Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
De Vlaamse visserijsector engageert zich al enkele jaren om zijn activiteiten te verduurzamen en daar hebben een eerste en een tweede convenant ‘Visserij Verduurzaamt’ toe bijgedragen. In het tweede convenant proberen verschillende partners zeven doelstellingen voor de transitie naar een duurzame Vlaamse visserij, zoals vervat in het rapport Vistraject van 2015 te realiseren. Dat is gelukt. Het tweede convenant liep eind 2020 af. De doelstellingen zijn grotendeels behaald. Dat heeft zeker bijgedragen tot een nieuwe positieve dynamiek in de sector. Er wordt nu verder met alle stakeholders samengewerkt om die resultaten te bestendigen. Het is nu tijd voor een derde convenant, dat op zich de resultaten bestendigt maar ook nieuwe doelen en acties voor nieuwe uitdagingen formuleert.
Door corona hebben de voorbereidingen, die volop liepen, enige vertraging opgelopen. Maar in het meest recente informatieblad van de Rederscentrale staat te lezen dat de laatste hand eraan wordt gelegd. Ik kon uit dat artikel afleiden dat de zeven doelstellingen uit het tweede convenant nog steeds relevant zijn. Nieuwe bijkomende acties zullen voor een nieuwe invulling zorgen. Bovendien zullen de doelstellingen van de Green Deal en de ‘Farm to Fork’-strategie worden meegenomen.
Gisteren was er goed nieuws. Het derde convenant werd ondertekend met alle stakeholders. Ik kom dus met mijn vraag, die vorige week werd ingediend, precies op tijd. Ik heb ondertussen heel snel het derde convenant gelezen en doorgenomen.
Minister, de eindevaluatie wijst erop dat alle doelstellingen grotendeels zijn behaald. Kunt u nog eens concreet toelichten wat die uiteindelijke eindevaluatie met zich heeft meegebracht? Waar zitten eventueel de zaken waaraan er bijkomend aandacht moet worden besteed? Waar hebben we meer stappen vooruit gezet dan we voor ogen hadden?
Kunt u een kort overzicht geven van hoe we de opeenvolgende stappen die hebben geleid tot dat nieuwe derde convenant hebben aangepakt?
Kunt u een toelichting geven bij dat derde convenant? Wat zijn de nieuwe uitdagingen? Welke concrete acties worden daaraan gekoppeld? Waar ligt nu de nadruk op voor de volgende jaren?
In welke mate hebben de coronacrisis en de Brexit aanleiding gegeven tot het minder of meer in de kijker plaatsen van een aantal acties en doelstellingen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Coudyser, ik bevind me op dit ogenblik – letterlijk – in een tunnel, dus neem me het niet kwalijk als het lijkt alsof ik een tunnelvisie heb. Uw vraag kon niet beter getimed zijn – soms valt alles helemaal goed samen. Ik was enorm blij om gisterenmorgen in Oostende het derde convenant te kunnen starten. Dat is een unieke samenwerking tussen heel wat partners.
Collega’s, ik ben heel blij met deze unieke samenwerking. Hier worden namelijk de handen in elkaar geslagen door zowel de reders als door het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO), door de ketenpartners en door Natuurpunt. Ik vind dat een heel goede zaak. Ik heb gisteren de kans gekregen om met de nieuwe voorzitter van Natuurpunt te spreken. Dat was heel aangenaam.
Er gingen heel wat brainstormsessies aan vooraf, die leidden tot een nieuw convenant ‘Op koers naar duurzaamheid’. Die duurzaamheid is eigenlijk een doel dat nooit bereikt wordt. Het is de weg naar duurzaamheid die we aan het opzetten zijn. De inkleuring van wat ‘duurzaam’ is, is namelijk ook iets dat altijd evolueert. Ik vind het dus een heel mooie actie.
Zoals u weet, zijn er zeven doelstellingen. De visbestanden in veel van de zones die door de Belgische vaartuigen worden bevist, doen het opnieuw goed. We moeten die inspanningen bestendigen en streven naar het niveau en het behoud van een maximale duurzame opbrengst. De Vlaamse visser gebruikt allerlei technieken en hulpmiddelen om de impact op het mariene ecosysteem te verminderen. Natuurpunt is een essentiële partner. Er wordt dus nauw samengewerkt tussen vissers en natuurbeschermers. Dat is ook iets unieks.
De laatste jaren is de visserij op zee meer rendabel geworden, mede dankzij de goede toestand van de bestanden en de inspanningen door de sector zoals de erkenning ‘Visserij verduurzaamt’.
Voor de lokale kleinschalige en kustvisserij werd er een specifieke subwerkgroep opgestart. Talrijke investeringsprojecten op vaartuigen resulteerden in de verhoging van de fysieke veiligheid en het sociale en mentale welzijn van de bemanningsleden. Ten slotte worden er inspanningen geleverd om de opleiding van vissers te verbeteren en te stimuleren door zowel leerlingen als leerkrachten in contact te brengen met duurzame projecten in de praktijk.
Ik ben dus heel blij dat ik gisteren het convenant heb kunnen ondertekenen. Alle partners onderschrijven het engagement. We willen ‘verbinden’ onder impuls van de provincie West-Vlaanderen, ‘versterken’ met als gangmaker de Rederscentrale en ‘vernieuwen’ met als motor het ILVO. De doelen bevinden zich op drie niveaus: ten eerste het ‘beschermen’ van het ecosysteem en de instandhouding van visserij als duurzame voedselbron, ten tweede het ‘produceren en verwerken’ dat zich situeert op het niveau van de visvangst en de omstandigheden aan boord en aan wal. Ten derde richt het ‘consumeren en communiceren’ zich vooral op de consument. Ik ben trouwens bijzonder verheugd dat we ons nu ook rechtstreeks richten tot de consumenten. Dat biedt enorme opportuniteiten, omdat je zo vanaf de boot tot op het bord een duurzame lijn krijgt. Ik heb gisteren een apetrotse restaurantuitbater ontmoet, die de gevleugelde woorden sprak: ‘wij bieden in ons restaurant de vis aan die de visser vangt en wij bieden aan de consument niet per se de vis hij verlangt’. Hij biedt dus aan wat er gevangen wordt. Ik vind dat een heel mooie manier om te kijken naar het ‘op restaurant gaan’.
Dan kom ik tot uw laatste vraag. De covidcrisis en de Brexit maken deel uit van het kader waarbinnen dit convenant is ontstaan. Voorbeelden van acties die hiermee een link hebben, zijn onder andere het bekijken van de mogelijkheden om vissoorten waarvan het huidig quotum mogelijk onderbenut is, te bevissen, onderzoek naar de optimale exploitatie van de lokale zeerijkdom zoals het verbeteren van activiteiten voor kustvisserij met aandacht voor seizoen, korte keten, dagvers, kwaliteit, natuur, … en het opzetten van extra promotie- en marketingcampagnes.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Bedankt, minister, dit is het ideale moment om ons toe te lichten wat het pas getekende convenant inhoudt. Het borduurt inderdaad verder op de acties die opgezet zijn, en dat is maar goed ook. Maar het legt inderdaad ook weer wat acties vast voor de nieuwe uitdaging waar we voor staan. Ik heb het gelezen en u hebt heel veel aangehaald. Het is ook onmogelijk om bij elk punt stil te staan, maar ik wil toch een aantal zaken aanhalen die voor onze fractie wel belangrijk zijn, en voor u.
Er is het feit dat de hele keten betrokken wordt, en dat duurzaamheid zeer breed bekeken wordt. Ook de eindconsument gaat nu mee in het bad, en dat lijkt mij inderdaad een heel belangrijke nieuwe stap vooruit, zodat de consument zich ook effectief bewust wordt van de inspanningen die de visserijsector en de hele keten van de visserijsector doet op dat vlak.
Ten tweede heb ik ook dat nieuwe accent gevonden, waarbij de visserijsector echt wel een deel is van die hele blauwe economie. De Noordzee wordt door heel veel spelers gebruikt, en er staan toch een aantal acties in waarbij we op zoek gaan naar win-winsituaties, en voor een stuk naar een aantal mogelijkheden om samen te werken. Daarbij is men ook verplicht om de dialoog met elkaar aan te gaan, en dat zal ook veel meer draagvlak creëren. De visserij maakt echt wel deel uit van dat geheel.
Een ander aandachtspunt is dat de visserijsector echt wel gezien wordt als een toeristisch product aan zee. En dan gaat het niet alleen over die culinaire zaken, al is dat uiteraard fantastisch. Dat typeert ook Vlaanderen, dat is een van onze toeristische troeven die we hebben. Er zijn die verse streekproducten die vanuit de zee rechtstreeks op ons bord komen, maar er is niet alleen dat. Ook het cultuurtoeristische van de visserijsector speelt toch wel mee. Ook dat biedt nog heel wat kansen om dat verder te gaan exploreren.
Ook belangrijk is de herziening van de Valduvis-tour die voorzien is. Tot nog toe waren twee derde van de reders daarop ingestapt, en in samenwerking met het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) was het de bedoeling om daar stappen in vooruit te zetten. De vraag is of we nu zicht hebben op hoeveel van die twee derde van de rederijen effectief ingestapt zijn. Hebben we dat beoogde doel gehaald? En hoe kunnen we in de herziening van die tour ook dat resterende derde dat nog niet ingestapt is, toch daarin meekrijgen? Ook belangrijk is de bijzondere aandacht voor de opleiding van vissers. Maar ik zag daar ook ‘teach the teacher’. Dat zijn allemaal interessante insteken om het beroep van visserij en de instroom van jonge mensen in de visserijsector te bevorderen.
Ik denk dat het een zeer mooi plan is, maar ik heb nog een vraag daarbij. In het tweede convenant werden zeer duidelijk resultaatsindicatoren en inspanningsindicatoren afgebakend. Dat heb ik nu nog niet teruggevonden, maar ik neem aan dat ook voor het derde convenant heel duidelijke en ook meetbare resultaatsindicatoren opgesteld worden. Zo kunnen we na het verloop van dat convenant ook daar weer evalueren in welke mate de acties uit het convenant effectief op het terrein bijgedragen hebben tot een nog duurzamere visserijsector.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, bedankt voor de grote interesse, dat voel ik in de thematiek. Er zijn inderdaad heel wat acties met een heel grote betrokkenheid van de hele sector. Ik merk ook vertrouwen tussen de convenantpartners, en dat is zeer goed.
Ik zei het al in de inleiding: de inzichten omtrent wat duurzaamheid is, evolueren ook. Dus dat werk is nooit af.
Doordat een aantal partners samenwerken, is er een heel ruime focus, zoals toerisme, de korte keten en de medewerking van de restaurantchefs. We hebben nu twee logo’s, ‘Voedsel van bij ons’ en ‘Visserij verduurzaamt’. Ik wil echt dat dat ingeburgerd raakt, dat mensen er ook voor kiezen om de garantie te hebben dat het vis is die gevangen is door onze Vlaamse vissers en dat hij aan alle duurzaamheidscriteria voldoet.
De Valduvis-tool leidde tot de duurzaamheidserkenning ‘Visserij verduurzaamt’. Vijftig vaartuigen nemen daaraan deel. Via individuele contacten wordt ook verder gemotiveerd tot deelname. Dat is dan zowel de rederscentrale als ILVO. De resultaatsindicatoren voor die tool worden geëvalueerd en aangepast, zodat het ook allemaal een beetje werkbaar blijft.
We willen nu dus echt dat we die keuze maken om richting de consument te gaan, willen we ook echt dat dat ingeburgerd raakt bij het brede publiek. Dat is de b2c. Dat is echt mijn opzet voor het derde convenant.
Trouwens, in de marge daarvan: de persconferentie ging door op de tweede van onze hele serie nieuwe boten, een boot die ook gemaakt wordt door Vlaamse bouwers. Dat is echt indrukwekkend, als je ziet welke duurzaamheidsinspanningen onze Vlaamse vissers doen en welke enorme investeringen zij op dit ogenblik, tijdens en na de coronacrisis, aan het doen zijn.
Minister, we hebben zelfs de ambitie om met de commissie ook dat even ter plaatse te gaan bekijken, maar dat is natuurlijk ook uitgesteld.
Fantastisch.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende toelichting. Ik kijk al uit naar ons bezoek aan de kust.
De vraag om uitleg is afgehandeld.