Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Claes heeft het woord.
Minister, deze vraag om uitleg bouwt voort op de eerdere vraag om uitleg van de heer Janssens en is gelijkaardig aan de vraag die ik minister Demir tijdens de plenaire vergadering gisteren heb gesteld. Zowel zij als uzelf hebben met betrekking tot de PFOS-vervuiling herhaaldelijk gesteld dat het bedrijf 3M Belgium zowel saneringsplichtig als saneringsaansprakelijk is en bijgevolg voor alle saneringskosten moet opdraaien. Ik verwijs hiervoor naar de debatten die in de commissie Leefmilieu zijn gevoerd en naar de plenaire vergaderingen van de afgelopen drie weken.
In de beslissing van de Vlaamse Regering van 21 december 2021 lezen we dat toenmalig minister van Mobiliteit Weyts en toenmalig minister van Begroting Tommelein Lantis maar liefst 25 miljoen euro aan Vlaams belastinggeld hebben betaald voor de sanering van deze door 3M Belgium veroorzaakte bodemverontreiniging. Tijdens de plenaire vergadering van 28 april 2021 hebt u verklaard dat u, als huidig minister van Mobiliteit en Openbare Werken, recent nog eens 23 miljoen euro van de Vlaamse relancemiddelen waarover u voor uw beleidsdomein beschikt, met hetzelfde doel aan Lantis hebt gegeven.
Minister, kunt u verduidelijken waarom de beperkte Vlaamse relancemiddelen, die in wezen dienen om de door COVID-19 getroffen ondernemingen te ondersteuningen, worden aangewend om een bodemverontreinigingsprobleem op te lossen dat de Vlaamse Regering volgens u al jaren kent?
Kunt u verduidelijken waarom de Vlaamse belastingbetaler alsnog moet opdraaien voor de sanering van deze bodemverontreiniging in Zwijndrecht, vooral nu er in de Vlaamse Regering een consensus over de saneringsaansprakelijkheid is?
Minister, welke stappen zult u met de andere leden van de Vlaamse Regering ondernemen om die zojuist betaalde 48 miljoen euro saneringskosten nog te verhalen op 3M, die in wezen de saneringsaansprakelijke is?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Claes, het relanceplan Vlaamse Veerkracht is er specifiek gekomen om de Vlaamse welvaart en het welzijn van de Vlamingen te helpen versterken na corona. Investeringen in infrastructuur zijn een van de zeven ambities.
De 23 miljoen euro voor de PFOS-vervuiling zijn noodzakelijk om de infrastructuurwerken op Linkeroever in het kader van Oosterweel verder uit te voeren. Het aanpakken van de vervuiling en het inkapselen van de verontreinigde grond zijn essentiële investeringen om een standstillbeginsel voor de volksgezondheid en het milieu te verzekeren. Indien deze ingrepen niet zouden plaatsvinden, kan er ook niet worden voortgewerkt aan de grote investering die de aanleg van de Oosterweelverbinding toch wel is. Het gaat hier dus wel degelijk om veerkracht en relance.
Ik geef graag mee dat ik tijdens de beleids- en begrotingstoelichting 2020-2021 al expliciet heb meegegeven – ik verwijs daarvoor naar de commissie van 12 november 2020 – dat er 23 miljoen euro van de relancemiddelen voorzien was voor de aanpak van de PFOS-vervuiling. Ik ben daar altijd heel open en transparant in geweest. Ik moet wel vaststellen dat er toen niemand in deze commissie daar ook maar een vraag over gesteld heeft. Iedereen vond het toen aannemelijk dat 23 miljoen euro van de relancemiddelen voor de PFOS-vervuiling bestemd was.
Ook tijdens de laatste voortgangsrapportage over het Toekomstverbond van 25 februari 2021 is er zeer open gesproken over de PFOS-vervuiling en de herkomst van de middelen. Ook toen werden er geen vragen gesteld over de inzet van relancemiddelen hiervoor. Evenmin zijn er andere vragen over PFOS gesteld.
Kortom, het is twee keer duidelijk naar buiten gebracht, maar er was geen enkele vraag over.
U vraagt waarom de Vlaamse belastingbetaler alsnog moet opdraaien voor de sanering. Ik moet dit corrigeren. Eerst is er de vraag waarom wij geld ter beschikking stellen aan Lantis voor de PFOS-vervuiling. Hiervoor moet ik terug naar 2004. Toen heeft het Vlaamse Gewest de gronden overgedragen aan BAM. In die verkoopsovereenkomst werd expliciet opgenomen dat kosten verbonden aan een eventuele bodemverontreiniging voor rekening bleven van de Vlaamse overheid. Het gaat hierbij specifiek onder andere over grondverzet. Sta mij toe om de passage uit die verkoopsovereenkomst tussen BAM en het Vlaamse Gewest uit 2004 voor te lezen: ‘Het Vlaams Gewest verbindt er zich toe BAM integraal schadeloos te stellen en te vrijwaren voor alle schade, zowel rechtstreekse als onrechtstreekse, aansprakelijkheden, vorderingen, verplichtingen, gebruiksbeperkingen en maatregelen ten gevolge van of verband houdende met het bestaan van enige bodemverontreiniging op de site.’ Dat was dus voorzien in de verkoopsovereenkomst van 2004.
Daarom is er momenteel een bedrag van ongeveer 63 miljoen euro voorzien voor de werken op Linkeroever om de vervuilde grond te verwerken in de projectzone zelf. Die 63 miljoen euro dient om te verwerken in de projectzone zelf. 50 miljoen euro daarvan is reeds opgenomen: ongeveer 25 miljoen euro via het Vlaams Fonds voor de Lastendelging (VFLD) voor lastendelging en 23 miljoen euro via deze relancemiddelen. Dit staat los van eventuele saneringsaansprakelijkheid van de vervuiler zelf. Lantis doet dit in het kader van de uitvoering van het leefbaarheidsproject Oosterweel. De saneringsaansprakelijkheid blijft sowieso bij 3M als diegene die gezorgd heeft voor de vervuiling op zijn terreinen.
Ongeacht welk bedrijf of welke instantie dat ook is, in het kader van het Bodemdecreet en de saneringsplicht kunnen daar nog altijd toekomstgerichte stappen voor ondernomen worden. Maar dat is aan anderen om dat te doen. Het is niet aan Lantis die de saneringsplichtige is om die middelen te verhalen. De focus van Lantis is zorgen dat de Oosterweelwerken uitgevoerd kunnen worden. Het is aan de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) als bevoegde administratie onder voogdij van minister Demir om te kijken welke stappen genomen kunnen worden inzake het verhalen van de middelen op de saneringsaansprakelijkheid.
De heer Claes heeft het woord.
In het verleden werd er inderdaad door geen enkele fractie vragen over gesteld. De situatie was ook wel een beetje anders. We waren niet op de hoogte van de situatie. We waren niet op de hoogte van de dading. U was tot voor kort zelfs nog niet op de hoogte van de dading. Dat valt dus wel enerzijds te begrijpen. Ja, relancesteun – ik denk dat het toch wel COVID-19-relancesteun is. Ik denk dat het toch wel wrang moet smaken bij verschillende ondernemers, om te zien hoe zij hebben moeten lijden. Denk aan pakweg autobusverhuurders die nu toch wel een beetje een kaalslag hebben omdat zij tijdens de coronacrisis niet actief konden zijn. Ze konden geen reizen organiseren en dergelijke meer. Het moet toch wel wrang smaken om dan te horen dat heel veel geld uit het relanceproject naar zoiets gaat. Zeker aangezien er een bedrijf schuldig is en voorlopig nog niks moet betalen.
In uw antwoorden verwijst u inderdaad ook naar die overeenkomst die in 2004 werd gesloten tussen de Vlaamse Regering en BAM. Ik heb ook inderdaad die authentieke akte gezien. Daarin staat dat dat klopt. De Vlaamse Regering moest op de hoogte geweest zijn dat er veel verontreinigde grond was op dat traject. Als we kijken naar de boekhouding, de jaarrekening van 3M Belgium, dan stond in het boekjaar 1998 al duidelijk dat de OVAM toen een sanering had aanbevolen. Dus de Vlaamse Regering had hiervan ook op de hoogte moeten zijn.
Hoe verklaart u dergelijke toch wel lichtzinnige verbintenis van de Vlaamse Regering omdat men reeds op voorhand op de hoogte was of toch hoorde te zijn van de door 3M Belgium veroorzaakte ernstige bodemverontreiniging ter hoogte van de Burchtse Weel in Zwijndrecht?
Minister, hoe rijmt u deze verbintenis waarbij de Vlaamse Regering alle saneringskosten tot heden op zich neemt met het principe uit het Bodemdecreet dat eigenlijk de saneringsaansprakelijke dient op te draaien voor alle bodemsaneringen?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Claes, u kunt zeggen dat dit niet onder relancesteun valt of dat u dat daar liever niet had gezien.
Ik moet dan opnieuw zeggen dat ik daarover geen enkele opmerking heb gekregen bij de toelichting in de commissie over de beleids- en begrotingstoelichting (BBT) en ook niet bij de voortgangsrapportage. Toen kon iedereen zich daar klaarblijkelijk akkoord mee verklaren.
Verder is het hele Oosterweelproject een immens project van ongeveer 4 miljard euro. Als ik niet in middelen zou voorzien voor het wegwerken van de vervuiling, zou dat betekenen dat die werken niet kunnen doorgaan. Men is op Linkeroever bezig met grondverzetwerken en bepaalde gronden met een hoge contaminatie moeten verplaatst worden. Als we daarvoor geen geld zouden hebben uitgetrokken, dan zou dat betekenen dat die werken van 4 miljard euro niet kunnen doorgaan. Dat zou ook een enorme weerslag hebben op de economische bedrijvigheid. Door er wel middelen voor uit te trekken, of dat nu al dan niet relancemiddelen zijn, kan het grondverzet plaatsvinden en kan men ervoor zorgen dat dit belangrijk economisch project waar heel wat mensen werken als een infrastructuurwerk voortgezet wordt. In die zin verschillen we van mening.
Anderzijds, wat betreft de overeenkomst van 2004, weten we dat er op de terreinen van 3M van midden jaren 1950 tot eind jaren 1990 PFOS-producten werden gemaakt. Er is een oriënterend bodemonderzoek gedaan in samenspraak met de OVAM. Het klopt dat de grond daar vervuild was. U weet ook dat het Oosterweelproject een project van lange adem is. Initieel waren de plannen anders, maar in het kader van het Toekomstverbond is er gekozen voor dit project op deze locatie. We gaan op dat vlak ook verder. Er was duidelijk geweten dat er een vervuiling was. Dat staat in al onze stukken en in de voortgangsrapportage. In de overeenkomst van 2004 is ook opgenomen dat de Vlaamse overheid BAM zal vrijwaren voor mogelijke kosten gekoppeld aan die vervuiling. Daarom is er ook in dat bedrag van ongeveer 63 miljoen euro voor de werken op de Linkeroever voorzien. Ik zie daar weinig andere problemen. De zaken zijn op die manier verlopen.
De heer Claes heeft het woord.
Ik dank de minister. Wat betreft de relancesteun, de dading dateert uit 2018. Lantis moet op dat moment op de hoogte zijn geweest van de magnitude van het probleem en ook van de kosten die daaruit voortvloeien. Dat is lang voordat de eerste persoon in Wuhan ziek werd. Er moet toch al een begroting zijn gemaakt. Daarom blijf ik het vreemd vinden dat de relancesteun daarvoor nu gebruikt werd. Op de verdere historie en op de schuldige in heel dit project zullen we vanaf morgen in de onderzoekscommissie verder ingaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.