Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, wie mij kent, weet dat ik deze vraag over het hoger beroepsonderwijs 5 (hbo5) ondertussen al sinds 2104 stel in het parlement en nog veel vroeger op andere plaatsen.
Ik schets even kort de geschiedenis. 41 procent van de verpleegkundigen in onze ziekenhuizen en zorginstellingen heeft een diploma hbo5 Verpleegkunde. Voor de iets rijpere mensen hier aanwezig – ik probeer collega Laeremans ook altijd mee te betrekken – : het betreft de vroegere vierde graad Verpleegkunde. Die mensen zijn cruciaal. Waarom zijn zij cruciaal? Omdat zij letterlijk de handen, het hoofd en het hart aan de bedden van vele mensen zijn. Doe hbo5 Verpleegkunde weg en je moet letterlijk nagenoeg de helft van de ziekenhuizen en woonzorgcentra sluiten. Collega's, in deze coronatijden denk ik dat iedereen ervan overtuigd is dat dat geen goede zaak zou zijn.
Er zijn twee bekommernissen. De eerste bekommernis betreft de kwaliteit van de opleiding. Daar moeten we allemaal mee bezig zijn, we moeten daarnaar kijken. Maar Europa heeft die kwaliteit wel heel eng geformuleerd in een x-aantal uren opleiding en stage om euroconform te zijn – wat betekent dat zij naar ziekenhuizen in Polen, in Spanje en Portugal zouden kunnen gaan – en ook om de titel Verpleegkunde te kunnen dragen. En daar knelt het schoentje. Op een bepaald moment was er het idee om ‘Verpleegkunde’ te schrappen en daar ‘Zorgassistent’ van te maken. Collega's, als we kijken naar de instroom, naar het specifieke profiel van hbo5, dan komen die leerlingen veelal uit de opleidingen Verzorging, Sociaal-Technische Wetenschappen enzovoort. Gezien die instroom, is het dan ook belangrijk dat er een specifieke opleiding blijft binnen het secundair onderwijs, waarbij je verpleegkundige wordt met een specifieke aanpak die anders is dan de hogeschoolopleiding, de bachelor van vier jaar. Maar als je morgen die term verandert naar ‘Zorgassistent’, wat is dan nog de attractiviteit om dat te gaan doen? Wat is dan het verschil tussen Verzorging in het secundair, al dan niet met een zevende jaar, en dan nog eens hetzelfde? Bovendien zou je dan minder taken mogen doen in een ziekenhuis. Dat is geen verkieslijke optie, gezien de attractiviteit, het specifieke profiel en de lange ervaring die we daarmee hebben in Vlaanderen.
Daarbovenop komt nog het idee dat mensen die hbo5 Verpleegkunde in het secundair doen, dat zouden doen om nadien heel graag in een ziekenhuis in Polen te gaan werken. Met alle respect, maar ik ken geen mensen die dat om die reden zouden doen. En als je dat al zou willen doen, ga je naar een niveau 6, bachelor Verpleegkunde. En dan kan het wel, want dat is euroconform.
Er wordt regelmatig over ‘zalmen’ gesproken. Ik vind dat niet zo'n geweldig woord, want dan lijkt het alsof je van beneden naar boven gaat en dat is helemaal niet zo. Maar dit is wel een typisch schakelprogramma: leerlingen volgen een verzorgingsopleiding in het secundair, gaan naar de vierde graad Verpleegkunde, werken een jaar, krijgen dan de smaak te pakken en gaan dan via bijkomende cursussen toch nog richting die specialistische Verpleegkunde.
Collega's, onze Vlaamse Regering heeft in haar regeerakkoord ingeschreven dat die leerladder in de zorg cruciaal is: niveau 4, hbo5, bachelorniveau, niveau 6. We hebben die verschillende niveaus nodig. Dat eigenstandige profiel moet bewaard blijven en het moet wel degelijk Verpleegkunde zijn.
Een tijdje geleden was ik doltevreden. Want eindelijk hoorde ik in de plenaire vergadering van ons Vlaams Parlement dat alle partijen – álle partijen: de N-VA, de Open Vld, CD&V, Groen, Vooruit en Het Vlaams Belang – het kamerbreed eens waren over een eigenstandig profiel hbo 5 Verpleegkundige met de titel Verpleegkunde. Ik dacht: ‘Bon, het is klaar. Daniëls, een van uw terugkerende vragen, schrap die maar.’
Totdat er mij signalen bereikten dat er op federaal niveau in een werkgroep opnieuw voorligt om de opleiding weer ‘Zorgassistent’ te noemen, met een uitbreiding van uren en dergelijke meer. Dat betekent eigenlijk gewoon terug naar af. Er was ook paniek naar aanleiding van een Facebookbericht. Minister Beke heeft mij al gezegd dat dat Facebookbericht fout was. Hij heeft dat zelfs benoemd als fake news. Ik heb hem daar afgelopen dinsdag over bevraagd.
Maar, minister, dat heeft natuurlijk ook een impact op ons opleidingslandschap en onderwijslandschap. Kunt u bevestigen dat dat fake news is?
Wanneer vinden de overlegmomenten met de werkgroepen plaats? Wanneer zal er een advies worden geformuleerd?
Kunt u wat meer toelichting geven over de veranderingen waarover er in de werkgroepen wordt gesproken? Gaat dat over de wet op de uitvoering van de taken, het vroegere KB 78? Wat mogen die hbo5’ers doen?
In de sector doet die naamsverandering naar Zorgassistent de ronde. Wat zit daar nu achter? Wanneer had u voor het laatst contact met uw federale collega van Volksgezondheid over de mogelijke aanpassing van die opleiding?
Minister Weyts heeft het woord.
Er zijn in dit heel moeilijke dossier ondertussen al grote stappen vooruit gezet. Tijdens de vorige regering zijn we er absoluut niet in geslaagd om daarin vooruitgang te boeken, nu gaat het er mijn inziens echt wel op vooruit. Er werd een interfederale taskforce ‘Functiemodel voor de verpleegkundige zorg van de toekomst’ opgericht. Zoals de titel aangeeft, is het doel om een functiemodel voor die verpleegkundige zorg uit te tekenen. Op basis van dat projectplan zou men tot een leer- of zorgladder moeten komen met minimaal enkele categorieën, namelijk drie. Een eerste categorie zijn de algemene zorgen. Op niveau 4 gaat dat over de zorgkundige, de verzorgende. Op niveau 5 is er onze hbo5-opleiding met een afzonderlijk profiel, waarvan de naam nog moet worden bepaald. Op niveau 6 gaat het over de algemeen verpleegkundige. Een tweede categorie zijn de gespecialiseerde zorgen. Op niveau 6 zijn het de gespecialiseerde verpleegkundigen, op basis van generieke specialisatiedomeinen. Een derde categorie is de ‘advanced practice nursing’. Daar zitten op niveau 7 de verpleegkundig specialist en op niveau 8 de klinisch verpleegkundig onderzoeker.
Aan Vlaamse zijde hebben wij de werkzaamheden van die interfederale taskforce niet bepaald afgewacht. Op Vlaams niveau hebben we medio dit jaar een functiemodel Zorg en Verpleegkunde uitgetekend, dat we ook hebben bekrachtigd op Vlaams niveau. Dat model vertrekt van de categorieën die ik net heb benoemd. Deze taskforce startte in september en er werd vooropgesteld dat de werkzaamheden eind deze maand zouden moeten zijn afgerond.
Binnen deze federale taskforce zijn twee werkgroepen actief: één voor de basisopleiding en één voor de specialisaties. In die werkgroepen zitten leden van de Federale Raad voor Verpleegkunde, de Technische Commissie voor Verpleegkunde, de Algemene Unie van Verpleegkundigen van België (AUVB) en het onderwijsveld – zowel het secundair onderwijs als hogescholen en universiteiten. In de stuurgroep van de taskforce zijn vertegenwoordigers van de kabinetten opgenomen. Mijn eigen kabinet is daarin vertegenwoordigd, maar ook het kabinet van Volksgezondheid.
Volgens de opdracht van de taskforce moet de uitwerking van de roadmap gebaseerd zijn op drie pijlers. Ten eerste, een taak- en functiedifferentiatie: voor elke functie wordt een opleidings- en competentieprofiel uitgewerkt. Ten tweede, transitie- en doorstroommogelijkheden. Ten derde, flankerende maatregelen, waarbij men beoogt om concrete voorstellen op te nemen om de aantrekkelijkheid van de zorgberoepen te verhogen.
De opdrachten van de taskforce zijn ook: de vaststelling van het functieprofiel op niveau 5 en het opleidingsniveau, voor de andere functieprofielen de validatie van de profielen zoals ook door de Federale Raad voor Verpleegkunde opgesteld, de definiëring van de concrete generieke specialisatiegebieden, de opsomming van de noodzakelijke reglementaire wijzigingen, eventuele overgangsmaatregelen, het voorzien in haalbare brugopleidingen tussen de verschillende opleidingen en het opmaken van voorstellen ter verhoging van de attractiviteit van het verpleegkundig beroep – ik zei daarstraks al dat dat een doelstelling is.
Op basis van de voorstellen zal de federale overheid al dan niet beslissen om een nieuw profiel in te schrijven in de gecoördineerde wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Op basis daarvan kunnen wij dan ook op Vlaams niveau een beroepskwalificatie ontwikkelen en inschalen. Indien die zou worden erkend op niveau 5 van de Vlaamse kwalificatiestructuur, zou de hbo5-opleiding Verpleegkunde hiernaar worden omgevormd.
Maar zoals ik al toelichtte, is op dit ogenblik het functieprofiel op niveau 5 nog niet uitgewerkt en is er ook nog geen naam voor vastgelegd. Ik zou wel zeker de associatie met verpleegkunde willen behouden. Maar ik kan daar nog geen verdere informatie over verstrekken. Er circuleerden op verschillende platformen misschien wel wat berichten, zoals u ook zei, maar dat mogen we geen kans geven om het denkwerk van die werkgroepen te hypothekeren. Vanuit de federale stuurgroep werd daarover een korte communicatie uitgestuurd met een beetje dezelfde boodschap.
Ik hoop dat daarmee de onzekerheden en onjuistheden zijn weggewerkt. Gelet op de complexiteit en de gevoeligheden van dit dossier, zoals geïllustreerd in de vorige regeerperiode, moeten we behoedzaam te werk gaan, met enige sereniteit. Ik hoop dat we dit tot een goed einde kunnen brengen. Ik moet zeggen dat ik ter zake positiever gestemd ben, omdat de aanvankelijke posities van verschillende partijen in deze discussie sterk geëvolueerd zijn in de voor ons vrij goede richting.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u wel voor die geruststellende woorden dat die term van Zorgassistent die circuleerde, duidelijk nog niet beslist is en meer zelfs, dat u op de lijn van het Vlaams regeerakkoord en het uitgangspunt van de Vlaamse Regering blijft staan dat hbo5 Verpleegkunde inderdaad verpleegkunde is. Ik denk dat dat bij iedereen ook is gaan rijpen. Alle partijen zeggen ook dat we meer mensen nodig hebben, dat er grote noden zijn. Als je dan in een theoretisch model zou gaan zeggen dat we het toch geen Verpleegkunde gaan noemen, schiet je jezelf natuurlijk onlosmakelijk in de voet.
Ook wat betreft het theoretische verhaal van Europa, van euroconform, is het laatste wat we willen mensen gaan opleiden die dan in een ziekenhuis in Polen of in Spanje gaan werken, terwijl we hier grote noden hebben. Dat we moeten kijken naar de invulling ervan en welke taken die doen en dat we de mensen die hbo5 Verpleegkunde doen, goed moeten opleiden, daar ben ik het absoluut mee eens. Ik denk dat er daar in het verleden ook een aantal knelpunten waren. Die moeten we ook benoemen. Maar in de taken die ze mogen uitoefenen – ik heb ook aan minister Beke gevraagd om dat mee te bewaken – moet het voldoende ruim zijn. Als die taken te weinig ruim zijn, rijden we opnieuw vast langs de andere kant, van mensen die we niet vinden.
Het is ook belangrijk – ik wil toch die oproep doen – dat die knoop in de goede richting gaat. Laat ons dat ei nu leggen. Dat is ook een oproep aan alle partijen. Ik zie hier heel veel handjes in de lucht gaan. Dat zijn, denk ik, ‘high fives’ om te zeggen: ja, we doen het. Dat is een goede zaak. Ik zie collega Goeman ook al een brede glimlach tonen, collega Anaf had die ook. Aangezien jullie de minister van Volksgezondheid in de rangen hebben, neem ik aan dat u het, zoals in het verleden ook, volmondig zult steunen.
Minister, we moeten daar vrij snel een ei leggen vanwege de inschrijvingen in die opleiding. Die komen er immers ook aan. Zolang er onzekerheid is, heb je twee problemen. Ten eerste: de mensen die werken in hbo5 Verpleegkunde, kijken met de onzekerheid links en rechts eens rond en vandaag zijn er op de markt jobaanbiedingen genoeg. Anderzijds, bij leerlingen die potentieel willen instromen en zich inschrijven, zeggen ouders om toch een beetje uit te kijken omdat ze niet weten wat dat gaat geven. Hierdoor – nu ben ik heel cynisch, ik hoop dat er zo geen mensen zijn – heb je, als je dit nog even volhoudt, geen leerlingen meer en zou je kunnen zeggen: ‘Die hbo5, dat was het toch niet.’ Ik weet dat u een optimist bent en in alle plassen water de zon en zeven zonnen ziet schijnen, maar ik wil toch vragen om daar wat vaart achter te zetten om dat dossier af te ronden, zodat die duidelijkheid er eindelijk is en de energie kan gaan naar de opleiding in verpleegkunde en niet naar zich zorgen maken en eventueel foute berichten de wereld in sturen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik denk dat het in al mijn tussenkomsten over dit thema heel duidelijk is dat ik ook een zeer sterke ‘believer’ ben in die leerladder in de zorg en dat mijn zorg ook heel groot is wat betreft de attractiviteit voor de verpleegkundige opleiding, want we hebben echt alle handen aan het bed nodig, zeker de verpleegkundige handen, als ik het zo mag verwoorden.
Wij gaan niet mee – het is ook al zeer duidelijk gehoord in de commissie Welzijn, collega Daniëls verwees er al naar – in dat verhaal van dat fake news. We willen absoluut tegenspreken dat er ook maar sprake zou zijn van het intrekken van visa van mensen die de opleiding hbo5 gevolgd zouden hebben, wat heel straf is. Het laatste wat we nu nodig hebben, collega’s, is onrust in onze zorginstellingen. Ik denk dat we er alles aan moeten doen om snel duidelijkheid te creëren. Bij dezen kunnen we dat ook doen. Vanuit onze fractie herhaal ik gewoon wat we al gezegd hebben in de andere tussenkomsten: dat we willen dat elke verpleegkundige erkend wordt en dat we dus ook gaan voor een verpleegkundig profiel voor onze hbo5’ers. Ik denk dat dat zeer duidelijk is. Ik roep wellicht samen met de collega’s hier op om daar snel werk van te maken.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
De minister heeft natuurlijk al een omstandige stand van zaken gegeven, maar ik wilde ook van de gelegenheid gebruikmaken om nog eens in de verf te zetten dat ook wij absoluut de meerwaarde zien van de richting hbo5 Verpleegkunde. We hebben natuurlijk ook opgepikt dat er onrust was op het terrein, onder andere over die naam. Ik kan daar alleen maar over meegeven dat er al een overleg geweest is met de ‘hbo5 Verpleegkunde’-federatie op het kabinet van minister Vandenbroucke en dat dat zeer constructief is verlopen. Maar, zoals minister Weyts ook zei, is het nu vooral een kwestie van die taskforce in alle sereniteit zijn werk te laten doen. We moeten nu vooral gaan voor een resultaatgerichte aanpak, waarbij die taskforce, uiteraard in overleg met de mensen op het terrein, zo snel mogelijk het debat voert rond die zorgladder om tot een oplossing te komen waar iedereen zich in kan vinden. Daar wordt op dit moment druk aan gewerkt. Dus inderdaad: hoe sneller, hoe beter, zodat er duidelijkheid komt voor de mensen die geïnteresseerd zijn in de opleiding hbo5. Ik kan mij alleen maar aansluiten bij wat de collega’s hebben gezegd, dat dat alleen maar de aantrekkelijkheid van de richting hbo5 Verpleegkunde ten goede zal komen. We kunnen het belang daarvan niet overschatten, aangezien we in de zorg vandaag alle handen kunnen gebruiken.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u wel, minister, en dank ook, collega Daniëls, voor deze vraag. Ik sluit mij zeker aan bij uw bezorgdheden hieromtrent. Ik ben uiteraard ook benieuwd naar wat er binnenkort uit die interfederale taskforce zal komen.
Een tijdje geleden heb ik in deze commissie gezegd dat ook wij er ons niet in kunnen vinden dat hbo5-afgestudeerden maar een kwalificatie zouden krijgen als verpleegassistent of zorgassistent en dus zogezegd niet bekwaam zijn om zelfstandig te kunnen functioneren als verpleegkundige.
Dit doet mijns inziens te kort aan hetgeen die verpleegkundigen werkelijk kunnen en in de praktijk ook effectief doen. Een naamswijziging naar bijvoorbeeld zorgassistent leidt tot imagoschade, met het gevolg dat er minder inschrijvingen zullen zijn in de hbo5-opleiding, terwijl deze opleiding net zoveel troeven heeft door de korte duur en de erg praktijkgerichte aanpak, iets wat net aantrekkelijk is voor jongeren uit het tso en bso, of voor wie zich wil heroriënteren en zijn of haar jobkansen wil verhogen.
Minister, ik hoorde u zeggen dat de associatie met verpleegkundigen behouden zal blijven. Ik hoop dat dit ook het geval zal zijn.
In Vlaanderen zitten we al met een tekort aan verpleegkundigen, dus als we niet zouden voldoen aan bepaalde Europese regels, het zij zo. Als daardoor blijkt dat ze geen Europese titel als verpleegkundige krijgen, het zij zo. We moeten de verpleegkundigen in Vlaanderen dan ook vooral hier houden, zoals collega Daniëls zei. In Vlaanderen moeten we daar alles aan doen zodat het tekort teruggedrongen wordt. Dat gaan we niet bereiken als die opleiding bijvoorbeeld langer zou worden.
De heer Danen heeft het woord.
Er moet vlug duidelijkheid komen over die kwalificatie. Ik zie niet in wat er de komende maanden nog op tafel zal komen wat we vandaag niet kennen. Alle elementen liggen op tafel, nu moet er gewoon worden beslist.
Hbo5-verpleegkundigen of de A2’ers van vroeger zijn mensen die verpleegkundig werk doen. De associatie met de naam verpleegkundige moet alleszins worden behouden.
Minister Weyts heeft het woord.
Daar heb ik nog weinig aan toe te voegen. Het is bijna kerstdag en er is een grote eenstemmigheid in de commissie. Ik verheug me daarover en ik hoop dat die grote eenstemmigheid zich ook vertaalt op het niveau van de interfederale taskforce en dat we daar snel kunnen landen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Inderdaad, ik was hier al de blokken voor het houtvuur aan het zoeken om samen marshmallows te smelten en Kumbaya te zingen, samen met alle hbo5-verpleegkundigen – Vlaams, federaal, allemaal samen. Ik hoop dat dat nog kan voor Driekoningen, dat we met de N-VA, CD&V, Vooruit, Groen en het Vlaams Belang – de collega's van Open Vld heb ik niet gehoord, maar ik neem aan dat ze dit oorverdovend luid steunen – dat ei leggen. Hbo5 Verpleegkunde, met inderdaad verpleegkunde in de titel, blijft bestaan zonder grote verlengingen, met, in de wet op de uitoefening van de taken, dat ze wel degelijk specifieke taken in de verpleegkunde kunnen uitoefenen, die een pakket zijn waarbij je trots de benaming hbo5 Verpleegkunde kunt dragen.
Ik zal me deze commissievergadering nog lang herinneren, samen met de commissie Welzijn, op het vlak van de eensgezindheid. Ik wil dan ook vragen aan alle collega's die daar macht en kracht toe hebben, zoals de fractieleider van Vooruit in het Vlaams Parlement, om die boodschap over te brengen aan de federale collega's. Mevrouw Goeman, ik zie u knikken, dus dat kan niet meer misgaan. Collega's, ik kijk ernaar uit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.