Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over de open brief van de minister aan de Vlaamse land- en tuinbouwers
Vraag om uitleg over het welzijn van de landbouwers naar aanleiding van de crisis in de sector
Vraag om uitleg over het mentale welbevinden van landbouwers
Verslag
Mevrouw Talpe heeft het woord.
We hebben het al vaker gehad over het mentaal welzijn bij landbouwers. In één adem wordt dan ook de vzw Boeren op een Kruispunt genoemd, die verdienstelijk werk levert om boeren en hun families psychologische en praktische steun te bieden. Maar blijkbaar staan het water erg hoog aan de lippen bij heel wat boeren, tot ver erboven zelfs. De Ieperse – jawel, van mijn eigen stad – landbouwer Philip Fleurbaey, voorzitter van onze landbouwraad, trok aan de alarmbel nadat hij het nieuws vernam dat een collega, ook een stadsgenoot, zich uit wanhoop door de aanhoudende situatie van het leven heeft benomen. Hij roept alle boeren, man en vrouw, op om zich via Facebook en Twitter te laten horen en hun verhaal te doen aan ministers Crevits en Demir. Hij doet dat heel constructief; zijn doel is om te komen tot structurele oplossingen op korte termijn.
De crisis in de varkenshouderij is daarvan een zeer tekenend triest voorbeeld. Er dienen zich heel wat problemen aan bij de landbouwers. Maar ook de aardappelboeren en de melkveehouders hebben bijvoorbeeld al veel betere tijden gekend. Het aantal landbouwers daalt sowieso al elk jaar, we hebben onder meer de vergrijzing en het gebrek aan opvolging en goesting bij de jonge mensen om boer te worden.
Heel wat boeren overwegen om te stoppen omdat ze het niet meer leefbaar kunnen houden. Daarnaast is er heel de thematiek rond milieu, klimaat en dierenwelzijn, die heel hard weegt op de sector en vaak in een polariserende context wordt gezet, waardoor het mentaal welzijn van de landbouwers nogmaals onder druk komt te staan.
Ik heb daarnet al gezegd dat de schrijfactie van de heer Fleurbaey niet polariserend was maar heel constructief. Hij vraagt aandacht voor de situatie in de sector en wil een signaal geven om na te denken over de toekomst van de land- en tuinbouw in Vlaanderen.
Dan kom ik naadloos bij de open brief die de minister heeft verstuurd naar de ‘flandriens van het veld’ om hen een hart onder de riem te steken en om te tonen dat ze begrip heeft voor de vele uitdagingen die op hun pad liggen en mee nadenkt over oplossingen. Dit kwam er naar aanleiding van de Dag van de Landbouw die bijzonder succesvol was, met 45.000 huishoudens die kwamen kijken hoe het eraan toe gaat in een landbouwbedrijf.
Minister, u probeert een concreet gezicht te geven van de landbouw aan de Vlaming. U raakt in uw open brief heel wat thematieken aan die leven en die we hier al verschillende keren hebben besproken: administratieve overlast, toegang tot grond, zwakke prijsvorming, gebrek aan waardering en sombere toekomstperspectieven. U verbloemt ook niet dat extra inspanningen nodig zullen zijn onder andere in het kader van het stikstofdossier en het veranderende klimaat. U maakt duidelijk dat we onze nek zullen moeten uitsteken voor de sector.
U doet net als de heer Fleurbaey een oproep om naar buiten te komen met de zorgen, en u roept de agrovoedingsketen, en eigenlijk alle Vlamingen en de media, op om trots te zijn op wat onze boeren elke dag doen, hun waardering en respect te tonen en een correcte prijs voor hun producten te willen betalen. Dat is een statement dat ik graag onderschrijf en waarvoor u waardering verdient. Maar oproepen om de nek uit te steken, is meteen ook een engagement om als lid van de uitvoerende macht hierin het voortouw te nemen.
Minister, hoe staat u tegenover de schrijfactie van de Ieperse landbouwer? Hebt u naar aanleiding van zijn oproep al veel reacties van boeren ontvangen? Wat zijn de meest aangehaalde problemen? Welke opvolging geeft u concreet aan deze schrijfactie? Toont de evolutie van het aantal stopzettingen en faillissementen aan dat de situatie verslechterd is? Blijkt uit recente cijfers van de vzw Boeren op een Kruispunt (BOEK)dat meer landbouwers richting de vzw stappen of ondervindt u dat er nog een zekere drempel is? Kunnen we dit aanpakken?
Welke opvolging zult u aan de open brief geven om zelf als voortrekker stappen te zetten? Welke inspanningen zult u leveren om boeren een groter forum te geven zodat ze hun zorgen kunnen bekendmaken en de maatschappelijke waardering kan worden opgeschroefd? Welke acties zult u naar de media ondernemen om de vaak polariserende berichtgeving en onjuiste informatie te temperen? Zult u extra inspanningen doen om de administratieve overlast te verlagen? Dat kan onder meer via een actieplan met duidelijke doelstellingen. Wat onderneemt u om het ketenoverleg aan te sporen zodat de boeren een fairder aandeel van de winst kunnen ontvangen? Op welke manier wilt u elke Vlaming overtuigen om een correcte prijs te betalen voor onze dierbare landbouwproducten?
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik zou eigenlijk kunnen zeggen dat ik me aansluit bij de vragen van de vorige spreker.
Minister, het is een feit dat de problematiek in de land- en tuinbouwsector, en in het bijzonder in de varkens- en de melkveesector, hier iedere week aan bod komen. Ik heb vorige week nog een vraag gesteld over de melkveehouderij. Ik begrijp dat ook wel want de crisis sleept al jaren aan. Er komen ook maar geen oplossingen.
Ik was ook bijzonder getroffen door de open brief van de heer Fleurbaey, niet het minst omdat de aanleiding een zelfmoord van een collega van hem was. Ik krijg het altijd een beetje koud als ik over zelfmoord hoor. Ik heb zelf familieleden die zelfmoord hebben gepleegd. Dat valt hier wel buiten, maar toch. Ik vond het zeer emotioneel.
Normaliter stellen we hier vragen over de crisis naar aanleiding van een persbericht van een of andere landbouworganisatie. Wij herhalen dan de eisen van de landbouworganisaties. Maar nu komt het recht uit het hart van iemand. Ik spreek met heel wat landbouwers en weet uit ervaring dat het bij heel veel van hen heel moeilijk is en dat er voor sommigen geen toekomst meer is.
Er zijn verschillende oorzaken. Het is niet gemakkelijk omdat in een-twee-drie op te lossen natuurlijk, minister. Maar ik vind dat we die mensen niet alleen hoop moeten geven maar dat we ook moeten zorgen voor oplossingen. Ik weet wel dat wij gebonden zijn aan Europa, want een groot stuk van het landbouwbeleid wordt bepaald door de Europese Unie. Maar blijkbaar snappen die mensen niet dat wij met een apart systeem van landbouw zitten en dat men de landbouw zou moeten behandelen volgens de regio's. Terwijl men in andere landen wel steun kan verlenen voor bepaalde sectoren, kan dat hier niet of toch moeilijker.
Is dat een alleenzaligmakende oplossing? Ik weet het niet. Ik denk dat wij op termijn toch eens een fundamenteel debat zullen moeten voeren over de toekomst van onze landbouw. Ik zeg nogmaals dat ik hier gerust iedere week een vraag wil komen stellen over een of ander crisismoment in de sector. Want er is niet alleen de open brief. Gisteren was er nog een actie van het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) bij de grootwarenhuizen en enkele distributiecentra. Ik heb begrepen dat zij die acties zullen verderzetten zolang er geen oplossingen komen voor hun grieven. Die grieven onderschrijven de meesten van ons terecht, zeker wat de prijszetting in grootwarenhuizen betreft. We hebben dat hier ook al een paar keer gezegd. U zegt dat dat uw bevoegdheid niet is. Ik begrijp dat ook. Het is de markt die speelt. Maar u kunt daar misschien wel een faciliterende of verzoenende rol in spelen, zoals u al een paar keer hebt aangekondigd.
Dan is er het punt van milieu en klimaat, waar de collega ook naar heeft verwezen. Het blijft maar op de landbouwers afkomen. De moed zakt hun in de schoenen. Er is ook de administratie. Sommigen zeggen dat ze meer achter hun bureau zitten dan op het veld, maar dat is een oud zeer. Dan komt er straks ook nog het stikstofdossier bij, waarvan we het laatste nog niet hebben gezien.
Minister, ik heb een aantal vragen omdat de schrijver van de brief verwijst naar een vriend van hem die zelfmoord heeft gepleegd. Ik heb al een paar keer cijfers van zelfmoord in landbouwmiddens gezien. Het blijkt dat die hoger liggen dan in de rest van de maatschappij. Is dat zo? Hebt u cijfers per provincie en per regio? Heeft dat er ook mee te maken? Hoe reageert u op de noodkreet van de briefschrijver? Hoeveel brieven hebt u ondertussen ontvangen? Wat was de algemene inhoud? Wordt er ook individueel gereageerd op de brieven of wordt er gewoon een standaardbrief gestuurd? U weet dat ik het nogal heb voor persoonlijk contact. Ik weet dat daar heel wat tijd in kruipt. Ik denk dat boeren heel introvert zijn wanneer het gaat langs telefoon of e-mail, maar in een persoonlijk gesprek zijn ze misschien wat spraakzamer.
Gaat u in overleg met minister Demir van plattelandsbeleid en minister Beke van Welzijn? Welk initiatief kunt u daar nemen? Is een overkoepelend initiatief vanuit de drie beleidsdomeinen misschien een optie? Hoe wordt Boeren op een Kruispunt specifiek ingeschakeld in dit dossier?
Ik heb daarnet nog vlug iets bijgeschreven en ik weet wel dat u daar niet op zult antwoorden want het is niet uw volledige bevoegdheid: wat is de stand van zaken in het stikstofdossier?
Dat is een debat op zich, collega.
Ik kan het maar proberen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik ben graag even op bezoek in de commissie Landbouw want de noodkreet van de diepe Westhoek, waar ik woon, heeft mij ook bereikt. De landbouwsector staat onder grote druk. Ik ga niet herhalen wat de collega's al hebben aangegeven. Minister, het valt mij toch op dat er vier collega's uit West-Vlaanderen een vraag stellen.
Voorzitter en minister, jullie weten als geen ander dat wij wroeters zijn, dat wij altijd door doen, ‘alsan deuredoen’ zoals wij zeggen, en dat wij ‘binnenfretters' zijn. Wij antwoorden niet altijd echt als iemand ons vraagt: ‘hoe is’t?’. Het zit niet in ons DNA om te zeggen hoe we ons voelen. Als we dan op de Dag van de Landbouw – er waren ook de Internationale Werktuigendagen – heel veel boeren trots zien, mogen we daar fier op zijn en die trots ook uitdragen, maar liever niet alleen op die dag maar op alle dagen.
En als we dan net op die dag het signaal horen van een Ieperse landbouwer die aangaf dat hij een briefschrijfactie zou opstarten – hij zei: schrijf het van je af, dat lucht op – dan raakt dit ons allemaal, daar kunnen we niet omheen.
Als lokaal mandataris hebben we het geluk om te velde te gaan, om steeds meer mensen te horen. Steeds meer mensen spreken me ook aan en zeggen dat het water hun effectief aan de lippen staat.
Minister, dit laat je niet koud. U kroop ook in uw pen, u schreef een brief aan de Flandriens van het veld, aan de wroeters, aan de mensen die altijd voortwerken. Daarom heb ik een aantal vragen over de huidige situatie.
Minister, wat is de stand van zaken van de overlegtafel voor het mentaal welbevinden in de landbouwsector? Worden er bepaalde acties naar voren geschoven om eerder uit te rollen vanwege de huidige precaire situatie?
De hulporganisatie vzw Boeren op een Kruispunt wordt tijdelijk versterkt. Hoe gebeurt dat concreet en voor hoe lang?
Gaat u in gesprek met uw collega Demir, bevoegd voor Omgeving om de vele verzuchtingen van de landbouwers ten aanzien van maatregelen die ook onder haar bevoegdheid vallen, te bespreken?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, straks is er ook een vraag om uitleg over het actieplan over het welbevinden. Ik besef zeer goed dat actieplannen, hoe goedbedoeld en nuttig en nodig ze ook zijn, tekortschieten bij een crisis in de varkenshouderij zoals vandaag.
Bij verhalen over half gevulde brooddozen voor kinderen, onbetaalde facturen, zelfs van ziekte of levensverzekering, slaat het woord actieplan als een tang op een varken in zulke schrijnende situaties. Daarom is het voor mij alle hens aan dek om die liquiditeitsproblemen te helpen oplossen. Het is ook nodig dat we allemaal luidop onze steun aan onze boeren uitspreken.
Er werd verwezen naar de briefactie van de landbouwers. Ik deel ten volle de oproep 'Spuug het der ut' in het West-Vlaams, afhankelijk van waar je woont in West-Vlaanderen. De dialecten verschillen daar nogal van het noorden tot het zuiden, van het oosten tot het westen. Vandaar dat ik heb beslist om een algemene open brief te schrijven.
Het initiatief zelf heeft me oprecht geraakt. Ik vind ook dat boeren naar buiten moeten komen met hun zorgen en problemen. Hun situatie ligt me na aan het hart. We krijgen ook heel wat reacties van onze landbouwers en ik ga ervan uit dat jullie ook allemaal gelijkaardige verhalen te horen kregen en krijgen, vooral met een beschrijving van een gevoel van radeloosheid, gebrek aan perspectief, moeilijke prijsvorming en ook een gebrek aan waardering voor de boeren en de sector in het algemeen.
Ik heb een ontmoeting gehad met zes of zeven landbouwersvrouwen, boerinnen dus, en los van de liquiditeitsproblemen was het gebrek aan respect één van de grote zorgen die ze hebben. Dat respect ervaarden ze vroeger wel van ouders en op school, maar dat is er vandaag niet meer, integendeel. Men wordt geassocieerd met alles wat negatief is en ook daarmee moeten we naar buiten treden.
Ik wil niet hebben dat we in Vlaanderen plots geen boeren meer hebben en dat we voor onze voedselvoorziening totaal afhankelijk worden van het buitenland. Soms kreeg ik het verwijt dat we te veel exporteren en ik ben bereid om dat debat te voeren, maar ik wil niet dat we totaal afhankelijk worden van anderen. Dat betekent dat we respect moeten hebben voor zij die in het voorbije jaar, toen niets mocht en iedereen in z'n kot moest blijven, wel naarstig hebben doorgewroet en ervoor hebben gezorgd dat er voldoende productie was. Dat is ook een van de redenen waarom ik het belangrijk vond om toch ook mijn brief te schrijven als teken van respect.
Collega Talpe, u hebt zeer terecht verwezen naar de rol van de media en de aanwezigheid van onjuiste of zelfs polariserende informatie.
Nu al reageert ons departement op onjuiste informatie over landbouw. Er is ook altijd een recht van antwoord maar dat komt achteraf en krijgt dus altijd minder aandacht. Ik maak er een erezaak van om zelf geen polariserende boodschappen en geen polariserende toon de wereld in te sturen en ik roep iedereen op, ook opiniemakers en redacties, om hetzelfde te doen en daar aandacht voor te hebben. Dat geldt trouwens niet alleen voor de landbouw maar in het algemeen. We staan altijd bijzonder snel klaar om een ander of anderen te veroordelen.
In de schoot van de Vlaamse Regering zijn ook een aantal initiatieven opgestart om de regeldruk te beperken. Zo loopt er een initiatief met het oog op vereenvoudiging voor het einde van deze legislatuur. We plannen ook een aantal ingrepen om de administratieve lasten bij het ondernemen voor de landbouwers te verminderen. Maar u weet dat een landbouwer bij uitstek andere sectoren heeft die een impact hebben op zijn leven. Dus zelfs wanneer wij de regeldruk verminderen, blijft er nog heel wat federale en Vlaamse regelgeving.
Collega Sintobin, u hebt me erop gewezen, zeker naar aanleiding van de actie gisteren, dat ik al een aantal keren heb gezegd dat ik wil ingrijpen. Ik heb een eerste rondetafel gehad met de hele keten, van voeder tot winkel, waar de boeren een prominente plaats innemen. Wij zien een steeds sterker wordende concurrentie uit binnen- en buitenland.
Om die negatieve effecten tegen te gaan zijn er mogelijkheden binnen de mededingingsregels waardoor landbouwers kunnen samenwerken in producentenorganisaties. Dat is een optie waar ondertussen al heel wat sectoren gebruik van hebben gemaakt.
Begin dit jaar heb ik een initiatief genomen om een grotere markttransparantie in de agrovoedingsketen te verwezenlijken.
En tot slot is mijn federale collega de laatste hand aan het leggen aan de omzetting van de richtlijn over oneerlijke handelspraktijken. Dat is geen wondermiddel maar daarmee worden onze boeren en de kleine en middelgrote leveranciers beter beschermd door dwingende regels vast te stellen die bepaalde oneerlijke handelspraktijken verbieden. Dat moet dus ook dringend worden geoperationaliseerd.
Binnen een week of twee weken is er een opvolgvergadering gepland met de hele varkensketen om daar onder andere de brancheorganisatie die er voor de varkensketen zeker moet komen, in het leven te roepen. Ik denk dat collega Schauvliege lang geleden al eens een grote rondetafel heeft gehad waarin men tot de oprichting van een dergelijke brancheorganisatie is overgegaan maar het is er nooit van gekomen. Het is niet de minister die dat moet doen maar de sector. Je kunt hen overtuigen om dat te doen maar zij moeten het zelf doen. Ik hoop dat dat over een aantal weken zal lukken.
We hebben ook allemaal onze rol te spelen als consument. Overtuigen is hier natuurlijk van belang maar er is ook wel werk aan de beeldvorming van de sector. Ik probeer dagelijks de innovatieve praktijken van onze boeren aan het grote publiek te slijten. Vandaar ook nog eens de vermelding in de open brief. Ook de Dag van de Landbouw of de Werktuigendagen kunnen daartoe bijdragen. Het is fenomenaal hoe innovatief die sector is geworden. Het is spectaculair wat er nu bestaat, ook om een klimaat- en milieubijdrage te leveren. Ik ben daar bijzonder trots op maar jammer genoeg wordt dat allemaal relatief weinig belicht.
De extra inspanningen die we vragen aan ons voedselvoorzieningssysteem, moeten niet enkel door de landbouwer betaald worden. Daar wringt voor mij ook het schoentje. Er zijn ook de promotieactiviteiten die het Vlaams centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) aanbiedt. Elke deelsector werkt met zijn middelen een eigen marketing- en communicatiestrategie uit. Wij zijn ook het steeds succesvoller wordende concept ‘Lekker van bij ons’ en ‘Voedsel verbindt boer & burger’ in de markt aan het zetten. Voor wie graag lekker eet, er is een fantastisch Instagram-account waarbij je elke dag heerlijke recepten krijgt met producten van eigen bodem. Mij heeft dat toch al aangezet om diegene die voor mij kookt, meestal mijn echtgenoot, te stimuleren om radicaal die kaart te trekken.
Maar de bedoeling is natuurlijk niet alleen om recepten aan te bieden, maar ook om de consumenten te doen nadenken als ze in de winkel staan en de keuze hebben tussen producten van bij ons en producten die ingevoerd worden. Ik heb al gezegd dat een van mijn ideeën is om in onze supermarkten een afdeling te hebben met producten van bij ons, lokaal geteeld. Dat bestaat al in sommige, maar niet overal. Je ziet dat in Frankrijk het chauvinisme wat dat betreft toch een pak groter is dan bij ons. We kunnen daar dus nog progressie maken.
Dan waren er de vragen rond de situatie in de sector vandaag. Het hangt er natuurlijk van af in welke sector je actief bent. Er zijn sectoren die het heel goed doen, ook vandaag. Het is niet zo dat elke sector het slecht doet.
Boeren op een Kruispunt en het Landelijk Infopunt voor Vrouwen hebben een team van adviseurs met veel expertise. We hebben ook extra budget gegeven aan Boeren op een Kruispunt, zeker om in Oost- en West-Vlaanderen extra acties te ondernemen, en ook voor bijkomende sessies bij psychologen en voor preventie.
We hebben de cijfers naar aanleiding van jullie vragen opgevraagd. De vzw heeft tussen januari en september 162 aanmeldingen gekregen. Vorig jaar in dezelfde periode waren dat er 112. Dat zijn er dus 44 procent meer. Het antwoord is dus: ja, er zijn meer aanmeldingen. Vooral sinds de maand juni is er een sterke stijging van het aantal aanmeldingen. Je ziet dus dat het bij een groep landbouwers echt niet goed gaat en dat men ook nog altijd moeilijk de weg vindt naar ondersteuning.
Wat mij specifiek zorgen baart, is dat uit een onderzoek van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) blijkt dat een grote groep landbouwers de stap naar hulpverlening nog niet zet, vandaar dat we daar in ons nieuwe plan welbevinden echt aandacht aan moeten besteden. Ik heb in een vorig debat hierover al gezegd dat het vaak ook gaat over het antwoord. Als je dan toch de stap zet en je hebt iemand aan de telefoon, maar dat blijkt iemand te zijn die de situatie in de sector niet kent, zal dat het enthousiasme om hulp te zoeken, niet echt groter maken.
Een stijging in het aantal faillissementen kunnen we nog niet afleiden. De cijfers van 2021 zijn namelijk nog niet beschikbaar.
In het kader van het actieplan welbevinden overleggen we absoluut met de andere ministers. Er is rond dat welbevinden eind vorig jaar ook een rondetafel georganiseerd. We zouden dat actieplan de komende maanden absoluut willen afronden.
Wat voor mij het belangrijkste is, is dat iedereen die een brief schrijft, ook een antwoord krijgt. Ook bij ons, collega Sintobin, wordt er veel aandacht besteed aan het persoonlijk contacteren van mensen. Mensen worden ook vaker opgebeld. Collega Vandromme had het ook heel specifiek over de samenwerking met collega Demir en collega Beke. Dat gebeurt. Ik heb in een vorige vraag ook al benadrukt dat als men doorverwijst naar Welzijn, het van belang is dat je daar ook mensen hebt die de situatie van de boer kennen, die weten in welk regime die mensen werken en hoe dat gaat. Je kunt aan een boer met levende dieren niet zeggen dat hij eens vijf dagen rust moet nemen. Dat gaat niet, want de boerderijactiviteiten gaan door.
Het zijn dus heel grote zorgen. Er is een toegenomen bezorgdheid. Het gaat in een aantal sectoren minder goed op dit ogenblik. Ik ga op de varkenssector straks nog in. En er is ook een grote bereidheid om heel goed te begeleiden waar dat kan en waar dat mogelijk is.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Dank u voor uw uitgebreide antwoord, minister. Ik kan alleen maar vaststellen dat het een gedeelde bezorgdheid is, maar het is natuurlijk ook een gedeelde verantwoordelijkheid, vooreerst van de verschillende betrokken ministers – u gaf het al aan dat naast uzelf ook minister Demir en minister Beke hier een rol te spelen hebben – maar natuurlijk ook van de landbouwers zelf, om zich te uiten. We hebben de oproep vanuit de onderbuik van de landbouwers, maar ook de organisaties kunnen daar mee aan het roer zitten. En ten derde is het aan alle Vlamingen om hun waardering en respect voor de sector uit te dragen en fier te zijn op wat wij hier op eigen bodem realiseren. Het kan, zoals u zelf zegt, op een bepaald moment strategisch ook wel eens heel belangrijk zijn dat we daar de nodige aandacht voor hebben.
U stelt geen fan te zijn van een actieplan. U hebt als minister natuurlijk wel de sleutels in handen om een aantal zaken in beweging te zetten. Ik begrijp dat de sector zelf hier aan zet is. Dat hebt u ook aangehaald. Een van de heel grote problemen in dit debat is de twijfel van de landbouwers over de toekomst, het emotionele van het geheel. Minister Demir hebben we nodig om alles rond klimaat en leefmilieu uit dat polariserende te halen en om te proberen samen oplossingen te zoeken.
Bij Boeren op een Kruispunt was er in 2020 al een stijging van het aantal aanmeldingen. Er zijn nog altijd drempels, maar steeds meer mensen vinden daar de weg naartoe. In september 2021 zat men al op het niveau van 2020. Dat zal nog toenemen, zeker als men dergelijke acties onderneemt om hen hun verhaal te laten vertellen.
Heeft Boeren op een Kruispunt voldoende medewerkers om dat allemaal op te vangen? Zij werken vaak met vrijwilligers. Wij moeten kort op de bal spelen zodat de ondersteuning voldoende stevig is. Zoals u zelf zegt: dat kan niet door zomaar iedereen gebeuren. Bij voorkeur is het iemand die de stiel kent en die daar niets zegt waarvan een landbouwer denkt: ‘Wat vertelt die hier eigenlijk?’ Het is heel belangrijk dat ze zich daar goed bij voelen want het is, dat weten we, voor mensen uit die sector al moeilijk om zich te uiten.
U neemt initiatieven inzake administratieve vereenvoudiging. Dat kan ik ook alleen maar toejuichen. Het is inderdaad ruimer dan landbouw alleen. We kunnen daar stappen zetten.
De retail zet een enorme druk op de prijzen. De kwaliteitseisen zijn er, terwijl men het steeds goedkoper moet doen. Daar verliest men ook alle moed en kunnen wij tussenkomen.
Hebt u veel reacties ontvangen naar aanleiding van dat schrijven? Ik dacht niet dat u daarop geantwoord hebt. Was dat aanzienlijk? Ik hoef het precieze aantal niet te weten, maar spreken we hier over tientallen? Komen ze uit verschillende provincies of vooral uit bepaalde provincies?
Belangrijk is de manier waarop er wordt geantwoord. U hebt gezegd dat we dat heel individueel aanpakken. Dat is bijzonder belangrijk.
De sector innoveert inderdaad. Dat moet ook insijpelen tot bij de kleinere bedrijven. Dat is niet altijd evident want innovatie betekent vaak ook een hoge kostprijs, een grote investering die pas op termijn zal renderen. Dat kunnen we ook blijven ondersteunen.
De heer Sintobin heeft het woord.
Minister, ik kan aan uw echtgenoot ook njam!-tv suggereren. Ook daar worden heel wat mooie programma’s getoond met lokale producten. Dat is een lus. Hij kan de hele dag en nacht doorkijken. Ik kijk zelf soms ook omdat ik ook graag eet, natuurlijk.
U hebt gelijk: waardering en respect voor de landbouwers zijn afgenomen. Ik herinner mij dat wij, in mijn jonge jaren, toch wel respect hadden voor de landbouwers. Nu vindt men het allemaal vanzelfsprekend dat alles zomaar in de supermarkt of de voedingswinkel terechtkomt. Men vraagt zich niet af hoe dat daar is terechtgekomen en welke inspanningen de boeren daarvoor hebben moeten leveren en voor welke prijs. In mijn jeugd was er het programma ‘Voor boer en tuinder’. Ik weet niet of u het kent. Ik heb het al eens gezegd. Misschien moet de openbare omroep dat weer eens doen. Hele families bekeken dat de zondagnamiddag. Misschien moet u eens uw collega Dalle overtuigen om dat opnieuw te doen, zodat de mensen meer respect krijgen voor de landbouwers.
Waar er ook aan kan gewerkt worden, is op de scholen. Men onderwijst de kleuters en kinderen over allerlei toestanden zoals de genderwaanzin. Maar landbouw kennen ze niet op school. Misschien moeten we vragen aan minister Weyts om daar in het onderwijs meer aandacht aan te besteden. Je moet zoiets van jongs af aan aanleren.
Ik ben blij dat er een rondetafel is geweest en dat er ook een vervolg komt. Ik geloof ook in die producentenorganisaties. Maar natuurlijk, de mensen moeten dat willen doen.
Ik hoor dat collega Schauvliege indertijd geprobeerd heeft om een brancheorganisatie varkenshouders in het leven te roepen. Het is niet gelukt. Ik weet niet waarom dat niet gelukt is. Dat is spijtig, want het is op die manier dat je natuurlijk meer druk kunt zetten, ook in die producentenorganisaties wat prijszetting betreft.
Wat innovatie betreft, mensen hebben er absoluut geen idee van hoe innovatie in de landbouwsector gegroeid is, welke nieuwe technieken er zijn, ook inzake klimaat en milieu. Gisteren of eergisteren kwam in een reportage aan bod dat men moest opletten op de weg omdat de landbouwtractoren onderweg waren. Dat zijn niet meer de tractoren van vroeger. Als je dat ziet, dat is fenomenaal, maar ook dat weten de mensen niet. Iedereen denkt nog altijd dat we met Boer Coene zitten of dat we nog in de tijd van Pallieter leven, maar dat is absoluut het geval niet meer.
Minister, het stikstofdossier heb ik hier toch nog met stip gemarkeerd. Hoe zit het ermee? Want we zijn nu oktober. Eind dit jaar werd beloofd …
Dank u wel, collega Sintobin.
De minister had dat zelf al gezegd.
Ja, ik had het gezien ook. Ik wou het toch nog een keer zeggen.
Geen probleem.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
We hebben al veel gehoord dat er een gedeelde bezorgdheid is over alle partijgrenzen heen en dat we ‘preus’ – om toch nog eens een West-Vlaams woord te laten vallen – moeten zijn op onze landbouwers. Dat is ook voor iedereen duidelijk. Maar ik hoop dat het doorgedrongen is dat er een gedeelde verantwoordelijkheid is, dat we zekerheid moeten bieden aan de landbouwsector.
Minister, u haalde aan dat er 44 procent meer aanvragen of contacten zijn met de vzw Boeren op een Kruispunt. Wellicht is dat dan nog maar het topje van de ijsberg, want als we inderdaad het onderzoek van ILVO nalezen, dan weten we dat velen de stap naar hulpverlening nog niet zetten. Uit ander onderzoek blijkt dat de nabijheid van diensten daar heel belangrijk bij is. Daarom ook mijn vraag om in te zetten op samenwerking. Ik vermoed dat de rondetafel daar zeker ook op inzet. Ik bedoel samenwerking met lokale instanties, bijvoorbeeld met mensen in sociale huizen, sociale werkers, die eigenlijk vanuit hun werking niet altijd weten hoe de landbouwsector in elkaar zit. Daar is ook nog een initiatief te nemen.
Uit de verslagen van een hoorzitting las ik ook dat Boeren op een Kruispunt en het Landelijk infopunt voor vrouwen (Liv) intensiever zouden gaan samenwerken. Bent u daar van op de hoogte? Hebt u daar info over? Het is wel interessant als men de krachten gaat bundelen, niet alleen op Vlaams en landelijk niveau, ik denk dat er ook heel wat initiatieven op Europees niveau zijn. Ik verwijs graag naar het project FarmWell dat er tot 2023 zou zijn. Het is nog maar pas opgericht, maar misschien zijn daar ook wel mogelijkheden om verder samen te werken. Ik denk dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is, dat we samen aan dezelfde kar moeten trekken.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Minister, ik wil u eerst en vooral feliciteren, want ik denk dat die brief de vinger op de wonde legt. Het is steun aan een sector die het heel moeilijk heeft, maar u verbloemt ook niks. U erkent dat er uitdagingen zijn, dat er heel wat inspanningen verwacht zullen worden. Dat vind ik de sterkte van die brief. Het gaat inderdaad over het ketenoverleg. Ik blijf me toch de vraag stellen of we daar als overheid toch niet een actievere rol kunnen spelen. U verwees ook naar de omzetting van die richtlijn. Ik denk dat die richtlijn vandaag besproken wordt in de Kamer. De vraag rond de drempel van 350 miljoen euro blijft terugkeren. Ik hoop dat daar nog iets aan kan gebeuren, want nu is het zo dat 35 procent van onze melkveesector daar geen baat bij gaat hebben. Ik ben dus benieuwd naar de debatten straks in de Kamer.
Wat betreft het actieplan Welbevinden: de nota van ILVO dateert nu ondertussen van twee jaar geleden. Er zijn inderdaad die rondetafelgesprekken geweest. Ik aanvaard dat die wel wat tijd in beslag nemen. Uit de eerste reacties die daaruit kwamen, kwam toch vooral de urgentie naar voren, de urgentie om iets aan die problematiek te doen. Ik hoop dus dat we daar echt een versnelling hoger kunnen schakelen en daar snel de eerste resultaten kunnen zien.
Ten slotte, recentelijk maakte u 4,5 miljoen euro vrij om innovatieve projecten in de land- en tuinbouwsector te ondersteunen. Een van die projecten was ‘het mentaal welbevinden begint op school’. Kunnen we daar niet verder op inzetten samen met minister Weyts? Kunnen we niet samen meer steun bieden aan het onderwijs en zorgen voor een soort bewustmaking voor de problematiek van het welbevinden?
De heer Steenwegen heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de bezorgdheid die we in deze commissie delen. In de laatste barometer was de waardering voor het beroep groter dan in het verleden. Misschien is het nog niet voldoende, maar het is toch iets positiefs. Maatschappelijk is het besef van het belang van de sector gegroeid, corona heeft daar wellicht bij geholpen. Deze tendens kan zich misschien doorzetten.
Zoals de heer Nachtergaele al zei, hebben we hier de omzetting van de Europese richtlijn. In het Europees Parlement wilden we met de groene fractie nog verder gaan in de bescherming van onze boeren. Spijtig genoeg heeft dat daar geen meerderheid gehaald. Ik hoop dat de omzetting toch een maximale vertaling zal krijgen zodat de bescherming van onze landbouwers voorop staat.
De clou zit altijd in de prijs. Collega Talpe zegt dat we moeten kijken naar de administratieve vereenvoudiging en de regels. Inderdaad, maar we zullen aan al die milieuvoorwaarden moeten voldoen. Als we dat van onze boeren vragen, kan dat alleen maar als we correcte prijzen geven voor hun producten. Daar zit het. Als zij goede, correcte prijzen krijgen, zullen zij die investeringen doen. Wie kan daartegen zijn? In dat verband sluit ik me aan bij de vraag om een actieve rol te spelen in het ketenoverleg.
Ik had een vraag om uitleg ingediend naar aanleiding van de actie van het ABS gisteren rond de melkprijzen in de supermarkten. Ik zal die intrekken want ze sluit helemaal aan bij het debat van vandaag. Hoe kan het dat in dat ketenoverleg dat blijkbaar niets kan afdwingen, zo weinig wordt bereikt? Dat dit soort toestanden blijft duren, is toch wraakroepend? Hoe kan dat? Minister, ik pleit er echt voor dat u alle mogelijke middelen gebruikt om daar een eind aan te maken. Als we dat niet oplossen, zullen we de andere problemen ook niet oplossen, zullen we nog veel meer middelen moeten geven aan Boeren op een Kruispunt, die fantastisch werk doen, maar de oplossing zit daar niet, die zit elders. Ik pleit ervoor om daar een zo actief mogelijke rol te spelen en alle mogelijke middelen in te zetten.
U hebt een eerste rondetafel gehad. Dat is een goede zaak. Hoe ziet u het vervolg? Hoe gaat u daar nog meer druk op zetten?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank voor alle geëngageerde opmerkingen. Misschien eerst de brieven. Mevrouw Talpe, ik heb niet gezegd dat ik geen fan ben van een actieplan. Ik ben een enorme fan van actieplannen. Een actieplan is bij diepmenselijke problemen echter altijd een theoretisch antwoord. Voor mij gaat het nu over het menselijke, de manier waarop je mensen in grote moeilijkheden het best kunt benaderen. Dat kan met een actieplan. We hebben trouwens een actieplan Welbevinden, het moet ook geüpdatet worden. Deze situatie vraagt soms persoonlijk engagement dat je ook moet kunnen tonen.
We hebben extra budget gegeven aan Boeren op een Kruispunt om extra medewerkers aan te werven, ze hebben dat ook gedaan. Ik zou dat volgend jaar opnieuw willen doen. De middelen zijn voorzien in de begroting.
We hebben een vijftigtal brieven en mails ontvangen. Die worden allemaal persoonlijk beantwoord, of er wordt gebeld, afhankelijk van de inhoud. De mails zijn trouwens niet alleen aan mij gericht maar ook systematisch aan collega Demir. Ik ga ervan uit dat zij dat opvolgt wat haar bevoegdheden betreft.
Collega Sintobin, ik heb iets bijgeleerd over u, namelijk dat u graag eet – maar dat kon ik wel veronderstellen – en ook dat we veel over voedsel kunnen leren via njam!-tv. Ik kreeg er honger van, het is ook al 11:30 uur.
VLAM heeft ook al samengewerkt met njam!-tv en er is natuurlijk ook het schitterende PlattelandsTV waarover daarstraks al een vraag was, dat ook in een lus werkt en waar je op een fantastische wijze de boerenstiel in beeld krijgt. Het is geen slecht idee om nog eens na te gaan wat we met de VRT kunnen doen. Daar zal ik met minister Dalle over spreken.
Ik weet niet of u het nieuwe Agrotopia hebt gezien. Daar zijn vorige week heel wat scholen op bezoek geweest en dat heeft schitterende reacties teweeggebracht, ook in West-Vlaanderen. Ik ga proberen om er in de komende weken naartoe te gaan.
Inzake stikstof heeft minister Demir gisteren een vraag om uitleg van Mieke Schauvliege beantwoord in de commissie Leefmilieu. Daar heeft ze uitgelegd dat ze naarstig voortwerkt aan dat dossier. Ik zal daar niet meer over zeggen dan dit, want zij zit aan het stuur om besprekingen te voeren op de ministerraad.
Collega Vandromme, er zijn inderdaad meer aanvragen. Het is ook mijn bezorgdheid dat die significante stijging een onderschatting is van wat er echt leeft. Boeren op een Kruispunt heeft brede contacten in de welzijnssector om daar een aantal synergieën uit te werken. Het is mijn expliciete wens dat Liv en BOEK veel meer gaan samenwerken en gezamenlijke acties ondernemen. Daarin zijn we een actieve rol aan het opnemen.
Dan was er nog een opmerking over het onderwijs en het materiaal. In onze actie ‘Voedsel verbindt boer en burger’ zit een module om bijvoorbeeld aan horecaopleidingen extra educatief materiaal aan te bieden. Er is ook een zeer mooi project waarin onze jonge boeren samen met het Instituut Gezond Leven en Boeren op een Kruispunt een educatief pakket uitwerken, gericht op het versterken van de mentale weerbaarheid van onze boeren.
Collega’s Nachtergaele en Steenwegen, ik ben net zeer intens bezig om het ketenoverleg te faciliteren. De eerste rondetafelconferentie is gebeurd, iedereen was er. Het heeft trouwens heel lang geduurd omdat er varkensboeren bij waren die nu in die probleemsituatie zitten. Het was uiteraard een varkensketenoverleg.
Er is op de verantwoordelijkheid van alle spelers gewezen. Het toekomstproject moeten ze zelf doen, maar ik laat het niet los. Het was eerst gepland voor volgende week, maar ik ben volgende week in Luxemburg om de varkenssituatie ook in de Europese Commissie te bespreken. Ik heb die vergadering dus een week moeten uitstellen, maar we komen opnieuw samen. Ik hoop dat de beslissing principieel zal worden genomen om een brancheorganisatie op te richten met een engagement van iedereen.
Ik hou het dus echt vast. Men heeft ook gevraagd om het vast te houden. De baas van VLAM, Filip Fontaine, is aangeduid als bemiddelaar. Hij doet dat trouwens uitstekend en hij geniet een groot vertrouwen van alle partners in de keten. Ik wil niet uit de vergadering spreken, maar ik kan u zeggen dat de discussie zeer emotioneel was, ook over de wijze van verkopen in de winkels, de dumpingprijzen enzovoort. Voor mij was het zeer goed om erbij te zijn en om die hoog oplopende emoties te zien. Er waren ook emoties bij de voederproducenten die zeggen dat de prijzen stijgen, dat er schaarste is, dat China daar een bijzondere rol in speelt, niet alleen omdat we er niet meer binnen kunnen, maar ook omdat ze een heel grote impact hebben op grondstoffen waarmee voeders worden gemaakt. Het was dus heel emotioneel.
Voor de vervolgvergadering heb ik meer tijd uitgetrokken dan de tijd die was gepland voor de eerste vergadering omdat ik veronderstel dat we heel diep zullen doorgaan op de zaak. Ik hou dit dus zeker vast. Mocht u de indruk krijgen dat ik mij daar niets van aantrek, integendeel. De effectieve actie kan ik niet bij decreet opleggen. Dat moet vanuit de sector zelf komen, maar ik weet dat ik daar een bijzonder goede rol in kan spelen, wat ook gebeurt.
Collega Nachtergaele, het EIP-project (Europees partnerschap voor Innovatie) over het mentaal welbevinden zal twee jaar lopen. Het is zeker interessant om de synergieën in de onderwijswereld te zoeken, collega Vandromme.
Mijnheer Nachtergaele, de Richtlijn inzake oneerlijke handelspraktijken (UTP-richtlijn) werd vanochtend besproken in de Kamer, maar daarover heeft uw fractie een tweede lezing gevraagd, waardoor het vervolg pas eind oktober zal gebeuren.
Wat de conjunctuur betreft, collega Steenwegen, heb ik bij de barometer die in september verstuurd is naar de landbouwbedrijven en die deel uitmaakt van het landbouwmonitoringsnetwerk, een afzonderlijke bevraging laten toevoegen over hoe de landbouwers de toekomst van hun bedrijf zien. Ik vind het belangrijk om daar een zicht op te hebben. Ik verwacht de resultaten daarvan zeer binnenkort. Als we straks stikstof- en andere debatten hebben, is het voor mij belangrijk te zien hoe de boer zelf kijkt naar zijn bedrijf.
De correcte prijsvorming gaat inderdaad over respect maar ook over de erkenning van inspanningen, de rol van de boer in de samenleving en een correcte prijs voor kwaliteitsproducten. Op het ketenoverleg is een hele discussie gevoerd over het feit dat we een bestek hebben voor het kwaliteitsvarkensvlees bij ons, maar dat de consument die de winkel binnenkomt dat niet ziet. Hij ziet daar varkensvlees. Men moet al goed kijken om te zien waar het vandaan komt. Voor mij mag dat b2b-bestek een b2c-bestek worden, waarbij men echt een label heeft voor het vlees dat aan de hoogste kwaliteitsvoorwaarden voldoet. Een van de zaken die ik op tafel heb gelegd, is om daar promotie mee te maken en dat niet tussen de boer en de ketens te houden maar het breder bekend te maken. Daar wordt ook absoluut op ingezet.
Transparantie vergroten, ook op het federale niveau, is van belang. Mijn federale collega minister Clarinval is een heel goede ‘copain de route’. Hij is er ook voor onze boeren. We trekken aan hetzelfde zeel. Maar alle schakels moeten elkaar diep in de ogen kijken om te beseffen dat ze elkaar nodig hebben. Als een schakel de pineut is van het spel, dan gaat de hele keten overstag.
Dat is een beetje de stand van zaken. Er is dus veel engagement. Ik weet dat jullie mij straks nog vragen zullen stellen over de varkens. Mevrouw Talpe, ik heb nu al een en ander gezegd, maar ik zal straks nog een klein beetje meer zeggen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister, dank u. Ik heb ook het gevoel dat het een gedeelde bezorgdheid is over de verschillende partijen heen. Ik hoop dat het echt een springplank kan zijn in dit dossier, waar we enerzijds het welbevinden en het mentaal welzijn van onze landbouwers hebben en anderzijds een aantal noden die we moeten lenigen om de reden van het ongenoegen en de mentale krak bij sommige landbouwers effectief aan te pakken. De luide oproep, zowel van de landbouwers zelf, de Ieperse landbouwer en al de reacties die zijn gevolgd, is goed aangekomen. Ik wil u nogmaals danken voor uw initiatief om die problemen te erkennen, uit te schrijven en te tonen dat we heel goed weten waar zij mee worstelen en om dat proberen aan te pakken.
Dat is dan mijn volgende stap, namelijk om de daadkracht uit te oefenen. Ik weet dat het niet altijd evident is. Er zijn verschillende sectoren. De ene sector heeft een heel andere aanpak nodig dan de andere. U kunt het ook niet allemaal alleen doen, maar moet het samen met uw collega's en met de sector doen. Eén ding is zeker, namelijk dat we op bepaalde vlakken niet kunnen talmen en stappen vooruit moeten zetten. U haalde aan dat we misschien meer moeten inzetten op het meer duidelijk maken aan de consument wat in Vlaanderen geteeld is. Mensen willen daar gerust wat meer voor betalen. Dat is een concreet engagement waar ik zeker positief tegenover sta.
Wat Boeren op een Kruispunt betreft, is het goed dat u dat structureel ziet en dat die verhoging er zeker al volgend jaar komt. Ik zou zeker met hen afstemmen of wat we nu extra hebben gegeven, volstaat, ook in de toekomst. Nu de drempels wegvallen, zullen de noden misschien groter worden.
Mijnheer Steenwegen, ik zie de administratieve vereenvoudiging uiteraard niet als de oplossing van alle problemen. Ik heb duidelijk gesteld dat de retail hoge kwaliteitseisen oplegt maar anderzijds steeds vraagt dat men goedkoper produceert. Dat heb ik duidelijk aangehaald.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, ik heb er eigenlijk niet zoveel meer aan toe te voegen. Minister, we zullen in deze commissie nog wel een aantal vragen stellen, maar ik denk dat we in de toekomst nog eens een serieus debat ten gronde zullen moeten voeren over waar we naartoe willen met onze landbouw. Om die reden ben ik ook wel tevreden met de bijkomende vraag die u hebt gesteld naar de landbouwers, over hoe zij denken dat hun toekomst eruitziet. Ik hoop dat u de resultaten daarvan hier ook zult presenteren. Dat lijkt me heel interessant.
Wat de rest betreft, moet ik eerlijk bekennen: ik zit hier al een tijdje en ik heb veel van uw antwoorden al een paar keer gehoord, niet alleen van u, ook van collega Schauvliege en zelfs van Kris Peeters, van Yves Leterme. Ik bedoel maar dat dit een problematiek is die al jaren aansleept, zeker dat ketenoverleg. Het is verschrikkelijk. Ik begrijp echt niet dat er mensen van kwade wil zijn. Maar ik weet wel dat geld een rol speelt, ook voor die retailsector. Dat is nu eenmaal de vrije markt. Ik hoop dat het deze keer wel lukt, voorzitter. En ik moet me verontschuldigen voor dat beetje meer straks bij de vraag van de collega over de varkenssector, want ik moet terug naar de commissie Welzijn.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik sluit af. De gedeelde bezorgdheid is duidelijk. Laat ons dan samen ook die gedeelde verantwoordelijkheid opnemen. Het gebeurt trouwens niet vaak dat er in commissies zoveel wordt gesproken over eetgewoontes. Ik neem dat misschien eens mee, vanmiddag of morgen in de commissie Onderwijs.
In de Westhoek wordt er heel vaak op uitstap gegaan naar boerenbedrijven, landbouwbedrijven. Dat kunnen we zeker aanbevelen. Ik vernam trouwens dat de commissie ook op bezoek komt in onze zo mooie Westhoek. Ik wil dan ook voorstellen dat het specifieke thema van het welbevinden van onze landbouwers in een zeer kwetsbare regio ook wordt meegenomen. Maar ik ben er zeker van dat collega's, bijvoorbeeld collega Rombouts, in voorafgaande vragen rond het welzijn van landbouwers ook al de vinger op de wonde hebben gelegd en het engagement van de hele regering hebben gevraagd, en heel specifiek wat het ketenoverleg betreft meermaals hebben gewezen op het feit dat er harde afspraken moeten worden gemaakt. Maar goed, ik denk dat samenwerking in dezen zal lonen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.