetting is opgelopen.
De hoge besmettingsgraad van de minder ziekmakende omikronvariant in relatie tot de hoge vaccinatiegraad maakt trouwens dat er heel wat mensen rondlopen die niet eens weten dat ze besmet zijn maar dus wel het virus overdragen op anderen. Dat alles maakt het nog moeilijker om bronbesmettingen te traceren.
Een wetenschappelijk onderzoek installeren dat zo een groot en onbekend aantal parameters langdurig genoeg in kaart tracht te brengen om er wetenschappelijke conclusies uit te trekken, zal zeer veel kosten en waarschijnlijk amper werkbare resultaten opleveren. Daarom ook zullen de meest betrouwbare indicatoren waar men een plaats of bron met meer zekerheid kan traceren veelal thuis, door familie of vrienden zijn. Teruggekoppeld naar dit onderzoek zou dan ook geweten moeten zijn of van de bevraagde respondenten die positief testten, een evenredig aantal van 65 en 70 procent aangaf geen plaats of bron te kunnen aangeven.
Een ander soort indicatie uit het onderzoek betreft het mondmasker. Hier is meegegeven dat voor een vergelijkbaar concert in een vergelijkbare periode het gebruik van een mondmasker op de tweede dag voor de helft minder gerapporteerde besmettingen zorgde. Dat stemt overeen met de wetenschappelijke onderzoeken naar de rol en het nut van verschillende mondmaskers.
Zal ik dit onderzoek aangrijpen op het volgende Overlegcomité? We hebben een barometer met maatregelensets goedgekeurd op het Overlegcomité van 21 januari 2022. Ik hoor ook de vele vragen om nu snel naar code oranje te evolueren. Dat zal afhangen van zowel de druk op de zorg als van de tendens in de ziekenhuisopnames. De cijfers voor de komende week zullen richtinggevend zijn. Het gaat dus niet over het bestaan van wetenschappelijk onderzoek. We hebben twee parameters: de bezetting van de intensieve zorgen en de ziekenhuisopnames op dagbasis. Dat zijn de twee criteria waarvan duidelijk gesteld is dat wanneer ze een bepaalde tendens aangeven, de beslissing op basis daarvan genomen kan worden.
Wat wil ik daarmee zeggen? Om van code rood naar code oranje terug te zakken moet de bezetting op intensieve zorgen onder de 500 opnames liggen en moeten de ziekhuisopnames op dagbasis 150 zijn. De intensive care units (ICU) zijn de laatste dagen een beetje aan het stijgen maar naar mijn aanvoelen niet dramatisch. Ik voel aan – en iedereen is het daarmee eens – dat wat de ICU-bezetting betreft we onder de 500 zullen blijven. Dat wordt dan code oranje. Dan is het voldoende dat de ziekenhuisopnames op dagbasis over de top heen zijn.
U hebt gezien dat we gisteren qua besmettingen over de top heen zijn gegaan. Nu zal die top binnen een week, of binnen tien of veertien dagen – dat is moeilijk te schatten – ook bereikt worden voor de ziekenhuisopnames. En als dat zich een paar dagen voortzet, dan hebben we de negatieve tendens in de ziekenhuisopnames. We moeten niet de 150 bereiken, maar we moeten wel in een tendens naar die 150 zitten en dan kunnen we afschalen naar code oranje.
Wat het onderzoek betreft heb ik in de vorige vraag al aangegeven dat van een groot aantal coronagevallen de plaatselijke bron onbekend is. We hebben in het verleden al studies gehad van buitenlandse onderzoeksinstituten Pasteur en Nature die elkaar tegenspreken. Ik heb geen zin om in een welles-nietesspel met wetenschappers verzeild te geraken over de mate waarin sectoren sowieso veilig zijn. De belangrijkste insteek die ik van het onderzoek onthoud – maar daar had ik dit onderzoek niet voor nodig – is dat men in de cultuur- en evenementensector integer en met zorg voor de geldende maatregelen activiteiten organiseert.
Code oranje wil zeggen dat we een capaciteit toestaan tussen 70 en 90 procent. In code rood geldt tussen 60 en 80 procent. Als we ons in code rood op 70 procent zetten, zoals we nu hebben gedaan, dan zal natuurlijk naar code oranje gaan betekenen dat we niet op 70 procent blijven, terwijl de range voor oranje begint op 70 procent. Ik maak me sterk dat als we naar code oranje gaan, we ook naar een bezetting van 80 of 90 procent van de zalen gaan.
U weet dat ventilatienormen er ook nog iets mee te maken hebben. Als daar de strenge norm wordt gehaald – en er zijn veel zalen in Vlaanderen waar dat het geval is – dan kan men zelfs naar een volledige bezetting van de zaal. Maar dat wist u al. Niet alleen omdat u de barometer goed bestudeerd hebt, mijnheer Brusselmans, maar ook omdat u zelf nog een nieuwe barometer hebt ontwikkeld waarmee ik tijdens de vorige plenaire vergadering kennis heb kunnen maken.
Dan is er het CST, de neverending story. Ik hoop uit de grond van mijn hart dat het wel een ‘ending story’ is. Het CST is destijds ingevoerd als een van de verdedigingslinies tegen de pandemie en als tool om met het oog op de stijgende vaccinatiegraad bepaalde versoepelingen in de maatregelen te kunnen doorvoeren. In die zin mag je bij de huidige vragen die over het Covid Safe Ticket worden gesteld niet negeren dat het een tijd ook als breekijzer heeft gewerkt om te zorgen dat duizenden mensen samen konden vieren, festivals konden bezoeken en naar voetbalstadions konden gaan.
De bufferende functie is nadien, in de periode oktober-december, niet solide genoeg gebleken om de vierde golf met de deltavariant tegen te houden. Of het CST dus gezorgd heeft voor een daling in het aantal besmettingen, kunnen we na de vierde golf niet echt stellen. Maar interessant is om wel te bekijken in welke mate het de stijging van besmettingen heeft kunnen milderen.
In elk geval hebben de vaccinaties gewerkt om in het algemeen de ziekenhuisopnames, de opnames op intensieve zorg en de overlijdens te minderen. Het nut van het CST moet volgens mij vooral bekeken worden in het licht van de algemene vaccinatiegraad. Zoals u weet heeft het Overlegcomité gevraagd om de epidemiologische waarde van het Covid Safe Ticket en zijn inzet in het kader van het beheer van de pandemie te evalueren. Ik kijk alleszins met u mee uit naar deze evaluatie.
Ik heb geen weet van andere privé-initiatieven die gelijkaardig onderzoek zouden voeren.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister-president, dank u voor uw uitgebreide antwoord. Ik haal er enkele elementen uit.
Eerst en vooral is er het feit dat u zelf stelt dat wetenschappelijk onderzoek zeer moeilijk is en zeker heel duur zal zijn. Ik zit daar met een wrang gevoel. Men neemt maatregelen, u neemt maatregelen, het Overlegcomité neemt maatregelen die mensen en bepaalde sectoren hard treffen. En u doet dat niet op basis van wetenschappelijk onderzoek. Dat is uiteindelijk, hoe je het ook draait of keert, allemaal nattevingerwerk. Men probeert dan met de omgekeerde bewijslast vanuit de sector aan te tonen dat men niet schuldig is. Dat is wat men aan het doen is. Dat druist in tegen al onze principes van rechtvaardigheid.
Dan is het antwoord: ‘Wij nemen daar akte van. Het is interessant. Maar het is niet wetenschappelijk en zelf kunnen we niets organiseren.’ Dat zegt u niet met zoveel woorden, maar dus blijft alles zoals het is. Ik blijf dat een zeer wrang gevoel vinden. Ik zeg dat al van in het begin van deze maatregelen. De basis waarop sommige maatregelen worden genomen zijn zeer bizar. Zeker omdat we zien dat ze over de hele wereld verschillen. Dan kunnen we discussiëren over wat goed is en wat slecht is, in welk land. Kijk naar Frankrijk en Ierland en de andere landen die alle CST- en coronamaatregelen weglaten. Daar – in Ierland niet maar in Frankrijk wel nog – is wel veel meer mogelijk voor bijvoorbeeld concertzalen.
U noemt het CST zelf een neverending story. Dat klopt aangezien het CST zal eindigen op 30 juni. Dat is zeer jammer. Wij zullen ons daartegen blijven verzetten. Dat zal u vast niet verbazen. Ik kijk uit naar de hoorzittingen die daarover zullen plaatsvinden in het Vlaams Parlement. Ik kan alleen maar hopen dat dat zo snel mogelijk verdwijnt.
U hebt een werkbezoek gedaan met de Sportpaleis Group. U weet dat zij ook een open brief hebben gepubliceerd namens de sector, vooral namens nightlife events. Daarin vragen zij om op 12 februari open te gaan omdat het anders financieel onhaalbaar wordt. Mag ik uit uw antwoord afleiden dat dat voor u geen optie lijkt?
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Dank u wel, collega Brusselmans, voor de interessante vraag. Het stelt ons in staat om even een tijdelijke stand van zaken te nemen.
Ten eerste: de open brief van de sector, die is heel belangrijk. Maar we hebben nu pas onze coronabarometer, die er ook in overleg met de sector is gekomen natuurlijk. Die staat nu nog op rood. Ik heb de indruk – ik denk dat de minister-president mij zal tegenspreken als ik ongelijk heb – dat degenen die zullen moeten beslissen in het Overlegcomité dat binnen afzienbare tijd zal plaatsvinden, wel de houding hebben dat we naar oranje zouden moeten kunnen gaan. In oranje betekent het dus dat men kan openen, uiteraard rekening houdend met ventilatie en capaciteit.
Ik zou bij dezen dus toch wel pleiten om niet onmiddellijk het kind met het badwater weg te gooien en ons te houden aan die coronabarometer. Hoe sneller die naar oranje kan gaan, hoe beter. Ik heb niet begrepen dat de minister-president zegt dat men op 12 februari niet kan opengaan. Het zal een overleg zijn binnen het Overlegcomité. Ik weet niet wanneer het Overlegcomité exact zal plaatsvinden. Daar begrijp ik wel dat men meer en meer op de lijn zit om te kunnen schakelen naar oranje.
Ten tweede is er het CST. Ik ben het met u eens, collega Brusselmans: hoe rapper het weg kan, hoe liever. Vandaag heb ik ook een artikel gelezen dat stelt dat de motivatie voor het CST minder en minder wordt bij de mensen. Ik denk dat we daar rekening mee moeten houden. Maar ik zou toch willen stellen dat het CST in het verleden wel zijn verdienste heeft gehad. Door het CST is de horeca kunnen openblijven bijvoorbeeld. Ik vind dus ook wel dat we dit nog moeten meenemen. Laat ons naar de toekomst kijken. En voor alle duidelijkheid: hoe rapper het weg kan, hoe liever.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Het is natuurlijk wel een belangrijke kwestie. Mij heeft die open brief van de live-event- en de nachtsector ook bereikt. De verzuchtingen zijn natuurlijk helemaal terecht. Dat is nu wel echt de laatste, laatste sector die het hardst blijft lijden onder de maatregelen. Maar uiteraard, we hebben nu die barometer en de barometer is onze tool, met als kompas de opnames op intensieve zorgen. Net als de minister-president ben ik toch ook wel voorzichtig optimistisch dat we snel naar oranje zullen kunnen gaan en daar hopelijk ook kunnen blijven, toch zeker tot na de zomer, schat ik. Dat moet onze tool en ons richtsnoer blijven.
We moeten hen ook wel hoop geven. Ik denk dat uw werkbezoek aan het Sportpaleis voor de live-eventsector zeker een steun was, minister-president. Zoals we allemaal weten, hebt u daar ook kunnen vaststellen hoe verantwoordelijk die sector ermee omgaat. Maar de nachtsector is natuurlijk wel een sector waar social distancing enzovoort een tang op een varken is. Dat is gewoon onmogelijk.
Mijn vraag is of u daar nog met hen bekeken hebt op welke mogelijke manieren de sector, tot we in oranje zitten, nog verder ondersteund kan worden.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Dank u wel, collega Brusselmans, voor de vraag, en andere collega’s voor de insteken.
Uiteraard hopen wij ook dat er zo snel mogelijk naar code oranje gegaan kan worden. Maar dat moeten wij niet doen op basis van een vraag die vanuit de sectoren komt, dat moet gebeuren op basis van de criteria die bepaald zijn in die barometer. Als we naar code oranje gaan, zal er al snel meer perspectief zijn. Maar ook dan zullen niet alle problemen voor de cultuursector, voor de eventsector, voor de nightlifesector opgelost zijn. Zeker voor die concerten in de nightlifesector zijn er ook nog heel veel beperkende maatregelen onder de code oranje. Ook op langere termijn gaat de impact op die sector nog altijd groot blijven.
Daarom is mijn bijkomende vraag ook, minister-president, wat u verder nog van sectorspecifieke steunmaatregelen aan het uitwerken bent die tegemoet kunnen komen aan de noden in de sector.
Mevrouw Van Werde heeft het woord
Er is natuurlijk al veel gezegd. Uiteraard hebben we het volste begrip voor de vraag van de eventsector. Het is voor alle veelal private organisaties van levensbelang dat alles zo snel mogelijk opnieuw wordt genormaliseerd en dat we in code oranje terechtkomen, dat is wel het minste wat we kunnen hopen. Maar die pandemie is gewoon niet voorspelbaar, zoals veel mensen al hebben gezegd. Ik heb een bijkomende vraag: kunnen concertorganisatoren Vlaamse steun vragen voor het deel verlies dat ze lijden omdat ze alleen maar zittende concerten kunnen organiseren?
Minister-president, ik wil me ook kort aansluiten.
Ik denk, en we beseffen dat allemaal, dat die vraag en zeker de schakeling naar oranje een heel belangrijke aanpassing is en een wereld van verschil zou maken voor heel wat mensen die actief zijn in de muzieksector. We weten ook dat het al heel lang heeft geduurd en dat men daar echt wel zit te wachten. Het is voor die mensen ook een kwestie van levensbehoud om zo spoedig mogelijk hun job te kunnen uitvoeren.
Ik zal zeker niet pleiten om de barometer nu al overboord te gooien, we hebben hem net opgesteld, ook in samenspraak met de sector, experten enzovoort. Maar het is wel duidelijk dat die barometer ook dynamisch is, dat is altijd vooropgesteld, en inderdaad rekening houdt met trends. Zoals het er nu naar uitziet, en de komende dagen moeten dat bevestigen, zou ik durven pleiten om op 11 februari, indien mogelijk en enigszins gerechtvaardigd, over te schakelen naar code oranje. Ik denk dat het een heel groot verschil maakt of men al dan niet staand concerten kan bijwonen. Er zou dan zo spoedig mogelijk moeten worden gecommuniceerd met de sector, zodat men echt kan beginnen met de organisatie waar men al zo lang op zit te wachten.
Ik wil nog eens benadrukken dat het gaat om een dynamische barometer die rekening houdt met trends. Die mogelijkheden moeten we echt benutten en bepleiten.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat we het hier allemaal over eens zijn maar ik kan vandaag niet zeggen wat op 11 februari de toestand van de parameters zal zijn. Iedereen verwacht dat de ICU onder de 500 blijft, iedereen verwacht ook dat we redelijk snel naar de piek van de dagopnames in de ziekenhuizen gaan maar dat zal moeten blijken. En dan schakelen we inderdaad af naar oranje. Maar ik kan nu niet zeggen dat we op 11 februari die beslissing zullen nemen. We zullen die enkel nemen wanneer de parameters dat rechtvaardigen. Voor mij is dat liever op 10 februari bij wijze van spreken dan op 11 februari.
Wat de concrete steun betreft, loopt het Vlaams beschermingsmechanisme verder, zeker voor de nachtsector, die nog volledig gesloten is. Wanneer in code oranje een aantal zaken mogelijk zijn, ook voor die sector, maar hun omzet toch gevoelig lager ligt dan in 2019, dan zullen ze verder een beroep moeten kunnen doen op dat Vlaams beschermingsmechanisme.
Mevrouw Van Werde, hetzelfde geldt voor de concertorganisatoren. Ook voor hen loopt het Vlaams beschermingsmechanisme verder. Als dat een heel grote impact heeft op hun omzet, zullen we daar ook in tussenkomen met ons steunmechanisme.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister-president, is er al een datum gepland voor het Overlegcomité? Dat heb ik eigenlijk niet goed gehoord. Wanneer dat niet gepland is op 11 februari, dan kan men sowieso, in welke omstandigheid dan ook, op 12 februari niet opengaan.
Ik bepaal niet wanneer het Overlegcomité bijeenkomt, dat doet de premier. Maar iets in mij zegt dat hij dat zal doen zodra de paramaters in aanmerking komen om naar beneden te schakelen.
Het ligt dus nog niet vast. Dan wil ik nog even terugkomen op wat collega D’Hose zegt, namelijk dat het CST ervoor heeft gezorgd dat de horeca opnieuw open kan. Dat klopt natuurlijk niet, dat is als een deur die al jaren in een huis staat en waarop men een slot zet. Na twee maanden geeft men de sleutel en zegt men dat met die sleutel de deur opengaat. Neen, het is de overheid die er een slot op heeft gezet. Het is de overheid en niet het virus die de sector heeft gesloten en het is diezelfde overheid die onder het mom van een pas die horeca deels opnieuw opent. Ik wil daarvan af, wij zijn daar consequent in en wij stemmen dan ook tegen een verlenging van het CST.
Iedereen hier lijkt een grote fan van de barometer. Ik hoor sommigen zelfs zeggen dat we in oranje of zelfs geel kunnen terechtkomen, zeker tot na de zomer. Maar voor ons moet dat gedrocht van een barometer weg. Ik heb daar al veel argumenten voor gegeven maar ik zal er nog een aan toevoegen. Wij hebben een onderzoek aangevraagd naar de IC-cijfers (intensive care) maar vooral naar de ziekenhuisopnames tijdens de grieppandemieën van de afgelopen tien jaar. Wat zien we vandaag? Op die barometer zitten we onder de parameter van de IC-bedden maar boven de gewone ziekenhuisopnames. We moeten kijken naar hoe de situatie was in ziekenhuizen onder de griep, maar het onderzoek moet nog verschijnen. Ik zal het zo snel mogelijk aan de commissie bezorgen. Ik kan u echter voorspellen dat wanneer we ons daarop blijven baseren, we elke winter alles zullen kunnen sluiten. Nu voor het coronavirus, tien jaar geleden voor het griepvirus en over tien jaar wellicht voor iets anders.
Het is belangrijk dat we kijken naar de variant die geldt. Er kan een strengere variant komen, daar kan niemand een voorafname op doen. Maar op dit moment is dit niet het geval. Het is een minder ziekmakende variant en dus vraag ik om te stoppen met naar die parameters te kijken en alles te openen. Weg met alle maatregelen, hier en daar een mondmasker tot daaraan toe, maar wij vragen duidelijk vrijheid nu.
De vraag om uitleg is afgehandeld.