Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Afgelopen donderdag werden bij het Antwerpse veilinghuis Bernaerts stukken verkocht uit de kunstcollectie van wijlen Jan Hoet. De familie verkoopt ze om met de opbrengst het beheer van hun vaders verzameling te bekostigen en hoopt dat er in de toekomst een geldschieter voor een Jan Hoetstichting of -museum op de proppen komt. “Wij hebben middelen nodig voor de conservatie van die verzameling, die zeshonderd stuks telt”, zegt zoon Jan Hoet Junior. De man betreurt, mijns inziens terecht, dat noch de Stad Gent, noch het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst (S.M.A.K.), het museum opgericht door Jan Hoet, interesse heeft in de verzameling.
De veiling omvat zo’n zestigtal kunstwerken, zowel edities als originele werken, vaak met een speciale opdracht, van onder meer Michaël Borremans. Het belang van Jan Hoet mag uiteraard niet onderschat worden. In Vlaanderen was hij de initiatiefnemer voor het S.M.A.K., maar ook in een internationale context realiseerde hij als curator tentoonstellingen over de hele wereld, van Montreal tot Lissabon, van Tokio tot Mexico Stad. Zo organiseerde hij onder meer de spraakmakende tentoonstellingen Documenta IX in Kassel, Ripple Across the Water in Tokio en Sonsbeek 9 in Arnhem. Van 2003 tot 2008 was hij de artistieke leider van het Marta Herford Museum in Duitsland.
Als we de erven van Hoet mogen geloven, zou deze meer dan zeshonderd kavels tellende collectie, die in feite als Hoets privéarchief kan worden beschouwd, een uniek inzicht in zijn leven en werk geven.
Gelet op de weinig ideale omstandigheden waarin deze verzameling momenteel wordt bewaard en het belang ervan, had ik graag van u, minister-president, vernomen of er stappen zullen worden ondernomen om de integriteit van deze collectie te bewaren en ze meteen ook voor eventueel verval te behoeden. Ziet u voor uzelf of uw departement een rol weggelegd om eventueel te bemiddelen met een museale of kunstinstelling om deze verzameling te integreren in de collectie van dat museum dan wel kunstinstelling?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ook ik heb vernomen dat er op donderdag 9 december een zestigtal stukken geveild werden uit de privécollectie van Jan Hoet. Het betreft kleinere werken, zoals edities en multiples, die persoonlijk aan Jan Hoet werden geschonken doorheen zijn carrière. Deze verkoop werd georganiseerd door de familie om de rest van de privécollectie beter te kunnen bewaren.
Hierbij is de – via de pers gestelde – vraag om actie te ondernemen om de volledige privécollectie te behouden voor verval, me niet ontgaan. Ik acht het van groot belang dat de naam van Jan Hoet en zijn betekenis voor het kunstenveld niet verloren gaat. Het S.M.A.K. is zijn grootste realisatie en erfenis. De Vlaamse overheid ondersteunt de werking van dit museum dan ook jaarlijks met een aanzienlijke structurele werkingssubsidie van 1.426.000 euro. Maar ik onderschrijf dat ook het archief en de privécollectie niet verloren mogen gaan. Diverse spelers in het cultureelerfgoedveld kunnen hierbij een rol spelen.
Zoals hierboven omschreven, zijn er diverse spelers in het cultureel erfgoed die deze vraag ter harte kunnen nemen. Stuk voor stuk zijn het spelers met een belangrijke inhoudelijke expertise in de bewaring en ontsluiting van hedendaagse kunst.
De eerste gesprekspartner is uiteraard het S.M.A.K., dat zich reeds meermaals bereid toonde om in gesprek te gaan met de familie en de mogelijkheden te bekijken. Daarnaast is er het Centrum Kunstarchieven Vlaanderen, dat kunstenaars en privé-organisaties begeleidt bij de zorg voor kunstenaarsarchieven en nalatenschappen. Ook zij kunnen advies verlenen betreffende de eventuele oprichting van een stichting en de bewaring en de ontsluiting van het persoonlijk archief van Hoet.
Ook het Museum Dhondt-Dhaenens heeft reeds aangetoond dat het de erfenis van Jan Hoet naar waarde schat. Een aantal jaar geleden kocht het de bibliotheek van Jan Hoet aan en die is nu raadpleegbaar in de Kunstenbibliotheek op de Bijlokesite te Gent. In 2019 organiseerde het nog een tentoonstelling met kunstenaars uit het archief en de collectie van Jan Hoet. Dit museum heeft veel ervaring met het beheren van privéverzamelingen.
Nu wenst de familie de kunstwerken het liefst te verkopen. Het aankoopbudget van onze Vlaamse musea is echter niet groot. De familie kan echter via deze organisaties zeker geholpen worden bij een herbestemming, een betere bewaring en de digitale ontsluiting van de privécollectie van hun vader. Hierbij dus een warme oproep aan de familie om contact op te nemen met deze organisaties en verdere gesprekken aan te gaan. Mocht er een moderatie nodig zijn bij deze gesprekken, dan kan er nog bekeken worden of het departement of ikzelf hierin een rol kunnen spelen. Daar zijn we zeker toe bereid.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat u het belang van de collectie onderschrijft en dat u een bemiddelende rol wilt opnemen, indien nodig. Maar ik begrijp ook uit uw antwoord dat, ondanks de organisaties die u hebt opgenoemd die een rol kunnen spelen, er nog geen gesprekken zijn, of toch niet waar u weet van hebt. Dat was het voornaamste waarnaar ik wou peilen. Dat is jammer en ik hoop dat u dit samen met ons mee in het oog houdt.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Als Gentenaar ben ik het aan mezelf verplicht om hierover ook tussen te komen.
Ik wil het verhaal nog een beetje vervolledigen. Nog voor het overlijden van Jan Hoet is er al een deelcollectie overgedragen aan een museum, specifiek het Museum Dhondt-Dhaenens, niet in Gent maar wel vlakbij. Dat ging om de verzameling boeken en notitieboeken, en het Museum Dhondt-Dhaenens heeft dat tentoongesteld in zijn Wunderkammer. Ik weet niet of jullie die ooit al eens hebben bezocht, maar dat is fenomenaal. De belangrijkste stukken uit de collectie-Hoet hebben toch al een plaats gevonden in dat museum, dat ondersteund wordt binnen het Cultureelerfgoeddecreet. Dat is op zich al een goede zaak.
De verdienste van Jan Hoet zelf is uiteraard het S.M.A.K. Daar is al naar verwezen. Dat is ook te zien aan de indrukwekkende collectie die zijn signatuur meedraagt. Het S.M.A.K en de stad Gent werken nu aan een uitbreiding van het museum, want het is echt uit zijn voegen aan het barsten, om de vijfhonderd werken uit de eigen permanente collectie te kunnen ontsluiten. Men is momenteel bezig aan een plan. Ik hoop dan ook dat deze Vlaamse overheid kan bekijken of een uitbreiding van het S.M.A.K. mogelijk gemaakt kan worden, want zaken aankopen is goed, maar er moet plaats zijn om ze tentoon te stellen.
Bij dezen een kleine aanvulling.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Ik denk dat het S.M.A.K. inderdaad de eerste en logische partner zou zijn om hierin op te treden, maar daarnaast zijn er natuurlijk nog verschillende andere cultureelerfgoedinstellingen die de rol van conservator zouden kunnen opnemen.
Minister-president, u doet hier een warme oproep aan de familie en zegt dat uzelf of uw departement klaarstaat om daarin een rol op te nemen. Beperkt u zich tot deze oproep of zult u proactief contact opnemen met de familie om te bekijken of eventueel een van onze instellingen de rol van conservator kan opnemen?
We moeten er ook wel over waken dat het S.M.A.K. zelfstandig zijn beleid kan voeren. Dat moet niet te hard aangestuurd worden vanuit deze commissie of door u als minister. Mocht er een mogelijkheid zijn dat deze collectie in een van onze cultureelerfgoedinstellingen zou kunnen worden opgenomen, dan zou dat een goede zaak zijn.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Als ik aangeboden heb om bemiddelend op te treden, dan is dat om partijen met elkaar in contact te brengen, zonder dat ik op voorhand zeg dat het zo of zo moet. Diegenen die moeten bepalen wat er met de collectie gebeurt, is de familie. Wij kunnen alleen maar luisteren naar de besognes en partijen met elkaar in contact brengen. Ik zal mij niet mengen met dit museum of dat museum of met die erfgoedinstelling die zus of zo moet doen. We kennen het veld en we zouden met de familie in gesprek kunnen gaan. Dat is een aanbod.
De vraag om uitleg is afgehandeld.