Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ongena heeft het woord.
Minister, ik zou mijn vraag heel uitgebreid of heel beknopt kunnen stellen. Ik zal het kort houden.
Collega’s, we weten dat mensen die in ons land willen komen werken, voor meer dan negentig dagen een vergunning nodig hebben, zowel om hier te komen wonen als om hier te komen werken: de single permit. De regio waarvoor die vergunning aangevraagd moet worden, hangt natuurlijk af van de vestigingsplaats van de onderneming waar men wil gaan werken. Het was niet altijd even transparant voor mensen uit het buitenland waar ze die aanvraag moesten indienen.
Om dat te verhelpen, werd onlangs een uniek digitaal loket opgestart, ‘Working in Belgium’, waar men gewoon zijn aanvraag kan indienen en waarna dan blijkt welke regio bevoegd is om die permit te geven. Ik vind dat uniek loket alvast een zeer goede stap. Ik heb begrepen dat men op 1 april 2021 gestart is met een brede testfase, waarbij rekening wordt gehouden met leerprocessen van de eerste ervaringen. Men ging er wel van uit dat de meeste aanvragen al via dit digitaal loket zouden gebeuren.
Het is de bedoeling dat er vanaf 1 juli 2021 een tandje bijgestoken wordt. Dan zullen alle gegevens die ingediend worden via het loket via een automatische gegevensstromen uitgewisseld worden. Minister, u gaf al te kennen dat het de bedoeling is om daar bijkomende klantvriendelijke functionaliteiten aan toe te voegen en in te zetten op het ‘only once’-principe – dat we alleen maar kunnen toejuichen –, waardoor bij de vergunningsaanvraag van een gecombineerde vergunning de Dimona- en DmfA-gegevens (déclaration multifonctionelle/multifunctionele aangifte) rechtstreeks opgehaald zullen kunnen worden.
De ambitie reikt verder. Het is de bedoeling om vanaf volgend jaar ook de arbeidskaarten en de arbeidskaarten voor onbepaalde duur via dat unieke loket te kunnen aanvragen. Men kijkt zelfs vooruit en denkt ook aan de beroepskaarten voor zelfstandigen.
Dat klinkt allemaal veelbelovend. We juichen dat alleen maar toe. Ik wil wel eens vragen naar een stand van zaken.
Hoe is die algemene testfase van 'Working in Belgium' tot nog toe verlopen? In welke mate worden aanvragen via dat platform verwerkt? Werden er werkpunten vastgesteld? Hoe verloopt de communicatie met de gebruikers?
Zal er, zoals voorzien, vanaf 1 juli sprake zijn van een automatische uitwisseling van gegevensstromen en zullen er ook bijkomende klantvriendelijke functionaliteiten aan toegevoegd worden?
Hoe verloopt de verdere uitbouw van het digitaal loket met het oog op de aanvraag van arbeidskaarten voor onbepaalde duur?
Werken alle betrokken overheden even constructief mee aan de uitbouw van dat digitaal loket? Hebben zij ook allemaal dezelfde ambities op langere termijn, zoals de uitbreiding naar aanvragen voor beroepskaarten voor zelfstandigen?
Minister Crevits heeft het woord.
Er zijn al meerdere vragen over het digitaal loket gesteld in deze commissie, onder andere op 18 maart 2021. In de maand april 2021 heeft de dienst Economische Migratie met een heel beperkte groep klanten de applicatie 'Working in Belgium' getest. De doelstelling was de gebruiksvriendelijkheid te testen alvorens het loket uit te rollen naar alle klanten. Op die manier konden nog een aantal technische bijsturingen gebeuren en kon er zo efficiënt mogelijk gecommuniceerd worden naar het brede publiek. Sinds 3 mei 2021 kunnen gecombineerde vergunningen aangevraagd worden via 'Working in Belgium'.
Uit de testen is gebleken dat de toepassing in het algemeen goed en vlot werkt en aanvragen dus vlot ingediend kunnen worden. De dienst Economische Migratie volgt dit ook van heel nabij op. Toch werden een aantal verbeterpunten vastgesteld, onder meer bij detacheringsdossiers. Dit zijn dossiers waarbij de werknemer in dienst blijft van de buitenlandse onderneming en uitgezonden wordt naar een Vlaamse onderneming. Het zijn zeer complexe dossiers, wat maakt dat de indiening via volledig digitale weg een uitdaging is. Om zo’n detacheringsdossier digitaal in te dienen, is er extra communicatie en ondersteuning nodig voor onze klanten. Concreet zal er een specifieke handleiding met printscreens gemaakt worden om de aanvrager te begeleiden bij het invoeren ervan.
De registratieprocedure om een aanvraag in te dienen, blijkt specifiek voor mandatarissen – dit zijn personen die namens een werkgever het dossier bij ons indienen – redelijk complex te zijn en veel tijd in beslag te nemen. Voor mandatarissen die vaak de aanvragen voor meerdere werkgevers bij onze dienst Economische Migratie indienen, moet er een mandaatovereenkomst gemaakt worden met elke werkgever waarvoor de mandataris optreedt. Er zitten dus een aantal complexiteiten in die opgelost moeten worden.
Daarnaast stelt de dienst Economische Migratie zich in deze startfase pragmatisch op. Zo kunnen aanvragen nog steeds via e-mail ingediend worden. Het kan geenszins de bedoeling zijn dat aanvraagdossiers door de implementatie van 'Working in Belgium' vertraging oplopen. De overgangsmaatregel waarbij aanvragen nog per e-mail kunnen gebeuren, zal zo lang als nodig aangehouden worden.
Het is inderdaad de bedoeling dat in een volgende fase de uitwisseling tussen de verschillende overheden op een geautomatiseerde manier zal verlopen. Belangrijk om te benadrukken is dat elke betrokken instantie, zowel de gewesten, als de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ), deze uitwisseling in de eigen ICT-systemen moeten kunnen integreren. Voor Vlaanderen is de integratie gepland tegen 1 september 2021. Initieel was dit inderdaad gepland tegen 1 juli, maar doordat de testomgeving door de RSZ ongeveer zes weken later dan gepland ter beschikking werd gesteld, is de uitvoering iets vertraagd. Deze vertraging heeft geen gevolgen op het vlak van doorlooptijden, aangezien de huidige werkwijze nog iets langer van kracht blijft.
Vanaf het moment dat elke instantie aangesloten is, zal het 'only once'-principe zijn ingang vinden. Dat zal bij ons vanaf 1 september 2021 zijn. Wat betreft aanvragen voor gecombineerde vergunningen van onbepaalde duur en de arbeidskaarten, zou 'Working in Belgium' klaar moeten zijn begin 2022.
'Working in Belgium' is dus in volle uitrol en op ICT-vlak is dit een huzarenstukje. Ik vind het goed dat dit stap per stap en in nauw overleg met de gebruikers gebeurt. Alles plotsklaps lanceren zonder mogelijkheid tot feedback zou contraproductief werken. De verwezenlijking van dit project op een dergelijk korte termijn was alleen mogelijk door de constructieve samenwerking van alle betrokken overheden.
De uitbreiding van 'Working in Belgium' naar de beroepskaarten voor zelfstandigen in een latere fase is ook iets waar ik naar uitkijk. Vanuit de dienst Economische Migratie bereiden we ons hier alvast op voor.
De andere gewesten hebben niet onmiddellijk de ambitie om hun regelgeving rond beroepskaarten te wijzigen, maar zijn wel op de hoogte van het nieuwe Beroepskaartendecreet, waarvan ik binnenkort een ontwerp aan deze commissie kan overmaken. Voor mij is het dan ook belangrijk om voor de beroepskaarten niet alleen een regelgeving te voorzien die mee is met onze tijd, maar ook een overeenstemmende efficiënte aanvraagprocedure via 'Working in Belgium'.
De heer Ongena heeft het woord.
Dank u wel, minister, en ook van mijn kant felicitaties voor het gepresteerde werk.
Ik denk dat het iets zeer belangrijks is. We hebben altijd de mond vol over de krapte op onze arbeidsmarkt. We weten ook dat een van de manieren om die aan te pakken, is om ervoor te zorgen dat we mensen uit het buitenland die hier vacatures kunnen invullen, ook de kans geven om dat te doen. En dan moeten we dat natuurlijk zo goed mogelijk faciliteren. Dat digitaal loket zal daar zeker toe kunnen bijdragen. Het is ook goed dat men verbeterpunten opvolgt en dat men ook al kijkt naar wat andere, nog meer klantvriendelijke mogelijkheden zijn die we in het systeem kunnen inbouwen.
Bedankt voor de stand van zaken. Ik heb nog één vraagje, gewoon om eens te polsen. We hebben het gisteren in de plenaire vergadering gehad over het tragische ongeval van vorige week in Antwerpen, waar natuurlijk ook buitenlandse werknemers bij betrokken zijn. Ik vroeg mij af of het mogelijk is dat we via dit digitaal loket ook meer zicht zullen kunnen hebben op de tewerkstelling van buitenlandse werknemers in ons land. Kan dat er op een of andere manier ook toe bijdragen dat we daar meer zicht op hebben en dat we op die manier misschien ook meer controle kunnen uitoefenen op eventuele arbeidsomstandigheden? Is dat ook iets dat we in zo'n aanpak kunnen verwerken?
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Het aantrekken van kennismigranten is niet per se slecht, als ze geen concurrentie vormen voor Vlaamse arbeidskrachten, uiteraard. Ik vraag me wel af, zeker in de huidige context van deze zeer krappe arbeidsmarkt, of het actief aantrekken van die kennismigranten wel zo'n goed idee is. Zal het de concurrentie op de arbeidsmarkt niet vergroten? Of zal het de kansen op arbeid van onze eigen mensen niet verminderen, vraag ik me dan af.
Een tweede bedenking die ik me maak, is natuurlijk dat die kennismigratie leidt tot het probleem van familiehereniging, waarbij allochtone vrouwen dan veelal in de inactiviteit terechtkomen. Minister, hoe zult u voorkomen dat arbeidsmigratie leidt tot familiehereniging, met nefaste gevolgen voor onze sociale zekerheid?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat het een terechte keuze is om volop in te zetten op de arbeidsmigratie van hoogopgeleiden, om dat talent naar hier te halen. De nodige inspanningen moeten daarvoor geleverd worden. Dit platform zorgt alleszins al voor een administratieve vereenvoudiging voor onze ondernemers. En ook onze administratie zal zeer tevreden zijn met dat platform.
De volgende fase is dan inderdaad om die beroepskaarten daaraan toe te voegen, minister. In een vorige commissievergadering sprak u over een extra samenwerkingsakkoord dat moet worden afgesloten. Maar u komt inderdaad ook met het decreet over de beroepskaarten. Hoe moet ik die twee in verhouding zien? Moet eerst het nieuwe decreet er komen, waarna er aan een samenwerkingsakkoord zal worden gewerkt?
Minister, we hebben het al vaker gehad over die thematiek, onder andere over het feit dat als mensen hier toekomen, we ze voldoende moeten kunnen ondersteunen bij die eerste stappen die ze hier zetten. Ik denk dat ook daar werk van moet worden gemaakt.
En in het kader van de gezinshereniging wil ik het volgende zeggen. Als die mensen hoogopgeleid zijn en zij willen hun familie naar hier halen, die hier dan eventueel ook kan werken, en zij zijn geen belasting voor ons sociale systeem, denk ik dat we net moeten inzetten op die actieve migratie, in plaats van al die vormen van passieve migratie. Daar hoort natuurlijk voor een stukje ook bij dat als we bijvoorbeeld professoren aantrekken uit het buitenland, die mensen inderdaad waarschijnlijk wel hun vrouw en kinderen naar België zullen willen laten komen.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik was wat geprikkeld door wat collega Malfroot zei, want ik heb ook heel veel contact met bedrijven. Onder andere met collega De Vreese doen we heel vaak een toer. Er is een enorm tekort, een zeer acuut tekort aan hoogopgeleid talent. Als we die niet binnenhalen, gaan we onze economische groei hier fnuiken. Lees: minder middelen voor herverdeling, minder middelen om van alles te doen, want daar begint het bij. Ik denk dat we daar net wel heel hard op moeten inzetten.
Minister, mijn vraag aan u, los van al die praktische zaken rond Working in Belgium, is of er ook campagnes voorzien zijn om ons als interessante kennisregio te gaan profileren, om hoogopgeleid talent aan te trekken? Want we moeten niet alleen een heel duidelijke en simpele regelgeving hebben om dat te kunnen doen en om ze te kunnen registreren. Ik zou ook graag goede campagnes zien richting hoger opgeleiden van over de hele wereld, die onze bedrijven moeten kunnen ondersteunen om die mensen binnen te halen. Want dat is werkelijk broodnodig.
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt, collega’s.
Collega Ongena, ik dank u oprecht voor de felicitaties. Ik zou bij dezen de felicitaties willen overmaken aan onze mensen die keihard aan de slag zijn om dit huzarenstukje gerealiseerd te krijgen. Er ligt nog wat werk op de plank, en ik ben ook open en eerlijk geweest over de knelpuntjes. Maar dat dit loket er is, en dat we dat kunnen uitrollen, dat is echt fantastisch gewerkt.
Ik weet dat het absoluut jullie rol is om kritische vragen te stellen en om ook te wijzen op datgene wat nog niet in orde is. Maar soms moet je ook stilstaan bij de sprongen die je net wel maakt. En die kunnen pas gemaakt worden dankzij de inzet van veel mensen. Het is goed dat jullie dat ook eens benadrukt hebben.
Aan het digitaal loket is ook Limosa gekoppeld. Daarbij is er wel de opmerking dat gedetacheerden geen arbeidskaart moeten aanvragen. Dat mag je niet vergeten. Maar via Limosa hebben we als een van de weinige landen zicht op het aantal buitenlanders op onze arbeidsmarkt. Dat is dus op zich een hele goede zaak.
Collega Malfroot, u hebt absoluut een punt als u zegt dat arbeidsmigratie geen concurrentie mag betekenen voor onze mensen. Maar dat is net ook de reden waarom in de regelgeving staat dat iemand enkel kan overkomen als er krapte is. Arbeidsmigranten maken ook geen aanspraak op gezinshereniging. Het gezin kan wel meereizen. De echtgenoten kunnen ook werken. Maar als de arbeidskaart vervalt, moet men ook effectief terug.
Collega De Vreese, het klopt dat er een extra samenwerkingsakkoord moet worden afgesloten om de beroepskaarten ook te laten aanloggen op het loket. Maar dat akkoord hangt niet samen met ons decreet. Het extra samenwerkingsakkoord is een uitvoerend samenwerkingsakkoord dat zijn grond vindt in het akkoord van 2018.
Wat het werken betreft, collega De Vreese: wij merken dat de arbeidsmigranten heel graag willen dat hun echtgenote of echtgenoot ook kan werken. Als dat niet vlot kan, dan kiezen ze zelfs voor een ander land. Dus ook in deze context moet wel even opgemerkt worden dat het net een troef is dat dat wel zou kunnen.
Collega Ronse, het klopt absoluut dat we de arbeidsmigranten nodig hebben. Wij willen hier in Vlaanderen zeer, zeer graag hoogopgeleid toptalent aantrekken. Ik heb het ook al gezegd naar aanleiding van een vraag van collega De Vreese, maar we werken op dit ogenblik aan een oranjeloperinitiatief, waarbij we Vlaanderen als aantrekkelijke regio openstellen en opstellen, dit als sluitstuk voor efficiënte procedures en duidelijke regelgeving. Ik ben het er helemaal mee eens dat, als alles in orde is, je ook je oranje loper moet uitrollen om talent aan te trekken. En dat gebeurt dan ook via campagnes. Dat zal ook gebeuren samen met de minister-president.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik sluit mij heel graag aan bij collega Ronse en collega De Vreese. Ik denk dat we er alle belang bij hebben voor onze eigen Vlaamse economie dat we openstaan voor het naar hier halen van hoogopgeleiden uit het buitenland. Als we dat niet doen, gaan we in onze eigen vinger snijden. Want als bedrijven hier geen mensen vinden, dan trekken de bedrijven weg en zullen de Vlamingen daar de eerste slachtoffers van zijn. Het is dus zeer goed dat we onder andere met dit digitaal loket het zo eenvoudig mogelijk maken om dat te bewerkstelligen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.